32000E0456

Gemeenschappelijk optreden van de Raad van 20 juli 2000 met betrekking tot een bijdrage van de Europese Unie aan de versterking van het vermogen van de Georgische autoriteiten om steun en bescherming te verlenen aan de OVSE-waarnemersmissie bij de grens van de Republiek Georgië met de Tsjetsjeense Republiek van de Russische Federatie

Publicatieblad Nr. L 183 van 22/07/2000 blz. 0003 - 0003


Gemeenschappelijk optreden van de Raad

van 20 juli 2000

met betrekking tot een bijdrage van de Europese Unie aan de versterking van het vermogen van de Georgische autoriteiten om steun en bescherming te verlenen aan de OVSE-waarnemersmissie bij de grens van de Republiek Georgië met de Tsjetsjeense Republiek van de Russische Federatie

(2000/456/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europese Raad van Helsinki heeft zijn diepe bezorgdheid uitgesproken over de dreiging die het aanhoudende conflict in Tsjetsjenië voor het gebied van de Kaukasus vormt, over een eventueel overslaan van de gevechten van Tsjetsjenië naar Georgië en over de gevolgen voor de territoriale integriteit van dat land.

(2) Op 10 april 2000 heeft President Sjevardnadzje van Georgië de Europese Unie verzocht om een bijdrage te leveren aan de inspanningen van Georgië om de bescherming van haar grenzen en de naburige regio's te verbeteren en terroristische bedreigingen te voorkomen en tegen te gaan, met name indien deze gericht zijn tegen de OVSE-waarnemersmissie bij de Georgische grens met de Tsjetsjeense Republiek van de Russische Federatie.

(3) De OVSE-waarnemersmissie draagt bij tot de stabiliteit in de regio door de verstrekking van gedetailleerde informatie over het verkeer en de gebeurtenissen rond de grens, teneinde eventuele spanningen weg te nemen.

(4) Van 17 tot 22 juni 2000 heeft Generaal Sir Garry Johnson als vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Europese Unie een evaluatie ter plaatse verricht, waaruit hij concludeerde dat er een duidelijke behoefte bestaat aan materieel dat de Georgische grenswachten in staat stelt hun taken, inzonderheid de bescherming van de OVSE-waarnemersmissie, doeltreffend te verrichten.

(5) Dit gemeenschappelijk optreden dient snel te worden uitgevoerd.

(6) De Commissie heeft er in toegestemd bepaalde taken die nodig zijn voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden, uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De Europese Unie verleent bijstand ter versterking van het vermogen van de Georgische autoriteiten om via hun grenswachten steun en bescherming te verlenen aan de OVSE-waarnemersmissie bij de grens van Georgië met de Tsjetsjeense Republiek van de Russische Federatie.

2. Met dit doel voor ogen verleent de Europese Unie voor 15 september 2000 hulp aan de regering van Georgië in de vorm van materieel, dat voor 30 september 2000 naar de Shatili-grenspost wordt vervoerd.

Artikel 2

1. De Raad draagt de Commissie op om dit gemeenschappelijk optreden uit te voeren overeenkomstig de in artikel 1, lid 2, omschreven doelstelling.

2. De Commissie ziet erop toe dat de uitrusting daadwerkelijk wordt afgeleverd bij de Georgische grenswachten, beziet het verder gebruik van de uitrusting en beoordeelt de succesvolle uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

3. De Commissie brengt verslag uit bij de Raad op gezag van het voorzitterschap, dat wordt bijgestaan door de secretaris-generaal van de Raad, de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB.

4. Bij de uitvoering van haar activiteiten werkt de Commissie waar nodig samen met de plaatselijke missies van de lidstaten.

Artikel 3

1. Het financieel referentiebedrag voor de in artikel 1 omschreven doelstellingen bedraagt 1 miljoen euro.

2. Voor het beheer van de uitgaven die worden gefinancierd uit het in lid 1 genoemde bedrag, gelden de communautaire procedures en voorschriften die van toepassing zijn op begrotingsaangelegenheden.

Artikel 4

1. Dit gemeenschappelijk optreden wordt van kracht op de dag van de aanneming ervan. Het verstrijkt op 31 december 2000.

2. Dit gemeenschappelijk optreden wordt voor 30 september 2000 herzien teneinde de naleving van het in artikel 1, lid 2, vervatte tijdschema te garanderen.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

F. Parly