31995R2870

Verordening (EG) nr. 2870/95 van de Raad van 8 december 1995 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

Publicatieblad Nr. L 301 van 14/12/1995 blz. 0001 - 0005


VERORDENING (EG) Nr. 2870/95 VAN DE RAAD van 8 december 1995 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (4) de maximaal toegestane visserij-inspanningsniveaus per jaar voor bepaalde vangstgebieden zijn vastgesteld;

Overwegende dat op grond van Verordening (EG) nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 betreffende het beheer van de visserij-inspanningen voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (5) controle- en toezichtmaatregelen vastgesteld moeten worden teneinde te waarborgen dat de regeling voor het beheer van de visserij-inspanning wordt nageleefd;

Overwegende dat in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 685/95 is bepaald dat de Lid-staten de nodige maatregelen nemen om vaartuigen die hun vlag voeren te verplichten te melden wanneer zij visserijgebieden waarvoor qua visserij-inspanning of capaciteit beperkingen gelden, dan wel een haven in een dergelijk gebied, binnenvaren en uitvaren, en dat dit ook geldt voor het gebied ten zuiden van 56° 30′ noorderbreedte, ten oosten van 12° westerlengte en ten noorden van 50° 30′ noorderbreedte, hierna "Irish Box" genoemd;

Overwegende dat de Raad uiterlijk op 30 juni 1997 beslist over het voorstel van de Commissie van 12 juni 1995 betreffende de infrastructuur van de Gemeenschap voor het beheer van vangstgegevens in de communautaire wateren;

Overwegende dat in bepaalde afwijkingen moet worden voorzien voor vaartuigen die in specifieke omstandigheden vissen;

Overwegende dat de Lid-Staten derhalve vereenvoudigde meldingsregelingen moeten kunnen vaststellen voor vaartuigen die vissen in de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de Lid-Staat van de vlag of de Lid-Staat waar de vaartuigen geregistreerd zijn;

Overwegende dat kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die minder dan 72 uur op zee doorbrengen, eenvoudigheidshalve moet worden toegestaan vóór het vertrek van het vissersvaartuig één enkel visserij-inspanningsrapport mee te delen, dat alle krachtens die verordening vereiste gegevens bevat;

Overwegende dat de bovenbedoelde maatregelen in geen geval minder doeltreffend mogen zijn om de visserij-inspanningen te controleren dan de in die verordening bepaalde maatregelen en derhalve geen enkel vaartuig van de Gemeenschap mogen benadelen;

Overwegende dat moet worden bepaald dat toezicht moet worden gehouden op de dagen die de vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren in een bepaald vangstgebied doorbrengen; dat het derhalve van essentieel belang is dat de kapiteins van de vissersvaartuigen de dagen voor elke visserijtak in hun logboek registreren en dat de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten worden ingelicht met het oog op de controle op de visserijactiviteit;

Overwegende dat iedere Lid-Staat de nodige maatregelen moet nemen om de visserijactiviteit van vissersvaartuigen die vrijgesteld zijn van de verplichting om een logboek bij te houden steekproefsgewijs te controleren;

Overwegende dat de toegang tot de visserijtakken en tot de "Irish Box" zowel moet worden gecontroleerd door de vlaggestaat als door de Lid-Staat die verantwoordelijk is voor de controle in de wateren van een bepaalde visserijtak die onder zijn jurisdictie of soevereiniteit ressorteren; dat daarom moet worden bepaald dat de vlaggestaat de Commissie per computer de naamlijsten toezendt van de vaartuigen die mogen vissen in het kader van bepaalde visserijtakken en in de "Irish Box" en dat de Lid-Staat die verantwoordelijk is voor de controle toegang krijgt tot deze gegevens;

Overwegende dat de beperkingen van de visserij-inspanning zowel moeten worden beheerd op het niveau van de Lid-Staten als op het niveau van de Gemeenschap; dat de Lid-Staten de visserij-inspanning per visserijtak moeten registreren en de Commissie maandelijks de geaggregeerde gegevens over de visserij-inspanning moeten toezenden;

Overwegende dat moet worden bepaald dat, zodra de toegestane visserij-inspanning van een Lid-Staat voor een bepaalde visserijtak is opgebruikt, de vaartuigen die de vlag van die Lid-Staat voeren, de visserij in het kader van de betrokken visserijtak beëindigen;

