31995L0031

Richtlijn 95/31/EG van de Commissie van 5 juli 1995 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt

Publicatieblad Nr. L 178 van 28/07/1995 blz. 0001 - 0019


RICHTLIJN 95/31/EG VAN DE COMMISSIE

van 5 juli 1995

tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (1), gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG (2), inzonderheid op artikel 3, lid 3, onder a),

Overwegende dat, na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, voor alle zoetstoffen die in Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (3), worden genoemd, zuiverheidseisen dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat levensmiddelenadditieven die worden bereid volgens produktiemethoden of met uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding zijn beoordeeld of verschillen van die welke in deze richtlijn worden vermeld, aan een volledige beoordeling door het Wetenschappelijk Comité dienen te worden onderworpen, waarbij de nadruk met name op de zuiverheidseisen ligt;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De zuiverheidseisen die in artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 89/107/EEG worden genoemd, worden voor de in Richtlijn 94/35/EEG genoemde zoetstoffen in de bijlage vastgesteld.

2. De zuiverheidseisen voor E 420 (i), E 420 (ii) en E 421 die in de bijlage bij de onderhavige richtlijn zijn vervat, hebben voorrang boven de zuiverheidseisen voor genoemde stoffen die in de bijlage bij Richtlijn 78/663/EEG van de Raad (4) worden genoemd.

Artikel 2

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1996 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. Produkten die vóór deze datum in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en die niet aan deze richtlijn voldoen, mogen echter worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 5 juli 1995.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 27.

(2) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 1.

(3) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 3.

(4) PB nr. L 223 van 14. 8. 1978, blz. 7.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>