31998R1606

Verordening (EG) nr. 1606/98 van de Raad van 29 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen en van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 met het oog op de uitbreiding ervan tot bijzondere stelsels voor ambtenaren

Publicatieblad Nr. L 209 van 25/07/1998 blz. 0001 - 0015


VERORDENING (EG) Nr. 1606/98 VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen en van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 met het oog op de uitbreiding ervan tot bijzondere stelsels voor ambtenaren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 51 en 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1), ingediend na raadpleging van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

(1) Overwegende dat de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (4) en Verordening (EEG) nr. 574/72 (5), gezien de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van november 1995, zaak C-443/93 (Ioannis Vougioukas v. Idryma Koinonikon Asfalisseon IKA, Jurisprudentie 1995, blz. I-4033), moet worden uitgebreid tot de bijzondere stelsels voor ambtenaren en met hen gelijkgestelden;

(2) Overwegende dat, gezien dit arrest en voor de toepassing van deze verordeningen, onverminderd bijzondere regelingen in deze verordening, personen die onder bijzondere stelsels voor ambtenaren en met hen gelijkgestelden vallen als werknemers dienen te worden behandeld;

(3) Overwegende dat het mogelijk is dat personen die in een bijzonder stelsel voor ambtenaren verzekerd zijn gelijktijdig zelfstandigen zijn; dat het Verdrag niet voorziet in de nodige bevoegdheden om passende maatregelen te nemen op het gebied van de sociale zekerheid voor zelfstandigen en dat derhalve het beroep op artikel 235 verantwoord is;

(4) Overwegende dat de in het dispositief van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 aan te brengen wijzigingen een aanpassing van sommige bijlagen vergen;

(5) Overwegende dat het noodzakelijk is in een bijlage de voorwaarden voor de toepassing van coördinatie op sommige bijzondere stelsels nader te omschrijven;

(6) Overwegende dat rekening dient te worden gehouden met de specifieke kenmerken van bepaalde bijzondere pensioenstelsels voor ambtenaren in sommige lidstaten, meer bepaald het feit dat in sommige lidstaten de coördinatie van de bijzondere stelsels en het algemene stelsel niet geregeld is dan wel aan bijzondere regels onderworpen is, alsmede met het beperkte toepassingsgebied van deze stelsels en de bijzondere budgettaire regelingen en beloningsstructuur, bijvoorbeeld pensioenrechten die rechtstreeks afhankelijk zijn van een lange diensttijd;

(7) Overwegende dat er geen gemeenschappelijke definitie is van het begrip ambtenaar, en er grote verschillen zijn, zowel tussen de stelsels voor sociale bescherming waar de ambtenaren onder vallen als wat betreft de materiële en de personele werkingssfeer van die stelsels;

(8) Overwegende derhalve dat, om rekening te houden met het specifieke karakter van deze bijzondere pensioenstelsels en tegelijk het algemene evenwicht van de coördinatieregeling niet te verstoren, een beperkte afwijking van het algemene beginsel van bijtelling verantwoord is, zodat in deze stelsels niet de verplichting geldt om rekening te houden met tijdvakken die in een andere lidstaat in het kader van een bijzonder stelsel zijn vervuld; dat het verlies van deze tijdvakken evenwel wordt voorkomen door de verplichting om hiermee rekening te houden in het algemene stelsel van de eerste lidstaat, ook al heeft de betrokkene in dit stelsel geen tijdvak vervuld;

(9) Overwegende dat ook met de specifieke kenmerken van deze bijzondere stelsels rekening moet worden gehouden, door te voorzien in een beperkte uitzondering op de gebruikelijke regelingen voor de bepaling van de toepasselijke wetgeving, in die zin dat het in bepaalde omstandigheden wenselijk is dat personen die onder bijzondere stelsels voor ambtenaren vallen onder de wetgeving van meer dan een lidstaat worden gebracht;

(10) Overwegende dat het in het belang is van personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren en met hen gelijkgestelden vallen dat de wezenpensioenen in het kader van deze stelsels worden berekend volgens de bepalingen van hoofdstuk 3 van titel III en niet van hoofdstuk 8;