Overwegende dat, om te waarborgen dat de beperkingen inzake de visserij-inspanning worden nageleefd, bepalingen moeten worden vastgesteld voor het gebruik van vistuig;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2847/93 (1) derhalve gewijzigd moet worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2847/93 wordt als volgt gewijzigd:

1. na artikel 19 wordt de volgende titel II bis ingevoegd:

"TITEL II bis Controle op de visserij-inspanning Artikel 19 bis 1. Het bepaalde in deze titel is van toepassing op vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2, 3, lid 5, en 9 van Verordening (EG) nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 betreffende het beheer van de visserij-inspanningen voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (*) zijn gemachtigd om visserijactiviteiten uit te oefenen in de visserijtakken zoals omschreven in bijlage I van die verordening en op vissersvaartuigen die door de Lid-Staten zijn gemachtigd gericht op demersale soorten te vissen in het gebied ten zuiden van 56° 30′ noorderbreedte, ten oosten van 12° westerlengte en ten noorden van 50° 30′ noorderbreedte, hierna de "Irish Box" genoemd.

2. Voor de toepassing van deze titel worden vaartuigen met een totale lengte van meer dan 18 meter gelijkgesteld aan vaartuigen van meer dan 15 meter tussen de loodlijnen. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de gekozen meetmethode. Vaartuigen die in totaal langer zijn dan 18 meter en van de Lid-Staten geen machtiging overeenkomstig de artikelen 2, 3, lid 5, en 9 van Verordening (EG) nr. 685/95 hebben ontvangen, mogen geen visserijactiviteiten uitoefenen in de in lid 1 bedoelde visserijtakken.

3. Onverminderd lid 1 zijn de artikelen 19 ter en 19 quater alleen van toepassing op vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die zijn gemachtigd gericht op demersale soorten te vissen.

Artikel 19 ter 1. Kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap melden de volgende gegevens in de vorm van een "visserij-inspanningsrapport":

- de naam, het externe identificatiemerkteken, het radio-oproepsignaal en de naam van de kapitein van het vaartuig;

- de geografische positie van het vaartuig waarop de melding betrekking heeft;

- de datum en het tijdstip van:

- het binnenvaren en het uitvaren van een haven binnen het gebied;

- het binnenvaren van een gebied;

- het uitvaren van een gebied.

2. Onverminderd lid 1 geldt voor vaartuigen die gebiedoverschrijdende visserijactiviteiten uitoefenen en de scheidingslijn tussen gebieden in een tijdvak van 24 uur meer dan eens overschrijden, doch binnen een zone van 5 mijl aan weerszijden van de scheidingslijn blijven, dat zij binnen dat tijdvak van 24 uur mededeling moeten doen van de eerste maal dat het gebied werd binnengevaren en de laatste maal dat het werd uitgevaren.

3. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat kapiteins of vertegenwoordigers van kapiteins van vaartuigen die hun vlag voeren de meldingsplicht naleven.

Artikel 19 quater 1. Kapiteins of vertegenwoordigers van kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap melden de in artikel 19 ter bedoelde gegevens per telex, per fax, via een telefonische mededeling die door de ontvanger naar behoren wordt geregistreerd, dan wel via een in de communautaire wetgeving voor de toezending van deze meldingen erkend radiostation of volgens een andere, overeenkomstig de procedure van artikel 36 erkende methode, gelijktijdig aan de bevoegde autoriteiten van:

- de Lid-Staat van de vlag,

en - de Lid-Staat of de Lid-Staten die verantwoordelijk is of zijn voor de controle, wanneer het betrokken vaartuig visserijactiviteiten gaat uitoefenen of heeft uitgeoefend in de wateren onder soevereiniteit of jurisdictie van die Lid-staat of die Lid-Staten.

Deze gegevens worden steeds onmiddellijk vóór het binnenvaren en het uitvaren meegedeeld. Indien het vaartuig wegens overmacht niet in staat is de mededeling door te geven, kan dit namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden gedaan.

2. Onverminderd lid 1 gelden voor vissersvaartuigen uit de Gemeenschap de volgende bepalingen:

- indien gebiedoverschrijdende visserijactiviteiten zoals bedoeld in artikel 19 ter worden uitgeoefend, brengen de kapiteins of hun vertegenwoordigers voor elk tijdvak van 24 uur een visserij-inspanningsrapport uit met betrekking tot de eerste maal dat het gebied werd binnengevaren en de laatste maal dat het werd uitgevaren;

- indien visserijactiviteiten worden uitgeoefend in de wateren onder soevereiniteit of jurisdictie van de Lid-Staat van de vlag van de Lid-staat waar de vaartuigen zijn geregistreerd, delen de kapiteins of hun vertegenwoordigers de krachtens artikel 19 ter vereiste gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van de vlag mee overeenkomstig de door die Staat vastgestelde regeling. Die regeling mag in geen geval minder doeltreffend zijn om de visserij-inspanning te controleren dan de in lid 1 bepaalde maatregelen. De Lid-Staat van de vlag stelt de Commissie tijdig in kennis van de overwogen regeling;

- indien minder dan 72 uur op zee wordt doorgebracht, maar in die tijd visserijactiviteiten worden uitgeoefend in de wateren onder soevereiniteit of jurisdictie van een andere Lid-Staat of Lid-Staten, delen de kapiteins of hun vertegenwoordigers de krachtens artikel 19 ter vereiste gegevens vóór het vertrek van het vaartuig volgens de in lid 1 bedoelde methodes mee aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten en van de Lid-Staat van de vlag. Deze bevoegde autoriteiten registreren deze gegevens per computer. Wijzigingen in de verstrekte gegevens worden door de kapitein of diens vertegenwoordiger onmiddellijk aan genoemde bevoegde autoriteiten meegedeeld.

3. Krachtens de communautaire wetgeving erkende real-time-computersystemen vormen echter een erkende communicatiemethode in de zin van lid 1.

Artikel 19 quinquies Uiterlijk op 30 juni 1997 neemt de Raad een beslissing over de door de Commissie voorgestelde bepalingen inzake vangstmeldingen en het geïntegreerde computersysteem voor de controle op de in artikel 19 ter bedoelde gegevens.

Artikel 19 sexies 1. Kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap registreren en boeken de in een vangstgebied doorgebrachte tijd als volgt:

Gesleept vistuig:

- de dag en het tijdstip waarop het vaartuig een vangstgebied binnenvaart of een haven in dat gebied uitvaart;

- de dag en het tijdstip waarop het vaartuig het betrokken gebied uitvaart of een haven in dat gebied binnenvaart.

Passief vistuig:

- de dag en het tijdstip waarop het vaartuig dat het passieve vistuig gebruikt, een vangstgebied binnenvaart of een haven in dat gebied uitvaart;

- de dag en het tijdstip waarop het passieve vistuig in het betrokken gebied wordt uitgezet of opnieuw wordt uitgezet;

- de dag en het tijdstip waarop de visserij met het passieve vistuig wordt beëindigd;

- de dag en het tijdstip waarop het vaartuig dat gebied uitvaart of een haven in dat gebied binnenvaart.

2. Onverminderd lid 1 geldt dat kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die gebiedsoverschrijdende visserijactiviteiten zoals bedoeld in artikel 19 ter uitoefenen, de datum en het tijdstip moeten registreren waarop zij een gebied voor het eerst binnenvaren respectievelijk voor het laatst uitvaren.

3. Kapiteins van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die gericht op demersale soorten vissen, registreren de krachtens artikel 19 ter vereiste gegevens in hun logboeken.

4. De Lid-Staat van de vlag voert steekproefcontroles uit om de totale in een visserijtak ontplooide visserij-inspanning te ramen voor de vaartuigen die vrijgesteld zijn van de verplichting om een logboek bij te houden.

5. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 19 septies 1. De Lid-Staat van de vlag completeert het bestand of de bestanden die zijn gemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 109/94 van de Commissie van 19 januari 1994 betreffende het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen (*) door daarin de gegevens over te nemen uit de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 685/95 bedoelde lijsten met namen van vaartuigen.

2. De Lid-Staat van de vlag verstrekt de in lid 1 bedoelde gegevens per computer en bij voorkeur via elektronische post, volgens de procedures die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 109/94.

3. Overeenkomstig de procedures van Verordening (EG) nr. 109/94, zorgt de Commissie ervoor dat de voor de controle verantwoordelijke Lid-Staten de beschikking hebben over de gegevens ter identificatie van de vaartuigen die toegang hebben tot hun wateren.

