31999D0435

1999/435/EG: Besluit van de Raad van 20 mei 1999 tot vaststelling in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de rechtsgrondslag van elk van de bepalingen of besluiten die het Schengen-acquis vormen

Publicatieblad Nr. L 176 van 10/07/1999 blz. 0001 - 0016


BESLUIT VAN DE RAAD

van 20 mei 1999

tot vaststelling in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de rechtsgrondslag van elk van de bepalingen of besluiten die het Schengen-acquis vormen

(1999/435/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Handelend op basis van artikel 2, lid 1, tweede alinea, eerste zin, van het Protocol gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie (hierna te noemen het "Schengen-Protocol");

(1) Overwegende dat de Raad het Schengen-acquis moet vaststellen om in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de Verdragen de rechtsgrondslagen voor elk van de bepalingen van het Schengen-acquis te kunnen vaststellen;

(2) Overwegende dat vaststelling van een rechtsgrondslag slechts vereist is voor die bindende bepalingen of besluiten van het Schengen-acquis die nog van kracht zijn;

(3) Overwegende dat de Raad derhalve moet vaststellen voor welke bepalingen of besluiten van het Schengen-acquis in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de Verdragen geen rechtsgrondslag hoeft te worden vastgesteld;

(4) Overwegende dat de constatering dat het voor de Raad onnodig of niet passend is om voor sommige bepalingen van het Schengen-acquis een rechtsgrondslag vast te stellen in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de Verdragen, kan worden gerechtvaardigd op de volgende gronden:

a) de bepaling heeft geen bindende rechtskracht, en een vergelijkbare bepaling kan door de Raad slechts worden aangenomen op grond van een instrument waarin niet naar een rechtsgrondslag in een van de Verdragen wordt verwezen,

b) de bepaling is mettertijd en/of door bepaalde gebeurtenissen overbodig geworden,

c) de bepaling heeft betrekking op institutionele regelingen die moeten worden geacht te zijn vervangen door procedures van de Europese Unie,

d) de inhoud van de bepaling is in wetgeving van de Europese Gemeenschap of de Europese Unie of door een door alle lidstaten aangenomen rechtsinstrument opgenomen en is daarmee overbodig geworden,

e) de bepaling is door de in overeenstemming met artikel 6 van het Schengen-Protocol te sluiten overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen overbodig geworden,

f) de bepaling betreft een aangelegenheid die buiten het optreden van de Gemeenschap en de doelstellingen van de Europese Unie valt, en die derhalve betrekking heeft op een van de gebieden waarop de lidstaten zich vrijheid van optreden voorbehouden. Hiertoe behoren bepalingen die slechts van betekenis kunnen zijn voor de berekening van financiële aanspraken van of tussen de betrokken lidstaten;

(5) Overwegende dat het, ook wanneer het voor de Raad op een van de bovengenoemde gronden niet nodig of niet passend is om voor sommige bepalingen van het Schengen-acquis rechtsgrondslagen vast te stellen, dit niet tot gevolg heeft dat die bepalingen komen te vervallen of niet langer zouden gelden; dat de rechtsgevolgen van de nog vigerende besluiten die op basis van die bepalingen zijn aangenomen, onverlet blijven;

(6) Overwegende dat de rechten en plichten van Denemarken in artikel 3 van het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie en in de artikelen 1 tot en met 5 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken worden geregeld,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Overeenkomstig de bijlage bij het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, omvat het Schengen-acquis alle in bijlage A bij dit besluit vermelde besluiten.

2. Het in lid 1 bedoelde Schengen-acquis wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, met uitzondering echter van de in artikel 2 genoemde bepalingen, alsmede de bepalingen die op het tijdstip van de aanneming van dit besluit als "vertrouwelijk" gerubriceerd zijn door het Uitvoerende Comité van Schengen.

3. De Raad behoudt zich het recht voor om op een later tijdstip ook andere gedeelten van het Schengen-acquis in het Publicatieblad bekend te maken, met name bepalingen waarvan de bekendmaking noodzakelijk lijkt in het algemene belang of die de Raad van belang acht voor de uitlegging van het Schengen-acquis.

Artikel 2

De Raad, handelend op basis van artikel 2, lid 1, tweede alinea, tweede zin, van het Schengen-Protocol, behoeft in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de Verdragen geen rechtsgrondslag vast te stellen voor de volgende bepalingen en besluiten van het Schengen-acquis:

a) de in deel 1 van bijlage B opgesomde bepalingen van de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en de bijbehorende slotakte en verklaringen ("de Schengen-overeenkomst");

b) de in deel 2 van bijlage B opgesomde bepalingen van de overeenkomsten en protocollen inzake de toetreding tot het Akkoord van Schengen en de Schengen-overeenkomst die gesloten zijn met de Italiaanse Republiek (ondertekend te Parijs op 27 november 1990), het Koninkrijk Spanje en de Portuguese Republiek (ondertekend te Bonn op 25 juni 1991), de Helleense Republiek (ondertekend te Madrid op 6 november 1992), de Republiek Oostenrijk (ondertekend te Brussel op 28 april 1995) en het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996);

c) de in deel 3 van bijlage B opgesomde besluiten en verklaringen van het bij de Schengen-overeenkomst ingestelde Uitvoerend Comité;

d) de besluiten van de Centrale Groep, waarvoor haar door het Uitvoerende Comité machtiging is verleend, die in deel 3 van bijlage B zijn opgenomen.

Artikel 3

Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.

Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Euroepse Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 20 mei 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

E. BULMAHN

BIJLAGE A

Artikel 1

SCHENGENACQUIS

1. Het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.

2. De op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en de bijbehorende slotakte en verklaringen.

3. De overeenkomsten en protocollen inzake de toetreding tot het Akkoord van 1985 en de uitvoeringsovereenkomst van 1990 die gesloten zijn met de Italiaanse Republiek (ondertekend te Parijs op 27 november 1990), het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek (ondertekend te Bonn op 25 juni 1991), de Helleense Republiek (ondertekend te Madrid op 6 november 1992), de Republiek Oostenrijk (ondertekend te Brussel op 28 april 1995) en het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996) en de bijbehorende slotakte en verklaringen.

4. De besluiten en verklaringen van het Uitvoerend Comité van Schengen:

5. De besluiten van de Centrale Groep, waarvoor haar door het Uitvoerend Comité machtiging is verleend.

Besluiten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verklaringen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. Lijst van de besluiten die ter uitvoering van de Overeenkomst zijn aangenomen door de instanties waaraan het Uitvoerend Comité bevoegdheden op het gebied van de besluitvorming heeft verleend.

Besluiten van de Centrale Groep

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE B

Artikel 2

DEEL 1

De op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ter uitvoering van het Akkoord van Schengen:

artikel 2, lid 4

artikel 4, voorzover het controles van bagage betreft(1)

artikel 10, lid 2

artikel 19, lid 2

artikelen 28 tot en met 38 en bijbehorende definities(2)

artikel 60

artikel 70

artikel 74

artikelen 77 tot en met 81(3)

artikel 83 tot en met 90(4)

artikelen 120 tot en met 125

artikelen 131 tot en met 135

artikel 137

artikelen 139 tot en met 142

Slotakte: verklaring 2

Slotakte: verklaringen 4, 5 en 6

Protocol

gemeenschappelijke verklaring

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

DEEL 2

1. Het Protocol, ondertekend te Parijs op 27 november 1990, betreffende de toetreding van de Regering van de Italiaanse Republiek tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijk afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985.

2. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Parijs op 27 november 1990, betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijhorende verklaringen:

artikel 1

artikelen 5 en 6

Slotakte: deel I

deel II, verklaringen 2 en 3

verklaring van de ministers en staatsscretarissen.

3. Het Protocol, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, betreffende de toetreding van de Regering van het Koninkrijk Spanje tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Italiaanse Republiek en de bijbehorende verklaringen.

4. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen:

artikel 1

artikel 5 en 6

Slotakte deel I

deel II, verklaringen 2 en 3

deel III, verklaringen 1, 3 en 4

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

5. Het Protocol, ondertekend op te Bonn op 25 juni 1991, betreffende de toetreding van de Regering van de Portugese Republiek tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Italiaanse Republiek en de bijbehorende verklaringen.

6. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, betreffende de toetreding van de Portugese Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelex Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de Slotakte ervan en de bijhorende verklaringen:

artikel 1

artikel 7 en 8

Slotakte: deel I

deel II, verklaringen 2 en 3

deel III, verklaringen 2, 3 4 en 5

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

7. Het Protocol, ondertekend te Madrid op 6 november 1992, betreffende de toetreding van de Regering van de Helleense Republiek tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Italiaanse Republiek en bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocollen betreffende de toetreding van de Regeringen van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de bijbehorende verklaring.

8. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Madrid op 6 november 1992, betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Overeenkomsten zijn toegetreden, de Slotakte ervan de bijbehorende verklaringen:

artikel 1

artikelen 6 en 7

Slotakte: deel I

deel II, verklaringen 2, 3, 4 en 5

deel III, verklaringen 1 en 3

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

9. Het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 april 1995, betreffende de toetreding van de Regering van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij de Protocollen van 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van de Regeringen van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek.

10. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 28 april 1995, betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden, en de Slotakte ervan:

artikel 1

artikelen 5 en 6

Slotakte: deel I

deel II, verklaring 2

deel III.

11. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van de Regering van het Koninkrijk Denemarken tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring.

12. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaring:

artikel 1

artikel 5 (1)

artikelen 7 en 8

Slotakte: deel I

deel II, verklaring 2

deel III

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

13. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van de Regering van de Republiek Finland tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring.

14. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van de Republiek Finland tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend de Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaring:

artikel 1

artikelen 6 en 7

Slotakte: deel I

deel II, verklaring 2

deel III

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

15. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van de Regering van het Koninkrijk Zweden tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring.

16. De volgende bepalingen van de Overeenkomsten, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de slotakte en de bijbehorende verklaring:

artikel 1

artikelen 6 en 7

Slotakte: deel I

deel II, verklaring 2

deel III

verklaring van de ministers en staatssecretarissen.

DEEL 3

Besluiten van het Uitvoerend Comité

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verklaringen van het Uitvoerend Comité

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluiten van de Centrale Groep

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Artikel 4 is voorzover het controles van bagage betreft niet langer geldig, gelet op Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en de formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen (PB L 374 van 31.12.1991, blz. 4).

(2) Vervangen door de op 15 juni 1990 te Dublin ondertekende Overeenkomst betreffende de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij een van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend (PB C 254 van 19.8.1997, blz. 1).

(3) Artikelen 77 tot en met 81 en artikelen 83 tot en met 90 van de Schengen-overeenkomst zijn vervangen door Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens. Ingevolge artikel 296, lid 1, onder b), van het EG-Verdrag zijn de lidstaten bevoegd voor oorlogswapens.

(4) Artikelen 77 to en met 81 en artikelen 83 tot en met 90 van de Schengen-overeenkomst zijn vervangen door Richtlijn 91/477/EWG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens. Ingevolge artikel 296, lid 1, onder b), van het EG-Verdrag zijn de lidstaten bevoegd voor oorlogswapen.