32001D0690

2001/690/EG: Beschikking van de Commissie van 21 december 2000 betreffende de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen die door Zweden is aangemeld (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4354)

Publicatieblad Nr. L 244 van 14/09/2001 blz. 0032 - 0038


Beschikking van de Commissie

van 21 december 2000

betreffende de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen die door Zweden is aangemeld

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4354)

(Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/690/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1),

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Bij schrijven van 22 oktober 1999 heeft Zweden de Commissie in kennis gesteld van het voorstel voor een gewijzigde steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen. De steunregeling betreft een wijziging en een uitbreiding van de regeling houdende vermindering van de sociale premies die op 31 december 1999 verstreek. In 1997 nam de Commissie dienstige maatregelen ten aanzien van die steunregeling onder nummer E 8/96 (schrijven SG(97) D/6781 van de Commissie van 7 augustus 1997).

(2) Bij schrijven D/64905 van 25 november 1999 vroeg de Commissie bijkomende informatie over deze steunmaatregel. De Zweedse autoriteiten deden de gevraagde inlichtingen toekomen bij brief van 21 december 1999 die door de Commissie is ingeschreven op 22 december 1999.

(3) Bij schrijven van 4 april 2000(2) heeft de Commissie Zweden in kennis gesteld van haar besluit om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden ten aanzien van de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen.

(4) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(3) bekendgemaakt. De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunregeling te maken.

(5) De Commissie heeft van één belanghebbende opmerkingen ontvangen.

(6) Het officiële antwoord van de Zweedse autoriteiten heeft de Commissie bereikt bij schrijven van 11 mei 2000.

(7) Op 12 en 27 oktober en 21 november 2000 vonden bijeenkomsten plaats tussen de Commissie en de Zweedse autoriteiten waarop de steunregeling werd besproken.

II. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN

(8) Doelstelling en vorm van de toegekende steun

De steun moet bijdragen aan de ontwikkeling van de gebieden met een lage bevolkingsdichtheid in het noorden van Zweden. Om dit doel te bereiken worden de voor werknemers betaalde sociale bijdragen verlaagd met 8 % op voorwaarde dat de betrokken bedrijven gevestigd zijn in voor steun in aanmerking komende regio's en actief zijn in een voor steun in aanmerking komende sector of een voor steun in aanmerking komend gebied.

(9) Voor steun in aanmerking komende regio's

De volgens de steunregeling in aanmerking komende regio is steungebied A(4) in het noorden van Zweden met uitzondering van bepaalde delen van de gemeenten Östersund en Krokom. Het in aanmerking komende gebied heeft ongeveer 430000 inwoners, dit wil zeggen ongeveer 4,8 % van de totale Zweedse bevolking. De voor steun in aanmerking komende gebieden zijn uitvoerig beschreven in het schrijven waarmee de Commissie Zweden in kennis stelde van haar besluit om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden met betrekking tot de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen(5).

(10) De in aanmerking komende sectoren/ondernemingen

De steunregeling geldt voor ondernemingen die tot de volgende sectoren behoren of de volgende activiteiten uitoefenen:

- consultancy, verhuur en herstel;

- hotel-, pension- en campingbedrijf;

- horeca-activiteiten die worden uitgeoefend in combinatie met het hotel-, pension- en campingbedrijf;

- reinigings-, schoonmaak- en wasserijbedrijf;

- recreatieactiviteiten en culturele dienstverlening met uitzondering van bibliotheken;

- activiteiten van verenigingen zonder winstoogmerk, culturele en religieuze organisaties en belangengroepen;

- entiteiten die administratieve activiteiten verrichten met betrekking tot het management van bedrijven, het financieel beheer en de loonadministratie, de boekhouding, de automatische gegevensverwerking, de registratie, de verkoop via de telefoon en het boeken van bestellingen.

De steunregeling is niet van toepassing op entiteiten die administratieve activiteiten verrichten voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de verkoop van landbouwproducten die zijn genoemd in bijlage I bij het EG-Verdrag en evenmin op ondernemingen in de volgende gevoelige sectoren: visserij, steenkool, staal, vervoer, scheepsbouw, synthetische vezels en motorvoertuigen.

