32004D0006

2004/6/EG: Besluit van de Commissie van 5 november 2003 tot instelling van het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 003 van 07/01/2004 blz. 0030 - 0031


Besluit van de Commissie

van 5 november 2003

tot instelling van het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/6/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In juni 2001 heeft de Commissie de Besluiten 2001/527/EG(1) en 2001/528/EG(2) tot instelling van respectievelijk het Comité van Europese effectenregelgevers en het Europees Comité voor het effectenbedrijf aangenomen.

(2) In zijn resoluties van 5 februari en 21 november 2002 heeft het Europees Parlement ingestemd met het regelgevingskader met vier niveaus dat in het eindverslag van het Comité van wijzen voor de regulering van de Europese effectenmarkten werd bepleit, en erop aangedrongen bepaalde aspecten van die benadering uit te breiden tot het bank- en verzekeringswezen, mits de Raad een ondubbelzinnige toezegging tot hervorming doet om een goed institutioneel evenwicht te waarborgen.

(3) Op 3 december 2002 heeft de Raad de Commissie verzocht soortgelijke regelingen te treffen voor banken, verzekeringen en bedrijfspensioenen en zo spoedig mogelijk nieuwe comités in een adviserende rol op te richten op deze gebieden.

(4) Er moet een Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen (hierna "het comité" te noemen) worden ingesteld dat dient te fungeren als een onafhankelijk bezinnings-, overleg- en adviesorgaan voor de Commissie op het gebied van verzekeringen, herverzekeringen en bedrijfspensioenen. Wat evenwel de bedrijfspensioenen betreft, dient het comité zich te buigen over de met dergelijke regelingen samenhangende regelgevings- en toezichtaspecten en niet over arbeids- en sociaalrechtelijke aspecten, zoals de organisatie van bedrijfspensioenregelingen, en in het bijzonder vraagstukken in verband met de verplichte deelname (aansluiting) en de resultaten van collectieve arbeidsovereenkomsten.

(5) Het comité moet ook een belangrijke rol spelen in het proces van omzetting van wetgeving door efficiëntere samenwerking te verzekeren tussen de nationale toezichthoudende autoriteiten, "peer reviews" uit te voeren en beste praktijken te bevorderen teneinde een consistentere en tijdige uitvoering van de communautaire wetgeving in de lidstaten te garanderen.

(6) Het comité dient zijn eigen werkregelingen vast te stellen, in het bijzonder rekening te houden met de specifieke kenmerken van de relevante bevoegde autoriteiten en nauwe werkrelaties te onderhouden met de Commissie en met het Europees Comité voor verzekeringen en bedrijfspensioenen dat is opgericht bij Besluit 2004/9/EG van de Commissie van 5 november 2003(3). Het dient een voorzitter te kiezen onder zijn leden.

(7) Het comité dient op een open en transparante wijze uitvoerig en vroegtijdig overleg te plegen met marktdeelnemers, consumenten en eindgebruikers.

(8) Het comité dient zijn reglement van orde vast te stellen en te handelen met volledige inachtneming van de Verdragsbepalingen, de prerogatieven van de betrokken instellingen en het huidige institutionele evenwicht,

BESLUIT:

Artikel 1

Hierbij wordt een onafhankelijke adviesgroep over verzekeringen en bedrijfspensioenen in de Gemeenschap, het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen (hierna "het comité" te noemen) ingesteld.

Artikel 2

De rol van het comité bestaat erin de Commissie, hetzij op haar verzoek en binnen een termijn die zij kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de aangelegenheid, hetzij op eigen initiatief, van advies te dienen, met name bij de voorbereiding van ontwerp-uitvoeringsmaatregelen op het gebied van verzekeringen, herverzekeringen en bedrijfspensioenen.

Het comité draagt bij tot de consequente toepassing van de communautaire richtlijnen en tot de convergentie van de toezichtpraktijken van de lidstaten in de gehele Gemeenschap.

Het comité verschaft tevens een forum voor de samenwerking tussen toezichthouders, met inbegrip van de uitwisseling van informatie over onder toezicht staande instellingen.

Artikel 3

Het comité is samengesteld uit hooggeplaatste vertegenwoordigers van de nationale openbare autoriteiten die bevoegd zijn voor het toezicht op verzekeringen, herverzekeringen en bedrijfspensioenen. Iedere lidstaat wijst hooggeplaatste vertegenwoordigers van zijn bevoegde autoriteiten aan om deel te nemen aan de vergaderingen van het comité.

De Commissie is op de vergaderingen van het comité vertegenwoordigd; zij wijst een hooggeplaatste vertegenwoordiger aan die aan de discussies van het comité deelneemt.

Wanneer de bespreking van een agendapunt de uitwisseling van vertrouwelijke informatie over een onder toezicht staande instelling met zich brengt, kan de deelneming aan de discussie over dit agendapunt worden beperkt tot de direct betrokken toezichthoudende autoriteiten.

Het comité kiest een voorzitter onder zijn leden.

Het comité kan deskundigen en waarnemers uitnodigen om aan zijn vergaderingen deel te nemen.

Het comité zal zich niet bezighouden met arbeids- en sociaalrechtelijke aspecten, zoals de organisatie van de bedrijfspensioenregelingen, en in het bijzonder de verplichte deelname en de resultaten van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

Artikel 4

Het comité onderhoudt nauwe werkrelaties met de Commissie en met het bij Besluit 2004/9/EG van de Commissie van 5 januari 2004 ingestelde comité.

Het kan werkgroepen oprichten. De Commissie wordt uitgenodigd om als waarnemer aan de werkgroepen deel te nemen.

Artikel 5

Alvorens zijn advies uit te brengen aan de Commissie, pleegt het comité op een open en transparante wijze uitvoerig en vroegtijdig overleg met marktdeelnemers, consumenten en eindgebruikers.

Artikel 6

Het comité dient een jaarverslag in bij de Commissie.

Artikel 7

Het comité stelt zijn reglement van orde en zijn werkregelingen vast.

Artikel 8

Het comité neemt zijn taak op 24 november 2003 op.

Gedaan te Brussel, 5 november 2003.

Voor de Commissie

Frederik Bolkestein

Lid van de Commissie

(1) PB L 191 van 13.7.2001, blz. 43.

(2) PB L 191 van 13.7.2001, blz. 45.

(3) Zie bladzijde 34 van dit Publicatieblad.