31997R1714

Verordening (EG) nr. 1714/97 van de Commissie van 3 september 1997 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Cambodja wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

Publicatieblad Nr. L 242 van 04/09/1997 blz. 0010 - 0018


VERORDENING (EG) Nr. 1714/97 VAN DE COMMISSIE van 3 september 1997 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Cambodja wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82/97 van het Europees Parlement en de Raad (2), inzonderheid op artikel 249,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1427/97 (4), inzonderheid op artikel 76,

Overwegende dat de Gemeenschap, bij Verordening (EG) nr. 3281/94 van de Raad van 19 december 1994 betreffende een vierjarenschema van algemene tariefpreferenties (1995 tot en met 1998) voor bepaalde industrieproducten van oorsprong uit de ontwikkelingslanden (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 998/97 van de Commissie (6), dergelijke preferenties aan Cambodja heeft gegeven;

Overwegende dat bij de artikelen 67 en volgende van voornoemde Verordening (EEG) nr. 2454/93 de voorwaarden zijn vastgesteld waaraan producten moeten voldoen om bij toepassing van het schema van algemene tariefpreferenties als producten van oorsprong te worden beschouwd; dat in artikel 76 evenwel is bepaald dat van deze voorwaarden kan worden afgeweken ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die voor het schema van algemene tariefpreferenties in aanmerking komen, indien deze daartoe een aanvraag bij de Gemeenschap indienen;

Overwegende dat de regering van Cambodja heeft verzocht voor bepaalde textielproducten van genoemde voorwaarden te mogen afwijken; dat dit land, op verzoek van de Gemeenschap, aanvullende economische inlichtingen heeft verstrekt die als toereikend kunnen worden beschouwd;

Overwegende dat de door Cambodja ingediende aanvraag aan voornoemd artikel 76 voldoet; dat het opleggen van voorwaarden inzake hoeveelheden (op jaarbasis), uitgaande van zowel de absorptiecapaciteit van de Gemeenschap voor dergelijke producten uit Cambodja, de uitvoercapaciteit van dit land als de bestaande handelsstromen van die aard is dat de overeenkomstige bedrijfstakken in de Gemeenschap geen schade zullen lijden;

Overwegende dat het, ter bevordering van de regionale samenwerking tussen begunstigde landen, dienstig is te bepalen dat de materialen die in Cambodja in het kader van deze afwijking worden gebruikt van oorsprong dienen te zijn uit landen die lid zijn van de Vereniging van Zuidoost-Aziatische Landen (Asean), met uitzondering van Myanmar, of van de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking (Saarc) of van de Lomé-overeenkomst;

Overwegende dat een eventuele toepassing van de afwijking op hoeveelheden die de voorziene hoeveelheden overschrijden met de autoriteiten van Cambodja dient te worden besproken;

Overwegende dat een dergelijke afwijking in ieder geval slechts tot en met 31 december 1998 kan worden toegestaan, op welke datum het huidige schema van algemene tariefpreferenties voor industrieproducten vervalt;

Overwegende dat de bepalingen van deze verordening in overeenstemming zijn met het advies van het Comité douanewetboek (Afdeling "Oorsprong"),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In afwijking van de artikelen 67 en volgende van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden de in de bijlage vermelde producten die in Cambodja zijn vervaardigd van in dit land ingevoerde weefsels of garens van oorsprong uit landen die lid zijn van de Vereniging van Zuidoost-Aziatische Landen (Asean), met uitzondering van Myanmar, of van de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking (Saarc) of van de Lomé-overeenkomst op de hierna vermelde voorwaarden als van oorsprong uit Cambodja beschouwd.

2. Voor de toepassing van lid 1, worden producten als zijnde van oorsprong uit de Asean- of de Saarc-landen beschouwd wanneer ze aldaar verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in Verordening (EEG) nr. 2454/93, of als zijnde van oorsprong uit de begunstigde landen van de Lomé-overeenkomst wanneer ze aldaar verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in protocol nr. 1 van de vierde ACS-EEG-Overeenkomst (7).

3. De bevoegde autoriteiten van Cambodja verbinden zich ertoe alle nodige maatregelen te treffen om de naleving van de bepalingen in lid 2 te verzekeren.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde afwijking is van 1 augustus 1997 tot en met 31 december 1998 van toepassing op de producten die uit Cambodja in de Gemeenschap worden ingevoerd, voor de in de bijlage naast elk product vermelde hoeveelheid per jaar.

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde hoeveelheden worden door de Commissie beheerd die alle administratieve maatregelen kan nemen die voor een doeltreffend beheer noodzakelijk zijn.

Indien een importeur in een lidstaat een aangifte voor het vrije verkeer indient met het verzoek voor het bepaalde in deze verordening in aanmerking te komen, en deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, dan neemt de betrokken lidstaat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, een met zijn behoeften overeenstemmende hoeveelheid op.

De verzoeken tot opneming uit het contingent worden de Commissie terstond toegezonden, onder opgave van de datum waarop de aangiften zijn aanvaard.

Opnemingen worden door de Commissie toegestaan in volgorde van de data waarop de de aangiften voor het vrije verkeer door de douaneautoriteiten van de lidstaten werden aanvaard, voorzover er nog hoeveelheden beschikbaar zijn.

Indien een lidstaat een opgenomen hoeveelheid niet gebruikt, stort hij deze ten spoedigste in het contingent terug.

Indien grotere hoeveelheden worden aangevraagd dan beschikbaar zijn, geschiedt de toewijzing in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden. De lidstaten worden door de Commissie van de opgenomen hoeveelheden in kennis gesteld.

Iedere lidstaat zorgt ervoor dat de importeurs van de betrokken producten steeds op gelijke voet toegang tot de contingenten hebben zolang deze niet zijn uitgeput.

Artikel 4

Indien de in artikel 3 bedoelde opnemingen 80 % hebben bereikt van de in de bijlage vermelde hoeveelheden, onderzoekt de Commissie met de autoriteiten van Cambodja of de afwijking op grotere dan de voorziene hoeveelheden dient te worden toegepast.

Artikel 5

De ingevolge deze verordening afgegeven oorsprongscertificaten formulier A dienen in vak nr. 4 van de volgende aantekening te zijn voorzien:

"Afwijking - Verordening (EG) nr. 1714/97"

onder vermelding van het nummer van deze verordening.

Artikel 6

In geval van twijfel kunnen de lidstaten een kopie vragen van het document dat de oorsprong staaft van de materialen die in Cambodja in het kader van deze afwijking zijn gebruikt. Dit verzoek kan gebeuren hetzij op het ogenblik van het in het vrije verkeer brengen van de goederen die voor de bepalingen in deze Verordening in aanmerking komen, hetzij in het kader van de in artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voorziene administratieve samenwerking.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 augustus 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 september 1997.

Voor de Commissie

Mario MONTI

Lid van de Commissie

(1) PB L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1.

(2) PB L 17 van 21. 1. 1997, blz. 1.

(3) PB L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.

(4) PB L 196 van 24. 7. 1997, blz. 31.

(5) PB L 348 van 31. 12. 1994, blz. 1.

(6) PB L 144 van 4. 6. 1997, blz. 13.

(7) PB L 229 van 17. 8. 1991, blz. 1.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>