(11) Cumulering

Er wordt geen vermindering van sociale bijdragen toegekend wanneer de gegadigde over dezelfde periode steun ontvangt overeenkomstig de gewijzigde regionale steunregeling voor de vervoersector (N 146/99).

(12) Looptijd

De steunregeling verstrijkt op 31 december 2000.

(13) Begrotingsmiddelen

De begroting voor 2000 bedraagt 313734000 SEK (ongeveer 36634000 EUR).

III. INLEIDING VAN DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 88, LID 2, VAN HET EG-VERDRAG

(14) In haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen(6) betwijfelde de Commissie of de aangemelde steunmaatregel verenigbaar was met de communautaire voorschriften inzake staatssteun:

a) De Zweedse autoriteiten voerden als rechtvaardiging voor de vermindering van de sociale bijdragen aan dat die vermindering deel uitmaakt van vervoerssteun ter compensatie van de door de in aanmerking komende ondernemingen gedragen bijkomende kosten die met de afstand verband houden. In haar besluit tot inleiding van de procedure betwijfelde de Commissie of het begrip "bijkomende kosten die met de afstand verband houden" in overeenstemming is met het begrip "extra vervoerskosten die ontstaan door goederenbewegingen".

b) In de tweede plaats vroeg de Commissie zich af of er een direct verband kon worden vastgesteld tussen het steunbedrag dat de begunstigden ontvingen krachtens de steunregeling, en de extra vervoerskosten die zij daadwerkelijk gedragen hebben.

(15) In haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag wees de Commissie er voorts op dat zij ertoe bereid was te onderzoeken of barre weersomstandigheden en andere specifieke omstandigheden een bijkomende rechtvaardiging konden verschaffen voor de steun die krachtens de regeling wordt verleend.

IV. DE OPMERKINGEN VAN ZWEDEN

(16) Bij schrijven van 11 mei 2000 deed Zweden opmerkingen toekomen inzake het besluit van de Commissie om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden ten aanzien van de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen. De opmerkingen kunnen als volgt worden samengevat:

a) De steun is een efficiënt werktuig voor het bevorderen van de vestiging van ondernemingen in de dienstensector in sterk benadeelde regio's (perifere noordelijke ligging, barre weersomstandigheden, lange afstanden en lage bevolkingsdichtheid).

b) Het begrip "extra vervoerskosten die ontstaan door goederenbewegingen" is niet geschikt voor toepassing in de dienstensector. De meeste dienstverlenende bedrijven vervoeren geen grote hoeveelheden goederen. Toch worden zij beïnvloed door hoge vaste en directe kosten die te wijten zijn aan de lange afstanden, de lage bevolkingsdichtheid en het barre klimaat. In een door de Zweedse regering besteld onderzoek wordt bevestigd dat dienstverlenende bedrijven in het noorden van Zweden hogere met de afstand verband houdende kosten hebben dan bedrijven in de regio Stockholm.

c) Voorheen aanvaardde de Commissie een bredere definitie van het begrip "extra vervoerskosten die ontstaan door goederenbewegingen". Die definitie omvatte bijvoorbeeld de vervoerskosten van het personeel.

d) Uit het door Zweden bestelde onderzoek blijkt dat, ten aanzien van de ondernemingen uit de steekproef, de met de afstand verband houdende bijkomende kosten per werknemer voor ondernemingen in het noorden van Zweden veel hoger zijn dan de gemiddelde steun per werknemer die op grond van deze steunregeling wordt toegekend. Derhalve bestaat er geen gevaar dat de op grond van de steunregeling toegekende steun de begunstigden een overcompensatie biedt voor hun bijkomende kosten die met de afstand verband houden.

e) De administratieve kosten voor de toepassing van de steunregeling zijn laag.

f) Noorwegen past een steunregeling (voor regionaal gedifferentieerde socialezekerheidsbijdragen) toe die door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is goedgekeurd en vergelijkbaar is met de Zweedse steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen.

V. OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN

(17) De Noorse regering was de enige belanghebbende die, bij schrijven van 27 juli 2000, opmerkingen heeft doen toekomen. In dit schrijven bevestigen de Noorse autoriteiten dat Noorwegen een steunregeling toepast die vergelijkbaar is met de Zweedse steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen en door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is goedgekeurd overeenkomstig artikel 62 van de EER-overeenkomst en Protocol nr. 27 ervan. Vele Noorse argumenten stemmen overeen met de argumenten die Zweden heeft aangevoerd (meer bepaald de argumenten die zijn samengevat in overweging 16, onder a), b), d) en e)). Bovendien betoogt Noorwegen dat er tot dusver geen klachten zijn binnengekomen volgens welke de Zweedse steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen of de Noorse steunregeling voor regionaal gedifferentieerde socialezekerheidsbijdragen het handelsverkeer ongunstig zouden beïnvloeden. Voorts heeft de Zweedse steunregeling in hoofdzaak betrekking op bedrijven in de dienstensector die in beginsel diensten verrichten voor de lokale markten. Noorwegen acht het daarom onwaarschijnlijk dat de steunregeling een merkbare invloed zou hebben op de mededinging en het handelsverkeer in de EER.

VI. BEOORDELING VAN DE STEUNMAATREGEL

Het bestaan van de steun

(18) De Commissie beschouwt de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag aangezien de steunregeling voldoet aan alle voorwaarden voor de toepassing van dit artikel. De argumentering wordt hieronder uiteengezet.

(19) Steunmaatregelen, in welke vorm dan ook: Volgens de steunregeling wordt de steun verleend in de vorm van een vermindering van de sociale bijdragen die de werkgevers moeten betalen voor werknemers van ondernemingen die gelegen zijn in voor steun in aanmerking komende regio's en actief zijn in een voor steun in aanmerking komende sector of een voor steun in aanmerking komend gebied.

(20) Steunmaatregelen van de staten of met staatsmiddelen bekostigd: De socialezekerheidsbijdragen zijn verplichte betalingen van de werkgevers aan de staat. Zij zijn een belangrijke inkomstenbron voor de Zweedse regering. Zweden heeft er in zijn aanmelding op gewezen dat de toepassing van de steunregeling de Zweedse begroting 313734000 SEK (ongeveer 36634000 EUR) aan belastingderving zou kosten in 2000.

(21) Steunmaatregelen: De steunmaatregel vermindert de loonkosten van de in aanmerking komende ondernemingen. De voordelen voor een bepaalde onderneming welke voortvloeien uit de vermindering van de sociale bijdragen, is afhankelijk van het aantal werknemers en hun lonen. Ondernemingen die in aanmerking komen voor lagere sociale bijdragen hebben een concurrentievoordeel doordat zij bevrijd worden van een deel van hun bijdragenlast.

(22) Steunmaatregelen die bepaalde ondernemingen of bepaalde producties begunstigen: De Commissie beschouwt het selectiviteitscriterium als vervuld aangezien de steunmaatregel slechts wordt toegekend aan ondernemingen die gevestigd zijn in bepaalde regio's (een deel van het noorden van Zweden) en actief zijn in bepaalde sectoren (vooral de dienstensector).

(23) Steunmaatregelen die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen: De steunregeling heeft tot gevolg dat de totale loonkosten van de in aanmerking komende ondernemingen worden verminderd. Het juiste voordeel per afzonderlijke onderneming is afhankelijk van het aantal werknemers en van hun lonen. De steunmaatregel heeft rechtstreekse gevolgen voor de productiekosten van de in aanmerking komende ondernemingen. Derhalve moet de Commissie concluderen dat de steunregeling in de vorm van een vermindering van de sociale bijdragen het concurrentievermogen van die ondernemingen ten aanzien van ondernemingen in andere lidstaten kan verhogen. Het is duidelijk dat de mededinging kan worden vervalst wanneer dergelijke voordelen worden toegekend aan ondernemingen omdat zij in bepaalde regio's zijn gevestigd of actief zijn in een bepaalde sector.

