32002R0922

Verordening (EG) nr. 922/2002 van de Commissie van 30 mei 2002 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

Publicatieblad Nr. L 142 van 31/05/2002 blz. 0056 - 0058


Verordening (EG) nr. 922/2002 van de Commissie

van 30 mei 2002

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 13, lid 3, tweede alinea, en lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt van de in artikel 1 van deze verordening bedoelde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2) Krachtens artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 3072/95 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de vooruitzichten terzake van de beschikbare hoeveelheid rijst en breukrijst en van de prijzen hiervan op de markt van de Gemeenschap enerzijds en van de prijzen van rijst en breukrijst op de wereldmarkt anderzijds. Volgens dit artikel is het eveneens noodzakelijk om op de rijstmarkt voor een evenwichtige situatie en een natuurlijke ontwikkeling van de prijzen en het handelsverkeer zorg te dragen en bovendien rekening te houden met het economische aspect van de voorgenomen uitvoer, met de wenselijkheid om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te vermijden en met de limieten die voortvloeien uit overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

(3) Bij Verordening (EEG) nr. 1361/76 van de Commissie(3) is vastgesteld welke de maximumhoeveelheid breukrijst is die rijst, waarvoor de restitutie bij uitvoer is vastgesteld, mag bevatten, terwijl daarbij tevens het percentage is bepaald van de op deze restitutie toe te passen vermindering, voor het geval dat de hoeveelheid breukrijst welke de uitgevoerde rijst bevat deze maximumhoeveelheid overschrijdt.

(4) De uitvoer van een hoeveelheid van 2500 t rijst naar bepaalde bestemmingen is mogelijk. Daartoe moet de procedure van artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2298/2001(5), worden toegepast. Bij de vaststelling van de restituties moet daarmee rekening worden gehouden.

(5) In artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3072/95 zijn de specifieke criteria bepaald waarmede bij de berekening van de restitutie bij uitvoer van rijst en breukrijst rekening moet worden gehouden.

(6) De situatie op de wereldmarkt en de specifieke eisen van sommige markten kunnen een differentiatie van de restitutie voor sommige producten al naar gelang van hun bestemming noodzakelijk maken.

(7) Teneinde rekening te houden met de bestaande vraag naar verpakte, langkorrelige rijst op bepaalde markten, moet worden voorzien in de vaststelling van een specifieke restitutie voor dat product.

(8) De restitutie moet minstens eenmaal per maand worden vastgesteld; de restitutie kan tussentijds worden gewijzigd.

(9) De toepassing van deze regelen op de huidige situatie van de rijstmarkt, en met name op de noteringen of prijzen van rijst en breukrijst in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, voert tot het vaststellen van de bedragen van de restitutie, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

(10) In het kader van het beheer van de volumebeperkingen die voortvloeien uit de WTO-verbintenissen van de Gemeenschap, dient de afgifte van uitvoercertificaten met restitutie te worden geschorst.

(11) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 genoemde producten in ongewijzigde staat worden, met uitzondering van de in lid 1, onder c), van dat artikel genoemde producten, op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.

Artikel 2

Behalve voor de in de bijlage vermelde hoeveelheid van 2500 t wordt de afgifte van uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie geschorst.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 31 mei 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18.

(2) PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27.

(3) PB L 154 van 15.6.1976, blz. 11.

(4) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.

(5) PB L 308 van 27.11.2001, blz. 16.

BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 mei 2002 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

NB:

De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie "A" zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2020/2001 van de Commissie (PB L 273 van 16.10.2001, blz. 6).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

R01 Zwitserland, Liechtenstein en het gebied van de gemeenten Livigno en Campione d'Italia.

R02 Marokko, Algerije, Tunesië, Malta, Egypte, Israël, Libanon, Libië, Syrië, Voormalige Spaanse Sahara, Cyprus, Jordanië, Irak, Iran, Jemen, Koeweit, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Bahrein, Qatar, Saoedi-Arabië, Eritrea, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Noorwegen, Faeröer, IJsland, Rusland, Belarus, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Joegoslavië, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Albanië, Roemenië, Bulgarije, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië, Oekraïne, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzijkistan, Kirgizië.

R03 Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië, Venezuela, Canada, Mexico, Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Cuba, Bermuda, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, Hongkong SAR, Singapore, A40, A11 met uitzondering van Suriname, Guyana, Madagaskar.