31995D0138

95/138/EG: Beschikking van de Commissie van 30 maart 1995 tot vaststelling van controlemethoden om de Nederlandse rundveebeslagen verder als officieel tuberculosevrij te kunnen erkennen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 091 van 22/04/1995 blz. 0053 - 0054


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 maart 1995 tot vaststelling van controlemethoden om de Nederlandse rundveebeslagen verder als officieel tuberculosevrij te kunnen erkennen (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst) (95/138/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op artikel 3, lid 14,

Overwegende dat in Nederland meer dan 99,9 % van de rundveebeslagen als officieel tuberculosevrij in de zin van artikel 2, onder d), van Richtlijn 64/432/EEG is erkend en sedert ten minste tien jaar aan de voorwaarden voor deze erkenning voldoet; dat althans in de afgelopen zes jaar jaarlijks bij niet meer dan 1 op 10 000 beslagen rundertuberculose is vastgesteld;

Overwegende dat alle in Nederland geslachte runderen na de slachting aan een onderzoek door een officiële dierenarts zijn onderworpen;

Overwegende dat, ter handhaving van de erkenning als officieel tuberculosevrij, controlemaatregelen ter verzekering van de doelmatigheid moeten worden vastgesteld; dat deze maatregelen op de specifieke gezondheidssituatie van de rundveebeslagen in Nederland moeten zijn afgestemd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Er wordt een identificatiesysteem ingevoerd, waardoor voor ieder rund kan worden nagegaan welk het beslag van oorsprong is en van welke andere beslagen het deel heeft uitgemaakt.

2. Ieder geslacht rund moet na de slachting aan een onderzoek door een officiële dierenarts worden onderworpen.

3. Ieder vermoeden van tuberculose bij een levend, dood of geslacht rund moet bij de bevoegde instanties worden aangegeven.

4. Bij ieder dier verrichten de bevoegde instanties de nodige onderzoekingen om dit vermoeden al dan niet te bevestigen en gaan zij na welk het beslag van oorsprong is en van welke andere beslagen het dier deel heeft uitgemaakt. Wanneer bij de keuring na de slachting of bij de slachting laesies worden ontdekt die op tuberculose kunnen wijzen, laten de bevoegde instanties deze laesies in een laboratorium onderzoeken.

5. De erkenning als officieel tuberculosevrij van het beslag van oorsprong van de verdachte runderen en van de andere beslagen waarvan zij deel hebben uitgemaakt, wordt geschorst totdat uit klinisch en laboratoriumonderzoek of uit tuberculinetests blijkt, dat de dieren niet mer rundertuberculose zijn besmet.

6. Wanneer het vermoeden van tuberculose door tuberculinetests of klinisch en laboratoriumonderzoek wordt bevestigd, wordt de erkenning als officieel tuberculosevrij van het beslag van oorsprong en van de andere beslagen waarvan de dieren deel hebben uitgemaakt, ingetrokken.

Artikel 2

De erkenning als officieel tuberculosevrij erkend beslag blijft ingetrokken totdat:

- alle als besmet beschouwde dieren uit het beslag zijn verwijderd,

- de gebouwen en het materieel zijn ontsmet,

- alle overblijvende runderen die minstens zes weken oud zijn, negatief gereageerd hebben op ten minste twee officiële intradermale tuberculinetests overeenkomstig bijlage B bij Richtlijn 64/432/EEG, waarbij de eerste test ten minste zes maanden nadat het besmette dier uit het beslag is verwijderd, en de tweede test ten minste zes maanden na de eerste moet zijn verricht.

Artikel 3

Gegevens over opnieuw besmette beslagen en een epizoötisch verslag moeten overwijld aan de Commissie worden toegezonden. Onder een "opnieuw besmet beslag" wordt verstaan, elk beslag waarvan een rund waarbij besmetting met Mycobacterium bovis is vastgesteld, deel heeft uitgemaakt.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 30 maart 1995.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 1977/64.