31998D0592

98/592/EG: Besluit van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Oekraïne

Publicatieblad Nr. L 284 van 22/10/1998 blz. 0045 - 0046


BESLUIT VAN DE RAAD van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Oekraïne (98/592/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende dat de Commissie het Monetair Comité heeft geraadpleegd alvorens haar voorstel in te dienen;

Overwegende dat Oekraïne fundamentele politieke en economische hervormingen doorvoert en aanzienlijke inspanningen doet om een markteconomisch model in te voeren;

Overwegende dat Oekraïne en de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst ondertekend hebben die de ontwikkeling van een volledige samenwerkingsrelatie zal bevorderen;

Overwegende dat de autoriteiten van Oekraïne verzocht hebben om financiële bijstand van de internationale financiële instellingen, de Gemeenschap en andere bilaterale donors;

Overwegende dat Oekraïne met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) overeenstemming heeft bereikt over een macro-economisch programma voor de periode juli 1998-juni 2001, gesteund door een uitgebreide Fondsfaciliteit (EFF) van circa 2,3 miljard USD; dat in de programmaperiode ook van de Wereldbank beleidsgebonden leningen aan Oekraïne ten bedrage van 2,1 miljard USD worden verwacht;

Overwegende dat er afgezien van de middelen die waarschijnlijk door het IMF en de Wereldbank zullen worden verstrekt en na aftrek van de nog niet uitgekeerde bijstand van bilaterale donors die in het kader van eerdere programma's was toegezegd, nog een financieringstekort van circa 2,2 miljard USD overblijft dat gedurende de programmaperiode moet worden gedekt om de beleidsdoelstellingen die de regering zich bij haar hervormingsinspanningen heeft gesteld, te steunen; dat van andere bilaterale donors aanvullende officiële en privébijdragen worden verwacht;

Overwegende dat de Raad bij Besluit 94/940/EG (3) en 95/442/EG (4) zijn goedkeuring heeft gehecht aan macro-financiële bijstand aan Oekraïne tot een bedrag van 285 miljoen ECU ter ondersteuning van voorgaande macro-economische programma's; dat echter in het kader van dit programma aanvullende officiële steun nodig is om de betalingsbalans te ondersteunen, de reservepositie te consolideren en de noodzakelijke structurele aanpassing van het land te vergemakkelijken;

Overwegende dat de toekenning door de Gemeenschap van een aanvullende lening op lange termijn aan Oekraïne een passende maatregel is ter verlichting van de externe financiële problemen van het land;

Overwegende dat de Oekraïnse autoriteiten, de Groep van Zeven en de Europese Unie toezeggingen hebben gedaan in het kader van het memorandum van overeenstemming van 21 december 1995 met het oog op de sluiting van de kerncentrale van Tsjernobyl tegen het jaar 2000;

Overwegende dat de communautaire lening beheerd dient te worden door de Commissie;

Overwegende dat het Verdrag slechts in artikel 235 bevoegdheden voor de aanneming van dit besluit bevat,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De Gemeenschap kent Oekraïne een lening op lange termijn toe met een hoofdsom van ten hoogste 150 miljoen ECU en een maximale looptijd van tien jaar, teneinde bij te dragen tot een houdbare betalingsbalanssituatie, de reservepositie van het land te versterken en de uitvoering van de nodige structurele hervormingen te vergemakkelijken.

2. Hiertoe wordt de Commissie gemachtigd namens de Europese Gemeenschap de nodige middelen op te nemen, die in de vorm van een lening ter beschikking van Oekraïne worden gesteld.

3. Deze lening wordt in nauw overleg met het Monetair Comité door de Commissie beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de tussen het IMF en Oekraïne gesloten overeenkomsten.

Artikel 2

1. De Commissie wordt na overleg met het Monetair Comité, gemachtigd om met de Oekraïnse autoriteiten te onderhandelen over de aan de lening te verbinden voorwaarden betreffende het economisch beleid. Deze voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten.

2. De Commissie onderzoekt op gezette tijden, in samenwerking met het Monetair Comité en in nauwe coördinatie met het IMF, of het economische beleid van Oekraïne in overeenstemming is met de doelstellingen van deze lening en of aan de daaraan verbonden voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 3

1. De lening wordt in ten minste twee tranches aan Oekraïne ter beschikking gesteld. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, wordt de eerste tranche uitgekeerd op voorwaarde dat bevredigende vooruitgang wordt geboekt met de uitvoering van het macro-economische programma van Oekraïne dat met het IMF is vastgesteld in het kader van de huidige EFF of van een volgende, hogere krediettrancheregeling.

2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, wordt (worden) de volgende tranche(s) uitgekeerd op basis van een bevredigende voortzetting van de in lid 1 genoemde overeenkomsten en niet eerder dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche.

3. De middelen worden overgemaakt aan de Nationale Bank van Oekraïne.

Artikel 4

1. De in artikel 1 bedoelde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden met dezelfde valutadatum afgesloten en mogen voor de Gemeenschap geen looptijdtransformatie, wisselkoers- of renterisico of enig ander commercieel risico met zich brengen.

2. De Commissie neemt, indien Oekraïne zulks verlangt, de nodige maatregelen om in de voorwaarden van de lening een clausule inzake vervroegde aflossing op te nemen en deze toe te passen.

3. De Commissie kan op verzoek van Oekraïne en indien de omstandigheden een gunstigere rente op de leningen mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken leningen, noch tot een verhoging van het, tegen de lopende wisselkoers omgerekende bedrag dat op de dag van deze herfinanciering of herstructurering nog afgelost moet worden.

4. Alle kosten die de Gemeenschap bij het sluiten en uitvoeren van de in dit besluit bedoelde transacties maakt, komen ten laste van Oekraïne.

5. Het Monetair Comité wordt ten minste eenmaal per jaar in kennis gesteld van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 5

Ten minste eenmaal per jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor, waarin een evaluatie van de uitvoering van dit besluit is opgenomen.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. SCHÜSSEL

(1) PB C 386 van 20. 12. 1997, blz. 10.

(2) PB C 80 van 16. 3. 1998, blz. 29.

(3) PB L 366 van 31. 12. 1994, blz. 32.

(4) PB L 258 van 28. 10. 1995, blz. 63.