32004R0447

Verordening (EG) nr. 447/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot vaststelling van voorschriften om voor Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije de overgang te vergemakkelijken van de steun op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 naar de steun op grond van de Verordeningen (EG) nr. 1257/1999 en (EG) nr. 1260/1999

Publicatieblad Nr. L 072 van 11/03/2004 blz. 0064 - 0065


Verordening (EG) nr. 447/2004 van de Commissie

van 10 maart 2004

tot vaststelling van voorschriften om voor Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije de overgang te vergemakkelijken van de steun op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 naar de steun op grond van de Verordeningen (EG) nr. 1257/1999 en (EG) nr. 1260/1999

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3,

Gelet op de Akte van Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 32, lid 5, en artikel 33, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad(1) is voorzien in steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (Sapard-programma). Dit programma bevat een aantal maatregelen waarvoor na de toetreding steun wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen(2) of Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen(3). Om de overgang tussen deze twee soorten steun te vergemakkelijken dient de periode te worden gepreciseerd waarin verbintenissen tegenover begunstigden kunnen worden aangegaan op grond van het Sapard-programma.

(2) De voorwaarden moeten worden gepreciseerd waaronder overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1268/1999 goedgekeurde projecten die niet langer op grond van die verordening kunnen worden gefinancierd, kunnen worden overgedragen naar de programmering van de plattelandsontwikkeling.

(3) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder " nieuwe lidstaten" verstaan Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije.

Artikel 2

Einde van de periode voor de sluiting van contracten op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999

1. Voor de maatregelen die na de toetreding overeenkomstig artikel 47 bis van Verordening (EG) nr. 1257/1999 kunnen worden gefinancierd door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, kunnen de nieuwe lidstaten verder verbintenissen op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 aangaan tot de datum waarop het plan voor plattelandsontwikkeling bij de Commissie wordt ingediend.

2. Voor de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1268/1999 bedoelde maatregelen of submaatregelen die na de toetreding door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Oriëntatie, kunnen worden gefinancierd in het kader van artikel 2, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/1999, kunnen de nieuwe lidstaten verder verbintenissen op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 aangaan tot de datum waarop zij verbintenissen voor maatregelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1260/1999 beginnen aan te gaan.

Artikel 3

Financiering van de Sapard-projecten bij uitputting van de kredieten

1. Voor de projecten waarvoor vanaf 2002 contracten zijn gesloten in het kader van de maatregelen als bedoeld in artikel 2, vierde, zevende en veertiende streepje, van Verordening (EG) nr. 1268/1999, kunnen de na 31 december 2006 te verrichten betalingen worden geïntegreerd in de programmering van de plattelandsontwikkeling voor de periode 2004-2006 op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 en worden gefinancierd door het EOGFL, afdeling Garantie.

2. De betalingen voor de projecten waarvoor de in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 beschikbare kredieten zijn uitgeput of ontoereikend zijn, kunnen worden geïntegreerd in de programmering van de plattelandsontwikkeling voor de periode 2004-2006 op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 en worden gefinancierd door het EOGFL, afdeling Garantie.

3. In het geval dat de nieuwe lidstaten de leden 1 en 2 toepassen, vermelden zij desbetreffende bedragen aan vastgelegde kredieten in de financiële tabel die is opgenomen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 141/2004(4).

4. De subsidiabiliteits- en controlevoorschriften voor de bijstand op grond van Verordening (EG) nr. 1268/1999 blijven van toepassing.

5. De lijst van de in aanmerking genomen projecten wordt vastgesteld door de betrokken nieuwe lidstaat.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de datum en onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 maart 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 696/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 24).

(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(3) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1105/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 3).

(4) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25.