2004/26/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 2003 inzake de bijdrage van de Gemeenschap voor 2003 in de financiering van een programma ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4974)
Publicatieblad Nr. L 006 van 10/01/2004 blz. 0040 - 0044
Beschikking van de Commissie van 22 december 2003 inzake de bijdrage van de Gemeenschap voor 2003 in de financiering van een programma ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4974) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (2004/26/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen, houdende wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 525/77 en (EEG) nr. 3763/91 (Poseidom)(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003(2), en met name op artikel 20, lid 3, Gelet op de door Frankrijk ingediende programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Beschikking 93/522/EEG van de Commissie van 30 september 1993 tot vaststelling van de maatregelen die in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap in het kader van de programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, op de Azoren en op Madeira(3), gewijzigd bij Beschikking 96/633/EG(4), is vastgesteld welke maatregelen in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap in het kader van de programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, op de Azoren en op Madeira. (2) Wegens de specifieke teeltomstandigheden is in de Franse overzeese departementen een bijzondere aanpak vereist. Voor deze regio's moeten in de sector plantaardige producten, en met name op fytosanitair gebied, maatregelen worden vastgesteld of verbeterd. (3) De vast te stellen of te verbeteren fytosanitaire maatregelen zijn bijzonder duur. (4) De bevoegde Franse autoriteiten hebben bij de Commissie een programma met dergelijke maatregelen ingediend. Met het oog op een eventuele financiële bijdrage van de Gemeenschap zijn in dit programma de doelstellingen, de aard, de duur en de kosten van de maatregelen vermeld. (5) Overeenkomstig artikel 20, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 bedraagt de financiële bijdrage van de Gemeenschap maximaal 60 % van de subsidiabele uitgaven, maar zijn maatregelen ter bescherming van de bananenteelt van financiering uitgesloten. (6) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad(5) worden veterinaire en fytosanitaire maatregelen die volgens de communautaire voorschriften worden uitgevoerd, gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Voor de financiële controle op deze maatregelen gelden de artikelen 8 en 9 van die verordening. (7) Aan de hand van de door Frankrijk verstrekte technische gegevens heeft het Permanent Plantenziektekundig Comité de toestand nauwkeurig en volledig kunnen onderzoeken. (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage voor het door Frankrijk ingediende officiële programma ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen voor 2003. Artikel 2 Het officiële programma bestaat uit vier deelprogramma's: 1. een deelprogramma voor de analyse van het risico van verspreiding van schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (Martinique, Guadeloupe, Frans-Guyana, Réunion); 2. een deelprogramma voor het departement Martinique, dat de volgende drie onderdelen omvat: - fytosanitaire evaluatie en diagnostiek, - bestrijding van organismen die schadelijk zijn voor de tomatenteelt, - opzetten van een gegevensbank over fytosanitaire praktijken; 3. een deelprogramma voor het departement Guadeloupe, dat de volgende drie onderdelen omvat: - fytosanitaire evaluatie en diagnostiek, - opzetten van een gegevensbank over schadelijke organismen, - teelt van insectenetende organismen; 4. een deelprogramma voor het departement Frans-Guyana, dat de volgende twee onderdelen omvat: - fytosanitaire evaluatie en diagnostiek, goede landbouwpraktijken, - kennisverbetering met het oog op de herziening van het wettelijke kader op fytosanitair gebied. Artikel 3 In 2003 bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van het door Frankrijk ingediende programma 60 % van de uitgaven voor subsidiabele maatregelen als bedoeld in Beschikking 93/522/EEG, met een maximum van 227400 EUR (exclusief BTW). Het financieringsschema is opgenomen als bijlage I bij deze beschikking. Artikel 4 Uiterlijk 60 dagen na de bekendmaking van deze beschikking wordt aan Frankrijk een voorschot van 100000 EUR betaald. Artikel 5 1. De periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn, begint op 1 oktober 2003 en eindigt op 30 september 2004. 