32000R0745

Verordening (EG) nr. 745/2000 van de Commissie van 10 april 2000 tot afwijking van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad ten aanzien van braaklegging

Publicatieblad Nr. L 089 van 11/04/2000 blz. 0004 - 0004


Verordening (EG) nr. 745/2000 van de Commissie

van 10 april 2000

tot afwijking van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad ten aanzien van braaklegging

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producten van bepaalde akkerbouwgewassen(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2704/1999(2), en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie(3) zijn de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 ten aanzien van braaklegging vastgesteld. In artikel 19, lid 2, wordt met name bepaald dat de braakgelegde percelen uit productie moeten worden genomen voor een periode die uiterlijk op 15 januari ingaat en ten vroegste op 31 augustus eindigt. In lid 3 van artikel 19 wordt gepreciseerd dat de braakgelegde grond in principe niet voor landbouwproductie, noch voor een winstgevende bestemming mag worden gebruikt.

(2) Bepaalde gebieden in de Gemeenschap zijn in december 1999 getroffen door uitzonderlijke stormen die aanzienlijke schade hebben toegebracht aan de bossen in verschillende lidstaten en die tot een houtaanbod hebben geleid dat de markt in die sector in gevaar brengt. In die situatie kan verbetering worden gebracht door toe te staan dat, in afwachting van ophaling door de verwerkende sector, de betrokken hoeveelheden hout tijdelijk worden opgeslagen op grond die niet wordt gebruikt in het kader van de braakleggingsregeling voor akkerbouw. Het is echter raadzaam maatregelen vast te stellen om de niet-winstgevende bestemming van die oppervlakten te garanderen.

(3) Er moet dus afgeweken worden van Verordening (EG) nr. 2316/1999.

(4) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 19, lid 2 en lid 3, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 kunnen voor de verkoopseizoenen 2000/2001 en 2001/2002 in de door de lidstaten tot rampgebied uitgeroepen gebieden de voor braaklegging opgegeven oppervlakten worden gebruikt voor de opslag van door de stormen van december 1999 gevelde bomen.

Artikel 2

De betrokken lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de braakgelegde oppervlakten die beschikbaar worden gesteld en voor opslag worden gebruikt, niet voor een winstgevend doel worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 15 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 april 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1.

(2) PB L 327 van 21.12.1999, blz. 12.

(3) PB L 280 van 30.10.1999, blz. 43.