31997D0182

97/182/EG: Beschikking van de Commissie van 24 februari 1997 houdende wijziging van de bijlage bij Richtlijn 91/629/EEG van de Raad tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 076 van 18/03/1997 blz. 0030 - 0031


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 24 februari 1997 houdende wijziging van de bijlage bij Richtlijn 91/629/EEG van de Raad tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (Voor de EER relevante tekst) (97/182/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/629/EEG van de Raad van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (1), gewijzigd bij Richtlijn 97/2/EG (2), en met name op artikel 5,

Overwegende dat het Wetenschappelijk Veterinair Comité overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 91/629/EEG op 9 november 1995 een advies heeft uitgebracht, op basis waarvan de Commissie een verslag heeft opgesteld dat is ingediend bij de Raad en het Parlement;

Overwegende dat op grond van de conclusies van dit verslag Richtlijn 91/629/EEG op een aantal punten moet worden gewijzigd;

Overwegende dat op stal gehouden kalveren ten minste tweemaal per dag en in de open lucht gehouden kalveren ten minste eenmaal per dag door de eigenaar of de voor de dieren verantwoordelijke persoon moeten worden geïnspecteerd;

Overwegende dat uit gegevens over de incidentie van ziekten, de werking van het immuunsysteem en de mate van bewegingsvrijheid is gebleken dat kalveren zo moeten worden gevoed dat hun hemoglobinegehalte niet onder een bepaald minimum daalt;

Overwegende dat het aanbinden van kalveren altijd problemen oplevert; dat kalveren in eenlingboxen bijgevolg niet mogen worden aangebonden en kalveren in groepshokken alleen mogen worden aangebonden gedurende de korte periode waarin zij melk krijgen;

Overwegende dat kalveren voldoende fermenteerbaar voeder moeten krijgen van goede kwaliteit om de darmflora in stand te houden en voldoende vezels om de ontwikkeling van villi in de pensmaag te stimuleren;

Overwegende dat bovenop de bestaande vereisten inzake het geven van water of andere vloeistoffen geldt dat zieke en aan warm weer blootgestelde kalveren over vers water moeten beschikken;

Overwegende dat de kalveren, met het oog op een adequaat immunoglobulinegehalte van het bloed, in de eerste zes uur van hun bestaan en zo spoedig mogelijk na de geboorte voldoende biest moeten krijgen;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Richtlijn 91/629/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Punt 6 wordt vervangen door:

"6. Op stal gehouden kalveren moeten ten minste tweemaal per dag en in de open lucht gehouden kalveren ten minste eenmaal per dag door de eigenaar of de voor de dieren verantwoordelijke persoon worden geïnspecteerd. Kalveren die ziek of gewond lijken, moeten onmiddellijk de nodige verzorging krijgen en voor elk dier dat niet op de verzorging door de veehouder reageert, moet zo spoedig mogelijk een dierenarts worden geraadpleegd. Zieke en gewonde kalveren moeten indien nodig worden geïsoleerd in adequate lokalen met droog en comfortabel strooisel.".

2. Punt 7 wordt vervangen door:

"7. De stallen voor kalveren moeten zo zijn gebouwd dat elk kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich likken.".

3. Punt 8 wordt vervangen door:

"8. Kalveren mogen niet worden aangebonden, met uitzondering van kalveren in groepshokken die voor ten hoogste één uur mogen worden aangebonden tijdens het voederen van melk of een melkvervangend preparaat. Wanneer de kalveren worden aangebonden, mogen de daarbij gebruikte kettingen geen verwondingen veroorzaken en moeten deze kettingen regelmatig worden geïnspecteerd en eventueel bijgesteld zodat zij gemakkelijk zitten. Elke ketting moet zo zijn ontworpen dat de kans op wurging en verwonding wordt vermeden en dat het kalf zich kan bewegen als aangegeven in punt 7.".

4. Punt 11 wordt vervangen door:

"11. Alle kalveren moeten kunnen beschikken over voeder dat is afgestemd op hun leeftijd en gewicht en dat beantwoordt aan de met hun gedrag samenhangende en hun fysiologische behoeften, teneinde een goede gezondheid en het welzijn van de kalveren te bevorderen. Daartoe moet het voer van de kalveren voldoende ijzer bevatten om een gemiddeld hemoglobinegehalte van ten minste 4,5 mmol/l te bereiken en moeten kalveren van meer dan twee weken een bepaalde minimumhoeveelheid vezelhoudend voeder per dag krijgen en moet die hoeveelheid voor kalveren van acht tot 20 weken worden verhoogd van 50 tot 250 g per dag. Kalveren mogen niet worden gemuilkorfd.".

5. In de eerste zin van punt 12 wordt "eenmaal" vervangen door "tweemaal".

6. Aan punt 13 wordt de volgende zin toegevoegd:

"Bij warm weer en voor zieke kalveren moet echter altijd vers drinkwater beschikbaar zijn.".

7. Er wordt een punt 15 toegevoegd met de volgende tekst:

"15. Alle kalveren moeten zo spoedig mogelijk na hun geboorte en in elk geval binnen zes uur koebiest krijgen.".

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 1998.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 februari 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 340 van 11. 12. 1991, blz. 28.

(2) PB nr. L 25 van 18. 1. 1997, blz. 24.