31995Y0722(01)

Resolutie van de Raad van 29 juni 1995 over de eenvormige en doeltreffende toepassing van het Gemeenschapsrecht en over sancties op overtredingen daarvan op het gebied van de interne markt

Publicatieblad Nr. C 188 van 22/07/1995 blz. 0001 - 0003


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 29 juni 1995

over de eenvormige en doeltreffende toepassing van het Gemeenschapsrecht en over sancties op overtredingen daarvan op het gebied van de interne markt

(95/C 188/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gezien de door de conferentie van de vertegenwoordigers van de regeringen der Lid-Staten op 7 februari 1992 aangenomen en aan de Slotakte van het Verdrag betreffende de Europese Unie gehechte verklaring (nr. 19) betreffende de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht,

Gezien de resolutie van de Raad van 7 december 1992 over een goede werking van de interne markt (1),

Gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad van 22 december 1993 over het strategisch programma "Een optimale benutting van de door de interne markt geboden kansen" (2),

Gezien de resolutie van de Raad van 16 juni 1994 over de ontwikkeling van de administratieve samenwerking bij de tenuitvoerlegging en de handhaving van de Gemeenschapswetgeving in de interne markt (3),

Gezien de mededeling van 3 mei 1995 van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de rol van sancties bij de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving op het gebied van de interne markt (4),

Overwegende dat, wat de interne markt betreft, de Gemeenschap van een fase die gekenmerkt werd door aanzienlijke wetgevingsactiviteiten is overgegaan naar een fase waarin de nadruk komt te liggen op het daadwerkelijk functioneren van de gemeenschappelijke regels; dat het met name aankomt op een correcte omzetting van de richtlijnen in het nationale recht en, meer in het algemeen, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Essen (1994), op de eenvormige en daadwerkelijke toepassing van de communautaire regels;

Overwegende dat doeltreffende sancties deel uitmaken van het instrumentarium dat moet zorgen voor toepassing van de regels van de interne markt;

Overwegende dat in artikel 5 van het Verdrag wordt bepaald dat de Lid-Staten alle algemene of bijzondere maatregelen treffen welke geschikt zijn om de nakoming van de uit het Verdrag of uit handelingen van de instellingen der Gemeenschap voortvloeiende verplichtingen te verzekeren;

Overwegende dat in verklaring nr. 19 betreffende de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht wordt erkend, dat elke Lid-Staat weliswaar zelf moet uitmaken hoe hij, gelet op zijn eigen instellingen en rechtsstelsel en andere specifieke omstandigheden, het Gemeenschapsrecht het best ten uitvoer kan leggen, maar dat het voor de goede werking van de Gemeenschap van wezenlijk belang is dat de maatregelen die in de verschillende Lid-Staten worden genomen ertoe leiden dat het Gemeenschapsrecht er even doeltreffend en strikt wordt toegepast als het nationale recht;

Overwegende met name dat het ontbreken van een doeltreffende, evenredige en afschrikkende sanctie in geval van schending van het Gemeenschapsrecht de geloofwaardigheid zelf van de communautaire wetgeving zou kunnen ondermijnen en een nadelige invloed zou hebben op de situatie van de burgers van de Unie doordat in bepaalde gevallen afbreuk dreigt te worden gedaan aan de mededingingsvoorwaarden, alsmede aan de in de gemeenschappelijke regels beoogde algemene belangen;

Overwegende dat bepaalde gemeenschapsbesluiten nu al bepalingen bevatten over de sancties in geval van niet toepassing van de daarin vastgestelde maatregelen;

Overwegende dat, zoals blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie (5), wanneer een gemeenschapsregeling geen specifieke strafbepaling met betrekking tot een overtreding bevat of daarvoor verwijst naar de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de Lid-Staten krachtens artikel 5 van het Verdrag verplicht zijn, alle passende maatregelen te nemen om de werkingssfeer en de doeltreffende toepassing van het Gemeenschapsrecht te verzekeren, met name door aan de gekozen sanctie een doeltreffend, evenredig en afschrikkend karakter te geven;

Overwegende dat, op de gepaste wijze, bijzondere aandacht moet worden besteed aan het gebied van de interne markt;

Overwegende dat een coherente en gemeenschappelijke aanpak ten aanzien van de doeltreffendheid van de sancties die in de interne markt van toepassing zijn, zowel kan bijdragen tot een eerlijke mededinging onder billijke voorwaarden als tot de bescherming van de in de gemeenschappelijke regels beoogde algemene belangen;

Overwegende dat de bepaling van sancties eveneens moet worden overwogen in het kader van de omzetting van de gemeenschapsbesluiten in het nationale recht van de Lid-Staten;

Overwegende dat, gezien de soms aanzienlijke verschillen die de Commissie bij haar onderzoek naar de omzetting en de toepassing van de gemeenschappelijke regels heeft geconstateerd, moet worden gezorgd voor de - te verbeteren - doorzichtigheid van de nationale sanctieregelingen, opdat het doeltreffende, evenredige en afschrikkende karakter van deze sancties kan worden bevestigd, zoals de Commissie in haar mededeling van 3 mei 1995 aan de Raad heeft benadrukt;

Overwegende dat, als er ten aanzien van de goede werking van de interne markt ernstige moeilijkheden worden geconstateerd die toe te schrijven zijn aan verschillen tussen de nationale sanctieregelingen, zo nodig oplossingen moeten worden gezocht om ervoor te zorgen dat de sancties waarborgen dat de wetgeving in de Unie overal even doeltreffend wordt toegepast, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de Lid-Staten en van de beginselen van het nationale recht van de Lid-Staten, in het licht van het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh (1992);