(11) Overwegende dat de aanvullende pensioenstelsels die vallen binnen de werkingssfeer van Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (6), en wel door hun specifieke aard en kenmerken en door de verschillen die er ten aanzien van deze stelsels bestaan, zowel in de lidstaten zelf als tussen de lidstaten, niet onder de werkingssfeer van de coördinatieregeling van deze verordening vallen en daaraan ook niet onderworpen behoren te zijn, met uitzondering van de stelsels die vallen onder het begrip "wetgeving" als omschreven in artikel 1, onder j), eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 of ten aanzien waarvan een lidstaat een verklaring ingevolge dat artikel heeft afgelegd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) punt a), onder i), wordt vervangen door:

"i) ieder die verplicht of vrijwillig voortgezet verzekerd is tegen een of meer gebeurtenissen, behorende tot de takken van een stelsel van sociale zekerheid voor werknemers of zelfstandigen of tot een bijzonder stelsel voor ambtenaren;";

b) na punt j) wordt het volgende punt ingevoegd:

"j bis) wordt onder "bijzonder stelsel voor ambtenaren" verstaan elk stelsel van sociale zekerheid dat verschilt van het algemeen stelsel van sociale zekerheid dat van toepassing is op werknemers in de betreffende lidstaten en waaraan alle, of bepaalde categorieën van, ambtenaren of met hen gelijkgestelden rechtstreeks onderworpen zijn;";

c) aan punt r) wordt het volgende toegevoegd:

"de tijdvakken die zijn vervuld in een bijzonder stelsel voor ambtenaren worden als tijdvakken van verzekering beschouwd;";

d) aan punt s) wordt het volgende toegevoegd:

"de tijdvakken die zijn vervuld in een bijzonder stelsel voor ambtenaren worden als tijdvakken van arbeid beschouwd;";

2. artikel 2, lid 3, wordt geschrapt;

3. artikel 4, lid 4, wordt als volgt gewijzigd:

de woorden "noch op de bijzondere stelsels voor ambtenaren of met hen gelijkgestelden" worden geschrapt;

4. artikel 13, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Onder voorbehoud van de artikelen 14 quater en 14 septies zijn degenen op wie deze verordening van toepassing is, slechts aan de wetgeving van één enkele lidstaat onderworpen. De toe te passen wetgeving wordt overeenkomstig de bepalingen van deze titel vastgesteld.";

5. artikel 14 quinquies, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De in artikel 14, punten 2 en 3, artikel 14 bis, punten 2, 3 en 4, artikel 14 quater, onder a), en artikel 14 sexies bedoelde persoon wordt voor de toepassing van de wetgeving welke is vastgesteld overeenkomstig deze bepalingen, aangemerkt alsof hij zijn volledige beroepswerkzaamheden uitoefende op het grondgebied van de betrokken lidstaat.";

6. in titel II worden de volgende artikelen ingevoegd:

"Artikel 14 sexies

Bijzondere regels voor personen die in een bijzonder stelsel voor ambtenaren verzekerd zijn en gelijktijdig werknemer en/of zelfstandige zijn op het grondgebied van een of meer andere lidstaten

Personen die in de ene lidstaat ambtenaar of met hen gelijkgestelden zijn en in een bijzonder stelsel voor ambtenaren verzekerd zijn, en gelijktijdig werknemer en/of zelfstandige zijn op het grondgebied van een of meer andere lidstaten, vallen onder de wetgeving van de lidstaat waar zij verzekerd zijn in een bijzonder stelsel voor ambtenaren.

Artikel 14 septies

Bijzondere regels voor ambtenaren die gelijktijdig in meer dan een lidstaat werken en in een van deze lidstaten verzekerd zijn in een bijzonder stelsel

Personen die gelijktijdig in twee of meer lidstaten als ambtenaar of met hen gelijkgestelden werkzaam zijn en die in ten minste een van deze lidstaten in een bijzonder stelsel voor ambtenaren verzekerd zijn, vallen onder de wetgeving van elk van deze lidstaten.";

7. aan hoofdstuk 2 van titel III wordt de volgende afdeling toegevoegd:

"Afdeling 5

Personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen

Artikel 43 bis

1. Artikel 37, artikel 38, lid 1, artikel 39 en de afdelingen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen.

2. Indien de wettelijke regeling van een lidstaat het verkrijgen, de vereffening, het behoud of het herstel van rechten op uitkeringen in een bijzonder stelsel voor ambtenaren evenwel afhankelijk stelt van de voorwaarde dat alle tijdvakken van verzekering in een of meer bijzondere stelsels voor ambtenaren in die lidstaat zijn vervuld of door de wettelijke regeling van die lidstaat met dergelijke tijdvakken worden gelijkgesteld, wordt slechts rekening gehouden met de tijdvakken welke krachtens de wettelijke regeling van die lidstaat kunnen worden erkend.

