BESLUIT VAN DE RAAD van 26 november 1998 inzake het standpunt dat de Europese Gemeenschap zal innemen over de regels voor de beslechting van geschillen over doorvoer, welke zullen worden aangenomen door de Conferentie over het Energiehandvest (1999/37/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op artikel 3, lid 2, van Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie (1),

Gelet op het initiatief van de Commissie,

Overwegende dat het Verdrag inzake het Energiehandvest op 17 december 1994 door de Europese Gemeenschappen en de lidstaten is ondertekend;

Overwegende dat de Europese Gemeenschappen en een grote meerderheid van de lidstaten hun akten van goedkeuring/bekrachtiging van het Verdrag inzake het Energiehandvest op 16 december 1997 bij de depositaris, de regering van de Portugese Republiek, hebben neergelegd;

Overwegende dat de overige lidstaten het Verdrag inzake het Energiehandvest spoedig zullen bekrachtigen;

Overwegende dat het Verdrag inzake het Energiehandvest op 16 april 1998 in werking is getreden;

Overwegende dat in artikel 7 van het Verdrag inzake het Energiehandvest wordt bepaald dat elke verdragsluitende partij de nodige maatregelen neemt ter vergemakkelijking van de doorvoer van energiegrondstoffen en energieproducten overeenkomstig het beginsel van vrije doorvoer en zonder onderscheid te maken naar oorsprong, bestemming of eigendom van die energiegrondstoffen en energieproducten, zonder prijsdiscriminatie op grond van een dergelijk onderscheid en zonder onredelijke vertragingen, beperkingen of heffingen op te leggen;

Overwegende dat dit artikel tevens bepalingen bevat welke van toepassing zijn op geschillen over aangelegenheden in verband met doorvoer;

Overwegende dat in dit artikel voorts wordt bepaald dat de Conferentie over het Handvest standaardbepalingen vaststelt betreffende de afwikkeling van de bemiddelingsprocedure en de vergoeding van bemiddelaars;

Overwegende dat ontwerpregels betreffende de afwikkeling van de bemiddelingsprocedure voor geschillen over doorvoer zijn besproken tijdens de Conferentie over het Energiehandvest van 23/24 april 1998; dat de Conferentie over het Energiehandvest is overeengekomen dat deze ontwerpregels als leidraad moeten dienen zolang ze nog niet formeel zijn goedgekeurd;

Overwegende dat de Conferentie over het Energiehandvest op 3 en 4 december 1998 deze ontwerpregels, die in de tussentijd zullen worden bijgewerkt, formeel dient aan te nemen;

Overwegende dat de Gemeenschap deze ontwerpregels in de Conferentie over het Energiehandvest dient goed te keuren,

BESLUIT:

Enig artikel

De regels betreffende de afwikkeling van de bemiddelingsprocedure voor geschillen over doorvoer welke in de bijlage zijn opgenomen, worden namens de Gemeenschap in de Conferentie over het Energiehandvest goedgekeurd (2).

Gedaan te Brussel, 26 november 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. BARTENSTEIN

(1) PB L 69 van 9. 3. 1998, blz. 1.

(2) Deze regels werden op 3 december 1998 formeel goedgekeurd door de Conferentie over het Energiehandvest.