31994Y0117(01)

Speciaal verslag nr. 5/93 over de Bedrijfsinnovatiecentra vergezeld van het antwoord van de Commissie

Publicatieblad Nr. C 013 van 17/01/1994 blz. 0001 - 0011


INHOUD "" ID="1">Inleiding> ID="2">1 - 2 "> ID="1">Rechtsgrondslag en financieel beheer> ID="2">3 - 5 "> ID="1">Selectiecriteria> ID="2">6 - 8 "> ID="1">Toezicht en controle door de Commissie> ID="2">9 - 11"> ID="1">Evaluatie> ID="2">12 - 15"> ID="1"> "European Business and Innovation Centre Network"> ID="2">16 - 22"> ID="1">Conclusie> ID="2">23 - 26" ID="2">Blz." ID="1">Antwoord van de Commissie> ID="2">8 - 11">

SPECIAAL VERSLAG Nr. 5/93 over de Bedrijfsinnovatiecentra vergezeld van het antwoord van de Commissie (94/C 13/01)

INLEIDING

1. Ten einde het ontwikkelingspotentieel van de regio's te versterken financiert de Commissie sedert eind 1984 in industriële zones de instelling van Bedrijfsinnovatiecentra (BIC's). Een BIC is een instrument voor lokale ontwikkeling, waarin overheidsinstanties en ontwikkelingsbureaus, tezamen met de universiteiten, de onderzoekcentra, de financiële instellingen en de particuliere sector zijn verenigd, en dat de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen ten doel heeft. De BIC's moeten streven naar de exploitatie van de latente ontwikkelingsmogelijkheden van achtergebleven regio's die door de particuliere sector en in de traditionele instrumenten voor steunverlening aan de ondernemingen worden genegeerd of nauwelijks benut. Daarom mag een BIC zich er niet toe beperken om het gebruikelijke dienstenscala aan de ondernemingen aan te bieden, maar moet het ook van zijn ervaring gebruik maken om de beheerkwaliteiten te beoordelen van de ondernemers die een beroep op zijn diensten doen, met name door middel van een evaluatie van een zakenplan. Voor de oprichting van een BIC is vereist dat de diverse belanghebbende partners onderkennen dat er in hun regio behoefte aan een dergelijke instelling bestaat en dat zij concreet aan de ontwikkeling ervan moeten meewerken. Steun van de Gemeenschap moet de aanloopperiode van de BIC's mogelijk maken. Deze zouden op termijn zichzelf moeten financieren, hetgeen volgens de Commissie inhoudt dat zij de financiering van hun apparaatskosten moeten verzekeren op basis van hun ontvangsten, nationale steun of particuliere bijdragen. De BIC's en instellingen met een soortgelijk oogmerk zijn samengebracht in een netwerk dat wordt beheerd door een organisatie genaamd "European Business and Innovation Centre Network" (EBN). De Commissie draagt ook bij aan de financiering van het EBN, de diverse acties ter ondersteuning van de BIC's en de proefprojecten inzake beginkapitaal waaraan de BIC's deelnemen.

2. Het bedrag van de communautaire steun wordt vastgesteld in een contract tussen de Commissie en degenen die zich met stimulering van elk BIC bezighouden. In 1992 werden de beleidskredieten voor de BIC's opgenomen in het begrotingsonderdeel B2-601. Daarbij komen nog kredieten voor uitgaven ter ondersteuning van de BIC's, die zijn opgenomen in artikel B8-261. Per 31 december 1992 beliepen de definitieve kredieten die sedert 1984 in de diverse begrotingsonderdelen in kwestie waren opgenomen 42,1 Mio ECU en daarvan was 38,0 Mio ECU ofwel 90,3 % benut. De desbetreffende betalingskredieten beliepen 35,8 Mio ECU, waarvan 27,6 Mio ECU ofwel 77,1 % betaalbaar werden gesteld (zie tabel 1). RECHTSGRONDSLAG EN FINANCIEEL BEHEER

3. Er bestaan geen specifieke voorschriften voor de subsidies aan de BIC's, hoewel de Commissie op 23 januari 1987(1) ()

en 7 juli 1988(2) ()

bij de Raad voorstellen voor een besluit heeft ingediend. In de toelichtingen bij de begrotingen van de Commissie wordt voor de aan de BIC's toegewezen kredieten zowel verwezen naar de in het EGKS-Verdrag vermelde algemene richtsnoeren van het communautair beleid als naar de onderzoekprogramma's op het gebied van informatietechnologie (ESPRIT) en nieuwe technologieën (BRITE).

4. In het voorstel van de Commissie uit 1988 werd een bedrag van 15,5 Mio ECU geraamd om in de periode 1988-1991 een honderdtal BIC's en een EBN op te richten. Per 31 december 1992 had de Commissie betalingsverplichtingen aangegaan ten belope van 38,0 Mio ECU, ofwel bijna 250 % van het voorgestelde bedrag. Volgens de Commissie werd de verruiming van de voorziene toewijzing met name veroorzaakt door het nieuwe karakter van de BIC's en de verhoging van de kosten en de duur van de aanloopperiode, met name in de meest achtergebleven gebieden. Bovendien heeft de Commissie verwante acties ontwikkeld en gefinancierd.