Indien de betrokkene, met inachtneming van de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voor het recht op genoemde uitkeringen gestelde voorwaarden, wordt met deze tijdvakken rekening gehouden voor de toekenning van uitkeringen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, volgens het stelsel dat van toepassing is op arbeiders, respectievelijk bedienden.

3. Wanneer de uitkeringen krachtens de wettelijke regeling van een lidstaat worden berekend op basis van het laatste salaris of de laatste salarissen die tijdens een referentietijdvak werden ontvangen, neemt het bevoegde orgaan van die staat bij de berekening alleen de naar behoren geherwaardeerde salarissen in aanmerking die werden ontvangen gedurende het tijdvak of de tijdvakken waarvoor de betrokkene onder die wettelijke regeling viel.";

8. titel III, hoofdstuk 3, wordt als volgt gewijzigd:

a) artikel 44, lid 3, wordt vervangen door het volgende:

"3. Behoudens andersluidende bepalingen in artikel 79 bis heeft dit hoofdstuk geen betrekking op pensioenverhogingen of aanvullingen van pensioenen voor kinderen, noch op wezenpensioenen, welke overeenkomstig hoofdstuk 8 worden toegekend.";

b) het volgende artikel wordt toegevoegd:

"Artikel 51 bis

Personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen

1. Artikel 44, artikel 45, leden 1, 5 en 6 en de artikelen 46 tot en met 51 zijn van overeenkomstige toepassing op de personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen.

2. Indien de wettelijke regeling van een lidstaat het verkrijgen, de vereffening, het behoud of het herstel van rechten op uitkeringen in een bijzonder stelsel voor ambtenaren evenwel afhankelijk stelt van de voorwaarde dat alle tijdvakken van verzekering in een of meer bijzondere stelsels voor ambtenaren in die lidstaat zijn vervuld of door de wettelijke regeling van die lidstaat met dergelijke tijdvakken worden gelijkgesteld, wordt slechts rekening gehouden met de tijdvakken welke krachtens de wettelijke regeling van die lidstaat kunnen worden erkend.

Indien de betrokkene, met inachtneming van de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voor het recht op genoemde uitkeringen gestelde voorwaarden, wordt met deze tijdvakken rekening gehouden voor de toekenning van uitkeringen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, volgens het stelsel dat van toepassing is op arbeiders, respectievelijk bedienden.

3. Wanneer de uitkeringen krachtens de wettelijke regeling van een lidstaat worden berekend op basis van het laatste salaris of de laatste salarissen die tijdens een referentietijdvak werden ontvangen, neemt het bevoegde orgaan van die staat bij de berekening alleen de naar behoren geherwaardeerde salarissen in aanmerking die werden ontvangen gedurende het tijdvak of de tijdvakken waarvoor de betrokkene onder die wettelijke regeling viel.";

9. aan hoofdstuk 6 van titel III wordt de volgende tekst toegevoegd:

"Afdeling 4

Personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen

Artikel 71 bis

1. De afdelingen 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op personen die onder een bijzonder werkloosheidsstelsel voor ambtenaren vallen.

2. Afdeling 3 is niet van toepassing op personen die onder een bijzonder werkloosheidsstelsel voor ambtenaren vallen. Een persoon die onder een bijzonder werkloosheidsstelsel voor ambtenaren valt, die geheel of gedeeltelijk werkloos is, en die gedurende zijn laatste dienstverband woonachtig was op het grondgebied van een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat, ontvangt een uitkering overeenkomstig de wetgeving van de bevoegde lidstaat als ware hij woonachtig op het grondgebied van die lidstaat; deze uitkering wordt door de bevoegde instantie op haar kosten verstrekt.";

10. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 79 bis

Bepalingen betreffende bijslagen die aan wezen worden toegekend in een bijzonder stelsel voor ambtenaren

1. Onverminderd artikel 78 worden de renten voor wezen in een bijzonder stelsel voor ambtenaren berekend overeenkomstig hoofdstuk 3.