(24) Steunmaatregelen die de mededinging vervalsen voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt: Ten aanzien van dergelijke steunregelingen (in tegenstelling tot steun voor bepaalde doeleinden) heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen als volgt geoordeeld: "In de motivering van haar beschikking inzake de verenigbaarheid van een steunprogramma met de gemeenschappelijke markt behoeft de Commissie slechts de kenmerken van dit programma te onderzoeken om te kunnen beoordelen of het op grond van de hoge steunbedragen of percentages, de kenmerken van de gesteunde investeringen of andere in dit programma vastgestelde modaliteiten de begunstigden ervan een merkbaar voordeel verschaft ten opzichte van hun concurrenten en naar zijn aard voornamelijk ten goede komt aan ondernemingen die deelnemen aan het handelsverkeer tussen lidstaten"(7). De steunregeling in de vorm van een vermindering van de sociale bijdragen staat open voor een aantal dienstensectoren. Bovendien staat de regeling open voor ondernemingen die administratieve activiteiten verrichten met betrekking tot management, financieel beheer en loonadministratie, boekhouding, automatische gegevensverwerking, registratie, verkoop via de telefoon en het boeken van bestellingen, ongeacht de sector(8). Derhalve kan de steunregeling kennelijk ook worden toegepast op ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen die het voorwerp is van handelsverkeer tussen de lidstaten.

De rechtmatigheid van de steunmaatregel

(25) De steunregeling is aangemeld overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag.

De verenigbaarheid van de steunmaatregel

(26) Nadat de Commissie had vastgesteld dat de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen staatssteun behelsde in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, onderzocht zij of de regeling voldeed aan de voorwaarden voor toepassing van een van de uitzonderingen van artikel 87, leden 2 en 3.

(27) De Commissie is van mening dat de steunregeling houdende vermindering van de sociale bijdragen niet in de werkingssfeer van de uitzonderingen van artikel 87, lid 2, van het EG-Verdrag valt aangezien de steunmaatregel niet gericht is op de doelstellingen die in het desbetreffende artikel van het Verdrag zijn genoemd. Bovendien heeft Zweden evenmin beweerd dat dit het geval zou zijn.

(28) Het bepaalde van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag is niet van toepassing aangezien geen enkele regio van Zweden in 2000 voldeed aan de voorwaarden voor regionale steun overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag(9).

(29) De steunregeling is evenmin erop gericht de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen of een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen of de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen. Derhalve concludeert de Commissie dat noch artikel 87, lid 3, onder b), noch artikel 87, lid 3, onder d), van het EG-Verdrag van toepassing is op de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen. In deze context zij er evenwel op gewezen dat de Zweedse autoriteiten geen aanspraak hebben gemaakt op een uitzondering voor de steunregeling op grond van één van de genoemde voorwaarden.

(30) Om bovengenoemde redenen heeft de Commissie de steun getoetst aan artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag. Uit het onderzoek is het volgende naar voren gekomen:

a) De steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen is gericht op gebieden met een lage bevolkingsdichtheid in het noorden van Zweden. Zij streeft ernaar de ontwikkeling van die gebieden te bevorderen en dient derhalve te worden onderzocht op grond van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen(10).

b) De steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen biedt de Zweedse autoriteiten de mogelijkheid om specifieke ondernemingen steun te verlenen zonder dat van de begunstigde ondernemingen wordt geëist dat zij initiële investeringen verrichten of banen creëren overeenkomstig punt 4.4 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen.

c) Dit heeft tot gevolg dat de steunregeling de Zweedse autoriteiten de mogelijkheid biedt in het voor steun in aanmerking komende gebied steun te verlenen die erop gericht is de normale lopende kosten van de begunstigden te verminderen. Een dergelijke steun behelst exploitatiesteun.

d) De Commissie heeft in verschillende mededelingen, inzonderheid in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen, erop gewezen dat exploitatiesteun, op grond van de bijzondere concurrentieverstorende gevolgen ervan, slechts bij wijze van uitzondering als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd. In de richtsnoeren worden twee dergelijke uitzonderingen genoemd:

- Volgens het bepaalde van punt 4.15 van de richtsnoeren mag een dergelijke steun worden toegestaan in de regio's die onder de afwijking van artikel 87, lid 3, onder a), vallen. Zoals reeds betoogd in overweging 28 van deze beschikking voldoet geen enkel gebied in Zweden aan de voorwaarden van deze afwijking. Derhalve kan zij niet worden toegepast op de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen.

