32004R0411

Verordening (EG) nr. 411/2004 van de Raad van 26 februari 2004 houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3975/87 en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 en Verordening (EG) nr. 1/2003 wat betreft het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 068 van 06/03/2004 blz. 0001 - 0002


Verordening (EG) nr. 411/2004 van de Raad

van 26 februari 2004

houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3975/87 en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 en Verordening (EG) nr. 1/2003 wat betreft het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 83,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EEG) nr. 3975/87 van de Raad van 14 december 1987 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchtvervoer(3), en Verordening (EG) nr. 1/2003 zelf zijn niet van toepassing op het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen.

(2) Bijgevolg beschikt de Commissie ten aanzien van inbreuken op de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, met betrekking tot het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen, niet over dezelfde onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden als ten aanzien van het luchtvervoer binnen de Gemeenschap. Het ontbreekt de Commissie met name aan de nodige instrumenten voor gegevensvergaring en aan de bevoegdheden om de oplossingen voor te schrijven die nodig zijn om inbreuken te beëindigen of om bij bewezen inbreuken sancties op te leggen. Voorts gelden de specifieke rechten, bevoegdheden en verplichtingen die bij Verordening (EG) nr. 1/2003 aan de nationale rechtbanken en aan de mededingingsautoriteiten zijn toegewezen niet voor het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen. Dit is ook het geval met het mechanisme voor samenwerking tussen de Commissie en de mededingingsautoriteiten van de lidstaten waarin Verordening (EG) nr. 1/2003 voorziet.

(3) Concurrentieverstorende praktijken in het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen kunnen het handelsverkeer tussen de lidstaten nadelig beïnvloeden. Aangezien de bij Verordening (EG) nr. 1/2003 vastgestelde mechanismen, waarmee wordt beoogd uitvoering te geven aan de in de artikelen 81 en 82 van het Verdrag neergelegde mededingingsregels, zich ook lenen voor de toepassing van de mededingingsregels op het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen, dient de werkingssfeer van die verordening tot dat onderdeel van het luchtvervoer te worden uitgebreid.

(4) Wanneer de artikelen 81 en 82 van het Verdrag worden toegepast in procedures op grond van Verordening (EG) nr. 1/2003, en overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie, moeten overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen de lidstaten en/of de Europese Gemeenschap, enerzijds, en derde landen, anderzijds, terdege worden beoordeeld op met name de mate waarin sprake is van mededinging op de betreffende markten voor luchtvervoer. Deze verordening laat echter de rechten en verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Verdrag met betrekking tot de sluiting en toepassing van dergelijke overeenkomsten onverlet.

(5) Artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3975/87 is louter van declaratoire aard en dient daarom te worden geschrapt. Met uitzondering van artikel 6, lid 3, dat, voor beschikkingen die krachtens artikel 81, lid 3, van het Verdrag zijn vastgesteld vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 1/2003 van toepassing wordt, dient te blijven gelden tot de datum waarop de desbetreffende beschikkingen aflopen, zal Verordening (EEG) nr. 3975/87 na het schrappen van de meeste bepalingen daarvan bij Verordening (EG) nr. 1/2003, geen doel meer dienen; zij dient bijgevolg te worden ingetrokken.

(6) Tevens moet een vergelijkbare wijziging worden aangebracht in Verordening (EEG) nr. 3976/87 van de Raad van 14 december 1987 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer(4). Die verordening, waarbij de Commissie wordt gemachtigd om artikel 81, lid 1, bij verordening buiten toepassing te verklaren voor bepaalde groepen van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, is momenteel uitdrukkelijk alleen van toepassing op het vervoer tussen luchthavens in de Gemeenschap.

(7) De Commissie dient te worden gemachtigd om binnen de luchtvervoerssector groepsvrijstellingen te verlenen voor zowel het verkeer tussen de Gemeenschap en derde landen als voor het intracommunautaire verkeer. De werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 3976/87 dient bijgevolg te worden verruimd door de beperking daarvan tot het vervoer tussen luchthavens in de Gemeenschap op te heffen.

(8) Derhalve dient Verordening (EEG) nr. 3975/87 te worden ingetrokken en dienen Verordening (EEG) nr. 3976/87 en Verordening (EG) nr. 1/2003 dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3975/87 wordt ingetrokken, met uitzondering van artikel 6, lid 3, dat, voor beschikkingen die krachtens artikel 81, lid 3, van het Verdrag zijn vastgesteld vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 1/2003 van toepassing wordt, blijft gelden tot de datum waarop die beschikkingen aflopen.

Artikel 2

In artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3976/87 worden de woorden "tussen luchthavens in de Gemeenschap" geschrapt.

Artikel 3

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1/2003 wordt letter c) geschrapt.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 februari 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

N. Dempsey

(1) Voorstel ingediend op 24 februari 2003.

(2) Advies uitgebracht op 23 september 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3) PB L 374 van 31.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2003 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(4) PB L 374 van 31.12.1987, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2003.