2. Als in de in lid 1 bedoelde gevallen eveneens tijdvakken van verzekering, van arbeid, of van wonen zijn vervuld in een algemeen stelsel, worden de krachtens dit algemene stelsel verschuldigde bijslagen uitgekeerd overeenkomstig hoofdstuk 8. Tijdvakken van verzekering of van arbeid die vervuld zijn overeenkomstig de regelgeving van een bijzonder stelsel voor ambtenaren of tijdvakken die in de wettelijke regeling van die lidstaat met dergelijke tijdvakken worden gelijkgesteld, worden eventueel in aanmerking genomen voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op bijslagen krachtens de regelgeving van dit algemene stelstel.";

11. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 95 quater

Overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1606/98

1. Aan Verordening (EG) nr. 1606/98 (*) kan geen enkel recht worden ontleend voor een tijdvak dat aan 25 oktober 1998 voorafgaat.

2. Voor de vaststelling van de aan Verordening (EG) nr. 1606/98 te ontlenen rechten wordt rekening gehouden met elk tijdvak van verzekering alsmede, in voorkomend geval, met elk tijdvak van arbeid, van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden of van wonen, dat krachtens de wetgeving van een lidstaat vóór 25 oktober 1998 is vervuld.

3. Onverminderd lid 1 kunnen aan Verordening (EG) nr. 1606/98 ook rechten worden ontleend die verband houden met een gebeurtenis welke vóór 25 oktober 1998 plaatsvond.

4. Elke uitkering welke in verband met de nationaliteit van de betrokkene dan wel met diens woonplaats niet is vastgesteld dan wel is geschorst, wordt op verzoek van de betrokkene vastgesteld of hervat met ingang van 25 oktober 1998, mits de vroeger vastgestelde rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.

5. De rechten van de betrokkenen wier pensioen of rente vóór 25 oktober 1998 werd vastgesteld, kunnen op hun verzoek, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 1606/98, worden herzien. Deze bepaling geldt tevens voor de andere in de artikelen 78 en 79 bedoelde uitkeringen, voorzover zij van toepassing is op de artikelen 78 en 79 bis.

6. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek binnen twee jaar na 25 oktober 1998 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EG) nr. 1606/98 te ontlenen rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige lidstaat met betrekking tot het verval of de verjaring van de rechten op de betrokkenen kunnen worden toegepast.

7. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek na afloop van een termijn van twee jaar na 25 oktober 1998 wordt ingediend, worden de niet vervallen of verjaarde rechten verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, tenzij gunstiger wettelijke bepalingen van enige lidstaat van toepassing zijn.

(*) PB L 209 van 25. 7. 1998, blz. 1.";

12. in bijlage IV, deel A, wordt de tekst van punt D vervangen door het volgende:

"D. SPANJE

Wetgeving inzake invaliditeitsverzekering in het algemene stelsel en in de bijzondere stelsels, behalve de bijzondere stelsels voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht.";

13. bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a) in deel A. BELGIË, wordt het volgende punt toegevoegd:

"12. Het "schadelijk feit" als bedoeld in artikel 1 van de wet van 9 maart 1953 houdende sommige aanpassingen inzake militaire pensioenen en verlening van kosteloze genees- en artsenijkundige verzorging voor de militaire invaliden van vredestijd, valt onder de arbeidsongevallen en beroepsziekten als bedoeld in hoofdstuk 4 van titel III van de verordening.";

b) in deel B. DENEMARKEN, wordt het volgende punt toegevoegd:

"10. De bevoegde autoriteiten kunnen een persoon die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren valt, die in Denemarken woont en

a) op wie de afdelingen 2 tot en met 7 van hoofdstuk 1 van titel III niet van toepassing zijn en

b) die geen recht heeft op een Deens pensioen,

aanspreken voor de kosten van de in Denemarken verleende verstrekkingen, voorzover deze verstrekkingen gedekt zijn door het betrokken bijzondere stelsel en/of het aanvullende stelsel van persoonlijke verzekering. Dit geldt tevens voor de echtgenoot en de kinderen jonger dan 18 van deze persoon.";

c) in deel C. DUITSLAND, worden de volgende punten toegevoegd:

"21. a) De afdelingen 2 tot en met 7 van hoofdstuk 1 van titel III zijn, voorzover zij betrekking hebben op verstrekkingen, niet van toepassing op personen die recht hebben op verstrekkingen in een stelsel voor ambtenaren of met hen gelijkgestelden die niet verzekerd zijn in het verplichte ziekteverzekeringsstelsel.

b) Ingeval echter iemand die onder een stelsel voor ambtenaren valt in een lidstaat verblijft waar krachtens de wettelijke regeling

- het recht op verstrekkingen niet onderworpen is aan voorwaarden van verzekering of van arbeid, en

- geen pensioen behoeft te worden uitgekeerd,

wordt hij door zijn ziekenfonds geadviseerd de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verblijf mee te delen dat hij geen gebruik wenst te maken van enig recht op verstrekkingen krachtens de wettelijke regeling van deze lidstaat. In voorkomend geval mag daarbij worden verwezen naar artikel 17 bis van de verordening.

22. Onverminderd punt 21 wordt met betrekking tot verstrekkingen artikel 27 van de verordening geacht van toepassing te zijn op personen die recht hebben op zowel een pensioen krachtens het Beamtenversorgungsrecht als een pensioen krachtens de wetgeving van een andere lidstaat.

23. Hoofdstuk 4 is niet van toepassing op personen die recht hebben op verstrekkingen uit hoofde van een ongevallenverzekering voor ambtenaren en met hen gelijkgestelden.";

d) in deel D. SPANJE

i) wordt punt 3 vervangen door het volgende:

"3. a) In alle Spaanse stelsels van sociale zekerheid, met uitzondering van het stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht wordt een werknemer of zelfstandige die verzekerd is geweest ingevolge de Spaanse wetgeving, met het oog op de toepassing van titel III, hoofdstuk 3, van de verordening geacht op het tijdstip waarop de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, ingevolge deze wet verzekerd te zijn, indien hij op bedoeld tijdstip ingevolge de wetgeving van een andere lidstaat verzekerd is, of, indien zulks niet het geval is, een uitkering krachtens de wetgeving van een andere lidstaat voor hetzelfde risico verschuldigd is. Laatstgenoemde voorwaarde wordt echter geacht te zijn vervuld in het in artikel 48, lid 1, bedoelde geval.

b) Voor de toepassing van hoofdstuk 3 van titel III van de verordening worden de jaren die de werknemer tekort komt om te voldoen aan de eisen inzake de al dan niet verplichte pensioengerechtigde leeftijd, vastgelegd in artikel 31, punt 4, van de geconsolideerde tekst van de wet inzake staatspensioengerechtigden, als dienstjaren alleen meegerekend wanneer op het tijdstip waarop het risico dat recht geeft op een invaliditeits- of overlevingspensioen zich voordeed, de begunstigde onder het Spaanse bijzondere stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht viel of werkzaamheden uitoefende waarop dat stelsel eveneens van toepassing was.";

ii) worden de volgende punten toegevoegd:

"5. In andere lidstaten vervulde tijdvakken die moeten worden meegerekend voor het bijzondere stelsel van ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht, worden voor de toepassing van artikel 47 van de verordening op dezelfde wijze behandeld als de in de tijd dichtstbijgelegen tijdvakken die als ambtenaar in Spanje zijn doorgebracht.

6. In het bijzondere stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht verwijst de uitdrukking "acto de servicio" naar ongevallen op het werk en beroepsziekten in de zin van en voor de toepassing van hoofdstuk 4 van titel III van de verordening.