- Overeenkomstig het bepaalde in punt 4.16 van de richtsnoeren mag steun die bedoeld is om de extra vervoerskosten te compenseren, worden toegestaan in ultraperifere regio's alsmede in regio's met een geringe bevolkingsdichtheid die onder de afwijking van artikel 87, lid 3, onder a), of onder c), vallen.

In haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, ten aanzien van de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen stelde de Commissie vast dat het gebied dat volgens de steunregeling voor steun in aanmerking komt, voldoet aan de criteria van een regio met een lage bevolkingsdichtheid in de zin van artikel 87, lid 3, onder c).

Om bovengenoemde redenen onderzocht de Commissie of de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen voldeed aan de criteria voor vervoerssteun in de zin van punt 4.16 en bijlage II van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen en kwam tot de volgende conclusie.

e) De Commissie is van mening dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen niet voldoet aan de volgende voorwaarden, welke zijn genoemd in punt 4.16 en bijlage II van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen:

- In voetnoot 37 en in bijlage II, tweede streepje, is bepaald dat vervoerssteun slechts mag worden aangewend voor de extra vervoerskosten die ontstaan door goederenbewegingen.

- Volgens het bepaalde in bijlage II, eerste streepje, mag de steun alleen worden gebruikt ter compensatie van de extra vervoerskosten en mag er in geen geval een overcompensatie van de kosten plaatsvinden.

- Volgens het bepaalde in bijlage II, derde streepje, moet de vervoerssteun ex ante objectief kwantificeerbaar zijn op basis van de ratio "steun per afgelegde kilometer" of op basis van de ratio's "steun per afgelegde kilometer" en "steun per gewichtseenheid".

Het steunbedrag dat volgens de steunregeling aan een in aanmerking komende onderneming wordt toegekend, heeft geen enkel verband met de extra vervoerskosten die de desbetreffende onderneming daadwerkelijk draagt. De omvang van de steun is afhankelijk van de loonkosten van de onderneming, die op hun beurt afhangen van het aantal werknemers en hun gemiddelde lonen. Derhalve kan moeilijk worden beweerd dat de steun "ex ante objectief kwantificeerbaar is op basis van de ratio 'steun per afgelegde kilometer' of op basis van de ratio 'steun per afgelegde kilometer' en 'steun per gewichteenheid'". Derhalve kan evenmin worden uitgesloten dat althans in bepaalde gevallen een overcompensatie van de extra vervoerskosten plaatsvindt.

Zweden rechtvaardigt de krachtens de regeling toegekende steun op grond van het feit dat dienstverlenende bedrijven in het noorden van Zweden in vergelijking met dergelijke bedrijven in de regio Stockholm te kampen zouden hebben met bijkomende kosten die verband houden met de afstand. Volgens Zweden omvatten de met de afstand verband houdende kosten reis- en logieskosten, alsook kosten op het gebied van management en opleiding en andere bedrijfskosten. Dit gaat veel verder dan het begrip "extra vervoerskosten die ontstaan door goederenbewegingen" dat kan worden aanvaard als rechtvaardiging voor het verlenen van vervoerssteun op grond van de richtsnoeren (voetnoot 37 en het bepaalde in bijlage II, tweede streepje). Bovendien garandeert de toepassing van de met de afstand verband houdende meerkosten volgens de Zweedse definitie, als grondslag voor het toekennen van vervoerssteun, niet dat er geen overcompensatie plaatsvindt van de daadwerkelijke, door goederenbewegingen ontstane extra vervoerskosten van de begunstigden.

