25.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 165/32


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 juni 2005

tot beëindiging van het onderzoek naar de ongeoorloofde reproductie van EG-geluidsopnames in Thailand en de gevolgen voor de EG-handel in geluidsopnames

(2005/470/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (1), en met name op artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 juni 1991 heeft de Commissie een klacht ontvangen op grond van Verordening (EEG) nr. 2641/84 van de Raad van 17 september 1984 inzake de versterking van de gemeenschappelijke handelspolitiek, met name op het gebied van verdediging tegen onrechtmatige handelspraktijken (2) die afkomstig was van het „European Office of the International Federation of the Phonographic Industry (IFPI)” dat nagenoeg alle producenten van geluidsopnamen in de EG vertegenwoordigt.

(2)

Volgens de klacht zouden EG-geluidsopnamen in Thailand op grote schaal illegaal worden gekopieerd en zouden de EG-producenten hierdoor schade lijden, met name vanwege de gevolgen voor de uitvoer van EG-geluidsopnamen naar Thailand en naar andere derde landen.

(3)

De Commissie besloot dat de klacht voldoende bewijsmateriaal bevatte om een onderzoekprocedure in te leiden. Hierover werd een bericht bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (3).

(4)

Na de opening van de procedure heeft de Commissie een onderzoek ingesteld naar de feitelijke en juridische situatie en op 20 februari 1992 een verslag over het onderzoek voorgelegd aan het Raadgevend Comité. Uit dit verslag bleek dat het illegaal kopiëren van geluidsopnames (internationaal repertoire) in de referentieperiode, voornamelijk als gevolg van het feit dat de Thaise autoriteiten er niet in slaagden de Thaise wetgeving inzake auteursrechten te doen naleven, waarschijnlijk een niveau van 90 % had bereikt, en dat de EG-producenten hierdoor aanmerkelijke schade leden, met name in de vorm van een daling van de verkoop op de Thaise markt (en op de markten van sommige andere derde landen).

(5)

De Commissie heeft vervolgens overleg gepleegd met de Thaise autoriteiten die zich er in september 1992 toe hebben verbonden het illegaal kopiëren van EG-geluidsopnames zo spoedig mogelijk tot een te verwaarlozen niveau terug te brengen en, in een eerste stadium, binnen een jaar reeds voor een aanzienlijke vermindering te zorgen. De nieuwe Thaise Wet op de Auteursrechten, die op 21 maart 1995 in werking is getreden, bevat talrijke bepalingen om gemakkelijker maatregelen te kunnen nemen tegen het illegaal kopiëren en om (potentiële) daders af te schrikken, met name door sterk verhoogde boetes. Daarom heeft de Commissie bij Besluit 96/40/EG (4) besloten de procedure te schorsen en de situatie nauwlettend te volgen.

(6)

De Commissie is verder gegaan met het onderzoek van de feitelijke en juridische situatie en heeft op 29 mei 2002, 13 oktober 2003 en 29 juni 2004 een onderzoekverslag aan het Raadgevend Comité voorgelegd. Uit deze verslagen bleek dat Thailand maatregelen heeft genomen om het illegaal kopiëren van geluidsopnames tegen te gaan, waaronder de goedkeuring door het Thaise parlement van wetgeving inzake optische media, de aanscherping van handhavingsactiviteiten ten aanzien van personen die muziek op illegale wijze reproduceren, een nauwere coördinatie tussen de verschillende Thaise autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van het illegaal reproduceren van muziek en tussen de Thaise autoriteiten en verenigingen van de muziekindustrie, en het organiseren van campagnes om de consument beter bewust te maken van de nadelige gevolgen van piraterij.

(7)

Ondanks deze initiatieven blijft het illegaal kopiëren van geluidsopnames (internationaal repertoire) een ernstig probleem in Thailand en worden er nog steeds een aanzienlijk aantal illegaal gekopieerde geluidsopnames naar de Europese Unie uitgevoerd. Deze voortdurende problemen kunnen echter in een ander kader beter worden behandeld dan in het kader van een onderzoek op grond van Verordening (EG) nr. 3286/94.

(8)

Verdere vooruitgang bij het terugdringen van het illegaal kopiëren van EG-geluidsopnames in Thailand dient te worden gezocht in het kader van permanente bilaterale en regionale samenwerkingsregelingen tussen Thailand en de EG.

(9)

Maatregelen ter bestrijding van het illegaal kopiëren kunnen ook worden ontwikkeld in het kader van een bilaterale partnerschaps- en een samenwerkingsovereenkomst tussen Thailand en de EG.

(10)

Voorts kan de EG in het kader van financiële steunprogramma’s het streven van de Thaise autoriteiten blijven steunen om de technische capaciteit ter bestrijding van het illegaal kopiëren van geluidsopnames te verbeteren.

(11)

Op het streven van Thailand om een oplossing te vinden voor het probleem van het illegaal kopiëren van EG-geluidsopnames kan toezicht worden gehouden in het kader van de mechanismen waarin de Mededeling inzake de strategie voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen (5) voorziet.

(12)

Het is daarom dienstig de onderzoekprocedure te beëindigen.

(13)

De bepalingen van dit besluit zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité,

BESLUIT:

Enig artikel

De onderzoekprocedure betreffende het ongeoorloofd reproduceren van EG-geluidsopnames in Thailand en de gevolgen daarvan voor de EG-handel in geluidsopnames wordt beëindigd.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2005.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 356/95 (PB L 41 van 23.2.1995, blz. 3).

(2)  PB L 252 van 20.9.1984, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 522/94 (PB L 66 van 10.3.1994, blz. 10).

(3)  PB C 189 van 20.7.1991, blz. 26.

(4)  PB L 11 van 16.1.1996, blz. 7.

(5)  PB C 129 van 26.5.2005, blz. 3.