2. In afwijking van lid 1 worden uitgaven waarvoor de bevoegde instanties vóór 30 september 2004 een met redenen omkleed verzoek om verlenging van de termijn voor betaling bij de Commissie hebben ingediend, wel door de Gemeenschap gefinancierd. 3. De termijn voor het uitvoeren van de maatregelen kan alleen met de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de partijen vóór het beëindigen van de werkzaamheden worden verlengd. Artikel 6 De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend op voorwaarde dat het programma wordt uitgevoerd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Gemeenschapsrecht, waaronder de voorschriften inzake mededinging en de toekenning van overheidscontracten, en op voorwaarde dat voor deze maatregelen geen andere bijdrage van de Gemeenschap is gevraagd of zal worden gevraagd. Artikel 7 1. De bij de Commissie in te dienen reële uitgaven worden naar maatregel of deelprogramma uitgesplitst, zodat er een duidelijk verband kan worden gelegd tussen het indicatieve financieringsschema en de reële uitgaven. De uitgaven mogen in elektronische vorm worden ingediend. 2. Op met redenen omkleed verzoek van Frankrijk kan de Commissie de financieringsschema's met maximaal 15 % van de communautaire bijdrage aanpassen voor de volledige looptijd van een deelprogramma of een maatregel, mits het totale bedrag aan subsidiabele uitgaven dat voor het programma is uitgetrokken, niet wordt overschreden en mits de voornaamste doelstellingen van het programma niet in gevaar komen. 3. De steun die de Gemeenschap in het kader van deze beschikking toekent, wordt betaald aan de door Frankrijk aangewezen instantie, die ook verantwoordelijk is voor de terugbetaling van eventuele niet bestede bedragen aan de Gemeenschap. Artikel 8 Frankrijk ziet erop toe dat de financiële bepalingen worden nageleefd, dat het Gemeenschapsbeleid in acht wordt genomen en dat de in bijlage II vermelde gegevens aan de Commissie worden meegedeeld. Artikel 9 Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek. Gedaan te Brussel, 22 december 2003. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11. (2) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. (3) PB L 251 van 8.10.1993, blz. 35. (4) PB L 283 van 5.11.1996, blz. 58. (5) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103. BIJLAGE I Financieringsschema voor 2003 >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE II I. Bepalingen betreffende de uitvoering van het programma toezicht en evaluatie I. Toezichtcomité 1. Oprichting Los van de financiering van de maatregelen wordt een toezichtcomité voor het programma opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van Frankrijk en van de Commissie. Het comité gaat regelmatig na in hoeverre het programma is uitgevoerd en dient zo nodig voorstellen in om het bij te sturen. 2. Het toezichtcomité stelt uiterlijk één maand na de datum van kennisgeving van deze beschikking aan Frankrijk een intern reglement vast. 3. Taken van het toezichtcomité Het comité: - is verantwoordelijk voor de goede afwikkeling van het programma, zodat de doelstellingen kunnen worden bereikt; is bevoegd wat de communautaire steun voor de maatregelen van het programma betreft. Het ziet erop toe dat de communautaire regelgeving, waaronder de regels voor de subsidiabiliteit van de maatregelen of projecten, worden nageleefd; - gaat, op basis van de beschikbare gegevens over de selectie van reeds goedgekeurde en uitgevoerde projecten, na of de projecten zijn geselecteerd volgens de criteria die in het programma zijn vermeld; - stelt de nodige maatregelen voor om de uitvoering van het programma te versnellen indien de periodieke resultaten op grond van de voor het toezicht gehanteerde indicatoren en de tussentijdse evaluaties een achterstand te zien geven; - brengt advies uit over de aan de Commissie voorgestelde aanpassingen; - brengt advies uit over de in het programma opgenomen projecten voor technische bijstand; - brengt advies uit over het eindverslag; - brengt gedurende de betrokken periode bij het Permanent Plantenziektekundig Comité verslag uit over de stand van de werkzaamheden en de uitgaven. II. Toezicht op en evaluatie van het programma tijdens de uitvoering (continu toezicht en continue evaluatie) 1. De nationale instantie die het programma uitvoert, is ook verantwoordelijk voor het continue toezicht op en de evaluatie van het programma. 