Overwegende dat ook andere maatregelen bijdragen tot de goede werking van de interne markt, met name de ontwikkeling van de administratieve samenwerking en de verbetering van de doeltreffendheid van de klachtprocedures,

BENADRUKT, zoals de Commissie, dat voor een goede toepassing van het Gemeenschapsrecht in de eerste plaats een correcte en daadwerkelijke omzetting van de gemeenschapsbepalingen in nationaal recht, alsmede een goede en op doorzichtigheid gebaseerde administratieve samenwerking vereist is; dat, overeenkomstig de resolutie van de Raad van 16 juni 1994 en in het licht van de door de Commissie verrichte studies, deze administratieve samenwerking zo nodig moet worden versterkt in de sectoren waar zij nog weinig ontwikkeld is, en in ieder geval moet voldoen aan de eisen inzake een eenvormige en doeltreffende tenuitvoerlegging van de gemeenschapsbepalingen;

BEVESTIGT dat het voor de goede werking van de Gemeenschap van wezenlijk belang is het wederzijds vertrouwen en de doorzichtigheid tussen de overheidsdiensten te versterken zodat de Gemeenschapswetgeving in alle Lid-Staten daadwerkelijk, efficiƫnt en eenvormig wordt toegepast;

ERKENT dat het ruime toepassingsgebied van de wetgeving betreffende de interne markt en het specifieke karakter van de betrokken gebieden een gegronde, pragmatische en sectorgewijze aanpak van de sancties noodzakelijk maken;

KOMT OVEREEN dat doorzichtigheid van de nationale regelingen betreffende de sancties op niet nakoming van de uit het Gemeenschapsrecht voortvloeiende verplichtingen de Gemeenschap in staat kan stellen zich ervan te vergewissen dat deze nationale regelingen een evenredig en afschrikkend karakter hebben, en aldus het optreden van de Gemeenschap in dezen kan beperken tot wat voor de goede werking van de interne markt in elke betrokken sector strikt noodzakelijk is; dat, als er ten aanzien van de goede werking van de interne markt ernstige moeilijkheden worden geconstateerd die toe te schrijven zijn aan verschillen tussen de nationale sanctieregelingen, zo nodig oplossingen moeten worden gezocht om ervoor te zorgen dat de sancties waarborgen dat de wetgeving in de Unie overal even doeltreffend wordt toegepast, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de Lid-Staten en van de beginselen van het nationale recht van de Lid-Staten, in het licht van het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh (1992);

VERZOEKT de Lid-Staten:

a) de werkzaamheden betreffende de sancties op het gebied van de interne markt actief te ondersteunen,

b) gevolg te geven aan het verzoek van de Commissie te helpen bij de studies die zij met betrekking tot deze vraagstukken al begonnen is,

c) erop toe te zien dat bij de omzetting van de gemeenschapsbesluiten in hun nationaal recht maatregelen worden getroffen die ertoe leiden dat het Gemeenschapsrecht even doeltreffend en strikt wordt toegepast als het nationale recht en dat er betreffende de sancties bepalingen worden aangenomen die in ieder geval een doeltreffend, evenredig en afschrikkend karakter hebben,

d) ervoor te zorgen dat, wanneer dit nodig blijkt in het kader van de informatie over de omzetting en de toepassing van het Gemeenschapsrecht, aan de Commissie alle nuttige informatie wordt toegezonden over hun geldende sanctieregelingen;

MOEDIGT de Commissie AAN om als hoedster van de Verdragen en in het kader van haar initiatiefrecht:

a) zich te vergewissen van de correcte omzetting van de richtlijnen en, meer in het algemeen, toe te zien op de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van de Gemeenschapswetgeving betreffende de interne markt, ook op het gebied van de sancties, alsmede zich waar nodig verder in te zetten voor het uitbreiden van de administratieve samenwerking en de doeltreffendheid van de klachtprocedures te verbeteren;

b) de studies voort te zetten en uit te breiden waarmee zij een aanvang heeft gemaakt daar waar specifieke problemen rijzen waarvoor specifieke oplossingen zouden kunnen worden uitgewerkt;

c) indien nodig in de toekomstige voorstellen voor communautaire besluiten bepalingen betreffende sancties op te nemen en daarbij uit te gaan van de formuleringsvoorbeelden in haar mededeling van 3 mei 1995;

d) ervoor te zorgen dat de bepalingen betreffende de toe te passen sancties voortaan deel uitmaken van de maatregelen waarvan de kennisgeving krachtens de communautaire bepalingen betreffende de interne markt uitdrukkelijk vereist is;

e) in voorkomend geval maatregelen te treffen of voorstellen te doen om op passende wijze oplossingen aan te dragen voor de problemen die zich in het kader van de aldus in de praktijk gebrachte doorzichtigheid zouden voordoen, ook om er zo nodig voor te zorgen dat de sancties in de Unie overal even doeltreffend zijn, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de Lid-Staten en van de beginselen van hun nationale recht, in het licht van het subsidiariteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel;

f) met de problematiek van de op overtredingen van het Gemeenschapsrecht toe te passen sancties rekening te houden in haar jaarverslag over de daadwerkelijke toepassing van het Gemeenschapsrecht;

VERBINDT ZICH ERTOE in alle openheid en op constructieve wijze de voorstellen te bestuderen die de Commissie in de komende maanden zou indienen teneinde het doeltreffende, evenredige en afschrikkende karakter van de sancties op overtredingen van de regels van de interne markt te waarborgen.

(1) PB nr. C 334 van 18. 12. 1992, blz. 1.

(2) COM(93) 632 def.

(3) PB nr. C 179 van 1. 7. 1994, blz. 1.

(4) COM(95) 162 def.

(5) Jurispr. 1989, Zaak 68/88, r.o. 23 en 24, blz. 2984.