f) De Commissie is van mening dat de factoren barre weersomstandigheden, lage bevolkingsdichtheid, afgelegen ligging en lange afstanden kenmerken vertonen die met elkaar verband houden. De lage bevolkingsdichtheid en de lange afstand zijn in grote mate een gevolg van de barre weersomstandigheden en de afgelegen ligging van het desbetreffende gebied. De Commissie aanvaardt dat die factoren samen een beduidend nadeel zijn voor het noorden van Zweden. Om die reden bevatten de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen een aantal bijzondere bepalingen ten gunste van gebieden met een lage bevolkingsdichtheid, zoals het noorden van Zweden. De mogelijkheid om vervoerssteun te verlenen is slechts één van de bijzondere bepalingen in de richtsnoeren ten gunste van dit soort regio. Bovendien houdt het bepaalde in punt 3.10.4 van de richtsnoeren in, dat gebieden met een lage bevolkingsdichtheid gemakkelijker in aanmerking komen voor de afwijking ten behoeve van bepaalde regio's in de zin van artikel 87, lid 3, onder c). En het bepaalde in punt 4.10.8 biedt de lidstaten de mogelijkheid in gebieden met een lage bevolkingsdichtheid regionale steunintensiteiten toe te passen die hoger zijn dan hetgeen is toegestaan in andere regio's van artikel 87, lid 3, onder c) (met uitzondering van de ultraperifere regio's). De Commissie is van mening dat die regelingen samen een billijke compensatie bieden voor de nadelen waarmee gebieden met een lage bevolkingsdichtheid te kampen hebben.

g) Zweden heeft niet betoogd dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen in de werkingssfeer van de richtsnoeren betreffende werkgelegenheidssteun zou vallen(11). De steun die krachtens de maatregelen wordt verleend, zou ook kunnen worden geïnterpreteerd als een bijdrage tot het behoud van de werkgelegenheid in de bedoelde gebieden met een lage bevolkingsdichtheid. Om die reden heeft de Commissie deze mogelijkheid onderzocht. Het bepaalde van punt 22 van de richtsnoeren geeft de Commissie de mogelijkheid om steun voor het behoud van de werkgelegenheid goed te keuren op voorwaarde dat aan één van de volgende criteria is voldaan:

- De steun dient tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 87, lid 2, onder b), van het EG-Verdrag.

- De steun is beperkt tot regio's in de zin van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag.

De Commissie is van oordeel dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen aan geen van de bovengenoemde criteria voldoet.

h) De steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen is niet beperkt tot projecten die gericht zijn op O& O, opleidingssteun, milieubescherming of redding en herstructurering overeenkomstig de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling(12), de communautaire kaderregeling inzake opleidingssteun(13), de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu(14) of de communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(15). De steunregeling is evenmin beperkt tot kleine en middelgrote ondernemingen volgens de definitie in de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen(16). Derhalve concludeert de Commissie dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen evenmin voldoet aan de criteria voor de uitzondering waarin is voorzien in de bovengenoemde kaderregelingen.

Om bovengenoemde redenen is de Commissie van oordeel dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen evenmin voldoet aan de criteria voor één van de uitzonderingen van artikel 87, lid 3, onder c).

(31) Wat de overige opmerkingen van Zweden en Noorwegen (zie de overwegingen 16 en 17) betreft, voert de Commissie het volgende aan:

a) Het feit dat Zweden de steunregeling beschouwt als een efficiënt werktuig voor de bevordering van de vestiging van dienstverlenende bedrijven in de voor steun in aanmerking komende regio benadrukt dat de steunregeling een merkbare invloed heeft op de mededinging. De Commissie is evenwel van mening dat de efficiëntie van een bepaalde steunregeling voor de regionale ontwikkeling niet noodzakelijkerwijze inhoudt dat de steunregeling ook verenigbaar is met het Verdrag. Overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag kan steun die de ontwikkeling van bepaalde regionale economieën vergemakkelijkt, slechts als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

b) Het feit dat een bepaalde steunregeling goedkoop en gemakkelijk kan worden verwezenlijkt, is volgens de Commissie evenmin relevant voor de beoordeling van de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt.

c) Het bestaan van een vergelijkbare steunregeling in Noorwegen (meer bepaald de steunregeling voor regionaal gedifferentieerde socialezekerheidsbijdragen) volstaat niet om de Zweedse steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen goed te keuren. In deze samenhang heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen het volgende bepaald: "Een lidstaat [kan] zich ter rechtvaardiging van een eventuele schending van een uit het Verdrag voortvloeiende verplichting in verband met het verbod van artikel 92 niet beroepen op het feit dat andere lidstaten die verplichting evenmin nakomen. De gevolgen van meerdere distorsies van de mededinging in het handelsverkeer tussen lidstaten [heffen] elkaar niet op, doch [hebben] juist een cumulatief effect waardoor de nadelige uitwerking ervan op de gemeenschappelijke markt nog wordt versterkt"(17).

