15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/48


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 oktober 2005

tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 3754)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/717/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (1), en met name op artikel 5, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Richtlijn 2002/95/EG moet de Commissie bepaalde gevaarlijke stoffen beoordelen die verboden zijn overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die richtlijn.

(2)

Bepaalde materialen en onderdelen die lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroombifenylen (PBB's) of polybroomdifenylethers (PBDE's) bevatten, dienen van dit verbod te worden vrijgesteld omdat de verwijdering of vervanging van deze gevaarlijke stoffen in deze specifieke materialen en onderdelen nog steeds onmogelijk is.

(3)

Aangezien de risicobeoordeling van DecaBDE, die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (2) is uitgevoerd, heeft aangetoond dat er momenteel geen redenen zijn om risicobeperkende maatregelen te nemen die verder gaan dan de maatregelen die al worden toegepast, maar dat er gelet op de risicobeoordeling nader onderzoek nodig is, kan DecaBDE voorlopig worden vrijgesteld van de vereisten van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/95/EG. Indien nieuwe feiten ertoe zouden leiden dat de risicobeoordeling moet worden herzien, dan wordt deze beschikking opnieuw onderzocht en eventueel gewijzigd. Het bedrijfsleven voert tegelijk ook een vrijwillig emissiebeperkingsprogramma uit.

(4)

Het toepassingsgebied van vrijstellingen voor bepaalde specifieke materialen of onderdelen moet worden beperkt om tot een geleidelijke beëindiging van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur te komen, aangezien het gebruik van deze stoffen voor dergelijke toepassingen op den duur zal kunnen worden vermeden.

(5)

Uit hoofde van artikel 5, lid 1, onder c), van Richtlijn 2002/95/EG dient elke in de bijlage vermelde vrijstelling ten minste om de vier jaar dan wel vier jaar na toevoeging van een item aan de lijst te worden herzien met het oog op de eventuele schrapping van materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur uit de bijlage, indien verwijdering of vervanging ervan door middel van ontwerpwijzigingen of door middel van materialen en onderdelen waarvoor geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de in artikel 4, lid 1, bedoelde stoffen of materialen, technisch of wetenschappelijk mogelijk is, mits de vervanging voor het milieu, de gezondheid en/of de veiligheid van de consument niet meer nadelen dan voordelen inhoudt. De herziening van alle in deze beschikking vastgestelde vrijstellingen dient derhalve vóór 2010 plaats te vinden.

(6)

Krachtens artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/95/EG heeft de Commissie de producenten van elektrische en elektronische apparatuur, recycleerders, verwerkers, milieuorganisaties en werknemers- en consumentenverenigingen geraadpleegd en hun opmerkingen toegezonden aan het comité dat is ingesteld bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (3), hierna „het comité” genoemd.

(7)

De Commissie heeft de in deze beschikking vastgestelde maatregelen op 19 april 2005 ter stemming voorgelegd aan het comité dat is opgericht bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen. Deze maatregelen kregen geen gekwalificeerde meerderheid achter zich. Overeenkomstig de procedure van artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG werd op 6 juni 2005 een voorstel voor een beschikking van de Raad ingediend bij de Raad. Aangezien de Raad na het verstrijken van de in artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2002/95/EG vastgestelde termijn de voorgestelde maatregelen niet had goedgekeurd, noch zich tegen deze voorstellen had verzet overeenkomstig artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4), dienen deze maatregelen door de Commissie te worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Enig artikel

De bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG wordt overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking gewijzigd.

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 2005.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19.

(2)  PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(3)  PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(4)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

De bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

2)

Het volgende punt 9a wordt toegevoegd:

„9a.

DecaBDE in polymeertoepassingen;”.

3)

Het volgende punt 9b wordt toegevoegd:

„9b.

Lood in loodbronzen lagerschalen en -bussen”.