7. a) De afdelingen 2 tot en met 7 van hoofdstuk 1 van titel III zijn, voorzover zij betrekking hebben op verstrekkingen, niet van toepassing op begunstigden van het bijzondere stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht, die onder het Spaanse "Mutualismo administrativo" vallen.

b) Ingeval echter iemand die onder een van deze stelsels valt, in een lidstaat woont waar krachtens de wettelijke regeling

- het recht op verstrekkingen niet onderworpen is aan voorwaarden van verzekering of van arbeid, en

- geen pensioen behoeft te worden uitgekeerd,

wordt hij door zijn ziekenfonds geadviseerd de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van zijn woonplaats mee te delen dat hij geen gebruik wenst te maken van enig recht op verstrekkingen krachtens de wettelijke regeling van deze lidstaat. In voorkomend geval mag daarbij worden verwezen naar artikel 17 bis van de verordening.

8. Onverminderd punt 7 wordt met betrekking tot verstrekkingen artikel 27 van de verordening geacht van toepassing te zijn op personen die recht hebben op zowel een pensioen in het bijzondere stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht, als op een pensioen krachtens de wettelijke regeling van een andere lidstaat.";

e) in deel F. GRIEKENLAND, worden de volgende punten ingevoegd:

"7. Wat betreft uiterlijk op 31 december 1982 aangeworven ambtenaren of met hen gelijkgestelden, zijn de hoofdstukken 2 en 3 van titel III van overeenkomstige toepassing indien de betrokkenen in een andere lidstaat tijdvakken van verzekering hebben vervuld in het kader van ofwel een bijzonder pensioenstelsel voor ambtenaren of met hen gelijkgestelden, ofwel een algemeen stelsel, mits zij overeenkomstig de Griekse wetgeving werkzaam zijn geweest als ambtenaar of met hen gelijkgestelden.

8. Indien geen pensioenrechten zijn verworven in een bijzonder stelsel voor ambtenaren of met hen gelijkgestelden, doet de toepassing van artikel 43 bis, lid 2, en artikel 51 bis, lid 2, geen afbreuk aan de toepassing van de Griekse wetgeving (wetboek voor burgerlijke en militaire pensioenen) betreffende de overdracht van verzekeringstijdvakken van een bijzonder stelsel voor ambtenaren naar het algemeen stelsel voor werknemers via de betaling van de vereiste bijdrage.";

f) in deel I. LUXEMBURG, worden de volgende punten toegevoegd:

"5. Voor een ambtenaar die bij de beëindiging van zijn dienstverband niet onder de Luxemburgse wetgeving valt, dient als berekeningsgrondslag voor de toekenning van het pensioen het laatste salaris dat de betrokkene ontving toen hij zijn dienstverband als Luxemburgs ambtenaar beëindigde, welk salaris wordt bepaald overeenkomstig de geldende wetgeving op het moment dat de betrokkene pensioengerechtigd wordt.

6. Bij een overgang van een verplicht Luxemburgs stelsel naar een bijzonder stelsel van ambtenaren of met hen gelijkgestelden in een andere lidstaat, worden de bepalingen van de Luxemburgse wetgeving inzake retroactieve verzekering opgeschort.

7. Goedkeuring van tijdvakken in het verplichte Luxemburgse stelsel wordt alleen gebaseerd op in Luxemburg vervulde tijdvakken.";

g) in deel K. OOSTENRIJK,

i) wordt punt 1 vervangen door het volgende:

"1. Voor de toepassing van de verordening blijft de Oostenrijkse wetgeving met betrekking tot de overdracht van verzekeringstijdvakken via de betaling van een overdrachtbedrag van kracht, wanneer er een overgang plaatsvindt tussen een algemeen stelsel en een bijzonder stelsel van ambtenaren.";

ii) wordt het volgende punt toegevoegd:

"6. Voor de toepassing van de verordening worden prestaties op grond van de wet betreffende sociale voorzieningen voor de strijdkrachten (Heeresversorgungsgesetz - HVG) beschouwd als prestaties ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte.";

h) de tekst van deel L. PORTUGAL wordt vervangen door het volgende:

"L. PORTUGAL

Wat betreft personen vallend onder het bijzonder stelsel voor ambtenaren en met hen gelijkgestelden die niet meer voor de Portugese overheid werken wanneer zij met pensioen gaan of wanneer hun pensioenrechten worden bepaald, wordt voor de berekening van het pensioen uitgegaan van het laatste salaris dat van die overheid is ontvangen.";

i) in deel M. FINLAND, wordt het volgende punt toegevoegd:

