19.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/38


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 augustus 2004

tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Australië

(2004/600/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „basisverordening” genoemd), en met name op de artikelen 8 en 9,

Na overleg met het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

Op 19 februari 2004 heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 306/2004 (2) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op polyethyleentereftalaat (hierna „PET” of „het betrokken product” genoemd) uit Australië, de Volksrepubliek China en Pakistan ingesteld (hierna „de voorlopige verordening” genoemd).

(2)

Na de vaststelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen heeft de Commissie het onderzoek naar dumping, schade en het belang van de Gemeenschap voortgezet. De definitieve bevindingen en conclusies van het onderzoek worden uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad (3) tot instelling van een definitief antidumpingrecht op PET uit Australië, de Volksrepubliek China en Pakistan (hierna „de definitieve verordening” genoemd).

(3)

Het onderzoek bevestigde de voorlopige bevindingen van schadeveroorzakende dumping in verband met de invoer van het betrokken product uit Australië en de Volksrepubliek China.

B.   VERBINTENIS

(4)

In aansluiting op de vaststelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen heeft één producent/exporteur in Australië (Leading Synthetics Pty Ltd) die bereid was mee te werken, een prijsverbintenis overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de basisverordening aangeboden. In deze verbintenis heeft de betrokken producent/exporteur aangeboden het betrokken product te verkopen tegen prijzen die minstens hoog genoeg zijn om de schadelijke gevolgen van dumping teniet te doen.

(5)

De producent/exporteur zal de Commissie ook regelmatig gedetailleerde verslagen doen toekomen over zijn export naar de Gemeenschap, waardoor de Commissie toezicht kan houden op de naleving van de verbintenis. Voorts is de verkoopstructuur van het betrokken bedrijf zodanig dat de Commissie van oordeel is dat het risico op ontduiking van de verbintenis gering is.

(6)

Met het oog hierop wordt de verbintenis aanvaardbaar geacht.

(7)

Om de Commissie in staat te stellen effectief toezicht uit te oefenen op de naleving van de verbintenis door de onderneming, kunnen de goederen waarop de verbintenis betrekking heeft pas worden vrijgesteld van het recht, wanneer bij de aangifte voor het vrije verkeer bij de bevoegde douaneautoriteiten ook een factuur wordt overgelegd die ten minste de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1467/2004 vermelde gegevens bevat. Aan de hand van deze gegevens kunnen de douaneautoriteiten tevens nagaan of de zending met de handelsdocumenten overeenstemt. Wanneer een dergelijke factuur niet wordt overgelegd of niet in overeenstemming is met de bij de douane aangebrachte goederen, wordt het desbetreffende antidumpingrecht verschuldigd.

(8)

Indien een verbintenis niet wordt nageleefd of wordt ingetrokken dan wel indien het vermoeden bestaat dat een verbintenis niet wordt nageleefd, kan overeenkomstig artikel 8, leden 9 en 10, van de basisverordening een antidumpingrecht worden ingesteld,

BESLUIT:

Artikel 1

De verbintenis die de onderstaande producent/exporteur heeft aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van polyethyleentereftalaat uit Australië, de Volksrepubliek China en Pakistan, wordt aanvaard.

Land

Fabrikant

Aanvullende Taric-code

Australië

Leading Synthetics Pty Ltd

A503

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 4 augustus 2004.

Voor de Commissie

Pascal LAMY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 52 van 21.2.2004, blz. 5.

(3)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.