32000D0725

2000/725/EG: Beschikking van de Commissie van 20 november 2000 betreffende het niet-opnemen van tecnazeen als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3354) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 292 van 21/11/2000 blz. 0030 - 0031


Beschikking van de Commissie

van 20 november 2000

betreffende het niet-opnemen van tecnazeen als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3354)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/725/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/10/EG van de Commissie(2),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/1999(4), en met name op artikel 7, lid 3 bis, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), is de lijst van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld, zijn de voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92 als rapporteur optredende lidstaten aangewezen, en zijn voor iedere werkzame stof de kennisgevers bekendgemaakt.

(2) Tecnazeen is een van de 90 in de eerste fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde werkprogramma te behandelen werkzame stoffen.

(3) Het Verenigd Koninkrijk, de als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn verslag over de evaluatie van de door de enige kennisgever overeenkomstig artikel 6, lid 1, van die verordening verstrekte gegevens, op 15 mei 1996 bij de Commissie ingediend.

(4) De Commissie heeft, na ontvangst van het verslag van de als rapporteur aangewezen lidstaat, deskundigen van de lidstaten en de enige overblijvende kennisgever (Hickson & Welch) geraadpleegd, als bepaald in artikel 7, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.

(5) Het ingediende evaluatieverslag is door de lidstaten en de Commissie opnieuw bezien in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Dit heeft op 12 april 2000 overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 3600/92 geresulteerd in het bijgewerkte evaluatieverslag inzake tecnazeen van de Commissie.

(6) Uit de evaluaties is gebleken dat met de verstrekte gegevens niet is aangetoond dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 2, onder b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

(7) De enige kennisgever heeft de Commissie en de als rapporteur aangewezen lidstaat meegedeeld niet langer te zullen deelnemen aan het werkprogramma voor deze werkzame stof. De met het oog op volledige inachtneming van Richtlijn 91/414/EEG vereiste aanvullende informatie zal dan ook niet worden ingediend.

(8) De betrokken werkzame stof kan derhalve niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(9) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG moet een gedoogperiode worden vastgesteld voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruiken van de bestaande voorraden.

(10) Deze beschikking vormt geen beletsel voor welke actie ook die de Commissie eventueel in een later stadium in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad(7) met betrekking tot deze werkzame stof kan ondernemen.

(11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Tecnazeen wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat:

1. de toelating van tecnazeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen uiterlijk zes maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking wordt ingetrokken;

2. met ingang van de datum van vaststelling van deze beschikking geen tecnazeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en de toelating voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen niet meer wordt vernieuwd op grond van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkende maatregelen.

Artikel 3

De lidstaten moeten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG een zo kort mogelijke termijn (tot uiterlijk 20 maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking) vaststellen voor de verwijdering, de opslag, het verder op de markt brengen of het gebruik van de bestaande voorraden.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 november 2000.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 57 van 2.3.2000, blz. 28.

(3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(4) PB L 244 van 16.9.1999, blz. 41.

(5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

(6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

(7) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36.