32002D0658

2002/658/EG: Beschikking van de Commissie van 14 augustus 2002 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoënzuur, carvon, mepanipyrim, oxadiargyl en trifloxystrobin te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 3048)

Publicatieblad Nr. L 221 van 17/08/2002 blz. 0037 - 0038


Beschikking van de Commissie

van 14 augustus 2002

waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoënzuur, carvon, mepanipyrim, oxadiargyl en trifloxystrobin te verlengen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 3048)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/658/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtijn 2002/37/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Duitsland in mei 1998 van Menno Chemie Vertriebsgesellschaft mbH een aanvraag ontvangen voor de opneming van de werkzame stof benzoënzuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 98/676/EG van de Commissie(3) is bevestigd dat het dossier volledig is, d.i. dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de in de bijlagen II en III bij de richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

(2) In maart 1997 heeft Nederland van Luxan BV een soortgelijke aanvraag ontvangen voor carvon. Bij Beschikking 1999/610/EG van de Commissie(4) is het betrokken dossier volledig verklaard.

(3) In oktober 1997 heeft Italië van Kumiai Chemical Industry Co. Ltd een soortgelijke aanvraag ontvangen voor mepanipyrim. Bij Beschikking 98/676/EG is het betrokken dossier volledig verklaard.

(4) In juni 1997 heeft Italië van Rhône-Poulenc Agro SpA (nu Bayer Crop Sciences) een soortgelijke aanvraag ontvangen voor oxadiargyl. Bij Beschikking 98/398/EG van de Commissie(5) is het betrokken dossier volledig verklaard.

(5) In januari 1998 heeft het Verenigd Koninkrijk van Novartis Crop Protection UK Ltd (nu Syngenta) een soortgelijke aanvraag ontvangen voor trifloxystrobin. Bij Beschikking 1999/43/EG van de Commissie(6) is het betrokken dossier volledig verklaard.

(6) De bevestiging dat elk dossier volledig is, was nodig om het grondig te kunnen onderzoeken en om de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel moeten worden onderworpen aan een gedetailleerde evaluatie in het licht van de voorschriften van de richtlijn.

(7) Voor deze werkzame stoffen zijn de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG geëvalueerd voor de door de respectieve aanvragers voorgestelde gebruiksdoeleinden. De als rapporteur optredende lidstaten hebben het ontwerp-evaluatieverslag met betrekking tot elk van deze stoffen bij de Commissie ingediend, namelijk op 12 december 2000 voor benzoënzuur, op 16 oktober 2000 voor carvon, op 12 juli 2000 voor mepanipyrim, op 20 juli 1999 voor oxadiargyl en op 19 september 2000 voor trifloxystrobin.

(8) De evaluatie van de dossiers kan niet worden afgerond binnen de in bovengenoemde beschikkingen inzake de volledigheid vastgestelde termijnen, aangezien het onderzoek van de dossiers na indiening van het ontwerp-evaluatieverslag door elk van de als rapporteur optredende lidstaten nog aan de gang is.

(9) Aangezien uit de evaluatie tot nu toe nog geen redenen zijn gebleken voor onmiddellijke bezorgdheid, moet aan de lidstaten toestemming worden gegeven om de voorlopige toelatingen die zijn verleend voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, te verlengen voor een periode van 24 maanden overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat voor elk van de betrokken stoffen 24 maanden zullen volstaan om de evaluatie en de besluitvorming met betrekking tot de mogelijke opname in bijlage I af te ronden.

(10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die benzoënzuur, carvon, mepanipyrim, oxadiargyl of trifloxystrobin bevatten, verlengen met ten hoogste 24 maanden te rekenen vanaf de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 augustus 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 117 van 4.5.2002, blz. 10.

(3) PB L 317 van 26.11.1998, blz. 47.

(4) PB L 242 van 14.9.1999, blz. 29.

(5) PB L 176 van 20.6.1998, blz. 34.

(6) PB L 14 van 19.1.1999, blz. 30.