"5. Een persoon die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren valt, die in Finland woont en:

a) op wie de afdelingen 2 tot en met 7 van hoofdstuk 1 van titel III niet van toepassing zijn en

b) die geen recht heeft op een Fins pensioen,

wordt aangesproken voor de kosten van de in Finland aan hem en zijn gezinsleden verleende verstrekkingen, voorzover die kosten gedekt zijn door het bijzondere stelsel voor ambtenaren en het aanvullende stelsel van persoonlijke verzekering.";

j) in deel N. ZWEDEN, wordt het volgende punt toegevoegd:

"5. Een persoon die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren valt, die in Zweden woont en:

a) op wie de afdelingen 2 tot en met 7 van hoofdstuk 1 van titel III niet van toepassing zijn en

b) die geen recht heeft op een Zweeds pensioen,

moet in Zweden verstrekte medische verzorging betalen tegen tarieven die volgens de Zweedse wetgeving gelden voor niet-ingezetenen, voorzover de verstrekte verzorging gedekt is door het betrokken bijzondere stelsel en/of het aanvullende stelsel van persoonlijke verzekering. Dit geldt eveneens voor de echtgenoot en de kinderen jonger dan 18 jaar van deze persoon.".

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd:

1. de inleidende zin van artikel 8, lid 3, wordt vervangen door het volgende:

"3. Indien de betrokkene of een lid van zijn gezin in de in artikel 14 quater, onder b), en 14 septies van de verordening bedoelde gevallen aanspraak kan maken op verstrekkingen bij ziekte of moederschap krachtens beide betrokken wetgevingen zijn de volgende regels van toepassing:";

2. artikel 9, lid 3, wordt vervangen door het volgende:

"3. In afwijking van de leden 1 en 2 wordt in de in artikel 14 quater, onder b), en artikel 14 septies van de verordening bedoelde gevallen het recht op uitkering bij overlijden verkregen krachtens de wetgeving van de betrokken lidstaten gehandhaafd.";

3. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 12 ter

Regels die van toepassing zijn op de in de artikelen 14 sexies en 14 septies van de verordening bedoelde personen

Het bepaalde in artikel 12 bis, leden 1, 2, 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing op de personen bedoeld in de artikelen 14 sexies en 14 septies van de verordening. In de in artikel 14 septies van de verordening bedoelde gevallen, brengen de organen die zijn aangewezen door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan de wetgeving toepasselijk is verklaard, elkaar dienovereenkomstig op de hoogte.";

4. de laatste zin van artikel 15, lid 1, onder a), wordt vervangen door het volgende:

"In de in artikel 14 quater, onder b), en artikel 14 septies van de verordening bedoelde gevallen houden die organen voor de vaststelling van de prestaties echter eveneens rekening met tijdvakken van verzekering of van wonen, vervuld op grond van een verplichte verzekering krachtens de wetgevingen van de twee betrokken lidstaten, die elkaar overlappen.";

5. bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan deel A. BELGIË, wordt het volgende toegevoegd:

"3. Minister van Pensioenen, Brussel - Ministre des Pensions, Bruxelles

4. Minister van het Openbaar Ambt, Brussel - Ministre de la Fonction Publique, Bruxelles";

b) aan deel B. DENEMARKEN, wordt het volgende toegevoegd:

"4. Finansministeren (Minister van Financiën), København";

c) aan deel F. GRIEKENLAND, wordt het volgende toegevoegd:

"6. Õðïõñãüò Ïéêïíïìéêþí, ÁèÞíá (Minister van Economische Zaken), Athene";

d) aan deel H. ITALIË, wordt het volgende toegevoegd:

"Ministero del tesoro, del bilancio e della programmazione economica (Ministerie van Schatkist, Begroting en Economische Programma's), Roma";

e) aan deel I. LUXEMBURG, wordt het volgende toegevoegd:

"3. Ministère de la Fonction publique et de la Réforme administrative (Ministerie van Ambtenarenzaken en Administratieve Hervormingen), Luxembourg";

f) aan deel K. OOSTENRIJK, wordt het volgende toegevoegd:

"3. Wat betreft bijzondere regelingen voor ambtenaren: Bundesminister für Finanzen (Bondsminister van Financiën), Wien, of de Landesregierung";

g) aan deel L. PORTUGAL, wordt het volgende toegevoegd:

"5. Ministro das Finanças (Minister van Financiën), Lisboa

6. Ministro Adjunto e da Administração Interna (Onderminister en Minister van Binnenlandse Zaken), Lisboa";

6. bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) in deel A. BELGIË:

i) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 2:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;ii) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 3:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;iii) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 4:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;iv) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 5:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;v) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 6, onder b):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;vi) het volgende zal worden toegevoegd aan punt c):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;vii) het volgende zal worden toegevoegd aan punt 6:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;b) deel B. DENEMARKEN wordt als volgt gewijzigd:

i) aan punt 2. Invaliditeit, wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;

ii) aan punt 3. Ouderdom en overlijden (pensioenen), wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;c) deel D. SPANJE wordt als volgt gewijzigd:

i) het begin van punt 1 wordt vervangen door het volgende:

"1. Alle stelsels met uitzondering van het stelsel voor zeelieden en het stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht.";

ii) de volgende punten worden toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;

d) deel E. FRANKRIJK wordt als volgt gewijzigd:

i) het volgende wordt toegevoegd aan punt 3.I.A:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;

ii) aan punt 3.II.A wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;e) deel F. GRIEKENLAND wordt als volgt gewijzigd:

i) aan punt 2 wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;ii) aan punt 3 wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;iii) aan punt 5 wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;f) aan deel H. ITALIË, wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;g) in deel I. LUXEMBURG, wordt aan punt 2 het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;h) deel L. PORTUGAL wordt als volgt gewijzigd:

i) voor de huidige tekst de volgende subtitel toevoegen:

"A. IN HET ALGEMEEN:";

ii) na de huidige tekst, het volgende toevoegen:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;

7. bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) deel A. BELGIË wordt als volgt gewijzigd:

i) aan punt I.2 wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;ii) aan punt I.3 wordt het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;b) in deel I. LUXEMBURG, wordt aan punt 2 het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;8. bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) in deel B. DENEMARKEN, wordt het volgende punt toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;b) deel D. SPANJE wordt als volgt gewijzigd:

i) de tekst van punt 1, linkerkolom, wordt vervangen door het volgende:

"1. Voor alle stelsels die deel uitmaken van het socialezekerheidsstelsel, met uitzondering van het stelsel voor zeelieden, het stelsel voor ambtenaren, de strijdkrachten en de rechterlijke macht:";

ii) de volgende punten worden toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;c) aan deel F. GRIEKENLAND, wordt het volgende punt toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;d) in deel I. LUXEMBURG, wordt aan afdeling I, punt 2, het volgende punt toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;9. bijlage 10 wordt als volgt gewijzigd:

a) in deel A. BELGIË, worden de volgende punten ingevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;b) deel D. SPANJE wordt als volgt gewijzigd:

i) de tekst van punt 3, linkerkolom, wordt vervangen door het volgende:

"3. Voor de toepassing van artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 85, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening, behalve wat zeelieden betreft, en voor de toepassing van de twee laatstgenoemde artikelen, behalve wat personen in het bijzonder stelsel voor militairen betreft:";

ii) het volgende punt wordt toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;c) in deel I. LUXEMBURG, wordt aan punt 7, onder a), het volgende toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;d) in deel K. OOSTENRIJK, wordt punt 1 vervangen door het volgende:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

;e) deel L. PORTUGAL wordt als volgt gewijzigd:

i) voor de huidige tekst wordt de volgende subtitel ingevoegd:

"A. IN HET ALGEMEEN:";

ii) de volgende tekst wordt toegevoegd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 25 oktober 1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. COOK

(1) PB C 46 van 20. 2. 1992, blz. 1.

(2) PB C 94 van 13. 4. 1992, blz. 4.

(3) PB C 98 van 21. 4. 1992, blz. 4.

(4) PB L 149 van 5. 7. 1971, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1223/98 (PB L 168 van 13. 6. 1998, blz. 1).

(5) PB L 74 van 27. 3. 1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1223/98 (PB L 168 van 13. 6. 1998, blz. 1).

(6) Zie bladzijde 46 van dit Publicatieblad.