Verordening (EG) nr. 478/2004 van de Commissie

van 15 maart 2004

betreffende de vrijgave van de zekerheid in verband met de invoercertificaten voor preferentiële suiker die op grond van Verordening (EEG) nr. 2782/76 zijn afgegeven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), en met name op artikel 22, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1159/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1464/95 en (EG) nr. 779/96(2) is onder andere Verordening (EEG) nr. 2782/76 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van preferentiële suiker(3) ingetrokken.

(2) Overeenkomstig de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 vastgestelde overgangsmaatregel kunnen op grond van Verordening (EEG) nr. 2782/76 afgegeven certificaten verder worden gebruikt voorzover de lading heeft plaatsgevonden en/of de aangiften ten invoer zijn aanvaard vóór 1 juli 2003.

(3) Gebleken is dat deze overgangsmaatregel niet voorziet in gevallen waarin vóór 1 juli 2003 op grond van Verordening (EEG) nr. 2782/76 afgegeven certificaten niet gebruikt konden worden wegens het van kracht worden van Verordening (EG) nr. 1159/2003.

(4) Derhalve moet worden voorgeschreven dat de zekerheid in verband met certificaten die op 1 juli 2003 onbruikbaar werden, vrijgegeven wordt.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De zekerheid in verband met op grond van Verordening (EEG) nr. 2782/76 afgegeven invoercertificaten die door de toepassing van Verordening (EG) nr. 1159/2003 niet konden worden gebruikt, wordt onverwijld vrijgegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 maart 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2) PB L 162 van 1.7.2003, blz. 25.

(3) PB L 318 van 18.11.1976, blz. 13.