32003R1086

Verordening (EG) nr. 1086/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Slovenië

Publicatieblad Nr. L 163 van 01/07/2003 blz. 0001 - 0018


Verordening (EG) Nr. 1086/2003 van de Raad

van 18 juni 2003

tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Slovenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Protocol nr. 3 van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en Slovenië, die is goedgekeurd bij Besluit 1999/144/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 21 december 1998 inzake de sluiting van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds(1), zijn tariefconcessies voorzien voor verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië. Protocol nr. 3 is gewijzigd bij Besluit nr. 5/2001 van de Associatieraad EU-Slovenië(2).

(2) Er is onlangs een handelsovereenkomst tot wijziging van Besluit nr. 5/2001 gesloten. De overeenkomst, die uiterlijk op 1 juli 2003 in werking moet treden, heeft ten doel de economische convergentie met het oog op de toetreding van Slovenië tot de Europese Unie te verbeteren. Voor de Gemeenschap zijn in die overeenkomst voor sommige verwerkte landbouwproducten concessies in de vorm van een volledige liberalisatie van de handel en voor andere rechtenvrije contingenten neergelegd. Voor invoer buiten deze contingenten blijven de bepalingen van Protocol nr. 3 van toepassing.

(3) De goedkeuringsprocedure voor een besluit tot wijziging van Besluit nr. 5/2001 zal niet tijdig zijn afgerond, zodat dit niet op 1 juli 2003 in werking kan treden. Derhalve moet op autonome basis worden voorzien in de toepassing van de aan Slovenië verleende tariefconcessies vanaf 1 juli 2003.

(4) Op de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten worden geen douanerechten toegepast en voor andere moeten rechtenvrije contingenten worden geopend.

(5) Op bepaalde goederen die onder Protocol nr. 3 vallen, maar die niet in deze verordening worden genoemd, blijft Verordening (EG) nr. 2057/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 betreffende de opening van tariefcontingenten voor de invoer in de Europese Gemeenschap van bepaalde verwerkte landbouwproducten van herkomst uit Slovenië(3) van toepassing.

(6) Op verwerkte landbouwproducten die onder Protocol nr. 3 vallen, maar die niet in deze verordening worden genoemd, of waarvoor de bij deze verordening geopende contingenten zijn uitgeput, blijven de bepalingen van Protocol nr. 3 van toepassing.

(7) Niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende verwerkte landbouwproducten die naar Slovenië worden uitgevoerd, komen niet voor uitvoerrestituties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen(4), in aanmerking.

(8) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(5) bevat een regeling voor het beheer van tariefcontingenten. De bij deze verordening geopende tariefcontingenten moeten door de communautaire autoriteiten en de lidstaten overeenkomstig die regeling worden beheerd.

(9) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië wordt vanaf 1 juli 2003 vrijgesteld van douanerechten en heffingen van gelijke werking.

Artikel 2

1. De invoer in de Gemeenschap van de in bijlage II vermelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië wordt vrijgesteld van douanerechten en heffingen van gelijke werking, op het niveau en binnen de beperkingen van de in die bijlage genoemde jaarlijkse communautaire tariefcontingenten.

2. De hoeveelheid goederen die onder de in het kader van Verordening (EG) nr. 2057/2001 geopende tariefcontingenten vallen en die tussen 1 januari en 30 juni 2003 in het vrije verkeer worden gebracht, worden volledig in mindering gebracht op de hoeveelheden van de desbetreffende tariefcontingenten in bijlage II.

Artikel 3

Niet in bijlage I bij het Verdrag genoemde verwerkte landbouwproducten die naar Slovenië worden uitgevoerd, komen niet voor uitvoerrestituties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1520/2000 in aanmerking.

Artikel 4

Op verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I en bijlage II vallen of waarvoor de in bijlage II bedoelde contingenten zijn uitgeput, blijven de bepalingen van Protocol nr. 3 van toepassing.

Artikel 5

Op het onder volgnummer 09.1758 geopende tariefcontingent voor producten van GN-code 2001 90 96 blijft Verordening (EG) nr. 2057/2001 van toepassing.

Artikel 6

De Commissie kan de in de artikelen 1, 2 en 3 bedoelde maatregelen overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 2, schorsen wanneer Slovenië de overeengekomen wederzijdse preferenties niet toepast.

Artikel 7

De in bijlage II bedoelde tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

Artikel 8

1. De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen(7) bedoelde comité, hierna "het comité" genoemd.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 juli 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Drys

(1) PB L 51 van 26.2.1999, blz. 1.

(2) PB L 37 van 7.2.2002, blz. 10.

(3) PB L 277 van 20.10.2001, blz. 17.

(4) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 740/2003 (PB L 106 van 29.4.2003, blz. 12).

(5) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 881/2003 (PB L 134 van 29.5.2003, blz. 1).

(6) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

BIJLAGE I

Verwerkte landbouwproducten waarvoor geen invoerrechten worden toegepast en geen uitvoerrestituties worden betaald

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Rechtenvrije contingenten bij de invoer in de Europese Gemeenschap van goederen van oorsprong uit Slovenië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>