32001D0327

2001/327/EG: Beschikking van de Commissie van 24 april 2001 tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten en houdende intrekking van Beschikking 2001/263/EG (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1149)

Publicatieblad Nr. L 115 van 25/04/2001 blz. 0012 - 0013


Beschikking van de Commissie

van 24 april 2001

tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten en houdende intrekking van Beschikking 2001/263/EG

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1149)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/327/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG(2), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De veterinairrechtelijke voorschriften voor de handel in runderen en varkens zijn vastgesteld bij Richtlijn 64/432/EEG van de Raad inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/20/EG(4).

(2) De veterinairrechtelijke voorschriften voor de handel in schapen en geiten zijn vastgesteld bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten(5), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 94/953/EG van de Commissie(6).

(3) De veterinairrechtelijke voorschriften voor de handel in andere evenhoevigen dan die welke zijn bedoeld in de Richtlijnen 64/432/EEG en 91/68/EEG, zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt(7), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 95/176/EG van de Commissie(8).

(4) De voorschriften inzake het welzijn van dieren bij vervoer in de Gemeenschap zijn vastgesteld bij Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG(9), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/29/EG(10).

(5) Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997(11) betreft de communautaire criteria voor halteplaatsen en bevat een aanpassing van het in de bijlage bij Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema.

(6) Op grond van de melding van uitbraken van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland en Ierland heeft de Commissie de Beschikkingen 2001/172/EG(12), 2001/208/EG(13), 2001/223/EG(14) en 2001/234/EG(15) tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in de respectieve lidstaten vastgesteld.

(7) De situatie met betrekking tot mond- en klauwzeer in bepaalde delen van de Gemeenschap kan, in verband met het op de markt brengen van en de handel in levende evenhoevigen dieren, een gevaar opleveren voor de veebeslagen in andere delen van de Gemeenschap.

(8) Alle lidstaten hebben de beperkingen inzake verplaatsingen van dieren van gevoelige soorten, die zijn vastgesteld in Beschikking 2001/263/EG(16), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/317/EG(17), ten uitvoer gelegd.

(9) Gezien de ontwikkeling van de diergezondheidssituatie en de conclusies van de epizoötiologische onderzoeken die in de getroffen lidstaten zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de andere lidstaten, lijkt het aangewezen ook verplaatsingen van dieren via halteplaatsen te verbieden en de beperkingen met betrekking tot verplaatsingen van ziektegevoelige dieren in de Gemeenschap nog enige tijd te handhaven.

(10) Terzelfder tijd moeten de bij Beschikking 2001/263/EG vastgestelde bepalingen inzake verplaatsingen van dieren van gevoelige soorten worden ingetrokken.

(11) In de voor 25 april 2001 geplande vergadering van het Permanent Veterinair Comité zal de situatie opnieuw worden bezien en zullen de maatregelen zo nodig worden aangepast.

(12) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. De lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, zien erop toe dat alle vervoer van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten wordt verboden.

Dit verbod geldt niet als dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten van het bedrijf van verzending worden vervoerd:

- hetzij rechtstreeks of via een erkend verzamelcentrum naar een slachthuis om daar onmiddellijk te worden geslacht, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek en die van de plaats van bestemming daarvoor toestemming hebben gegeven,

- hetzij via een erkend verzamelcentrum naar één bedrijf van bestemming, tenzij het gaat om runderen en varkens die van het verzamelcentrum naar ten hoogste zes bedrijven van bestemming mogen worden verzonden, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek en die van de plaats van bestemming daarvoor toestemming hebben gegeven,

- hetzij naar een verzamelplaats waar beslagen worden bijeengebracht met het oog op transhumance naar daartoe aangewezen weiden, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek en die van de plaats van bestemming daarvoor toestemming hebben gegeven,

- hetzij naar een ander bedrijf, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek en die van de plaats van bestemming daarvoor toestemming hebben gegeven,

op voorwaarde dat:

a) de dieren tijdens het vervoer niet in contact komen met dieren die niet afkomstig zijn van hetzelfde bedrijf van verzending, tenzij zij:

- bestemd zijn om te worden geslacht, of

- van oorsprong en van herkomst zijn uit bedrijven in gebieden van een lidstaat als omschreven in artikel 2, onder p), van Richtlijn 64/432/EEG waarvoor geen op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG ingestelde beperkingen hebben gegolden in de in lid 2, eerste streepje, vastgestelde periode van verblijf op het bedrijf,

b) de voertuigen die voor het vervoer van levende dieren worden gebruikt, na elke reis worden schoongemaakt en ontsmet, en dat een bewijs van deze ontsmetting wordt overgelegd, en

c) het vervoer van die dieren naar andere lidstaten alleen wordt toegestaan als de plaatselijke veterinaire autoriteit 24 uur tevoren een melding ter zake heeft verzonden aan de centrale en plaatselijke veterinaire autoriteiten in de lidstaat van bestemming en aan de centrale veterinaire autoriteiten in de lidstaat van doorvoer.

2. De lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, zien erop toe dat de bevoegde autoriteiten op de plaats van vertrek verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten slechts toestaan onder de volgende voorwaarden:

- ofwel hebben de dieren ten minste de laatste 20 dagen vóór het verlenen van de toestemming, of sedert hun geboorte wanneer zij jonger zijn dan 20 dagen, verbleven op het bedrijf van verzending en zijn in die periode, of in de laatste 10 dagen wanneer het om varkens gaat, op dat bedrijf geen dieren van gevoelige soorten binnengebracht,

- ofwel worden de dieren rechtstreeks en zonder via een erkend verzamelcentrum te passeren naar een slachthuis vervoerd om daar onmiddellijk te worden geslacht.

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 1, onder a) bis, tweede streepje, van Richtlijn 91/628/EEG zien de lidstaten erop toe dat dieren niet worden verplaatst via halteplaatsen die zijn ingesteld en erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1255/97.

Artikel 2

Beschikking 2001/263/EG van de Commissie wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing tot en met 18 mei 2001 om middernacht.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 april 2001.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

(4) PB L 163 van 4.7.2000, blz. 35.

(5) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.

(6) PB L 371 van 31.12.1994, blz. 14.

(7) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.

(8) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 23.

(9) PB L 340 van 11.12.1991, blz. 17.

(10) PB L 148 van 30.6.1995, blz. 52.

(11) PB L 174 van 2.7.1997, blz. 1.

(12) PB L 62 van 2.3.2001, blz. 22.

(13) PB L 73 van 15.3.2001, blz. 38.

(14) PB L 82 van 22.3.2001, blz. 29.

(15) PB L 84 van 23.3.2001, blz. 62.

(16) PB L 93 van 3.4.2001, blz. 59.

(17) PB L 109 van 19.4.2001, blz. 74.