Artikel 19 octies Iedere Lid-Staat registreert aan de hand van de beschikbare gegevens, die in de logboeken zijn opgetekend dan wel zijn verzameld overeenkomstig artikel 19 sexies, lid 4, de visserij-inspanningen van de vaartuigen die zijn vlag voeren in iedere visserijtak, alsmede voor de visserij op demersale soorten in de "Irish Box", zoals bedoeld in artikel 19 bis.

Artikel 19 nonies Iedere Lid-Staat maakt een raming van de totale visserij-inspanning in de in artikel 19 bis bedoelde visserijtakken en de "Irish Box" door de vaartuigen die zijn vlag voeren en waarvan de lengte tussen de loodlijnen niet meer bedraagt dan 15 meter of niet meer dan 18 meter in totaal overeenkomstig artikel 19 bis, lid 2.

Artikel 19 decies Iedere Lid-Staat meldt de Commissie per computer volgens de procedures die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 109/94:

- vóór de 15e van iedere maand de geaggregeerde gegevens over de visserij-inspanning in de voorgaande maand in de in artikel 19 bis bedoelde visserijtakken en ten aanzien van demersale soorten in de "Irish Box";

- vóór het einde van de eerste maand van ieder kwartaal de geaggregeerde gegevens over de visserij-inspanning in het voorgaande kwartaal ten aanzien van pelagische soorten in de in artikel 19 bis bedoelde visserijtakken.";

2. na artikel 20 wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 20 bis 1. Vissersvaartuigen die vallen onder titel II en die visserijactiviteiten uitoefenen in de in artikel 19 bis bedoelde visserijtakken en in de "Irish Box" mogen uitsluitend de bij de betrokken visserij horende soort of soorten vistuig aan boord hebben en gebruiken.

2. Vissersvaartuigen die tijdens een zelfde visreis ook vissen in andere vangstgebieden dan bedoeld in lid 1, mogen het bij de visserij in die andere gebieden horende vistuig aan boord hebben, op voorwaarde dat het vistuig dat niet in de in artikel 19 bis bedoelde visserijtak of -takken en de "Irish Box" mag worden gebruikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20, lid 1, tweede alinea, zo is geborgen dat het niet direct kan worden gebruikt.

3. De bepalingen voor de identificatie van het passieve vistuig worden uiterlijk op 31 december 1996 vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.";

3. na artikel 21 worden de volgende artikelen ingevoegd:

"Artikel 21 bis Onverminderd artikel 3, lid 2, onder i), van Verordening (EG) nr. 685/95 en artikel 4, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (*) stelt iedere Lid-Staat de datum vast waarop de vaartuigen die zijn vlag voeren of die op zijn grondgebied geregistreerd staan, geacht worden de maximaal toegestane visserij-inspanning te hebben bereikt die voor een bepaalde visserijtak in laatstgenoemde verordening is vastgesteld.

Hij vaardigt voor de betrokken vaartuigen met ingang van die datum een voorlopig verbod uit op de visserijactiviteiten in deze visserijtak. Deze maatregel wordt onverwijld meegedeeld aan de Commissie, die de overige Lid-Staten ervan in kennis stelt.

Artikel 21 ter Wanneer de vaartuigen die de vlag van een Lid-staat voeren, geacht worden 70 % van de maximaal toegestane visserij-inspanning te hebben bereikt die in Verordening (EG) nr. 2027/95 voor een visserijtak is vastgesteld, stelt de betrokken Lid-Staat de Commissie in kennis van de op grond van artikel 7, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 685/95 getroffen maatregelen.

Artikel 21 quater 1. Aan de hand van de in artikel 19 decies bedoelde gegevens ziet de Commissie erop toe dat de toegestane maxima voor de visserij-inspanning die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2027/95 worden nageleefd.

2. Na ontvangst van een mededeling zoals bedoeld in artikel 21 bis of op eigen initiatief stelt de Commissie op grond van de beschikbare gegevens de datum vast waarop de totale toegestane visserij-inspanning van de betrokken Lid-Staat voor een bepaalde visserijtak wordt geacht te zijn bereikt. Met ingang van die datum mogen de vissersvaartuigen die de vlag van de betrokken Lid-Staat voeren, geen visserijactiviteiten meer uitoefenen in de betrokken tak van de visserij.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 8 december 1995.

Voor de Raad De Voorzitter J. A. GRIÑÁN

(*) PB nr. L 71 van 31. 3. 1995, blz. 5.

(*) PB nr. L 19 van 22. 1. 1994, blz. 5.

(*) PB nr. L 199 van 24. 8. 1995, blz. 1.