d) Ten slotte kan het feit dat de Commissie in haar beschikking van 1997 tot vaststelling van dienstige maatregelen met betrekking tot de voorloper van de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen (E 8/96)(18), die per 31 december 1999 verstreek, een soepeler houding aannam, niet worden gebruikt als motivering voor de goedkeuring van de gewijzigde steunregeling die het voorwerp is van de onderhavige beschikking. In deze samenhang heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat "een handeling van algemene strekking [niet] door een individuele beschikking impliciet kan worden gewijzigd. Op een dergelijke beschikking kan later niet uit hoofde van de beginselen van gelijke behandeling en bescherming van gewettigd vertrouwen een beroep worden gedaan om een nieuwe inbreuk op die regels te rechtvaardigen"(19).

(32) Op grond van de in de overwegingen 26 tot en met 31 gepresenteerde analyse is de Commissie van mening dat de steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen niet voldoet aan de criteria voor de afwijkingen van artikel 87, leden 2 en 3. De Commissie acht de steunregeling derhalve onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

(33) Deze conclusie belet de lidstaten niet om de regels inzake "de minimis"-steun toe te passen of om niet-economische activiteiten te ondersteunen dan wel steun te verlenen die het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloedt, ongeacht of de steun gebaseerd is op de aangemelde steunregeling ter vermindering van de sociale bijdragen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De steunregeling houdende vermindering van sociale bijdragen is niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Deze steunregeling mag bijgevolg niet ten uitvoer worden gelegd.

Artikel 2

Zweden deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.

Gedaan te Brussel, 21 december 2000.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 184 van 1.7.2000, blz. 10.

(2) Ref. SG(2000) D/102835.

(3) PB C 184 van 1.7.2000, blz. 10.

(4) Steungebied A komt in aanmerking voor de uitzondering van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag en maakt deel uit van de regionale steunkaart (2000-2006) van Zweden die door de Commissie is goedgekeurd als steunmaatregel N 639/99 (schrijven SG(2000) D/103189 van 17 april 2000).

(5) PB C 184 van 1.7.2000, blz. 10.

(6) PB C 184 van 1.7.2000, blz. 10.

(7) Arrest van 14 oktober 1987 in zaak 248-84 (Bondsrepubliek Duitsland tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen), Jurisprudentie 1987, blz. 4013.

(8) Alle sectoren behalve die welke in de werkingssfeer van specifieke communautaire voorschriften inzake staatssteun vallen.

(9) De regionalesteunkaart van Zweden voor de periode 2000-2006, die door de Commissie is goedgekeurd (brief SG(2000) D/103189 van 17 april 2000) als steunmaatregel N 639/99, bevat geen gebieden die voor steun in aanmerking komen op grond van artikel 87, lid 3, onder a).

(10) Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9, en PB C 258 van 9.9.2000, blz. 5).

(11) Richtsnoeren betreffende werkgelegenheidssteun (PB C 334 van 12.12.1995, blz. 4).

(12) Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling (PB C 45 van 17.2.1996, blz. 5).

(13) Kaderregeling inzake opleidingssteun (PB C 343 van 11.11.1998, blz. 10).

(14) Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (PB C 72 van 10.3.1994, blz. 3).

(15) Communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 368 van 23.12.1994, blz. 12).

(16) Communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB C 213 van 23.7.1996, blz. 4).

(17) Arrest van 22 maart 1977 in zaak 78-76 (Steinike & Weinlig tegen Bondsrepubliek Duitsland), Jurisprudentie 1977, blz. 595.

(18) Schrijven SG(97) D/6781 van de Commissie van 7 augustus 1997.

(19) Arrest van 24 maart 1993 in zaak C-313/90 (Comité international de la rayonne et des fibres synthétiques en andere tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen), Jurisprudentie 1993, blz. I-1125.