5. Het maximumbedrag van de communautaire steun aan de BIC's wordt bepaald aan de hand van een financieringsplan dat op basis van de contracten tussen de centra en de Commissie wordt opgesteld. De steun wordt rechtstreeks aan de centra betaald, en wordt berekend volgens de werkelijke totale kosten van de uitvoering, dus de feitelijke kosten en de waarde van de bijdragen in natura. In veel gevallen vormen deze bijdragen een groot deel - soms meer dan 50 % - van de gedeclareerde ontvankelijke uitgaven (bij voorbeeld BIC Dublin). Ondanks het grote aandeel van de bijdragen in natura in de financiering van de BIC's en dus in de berekeningsgrondslag voor de communautaire steun, heeft de Commissie pas in 1989 normen terzake vastgelegd. SELECTIECRITERIA

6. Typerend voor de BIC's zijn hun industriële en innoverende bestemming en hun aanpak met speciale aandacht voor het begrip "zakenplan". De dossiers van de Commissie bevatten zelden informatie over de selectie van degenen die zich met stimulering van de BIC's bezighouden. Gelet op het grote aantal openbare en particuliere organen die kunnen bijdragen aan de oprichting van bedrijven, had de Commissie meer bekendheid moeten geven aan haar initiatieven om enerzijds de meest bekwame mensen voor het stimuleren van een BIC te kiezen en anderzijds te voorkomen dat centra worden gesteund die in bepaalde opzichten hetzelfde werk doen als reeds bestaande organisaties.

7. Zo heeft de prefect van een Franse regio zich erover beklaagd dat hij niet in kennis was gesteld van de oprichting van een BIC en om een betere cooerdinatie verzocht. In een ander geval (I - Chieti) heeft de Commissie steun verleend aan een BIC waarvan de beheerders voor dezelfde actie een steunaanvraag bij het EFRO hadden ingediend die de plaatselijke overheidsinstantie niet had doorgezonden wegens de gebreken van het voorgelegde dossier. Beklemtoond moet worden dat de oprichting van dit BIC zeer moeizaam is verlopen.

8. Ook bij de Commissie zelf liet de cooerdinatie te wensen over: in het kader van een nationaal programma van communautair belang (NPCB) kreeg een BIC op kosten van het EFRO een technologisch adviseur toegewezen. Deze uitlening van personeel werd door het bewuste BIC beschouwd als een bijdrage in natura die de ontvangen communautaire steun rechtvaardigde (F - Auvergne). TOEZICHT EN CONTROLE DOOR DE COMMISSIE

9. In verschillende gevallen werden betalingsverplichtingen aangegaan zonder voorafgaand visum van de financieel controleur. Zo werd op 19 oktober 1989 een subsidie van 250 000 ECU toegekend aan het EBN, dat deze subsidie op 30 oktober in ontvangst nam. Het desbetreffende voorstel tot het aangaan van een betalingsverplichting werd echter pas op 4 december 1989 ingediend en op 15 december, dus bijna twee maanden na de toekenning van de subsidie aan het EBN, van een visum voorzien. Een deel van deze subsidie was bestemd voor twee publikaties van de "Newsletter" vóór 31 december 1989. Maar slechts een daarvan werd binnen de gestelde termijn gepubliceerd en de kosten voor deze twee publikaties waren 5 375 ECU lager dan de ramingen; dat bedrag werd in juli 1992, dus met bijna twee jaar vertraging, vrijgemaakt.

10. Zoals opgemerkt in paragraaf 1 zouden de BIC's in principe moeten streven naar zelffinanciering. Deze verplichting bleek al heel snel zeer moeilijk te vervullen, aangezien de levensvatbaarheid van talrijke BIC's in het geding komt als ze geen externe steun ontvangen. De Commissie heeft de steunverlening dus voortgezet uit begrotingsonderdelen die niet voor de BIC's waren bestemd, met name in de vorm van EFRO-steun. De Commissie zou deze afzwakking van het zelffinancieringsprincipe nauwlettend in het oog moeten houden om te voorkomen dat blijvend communautaire steun aan deze centra wordt verleend.

11. Sommige BIC's ontvangen steun krachtens andere communautaire acties. Dat is het geval bij BIC's in België, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. In tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk is bij de door de Commissie gecofinancierde acties van steun aan bedrijven, laten sommige BIC's niet een deel van de kosten dragen door de begunstigden van hun acties. EVALUATIE

12. Volgens de voorstellen van de Commissie uit 1987 en 1988 zou om de twee jaar verslag worden uitgebracht. De Commissie heeft in 1988 tevergeefs getracht een evaluatie te verrichten. Daarna werd nog een enquête gehouden, die niet specifiek op de evaluatie van de BIC's was gericht, ofschoon op het formulier vragen in die zin voorkwamen, maar de verzamelde informatie is niet bruikbaar. Eind 1992 was nog geen enkele andere procedure voor de globale evaluatie van de BIC's ingevoerd.

13. Een der voornaamste doelstellingen van de BIC's is de stimulering van innoverende werkzaamheden. Alle activiteiten, produkten en procédés die nieuw zijn in de industrie van het betrokken gebied, gaan echter door voor innovatie. Dit concept houdt weliswaar rekening met de technologische ontwikkelingsgraad van de betrokken regio, maar voor de BIC's vormt het soms aanleiding om zich toe te leggen op de ontwikkeling van activiteiten van ondergeschikt belang. Bij de controle kwamen gevallen aan het licht waarin de BIC's projecten in de dienstensector steunden. Zo hielden sommige BIC's zich bezig met projecten zoals koeriersdiensten, kapperszaken of snelbuffetten.

