32003L0034

Richtlijn 2003/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot drieëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld — c/m/r)

Publicatieblad Nr. L 156 van 25/06/2003 blz. 0014 - 0016


Richtlijn 2003/34/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 26 mei 2003

tot drieëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld - c/m/r)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3), in het licht van de gemeenschappelijke tekst die op 17 maart 2003 door het Bemiddelingscomité is goedgekeurd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 14 van het Verdrag bepaalt dat er een ruimte zonder binnengrenzen tot stand wordt gebracht, waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd.

(2) Het Europees Parlement en de Raad hebben op 29 maart 1996 Besluit nr. 646/96/EG tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000)(4) aangenomen.

(3) Om de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de consument te verbeteren, mogen stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld en preparaten die dergelijke stoffen bevatten, niet in de handel worden gebracht om door het grote publiek te worden gebruikt. De Commissie dient zo spoedig mogelijk een voorstel in te dienen voor een verbod op het gebruik van producten die dergelijke stoffen bevatten wanneer wetenschappelijk bewezen is dat deze stoffen uit producten vrijkomen, waardoor het grote publiek eraan wordt blootgesteld.

(4) Bij Richtlijn 94/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 tot veertiende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde stoffen en preparaten(5) wordt in de vorm van een aanhangsel voor de punten 29, 30 en 31 van bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG(6), een lijst vastgesteld met stoffen die zijn ingedeeld als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting van categorie 1 of 2. Deze stoffen en preparaten die deze stoffen bevatten, mogen niet in de handel worden gebracht om door het grote publiek te worden gebruikt.

(5) In Richtlijn 94/60/EG is bepaald dat de Commissie uiterlijk zes maanden na de publicatie van een aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van bijlage I van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen(7), waarin stoffen als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting van categorie 1 of 2 worden ingedeeld, een voorstel bij het Europees Parlement en de Raad indient om deze lijst uit te breiden.

(6) Richtlijn 98/98/EG van de Commissie van 15 december 1998 tot vijfentwintigste aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad(8), en meer in het bijzonder bijlage I daarvan, bevat 20 nieuwe stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting van categorie 1 of 2 zijn ingedeeld, en Richtlijn 2000/32/EG van de Commissie van 19 mei 2000 tot zesentwintigste aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 67/548/EEG(9), en meer in het bijzonder bijlage I daarvan, bevat twee nieuwe stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting van categorie 1 of 2 zijn ingedeeld. Deze stoffen dienen aan de punten 29, 30 en 31 van het aanhangsel van bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG te worden toegevoegd.

(7) Er is rekening gehouden met de risico's en de voordelen van de nieuwe stoffen die aldus zijn ingedeeld.

(8) Deze richtlijn laat de communautaire wetgeving waarbij minimale voorschriften voor de bescherming van werknemers zijn vastgelegd, vervat in Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk(10) en daarop gebaseerde bijzondere richtlijnen, met name Richtlijn 90/394/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk(11), onverlet,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De stoffen die zijn opgenomen in de bijlage, worden toegevoegd aan de stoffen die zijn opgenomen in het aanhangsel bij de punten 29, 30 en 31 van bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG.

Artikel 2

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat uiterlijk op 15 juli 2004 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen worden aangenomen en bekendgemaakt om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen deze bepalingen toe vanaf 15 januari 2005.

2. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

G. Drys

(1) PB C 213 E van 31.7.2001, blz. 263.

(2) PB C 311 van 7.11.2001, blz. 7.

(3) Advies van het Europees Parlement van 5 februari 2002 (PB C 284 E van 21.11.2002, blz. 88), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 3 juni 2002 (PB C 197 E van 20.8.2002, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 10 oktober 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Besluit van het Europees Parlement van 27 maart 2003 en besluit van de Raad van 8 april 2003.

(4) PB L 95 van 16.4.1996, blz. 9. Besluit ingetrokken bij Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 1).

(5) PB L 365 van 31.12.1994, blz. 1.

(6) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/11/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 42 van 15.2.2003, blz. 45).

(7) PB 196 van 16.8.1967, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/59/EG van de Commissie (PB L 225 van 21.8.2001, blz. 1).

(8) PB L 355 van 30.12.1998, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Besluit 2000/368/EG van de Commissie (PB L 136 van 8.6.2000, blz. 108).

(9) PB L 136 van 8.6.2000, blz. 1.

(10) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.

(11) PB L 196 van 26.7.1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/38/EG (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 66).

BIJLAGE

Punt 29 - Kankerverwekkende stoffen: categorie 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Punt 30 - Mutagene stoffen: categorie 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Punt 31 - Voor de voortplanting vergiftige stoffen: categorie 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>