15.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/23 |
VERORDENING (EG, Euratom) Nr. 1292/2004 VAN DE RAAD
van 30 april 2004
houdende wijziging van Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 210,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 123,
Gezien de op 2 april 2004 door de Commissie ingediende ontwerp-verordening,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad moet de geldelijke regeling vaststellen voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg. |
(2) |
Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (1) is Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (2) tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen gewijzigd. |
(3) |
Aangezien bij Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom (3) een aantal bepalingen van het bovengenoemde statuut van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op de leden van de Commissie, het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg, moet de genoemde verordening in overeenkomstige zin worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd: „Bij de toepassing van deze verordening zijn de voor het huwelijk geldende bepalingen eveneens van toepassing voor andere samenlevingsvormen dan het huwelijk, mits is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 1, lid 2, onder c), van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. De ongehuwde partner van een lid of een voormalig lid wordt echter op gelijke voet behandeld als een echtgenoot krachtens het ziektekostenverzekeringsstelsel, indien wordt voldaan aan artikel 1, lid 2, onder c), i), ii) en iii).”. |
2) |
|
3) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 4 ter Artikel 17 van bijlage VII van het statuut is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg.”. |
4) |
In artikel 6, onder c), wordt „voor ambtenaren in de rang A 1” geschrapt. |
5) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 21 ter 1. De artikelen 14, 15, 16, 17 en 19 van bijlage XIII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg. 2. De artikelen 20, 24 en 25 van bijlage XIII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn van overeenkomstige toepassing op degenen aan wie de krachtens de artikelen 7, 8, 10 en 15 verschuldigde bedragen worden toegekend.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 april 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
B. COWEN
(1) PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1.
(2) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004.
(3) PB 187 van 8.8.1967, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2778/98 (PB L 347 van 23.12.1998, blz. 1).