2. Onder continu toezicht wordt verstaan: een informatiesysteem betreffende de voortgang van de werkzaamheden. Het continue toezicht betreft de maatregelen in het kader van het programma. Voor het continue toezicht wordt gebruikgemaakt van financiële en fysieke indicatoren die zodanig zijn gekozen dat kan worden nagegaan in hoeverre de uitgaven voor de afzonderlijke maatregelen beantwoorden aan de vooraf vastgestelde fysieke indicatoren die aangeven in welke mate de maatregel is uitgevoerd. 3. De continue evaluatie van een programma omvat een analyse van de resultaten waarbij wordt gekeken naar de feitelijke resultaten, uitgedrukt in cijfers, en de naleving van de juridische voorschriften en de procedureregels. Dit moet de garantie geven dat de maatregelen beantwoorden aan de doelstellingen van het programma. Verslag over de uitvoering van het programma en toetsing van het programma 4. Frankrijk deelt uiterlijk één maand na de goedkeuring van het programma aan de Commissie de naam mee van de instantie die het eindverslag opstelt en indient. Het eindverslag omvat een balans van het gehele programma (mate waarin de fysieke en kwalitatieve doelstellingen zijn verwezenlijkt en gemaakte vooruitgang) en een evaluatie van de onmiddellijke fytosanitaire en economische resultaten. Het eindverslag over dit programma wordt uiterlijk op 15 oktober 2004 door de bevoegde instantie bij de Commissie ingediend en wordt vervolgens zo spoedig mogelijk aan het Permanent Plantenziektekundig Comité gepresenteerd. 5. De Commissie kan in overleg met Frankrijk besluiten de in punt 3 omschreven continue evaluatie door een onafhankelijk bureau te laten verrichten aan de hand van de gegevens van het continue toezicht. Het bureau kan naar aanleiding van moeilijkheden bij de uitvoering voorstellen indienen om de deelprogramma's en/of maatregelen op bepaalde punten aan te passen, de criteria aan de hand waarvan de projecten worden geselecteerd te wijzigen, enzovoort. Op grond van de gegevens van het toezicht op het beheer kan het bureau advies verstrekken over de te nemen administratieve maatregelen. II. Inachtneming van het Gemeenschapsbeleid Bij de uitvoering van het programma worden de voorschriften inzake de coördinatie van het communautaire beleid nageleefd. In dit verband verstrekt Frankrijk in het eindverslag de volgende informatie. Milieubescherming a) Algemene informatie - beschrijving van de belangrijkste milieuaspecten en -problemen in het betrokken gebied, met onder meer een beschrijving van de uit milieu-oogpunt belangrijke zones (kwetsbare zones); - algemene beschrijving van alle belangrijke positieve en negatieve effecten van het programma voor het milieu, rekening houdend met de geplande investeringen; - beschrijving van de maatregelen om aanzienlijke negatieve effecten voor het milieu te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren; - synthese van de uitkomsten van de gesprekken met de voor het milieu verantwoordelijke autoriteiten (advies van het ministerie van Milieuzaken of een overeenkomstige instantie) en van eventuele hoorzittingen. b) Beschrijving van de overwogen maatregelen Voor maatregelen die een aanzienlijk negatief effect op het milieu kunnen hebben: - de procedures voor de evaluatie van de afzonderlijke projecten tijdens de uitvoering van het programma; - de maatregelen die worden genomen om tijdens de uitvoering van het programma het effect op het milieu na te gaan, de uitkomsten te evalueren en negatieve effecten te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren.