31998L0091

Richtlijn 98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Publicatieblad Nr. L 011 van 16/01/1999 blz. 0025 - 0036


RICHTLIJN 98/91/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 1998 betreffende motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),

Gelet op Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (4), waarbij de bepalingen van de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR-overeenkomst) in Gemeenschapsrecht worden omgezet,

Overwegende dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal moet worden gewaarborgd;

Overwegende dat het voor het bereiken van dat doel noodzakelijk is de technische voorschriften voor voertuigen, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, geheel te harmoniseren;

Overwegende dat de technische handelsbelemmeringen in verband met de bepalingen voor de EG-typegoedkeuring van voertuigen die bestemd zijn voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg moeten worden opgeheven, zodat de betrokken marktordening goed werkt;

Overwegende dat het derhalve in het kader van de interne markt noodzakelijk is de voorschriften voor middelen voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg te harmoniseren;

Overwegende dat daartoe de goedkeuringsprocedures in de lidstaten moeten worden geharmoniseerd;

Overwegende dat deze richtlijn één van de bijzondere richtlijnen zal vormen die in het kader van de EG-typegoedkeuringsprocedure, zoals vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (5), in acht genomen moeten worden teneinde te garanderen dat voertuigen in overeenstemming zijn met de voorschriften van de in die richtlijn vastgestelde EG-typegoedkeuringsprocedure; dat de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG inzake voertuigen derhalve op de onderhavige richtlijn van toepassing zijn;

Overwegende dat met name artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 3, van Richtlijn 70/156/EEG voorschrijven dat aan iedere bijzondere richtlijn een inlichtingenformulier met de toepasselijke punten van bijlage I van die richtlijn en een op bijlage VI gebaseerd typegoedkeuringsformulier worden toegevoegd, met het oog op de computerisering van de typegoedkeuring,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op voertuigen van de categorieën N en O als omschreven in artikel 2 en bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg binnen of tussen de lidstaten.

Het toepassingsgebied, de definitie, de indeling en voorschriften in verband met deze voertuigen en de administratieve bepalingen voor de EG-typegoedkeuring daarvan zijn opgenomen in de bijlagen I en II van deze richtlijn.

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder

- "gevaarlijke goederen": stoffen en voorwerpen als gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 94/55/EG;

- "vervoer": vervoer over de weg als gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 94/55/EG.

Artikel 3

Richtlijn 70/156/EEG wordt gewijzigd door toevoeging van het volgende:

a) in bijlage I:

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

"14. SPECIALE BEPALINGEN VOOR VOERTUIGEN BESTEMD VOOR HET VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN

14.1. Elektrische uitrusting volgens Richtlijn 94/55/EG:

14.1.1. Bescherming tegen de oververhitting van geleiders:

14.1.2. Type vermogensschakelaar:

14.1.3. Type en werking van de accuhoofdschakelaar:

14.1.4. Beschrijving en plaats van de veiligheidsdrempel van de tachograaf:

14.1.5. Beschrijving van de permanent onder stroom staande installaties. Vermeld de toegepaste Europese norm (EN):

14.1.6. Constructie en beveiliging van de elektrische installatie aan de achterkant van de stuurcabine:

14.2. Voorkoming van brandgevaar:

14.2.1. Type niet gemakkelijk ontvlambaar materiaal in de stuurcabine:

14.2.2. Type hitteschild achter de stuurcabine (in voorkomend geval):

14.2.3. Plaats en warmte-isolatie van de motor:

14.2.4. Plaats en warmte-isolatie van het uitlaatsysteem:

14.2.5. Type en ontwerp van de warmte-isolatie van de continuremsystemen:

14.2.6. Type, ontwerp en plaats van de verwarmingstoestellen:

14.3. Eventuele bijzondere eisen betreffende de carrosserie volgens Richtlijn 94/55/EG

14.3.1. Beschrijving van de maatregelen tot inachtneming van de voorschriften voor voertuigen van het type EX/II en EX/III:

14.3.2. Voor voertuigen van het type EX/III, weerstand tegen hitte van buitenaf:

";>EIND VAN DE GRAFIEK>

b) deel I van bijlage IV:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 4

1. De lidstaten mogen

- voor een type voertuig de EG-typegoedkeuring of de nationale goedkeuring niet weigeren, en

- de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van basisvoertuigen of complete voertuigen als omschreven in artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG niet verbieden,

om redenen in verband met het vervoer van gevaarlijke goederen, indien aan de voorschriften van de bijlagen bij deze richtlijn is voldaan.

2. De lidstaten mogen de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een voertuig dat is afgebouwd uit een basisvoertuig als omschreven in artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG, niet verbieden om redenen die verband houden met het basisvoertuig en het vervoer van gevaarlijke goederen:

- indien, wat het basisvoertuig betreft, voldaan is aan de voorschriften van de bijlagen bij deze richtlijn en indien deze conformiteit niet teniet is gedaan door de afbouw van het basisvoertuig, of

- indien, wat het afgebouwde voertuig betreft, voldaan is aan de voorschriften van de bijlagen bij deze richtlijn.

Artikel 5

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 16 januari 2000 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 december 1998.

Voor het Parlement

De Voorzitter

J. M. GIL-ROBLES

Voor de Raad

De Voorzitter

W. MOLTERER

(1) PB C 29 van 30. 1. 1997, blz. 17, en

PB C 207 van 3. 7. 1998, blz. 18.

(2) PB C 296 van 29. 9. 1997, blz. 1.

(3) Advies van het Europees Parlement van 19 februari 1998 (PB C 80 van 16. 3. 1998, blz. 209), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 29 juni 1998 (PB C 262 van 19. 8. 1998, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 20 oktober 1998 (PB C 341 van 9. 11. 1998). Besluit van de Raad van 7 december 1998.

(4) PB L 319 van 12. 12. 1994, blz. 7. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/86/EG (PB L 335 van 24. 12. 1996, blz. 43).

(5) Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PB L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/14/EG (PB L 91 van 25. 3. 1998, blz. 1).

BIJLAGE I

TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIE, INDELING, VOORSCHRIFTEN

1. TOEPASSINGSGEBIED

1.1. Deze richtlijn is van toepassing op alle voertuigen - ongeacht of zij compleet zijn bijvoorbeeld in één fase gebouwde bestelwagens, vrachtwagens, trekkers, aanhangwagens), dan wel niet compleet zijn (bijvoorbeeld chassis en cabine, aanhangwagens met chassis) of afgebouwd zijn (bijvoorbeeld chassis, chassis en cabine met carrosserie) - bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.

2. DEFINITIE

2.1. Onder "voertuigtype" worden voertuigen verstaan die onderling geen wezenlijke verschillen vertonen, met name ten aanzien van de volgende punten:

- fabrikant;

- typebenaming van de fabrikant;

- categorie;

- essentiële aspecten inzake constructie en ontwerp ten aanzien van de "Technische voorschriften" van aanhangsel B2 van bijlage B bij Richtlijn 94/55/EG.

3. INDELING VAN DE VOERTUIGEN VOOR VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN OVER DE WEG

3.1. De voertuigen voor vervoer van gevaarlijke goederen over de weg worden overeenkomstig randnummer 220 301 van bijlage B bij Richtlijn 94/55/EG als volgt ingedeeld:

3.1.1. EX/II voor voertuigen voor het vervoer van explosieven als vervoereenheden van type II;

3.1.2. EX/III voor voertuigen voor het vervoer van explosieven als vervoereenheden van type III;

3.1.3. FL voor voertuigen voor het vervoer van vloeistoffen met een vlampunt van niet meer dan 61 °C of ontvlambare gassen, in tankcontainers met een inhoud van meer dan 3 000 liter, vaste tanks of demonteerbare tanks en voor batterijvoertuigen met een inhoud van meer dan 1 000 liter bestemd voor het vervoer van ontvlambare gassen;

3.1.4. OX voor voertuigen voor het vervoer van stoffen van klasse 5.1, randnummer 2501, onder 1 (a), in tankcontainers met een inhoud van meer dan 3 000 liter, vaste tanks of demonteerbare tanks;

3.1.5. AT voor andere voertuigen dan die van het type FL of OX, voor het vervoer van gevaarlijke goederen in tankcontainers met een inhoud van meer dan 3 000 liter, vaste tanks of demonteerbare tanks en voor batterijvoertuigen met een inhoud van meer dan 1 000 liter, anders dan die van het type FL.

4. VOORSCHRIFTEN

Er moet worden voldaan aan de voorschriften betreffende de constructie van voertuigen bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, met inbegrip van de eventuele bepalingen voor de typegoedkeuring daarvan, zoals vastgesteld in de randnummers 220 500 tot en met 220 540 van bijlage B bij Richtlijn 94/55/EG.

BIJLAGE II

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VOOR TYPEGOEDKEURING

1. AANVRAAG VAN DE EG-TYPEGOEDKEURING

1.1. De aanvraag van de EG-typegoedkeuring van een voertuigtype bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg wordt overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG door de fabrikant ingediend.

1.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.

1.3. Een of meer voertuigen die de in aanhangsel 1 bij deze richtlijn beschreven kenmerken bezitten en naar het oordeel van de technische dienst die verantwoordelijk is voor de goedkeuringsproeven of -controles representatief zijn voor het type dat moet worden gekeurd, dienen ter beschikking te worden gesteld van die technische dienst.

2. VERLENING VAN DE EG-TYPEGOEDKEURING

2.1. Indien aan de betreffende voorschriften is voldaan, wordt overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, indien van toepassing, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG een EG-typegoedkeuring verleend.

2.2. Een model van het EG-typegoedkeuringsformulier is opgenomen in aanhangsel 2.

2.3. Voor ieder goedgekeurd type voertuig wordt een goedkeuringsnummer toegekend overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG. Dezelfde lidstaat mag niet hetzelfde nummer aan een ander voertuigtype toekennen.

3. WIJZIGING VAN HET TYPE EN VAN DE GOEDKEURING

3.1. Op wijzigingen van een overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurd type voertuig zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.

3.2. Met betrekking tot de aangebrachte wijzigingen mag een door de technische dienst voorgeschreven deeltest worden verricht.

4. OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE

Maatregelen die de overeenstemming van de productie moeten waarborgen, worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG genomen.

Aanhangsel 1

INLICHTINGENFORMULIER nr. . . . overeenkomstig bijlage I bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad betreffende de EG-typegoedkeuring van een voertuig, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

De onderstaande gegevens moeten in voorkomend geval in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen moeten op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 (210 mm × 297 mm) of tot dat formaat gevouwen worden verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, moeten gegevens over de prestaties worden verstrekt.

0.

ALGEMENE GEGEVENS

0.1.

Merk (firmanaam):

0.2.

Type:

0.2.1.

Handelsbenaming(en) (in voorkomend geval):

0.3.

Middel tot identificatie van het type, indien op voertuig aangegeven (b) (1):

0.3.1.

Plaats van dat merkteken:

0.4.

Categorie waartoe het voertuig behoort (c):

0.4.1.

Indeling van de gevaarlijke stoffen die het voertuig beoogt te vervoeren:

0.5.

Naam en adres van de fabrikant:

0.8.

Adres(sen) van de assemblagefabriek(en):

1.

ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET VOERTUIG

1.1.

Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:

1.6.

Plaats en opstelling van de motor:

2.

AFMETINGEN EN MASSA'S (e) (mm en kg)

2.8.

Technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand volgens fabrieksopgave (y) (maximum en minimum voor iedere uitvoering):

2.9.

Technisch toelaatbare maximumlading/-massa per as:

2.10.

Technisch toelaatbare maximumlading/-massa per groep assen:

3.

MOTOR (q)

3.2.

Verbrandingsmotor

3.2.2.

Brandstof: dieselolie/benzine/LPG/andere (2)

3.2.3.1.

Bedrijfsbrandstoftank(s)

3.2.3.1.2.

Tekening en technische beschrijving van de tank(s) met alle verbindingen en alle leidingen van het ontluchtings- en ventilatiesysteem, vergrendeling, kleppen, bevestigingsmiddelen:

(1) De punten en voetnoten in dit inlichtingenformulier komen overeen met die in bijlage I bij Richtlijn 70/156/EEG. Punten die niet van belang zijn voor deze richtlijn, zijn weggelaten.

(2) Doorhalen wat niet van toepassing is.

3.2.3.1.3.

Tekening waarop duidelijk de plaats(en) van de tank(s) in het voertuig is (zijn) aangegeven:

3.2.3.2.

Reservebrandstoftank(s)

3.2.3.2.2.

Tekening en technische beschrijving van de tank(s) met alle verbindingen en alle leidingen van het ontluchtings- en ventilatiesysteem, vergrendeling, kleppen, bevestigingsmiddelen:

3.2.3.2.3.

Tekening waarop duidelijk de plaats(en) van de tank(s) in het voertuig is (zijn) aangegeven:

8.

REMINRICHTING

8.5.

Antiblokkeersysteem: ja/neen/optioneel (1)

8.5.1.

Bij voertuigen met een antiblokkeersysteem, beschrijving van de werking van het systeem (met inbegrip van eventuele elektronische onderdelen), elektrisch blokschema, schema van het hydraulisch of pneumatisch circuit:

8.9.

Korte beschrijving van de reminrichtingen (overeenkomstig punt 1.6 van het addendum bij aanhangsel 1 van bijlage IX bij Richtlijn 71/320/EEG):

8.11.