14. Vaak blijven de bereikte resultaten ver achter bij de verwachtingen, want de tijd die nodig is voor de selectie en uitwerking van de projecten werd meestal onderschat, zeker in de beginperiode van de BIC-activiteiten. Bij verscheidene BIC's valt moeilijk vast te stellen welke rol ze precies spelen. In de praktijk kunnen de BIC's zeer uiteenlopende activiteiten verrichten, die gaan van een eenvoudig advies tot actieve medewerking aan het opzetten van de projecten. De Commissie zou erop moeten toezien dat de BIC's zich aan hun oorspronkelijke doelstellingen houden. In dit verband zij opgemerkt dat de Commissie van de 80 BIC's die zij sinds 1984 heeft gesteund 49 officieel als BIC's heeft erkend; 18 ervan verkeren nog in de aanloopfase en 13 zijn niet meer als BIC werkzaam (zie tabel 2). Bovendien bestaat er geen enkele procedure om de verstrekte communautaire middelen terug te vorderen als de BIC's hun doelstellingen niet realiseren.

15. Uit tabel 2 blijkt eveneens dat er, in verband met de geografische spreiding van de krediettoewijzing, ongelijkheden tussen landen en bedragen bestaan die niet kunnen worden gemotiveerd. "EUROPEAN BUSINESS AND INNOVATION CENTRE NETWORK"

16. Kort na de oprichting van het "European Business and Innovation Centre Network" (EBN) werd het secretariaat-generaal van deze organisatie toevertrouwd aan een voormalige ambtenaar van de Commissie, die tot 1986 de dienst voor het beheer van de steun aan de BIC's had geleid en dat jaar vrijwillig ontslag had genomen om in die functie te treden. Ernstige onregelmatigheden in het beheer van het EBN leidden in 1989 enerzijds tot zijn verwijdering en anderzijds tot een ingrijpende herziening van de subsidies voor het EBN voor 1990.

17. De betrokken ex-ambtenaar had in 1987 met zijn echtgenote een vennootschap voor dienstverlening(3) ()

opgericht die door het EBN werd betaald voor beheerstaken. In totaal heeft het EBN aan deze firma 11,3 Mio BF betaald, waarvan 1,785 Mio BF als schadevergoeding voor contractbreuk.

18. Voorts had de ambtenaar in kwestie eind 1988 meegewerkt aan de oprichting van een firma met de naam EBN Services N.V., die zich aanbood om het EBN te beheren tegen betaling van 90 % van de ontvangsten van EBN. Dit voorstel werd door de leden van het EBN onaanvaardbaar geacht. Maar doordat EBN Services N.V. op dezelfde plaats was gevestigd als het EBN en bepaalde kosten had gemaakt voor eigen werkzaamheden ontstond er tussen beide een geschil dat eind 1992 nog niet was beslecht.

19. De Commissie, die zelf de oprichting van het EBN heeft bewerkstelligd en de werkzaamheden financiert, had moeten zorgen voor meer doorzichtigheid in het beheerssysteem van het orgaan en voor een strenger toezicht op de activiteiten van de voornoemde ex-ambtenaar, teneinde de geconstateerde ontsporingen op operationeel en financieel vlak te voorkomen.

20. Nadien is het EBN gereorganiseerd; het telt momenteel ongeveer twintig personeelsleden, tegen twee in 1989. De communautaire subsidies dekken het tekort van het EBN tot een maximumbedrag dat bij contract wordt overeengekomen. De desbetreffende betalingsverplichtingen zijn aanzienlijk gestegen: van een gemiddelde van 0,3 Mio ECU in de jaren 1984-1990 tot 2 Mio ECU in 1991 en 1,8 Mio ECU in 1992 (zie tabel 3).

21. Deze subsidies worden uitbetaald volgens een systeem van voorschotten, en het saldo wordt betaald na de afsluiting van het EBN-begrotingsjaar. De betalingen van voorschotten en saldi worden verricht met grote vertraging en verplichtten het EBN in 1992 bij een financiële instelling een krediet aan te vragen om zijn werkzaamheden te kunnen voortzetten.

22. Het systeem van steun aan het EBN belet dit orgaan tevens kasmiddelen te vergaren teneinde zich zelfstandig te kunnen ontwikkelen. Elke winst die het EBN maakt vermindert immers zijn tekort en dus ook de door de Commissie te betalen subsidie voor de huishoudelijke uitgaven. Bovendien zijn de werkzaamheden van het EBN ten dele een "verlengstuk" van die van de beherende dienst (bij voorbeeld evaluatie van de BIC-activiteiten of van de verzoeken om steun voor de oprichting van een BIC), of werkzaamheden op verzoek van de Commissie. CONCLUSIE

23. De communautaire actie ten gunste van de BIC's zou, indien ze wordt voortgezet, aan betere voorschriften moeten worden gebonden, met name om de doelstellingen ervan te preciseren en te zorgen voor een betere doorzichtigheid. ID="1"> Tabel 1: Uitvoering van de begroting van de BIC's in de periode 1984-1992

"(ECU)">Jaar Post"> ID="1">1 500 000> ID="2">0> ID="3">1 500 000> ID="4">4 639> ID="5">1 495 361> ID="6">149 204> ID="7">1 346 157"> ID="1">0> ID="2">780 000> ID="3">780 000> ID="4">1 500> ID="5">778 500> ID="6">79 934> ID="7">698 566"> ID="1">2 900 000> ID="2">0> ID="3">2 900 000> ID="4">54 500> ID="5">2 845 500> ID="6">362 043> ID="7">2 483 457"> ID="1">2 000 000> ID="2">375 000> ID="3">2 375 000> ID="4">300> ID="5">2 374 700> ID="6">281 647> ID="7">2 093 053"> ID="1">4 400 000> ID="2"> 95 250> ID="3">4 304 750> ID="4">361 750> ID="5">3 943 000> ID="7">3 943 000"> ID="1">6 100 000> ID="3">6 100 000> ID="4">41 716> ID="5">6 058 284> ID="7">6 058 284"> ID="1">7 000 000> ID="2"> 285 000> ID="3">6 715 000> ID="4">760 922> ID="5">5 954 078> ID="6">2 748> ID="7">5 951 330"> ID="1">6 084 000> ID="2">2 018 975> ID="3">8 102 975> ID="4">179 637> ID="5">7 923 338> ID="6"> 55> ID="7">7 923 393"> ID="1">1 116 000> ID="2"> 473 000> ID="3">643 000> ID="4">158 648> ID="5">484 352> ID="6">60 631> ID="7">423 721"> ID="1">7 514 000> ID="3">7 514 000> ID="4">269 808> ID="5">6 989 972> ID="6">315 731> ID="7">6 674 241"> ID="1">1 116 000> ID="3">1 116 000> ID="4">725 141> ID="5">390 859> ID="7">390 859"> ID="1">39 730 000> ID="2">2 320 725> ID="3">42 050 725> ID="4">2 558 561> ID="5">39 237 944> ID="6">1 251 883> ID="7">37 986 061">

"(ECU)">Jaar Post"> ID="1">1 500 000> ID="2">0> ID="3">1 500 000> ID="4">153 843> ID="7">1 346 157"> ID="1">0> ID="2">780 000> ID="3">780 000> ID="4">81 434> ID="7">698 566"> ID="1">2 900 000> ID="2">0> ID="3">2 900 000> ID="4">416 543> ID="7">2 483 457"> ID="1">2 000 000> ID="2">375 000> ID="3">2 375 000> ID="4">281 947> ID="7">2 093 053"> ID="1">1 500 000> ID="2"> 95 250> ID="3">1 404 750> ID="4">1 010 319> ID="7">394 431"> ID="1">4 500 000> ID="3">4 500 000> ID="4">237 185> ID="7">4 262 815"> ID="1">7 000 000> ID="2"> 45 000> ID="3">6 955 000> ID="4">3 076 757> ID="7">3 878 243"> ID="1">5 384 000> ID="2">1 958 975> ID="3">7 342 975> ID="4">1 765 259> ID="7">5 577 716"> ID="1">1 116 000> ID="2"> 473 000> ID="3">643 000> ID="4">219 279> ID="7">423 721"> ID="1">6 300 000> ID="3">6 300 000> ID="4">711> ID="7">6 134 289"> ID="1">1 116 000> ID="3">1 116 000> ID="4">725 141> ID="7">269 488"> ID="1">33 316 000> ID="2">2 500 725> ID="3">35 816 725> ID="4">7 968 418> ID="7">27 561 936">

>Bron: Jaarrekening"

Tabel 2: Door de Commissie gesteunde bedrijfsinnovatiecentra "> Lijst van begunstigden"> ID="1">Charleroi> ID="2">115 652> ID="3">1984> ID="4">(1)"> ID="1">Geel-Turnhout> ID="2">73 458> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Liège> ID="2">53 400> ID="3">1990> ID="4">(1)"> ID="1">Berlin> ID="2">100 000> ID="3">1984> ID="4">(3)"> ID="1">Cloppenburg> ID="2">150 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Frankfurt (Oder)> ID="2">1 068 600> ID="3">1991> ID="4">(2)"> ID="1">Zwickau> ID="2">1 064 800> ID="3">1991> ID="4">(2)"> ID="1">Stendal> ID="2">722 450> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Thebes> ID="2">150 000> ID="3">1986> ID="4">(3)"> ID="1">Patras> ID="2">246 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Crete> ID="2">729 000> ID="3">1991> ID="4">(2)"> ID="1">Larissa> ID="2">428 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Bilbao> ID="2">147 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Barcelona > ID="2">160 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Madrid> ID="2">140 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Navarra> ID="2">331 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Sevilla> ID="2">475 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Valencia - Alcoy> ID="2">150 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Castilla y Léon> ID="2">465 000> ID="3">1989> ID="4">(1)"> ID="1">Extremadura> ID="2">363 000> ID="3">1989> ID="4">(2)"> ID="1">Aragon> ID="2">591 000> ID="3">1990> ID="4">(2)"> ID="1">Galicia> ID="2">718 000> ID="3">1991> ID="4">(2)"> ID="1">Murcia> ID="2">632 000> ID="3">1991> ID="4">(1)"> ID="1">Cantabria> ID="2">394 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Malaga> ID="2">686 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Thionville - Metz> ID="2">115 000> ID="3">1984> ID="4">(1)"> ID="1">Nancy> ID="2">80 000> ID="3">1985> ID="4">(1)"> ID="1">Nîmes> ID="2">175 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Poitiers> ID="2">120 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Dunkerque> ID="2">135 000> ID="3">1987> ID="4">(3)"> ID="1">Montpellier> ID="2">160 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Toulon> ID="2">130 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Clermont-Ferrand> ID="2">220 000> ID="3">1988> ID="4">(3)"> ID="1">Aveyron-Millau> ID="2">135 000> ID="3">1990> ID="4">(1)"> ID="1">Pays de la Loire> ID="2">224 000> ID="3">1990> ID="4">(3)"> ID="1">Le Creusot> ID="2">208 000> ID="3">1990> ID="4">(3)"> ID="1">La Rochelle> ID="2">217 000> ID="3">1990> ID="4">(2)"> ID="1">St-Étienne> ID="2">253 000> ID="3">1990> ID="4">(2)"> ID="1">Toulouse - Haute-Garonne> ID="2">163 800> ID="3">1991> ID="4">(1)"> ID="1">Cork> ID="2">145 000> ID="3">1984> ID="4">(1)"> ID="1">Dublin> ID="2">150 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Galway> ID="2">150 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Limerick> ID="2">135 000> ID="3">1986> ID="4">(1) "> ID="1">Genova> ID="2">145 000> ID="3">1984> ID="4">(1)"> ID="1">Pistoia> ID="2">115 000> ID="3">1984> ID="4">(3)"> ID="1">Bari> ID="2">500 000> ID="3">1985> ID="4">(1)"> ID="1">Foggia> ID="2">150 000> ID="3">1986> ID="4">(3)"> ID="1">Torino - Piemonte> ID="2">507 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Taranto> ID="2">100 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Battipaglia> ID="2">150 000> ID="3">1987> ID="4">(3)"> ID="1">Livorno> ID="2"> 140 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Siena> ID="2">320 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Ascoli Piceno-Teramo> ID="2">340 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Chieti> ID="2">280 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Salerno> ID="2">410 000> ID="3">1988> ID="4">(2)"> ID="1">Cagliari - Sardegna> ID="2">295 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Lazio> ID="2"> 395 000> ID="3">1989> ID="4">(2)"> ID="1">Palermo> ID="2">398 000> ID="3">1989> ID="4">(1)"> ID="1">Potenza> ID="2">485 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Senigaglia> ID="2">390 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Heerlen> ID="2">165 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Helmond> ID="2">107 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Enschede> ID="2"> 86 000> ID="3">1988> ID="4">(1)"> ID="1">Almada - Setúbal> ID="2">180 800> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Porto> ID="2">120 000> ID="3">1987> ID="4">(1)"> ID="1">Lisboa> ID="2">476 000> ID="3">1990> ID="4">(1)"> ID="1">Evora - Alentejo> ID="2">796 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Guimaraes> ID="2">229 000> ID="3">1992> ID="4">(2)"> ID="1">Swansea-Newcastle> ID="2">115 000> ID="3">1984> ID="4">(3)"> ID="1">Barnsley> ID="2">144 600> ID="3">1985> ID="4">(1)"> ID="1">Halifax - Calderdale> ID="2"> 80 000> ID="3">1985> ID="4">(3)"> ID="1">Londonderry-Derry> ID="2">100 000> ID="3">1985> ID="4">(1)"> ID="1">Cardiff> ID="2">110 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Chester - Cheshire> ID="2"> 75 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Clwyd> ID="2">150 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Lancashire> ID="2"> 85 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Glasgow - Strathclyde> ID="2">250 000> ID="3">1986> ID="4">(1)"> ID="1">Nottingham> ID="2">168 000> ID="3">1987> ID="4">(3)"> ID="1">Plymouth> ID="2"> 95 000> ID="3">1987> ID="4">(3)"> ID="1">Manchester> ID="2">523 000> ID="3">1990> ID="4">(1)"> ID="2">22 244 560""(1) Opgericht en erkend door de Europese Gemeenschap

(2) In voorbereiding

(3) Niet als BIC actief

Bron: SINCOM en DG XVI>

Tabel 3: Aan het EBN verleende communautaire subsidies (1984-1992) ">Jaar Post Vastleggingsnummer"> ID="1">185 000> ID="2">185 000> ID="4">0"> ID="1">230 000> ID="2">230 000> ID="4">0"> ID="1">16 500> ID="2">16 500> ID="4">0"> ID="1">170 000> ID="2">170 000> ID="4">0"> ID="1">685 000> ID="2">680 203> ID="3">4 797> ID="4">0"> ID="1">140 000> ID="2">45 000> ID="3">95 000> ID="4">0"> ID="1"> "> ID="1">62 881> ID="2">62 881> ID="4">0"> ID="1">250 000> ID="2">244 625> ID="3">5 375> ID="4">0"> ID="1">490 000> ID="2">450 000> ID="3">40 000> ID="4">0"> ID="1">2 089 140> ID="2">2 013 165> ID="3">75 975> ID="4">0"> ID="1">1 811 370> ID="2">905 685> ID="4">905 685"> ID="1">6 129 891> ID="2">5 003 059> ID="3">221 147> ID="4">905 685""Bron: SINCOM>

24. De Commissie zou voor een strakke cooerdinatie moeten zorgen tussen haar steun aan de BIC's en de acties voor regionale ontwikkeling die worden gesteund door haarzelf of door de nationale overheidsinstanties, vooral om dubbel werk te voorkomen en de mogelijke synergieën optimaal te benutten.

25. De Commissie dient een strikte methodologie te ontwerpen om het effect van de BIC's te evalueren en er met name voor te zorgen op de hoogte te zijn van de aan de BIC's betaalde overheidssteun, zodat zij kan bepalen in hoeverre de doelstelling van zelffinanciering is gerealiseerd en aldus kan beoordelen of de BIC's zelf voor de financiering van hun apparaatskosten kunnen zorgen, zonder steun van de Gemeenschap.

26. De Commissie zou het systeem van subsidies aan het EBN opnieuw moeten bezien en de mogelijkheid moeten overwegen om in haar betrekkingen met dit orgaan de gebruikelijke regels inzake dienstverlening - eventueel met gebruikmaking van inschrijvingsprocedures - toe te passen, teneinde de financiële betrekkingen tussen het EBN en de Commissie doorzichtiger te maken.Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld te harer zitting van 25 november 1993. Voor de Rekenkamer André J. MIDDELHOEK President ANTWOORD VAN DE COMMISSIE INLEIDING

1. Het gewijzigde voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad betreffende steun door de Gemeenschap aan de BIC's (PB nr. C 214 van 16.8.1988) behelsde dat zij moeten "streven naar zelffinanciering". Dit betekent niet dat zij zich volledig zelf moeten financieren, maar alleen dat een einde moet komen aan de fiananciële steun van de Gemeenschap. Zulks neemt niet weg dat een aantal BIC's verder steun blijven ontvangen uit andere communautaire bronnen dan de BIC-begrotingslijn, in situaties waarin aan de ter zake geldende voorwaarden is voldaan. RECHTSGROND EN FINANCIEEL BEHEER

3. Slotsom van de in 1988 gevoerde besprekingen over de voorgestelde verordening van de Raad was dat deze activiteiten dienden te worden beschouwd als modelacties met als doel de oprichting van een honderdtal centra, hetgeen in de ogen van de Commissie de kritische massa was waaraan in de achtergebleven regio's behoefte bestond.

Gezien de mechanismen die zijn vereist om de BIC's voor te bereiden en op te starten op basis van plaatselijke consensus, was het in het begin moeilijk te beoordelen hoelang het zou duren om dit doel te bereiken. Uiteindelijk was in mei 1993 de voorbereidende fase van 80 BIC's ondersteund. Sedert 1988 heeft de begrotingsautoriteit kredieten goedgekeurd voor de BIC's als modelacties.

5. Voorzieningen die werden verstrekt in de vorm van bijdragen in natura, zoals gebouwen en uitrusting, zijn middelen die anders op de commerciële markt hadden moeten worden aangekocht. Alleen diensten die rechtstreeks worden verleend voor de werking van het centrum mogen in aanmerking worden genomen. Als personeel naar een centrum wordt gedetacheerd, moeten precieze gegevens worden verstrekt over hun functie, de tijd die zij beschikbaar worden gesteld en de kosten die met hun inschakeling zijn gemoeid, en deze gegevens moeten officieel worden bevestigd door de donnateurs. Deze bijdragen worden vergeleken met de kosten die gemaakt hadden moeten worden indien de personeelsleden niet ter beschikking waren gesteld en moesten zijn aangeworven.

De waarde van deze bijdragen laat zich vrij gemakkelijk berekenen. De Commissie stemt er in beginsel mee in de bijdrage mede te financieren, voor zover zij kwantificeerbaar zijn; de ontvanger van de steun wordt zulks schriftelijk medegedeeld.

De richtlijnen inzake bijdragen in natura zijn steeds toegepast; in 1989 werden zij herzien en aangescherpt, bijvoorbeeld wat betreft de afschrijving van uitrusting, de overdracht van fondsen en de verwerving van inkomsten. SELECTIECRITERIA

6. Het systeem is bedoeld als een geïntegreerde aanpak ter bevordering en evaluatie van ondernemerschap en innove- rende projecten, de ontwikkeling van beheersvaardigheden en de voorbereiding van bedrijfsplannen met technisch en marketingadvies, zodat de toegang tot de kapitaalmarkt wordt vergemakkelijkt.

Uit hetgeen door de Gemeenschap in het begin van de jaren tachtig werd ondernomen om de oprichting van KMO's van betere kwaliteit te stimuleren en te begeleiden, inzonderheid in verband met de leningsoperaties van de EGKS in kolen- en staalgebieden waar bedrijven werden gesloten, alsmede in gebieden die door de achteruitgang van andere traditionele industrieën werden getroffen, bleek dat er behoefte bestaat aan het soort bijstand dat door de BIC's wordt verleend. Tijdens die beginperiode werd het idee van de BIC's door de Commissie en het pas opgerichte EBN gestimuleerd. Na deze eerste promotie-activiteit was het duidelijk dat er behoefte bestond aan en belangstelling voor een systeem voor de ontwikkeling van bedrijven; een grote reclamecampagne was dus niet nodig. Gezien de beperkte budgettaire middelen waarover kon worden beschikt om de BIC's te bevorderen, was het trouwens niet aangewezen grote bedragen aan publiciteit te besteden.

De drijfveer voor het opzetten van een BIC ligt in de erkenning door de overheid en de instanties die bij de oprichting en ontwikkeling van bedrijven in partnerschap met particuliere belangen in een bepaald gebied betrokken zijn dat het stimuleren van een BIC een onderdeel van hun economische ontwikkelingsstrategie moet zijn, waarvan zij bereid zijn de kosten te betalen. Het initiatief tot het oprichten van een BIC wordt genomen door een consortium van openbare en particuliere lichamen in het gebied en vloeit niet voort uit een selectie door de Commissie. Door de nadruk die wordt gelegd op het overkoepelende karakter van dit samenwerkingsverband van ondersteunende lichamen en de wijze waarop zij hun besluit nemen om tot de oprichting van een BIC over te gaan, wordt bovendien de mogelijkheid van overlapping met andere ontwikkelingsactiviteiten in hetzelfde gebied uitgesloten.

7. De regionale overheden worden geraadpleegd en voorgelicht over de bijstand van de Commissie bij de vorming van een BIC. In nagenoeg alle gevallen is de betrokken plaatselijke en regionale overheid een van de steunverleners van het BIC.

De opmerking over het Chieti-BIC lijkt te slaan op een project dat door een van de leden van het promotieconsortium werd ingediend voor medefinanciering door de Gemeenschap. Dit project viel buiten de activiteiten van het centrum. Deelname van een plaatselijke projectontwikkelaar aan een BIC-consortium betekent niet dat het zijn normale steunverlenende activiteiten ten behoeve van het MKB opschort of ervan afziet daarvoor het EFRO om steun te verzoeken.

8. Het klopt dat de terbeschikkingstelling van deeltijdpersoneel door een organisatie van het Departement in het kader van een nationale steunverlening aan het Auvergne-BIC mede door het Regionaal Fonds werd gefinancierd. Het was niet van meetaf aan duidelijk dat deze steun bijstand van het EFRO aantrok. Volgens de afrekening gaat het om 30 954 ecu. Samen met de aan het BIC verleende steun bleef dit binnen de vooraf vastgestelde limiet. TOEZICHT EN CONTROLE DOOR DE COMMISSIE

9. Slechts in zeldzame gevallen werden voorafgaand aan het visum van de financieel controleur verplichtingen aangegaan. Dit probleem, dat later is opgelost, was veroorzaakt doordat de benodigde documenten te laat door de verantwoordelijke instanties werden ingediend. Alles wordt in het werk gesteld om herhaling te voorkomen.

10 en 11. Een BIC wordt als regel ondersteund door zijn consortium van overheidsinstanties in partnerschap met andere belanghebbenden, met als oogmerk een beleidsdoelstelling van de overheid te verwezenlijken. Hoewel een BIC inkomsten kan verwerven uit vergoedingen voor zijn diensten, wordt het niet beschouwd als een commerciële onderneming die een autonome of winstgevende financiële status wil bereiken.

Krachtens de overeenkomst voor financiële bijstand uit de BIC-begrotingslijn moet een BIC een gedetailleerd financieel plan voor zijn aanloopperiode indienen. Gedurende deze periode, die nooit meer bedroeg dan 30 maanden, gaat de Commissie na of er geen rechtstreekse financiële steun uit andere communautaire bronnen wordt toegekend.

Eenmaal dat een centrum zijn voorbereidende fase met goed gevolg heeft afgesloten en het vaste vorm heeft gekregen, kan de bevoegde instantie van de Lid-Staat besluiten voor zijn activiteiten medefinanciering te vragen van de Structuurfondsen.

De Centra verwerven inkomsten door voor de diensten die zij verlenen commerciële tarieven aan te rekenen aan begunstigden die over de middelen beschikken om te betalen. Betaling voor dienstverlening kan worden uitgesteld totdat de bedrijven commercieel zijn gevestigd, hetgeen twee tot drie jaar in beslag kan nemen vanaf het ogenblik dat zij werden opgericht, zulks als onderdeel van de taak van de centra om het potentieel inzake oprichting van nieuwe bedrijven te realiseren. EVALUATIE

12. Elke BIC-overeenkomst bevat een bepaling met betrekking tot de evaluatie van de resultaten. Dit geschiedt op basis van het jaarverslag van het BIC. Er zijn tot twee en een half jaar mee gemoeid voordat een BIC een volledige operationele structuur heeft opgezet. Slechts een deel van de centra is momenteel volledig operationeel; de andere zijn al dan niet ver gevorderd met de voorbereidende fase. Eerst na nog eens twee jaar kunnen de door een BIC geadviseerde bedrijven worden beoordeeld.

Uit de evaluaties die tot nog toe werden uitgevoerd van de centra die volledig operationeel zijn blijkt dat er ongeveer 2 000 nieuwe innoverende bedrijven zijn opgericht en dat in de achtergebleven regio's van de Gemeenschap een duizendtal bedrijven is uitgebreid, hetgeen 15 000 nieuwe banen heeft opgeleverd.

Door de Commissie wordt momenteel een grootscheepse evaluatie van de tot nog toe opgedane ervaring uitgevoerd, die medio 1994 zal worden afgesloten; dit gebeurt in samenwerking met het EBN, dat in de toekomst een jaarlijkse evaluatie zal verrichten.

13. Ieder BIC moet in zijn eigen geografische context worden bekeken. De Commissie is er van overtuigd dat de BIC's hun functie als instrument van plaatselijke ontwikkeling vervullen. Dienstverlenende bedrijven worden niet uitgesloten. De BIC's hebben weliswaar primair tot taak steun te verlenen aan innoverende acties, maar dit behoeft niet het enige te zijn waar zij zich mee bezighouden.

14. De Commissie erkent dat er heel wat tijd nodig is; gelieve in dit verband kennis te nemen van de onder punt 12 gemaakte opmerkingen.

De Commissie hecht er belang aan dat de BIC's hun oorspronkelijke doeleinden blijven nastreven. Als dit niet mogelijk blijkt, zoals in de 13 door de Rekenkamer genoemde gevallen, trekt de Commissie haar steun in.

Waar nodig geldt de normale procedure (invorderingsopdrachten) voor het terugvorderen van steun van de Gemeenschap. Indien tijdens de voorbereidende, door het contract bestreken proefperiode duidelijk wordt dat een BIC zijn doelstellingen niet op correcte wijze nastreeft, wordt het contract verbroken en komt een einde aan de medefinanciering. De reeds overgedragen middelen worden niet ingevorderd, behalve indien voor reeds verleende diensten teveel werd betaald.

15. Zoals hiervoor werd opgemerkt vindt de oprichting van een BIC plaats nadat een consortium van openbare en particuliere belanghebbenden in het betrokken gebied tot het besluit is gekomen dat zij behoefte hebben aan een centrum, dat zij er gebruik van zullen maken en dat zij het zullen financieren. Steungenietende regio's in bepaalde Lid-Staten, zoals Frankrijk, Spanje en Italië, slaagden er eerder dan andere in een consensus te bereiken en ontplooien derhalve meer activiteiten.

De sociaal-economische kenmerken van de steungenietende regio's zijn verschillend van gebied tot gebied, evenals de door hun autoriteiten gevolgde aanpak om hun ondernemerscapaciteiten en zakelijke mogelijkheden te realiseren. Sommige regio's moeten van de grond af beginnen; andere hebben wellicht reeds enkele diensten die goed functioneren of een los geheel van diensten van uiteenlopende kwaliteit.

Ook zijn er grote verschillen wat betreft de mogelijkheden om over medefinanciering te kunnen beschikken. "EUROPEAN BUSINESS AND INNOVATION CENTRE NETWORK"

16 - 19. De betrekkingen tussen het "European Business and Innovation Centre Network" - EBN, een internationale organisatie met een wetenschappelijk en technologisch doel, en zijn secretaris-generaal zijn geregeld in het statuut van het EBN. Het besluit de secretaris-generaal aan te stellen werd genomen door de raad van bestuur overeenkomstig de desbetreffende statutaire bepalingen. Op 19 mei 1989 stemde de Algemene Vergadering van het EBN in met het ontslag van de secretaris-generaal.

De Commissie wil erop wijzen dat zij nooit in de beheersorganen van het EBN was vertegenwoordigd. Ambtenaren van de Commissie werden incidenteel uitgenodigd om bestuursvergaderingen van het EBN bij te wonen, zonder evenwel te mogen deelnemen aan de besluitvorming.

Wat de activiteiten van de voormalige personeelsleden van de Commissie betreft, werd door de Commissie op 1 januari 1993 een comité opgericht, bestaande uit de secretaris-generaal en verschillende directeuren-generaal, om zich namens de Commissie uit te spreken over elk mogelijk belangenconflict tussen de activiteiten van een personeelslid dat niet meer bij de Commissie werkzaam is en de verantwoordelijkheden die hij voorheen had op grond van het Statuut van toepassing op de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, in het bijzonder artikel 16.

20. Bij de reorganisatie van het EBN werden een nieuwe, meer doorzichtige beheerstructuur en een meer omvattend werkprogramma ontworpen, waarin specifieke projecten op het gebied van technische bijstand en ontwikkeling van het bedrijfsleven werden opgenomen; dit leidde tot uitbreiding van medefinanciering door de Gemeenschap. Het aandeel van de bijdrage van de Commissie in de ontvangsten van het EBN is echter teruggelopen.

21 en 22. De Commissie is het eens met de opmerkingen van de Rekenkamer en zal onderzoeken welke de mogelijkheden zijn voor een meer doeltreffende en sneller werkende methode om de steun van de Gemeenschap aan het EBN beschikbaar te stellen, onder meer om te voorkomen dat leningen moeten worden opgenomen of dat bij de uitvoering van de programma's vertragingen optreden wegens financiële tekorten. De hoofdoorzaak van de vertragingen was de wens te verifiëren dat de betalingen aan het EBN conform de voorwaarden hadden plaatsgevonden. CONCLUSIE

23. De Commissie is voornemens de steun van de Gemeenschap aan de BIC's tijdens de volgende programmaperiode (1994-1999) beter in te passen in de acties voor regionale ontwikkeling in het kader van de communautaire bestekken. Aldus zullen deze instrumenten voor plaatselijke ontwikkeling hun plaats krijgen in het algemene regionale ontwikkelingsverband.

24. Tijdens de periode dat een BIC wordt opgestart gaat de Commissie na of er geen directe financiële steun uit andere communautaire bronnen wordt verleend. De beginselen die ten grondslag liggen aan het begrip BIC en de wijze waarop zij worden toegepast staan er borg voor dat de werkzaamheden elkaar niet overlappen en dat een optimale synergie wordt bereikt.

25. De resultaten worden geëvalueerd aan de hand van de jaarverslagen van de BIC's. De Commissie voert momenteel een grootscheepse evaluatie uit van de ervaringen die tot nog toe werden opgedaan; dit gebeurt in samenwerking met het EBN, dat in de toekomst een jaarlijkse evaluatie zal verrichten.

De Commissie is op de hoogte van de financieringsbronnen van de BIC's, dank zij de financieringsprogramma's en onafhankelijke accountantscontroles. Een BIC wordt als regel gefinancierd door zijn samenwerkingsverband van publieke en particuliere sponsors. De Commissie vindt niet dat BIC's niet langer financiële steun van de overheid mogen vragen, gelet op de wezenlijke rol die zij vervullen om een van de doelstellingen van de overheid te verwezenlijken.

26. De Commissie zal onderzoeken welke de mogelijkheden zijn voor een meer doeltreffende en sneller werkende methode om de steun van de Gemeenschap aan het EBN ter beschikking te stellen en de mogelijkheid overwegen om de algemene voorschriften inzake dienstverlening ook op het EBN toe te passen.

(1)() PB C 33 van 11.2.1987, blz. 5.

(2)() PB C 214 van 16.8.1988, blz. 65.

(3)() Het kapitaal van deze firma beliep 2,1 Mio BF, waarvan 2,0 Mio BF werd gevormd door een bijdrage in natura, de "know-how" van de betrokken ambtenaar, berekend op basis van het bedrag van het contract tussen de vennootschap en het EBN.