Bijzonderheden betreffende het(de) type(n) continuremsysteem (-systemen):

9.

CARROSSERIE

9.1.

Aard van de carrosserie:

9.2.

Materialen en bouwwijze:

12.

DIVERSEN

12.6.

Snelheidsbegrenzers

12.6.1.

Fabrikant(en):

12.6.2.

Type(n):

12.6.3.

Eventueel goedkeuringsnummer(s):

14.

SPECIALE BEPALINGEN VOOR VOERTUIGEN BESTEMD VOOR HET VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN

14.1.

Elektrische uitrusting volgens Richtlijn 94/55/EG:

14.1.1.

Bescherming tegen de oververhitting van geleiders:

14.1.2.

Type vermogensschakelaar:

14.1.3.

Type en werking van de accuhoofdschakelaar:

14.1.4.

Beschrijving en plaats van de veiligheidsdrempel van de tachograaf:

14.1.5.

Beschrijving van de permanent onder stroom staande installaties. Vermeld de toegepaste Europese norm (EN):

14.1.6.

Constructie en beveiliging van de elektrische installatie aan de achterkant van de stuurcabine:

14.2.

Voorkoming van brandgevaar:

14.2.1.

Type niet gemakkelijk ontvlambaar materiaal in de stuurcabine:

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.

14.2.2.

Type hitteschild achter de stuurcabine (in voorkomend geval):

14.2.3.

Plaats en warmte-isolatie van de motor:

14.2.4.

Plaats en warmte-isolatie van het uitlaatsysteem:

14.2.5.

Type en ontwerp van de warmte-isolatie van de continuremsystemen:

14.2.6.

Type, ontwerp en plaats van de verwarmingstoestellen:

14.3.

Eventuele bijzondere eisen betreffende de carrosserie volgens Richtlijn 94/55/EG:

14.3.1.

Beschrijving van de maatregelen tot inachtneming van de voorschriften voor voertuigen van het type EX/II en EX/III:

14.3.2.

Voor voertuigen van het type EX/III, weerstand tegen hitte van buitenaf:

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))

EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Dienststempel

Mededeling betreffende de

- typegoedkeuring (1),

- uitbreiding van de typegoedkeuring (1),

- weigering van de typegoedkeuring (1),

- intrekking van de typegoedkeuring (1),

van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid (1) met betrekking tot Richtlijn 98/91/EG betreffende motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan.

Typegoedkeuringsnummer:

Reden voor uitbreiding:

DEEL I

0.1.

Merk (firmanaam):

0.2.

Type:

0.2.1.

Handelsbenaming(en) (in voorkomend geval):

0.3.

Middel tot identificatie van het type, indien op voertuig/onderdeel/technische eenheid aangegeven (2):

0.3.1.

Plaats van dat merkteken:

0.4.

Categorie waartoe het voertuig behoort (3):

0.5.

Naam en adres van de fabrikant:

Naam en adres van de fabrikant van de meest recente constructiefase van het voertuig:

0.8.

Naam en adres van de assemblagefabriek(en):

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2) Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet van betekenis zijn voor de beschrijving van het type voertuig, onderdeel of technische eenheid waarop dit typegoedkeuringsformulier betrekking heeft, worden die tekens in het desbetreffende document vervangen door een vraagteken (bijvoorbeeld ABC??123??).

(3) Zoals gedefinieerd in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG.

DEEL II

1.

Eventuele aanvullende gegevens (zie addendum)

2.

Met de keuring belaste technische dienst:

3.

Datum van het keuringsrapport:

4.

Nummer van het keuringsrapport:

5.

Eventuele opmerkingen (zie addendum)

6.

Plaats:

7.

Datum:

8.

Handtekening:

9.

Hierbij is een inhoudsopgave gevoegd van het bij de bevoegde goedkeuringsinstantie ingediende dossier, dat op verzoek verkrijgbaar is.

Addendum

bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. . . . voor de typegoedkeuring van een voertuig bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met betrekking tot Richtlijn 98/91/EG

1.

Aanvullende gegevens (1)

1.1.

Indeling overeenkomstig bijlage I, punt 3:

1.2.

Korte beschrijving van het voertuigtype met betrekking tot de constructie, afmetingen en materialen:

1.3.

Plaats van de motor (voor type EX/II en EX/III ook de plaats vóór de voorkant van de laadruimte of onder de laadruimte):

5.

Opmerkingen:

(1) Indien nodig kan worden verwezen naar het informatiefiche.

>EIND VAN DE GRAFIEK>