31994R2991

Verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad van 5 december 1994 tot vaststelling van normen voor smeerbare vetprodukten

Publicatieblad Nr. L 316 van 09/12/1994 blz. 0002 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0084
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0084


VERORDENING (EG) Nr. 2991/94 VAN DE RAAD van 5 december 1994 tot vaststelling van normen voor smeerbare vetprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (4) één enkele definitie van interventieboter is vastgesteld;

Overwegende dat voorts ingevolge de artikelen 35 bis en 36 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (5) handelsnormen voor alle produkten van de sector moeten worden vastgesteld; dat deze normen, in het bijzonder voor margarine, met name betrekking kunnen hebben op de kwaliteitsindeling, waarbij rekening wordt gehouden met de afzetvereisten en de bijzondere omstandigheden waarin de produkten zich bevinden;

Overwegende dat de ontwikkeling van de produktietechnieken en van de eisen van de consumenten ertoe leidt dat de markt voor vaste vetten voor menselijke consumptie meer en meer wordt gediversifieerd;

Overwegende dat de in deze verordening bedoelde produkten als concurrerende produkten moeten worden beschouwd, aangezien zij bepaalde vergelijkbare kenmerken hebben, met name wat het aspect en het gebruikt ervan betreft;

Overwegende dat derhalve de vaststelling van handelsnormen, voor enerzijds zuivelprodukten en anderzijds andere dan zuivelprodukten, met een duidelijke en aparte indeling en regels voor de benaming van de produkten dienstig is voor de stabiliteit van de betrokken landbouwmarkten en tot een billijke levensstandaard van de landbouwbevolking kan bijdragen;

Overwegende dat het vetgehalte het essentiële element van die produkten is; dat het overgrote deel van de produkten die in de handel zijn en met name de voor de eindverbruiker bestemde produkten, voor menselijke consumptie bestemde produkten zijn met een vetgehalte van ten minste 10 en minder dan 90 gewichtspercenten;

Overwegende dat de consument aan de hand van een uniforme indeling van alle betrokken produkten gemakkelijker een keuze kan maken uit produkten die enerzijds wat het algemeen vetgehalte betreft vergelijkbaar zijn, maar anderzijds naar gelang van de gebruikte plantaardige en/of dierlijke vetten verschillen;

Overwegende dat de werkingssfeer van de verordening alle concurrerende produkten moet omvatten die een vetgehalte van ten minste 10 en minder dan 90 gewichtspercenten hebben en bestemd zijn om in ongewijzigde staat aan de eindverbruiker te worden geleverd;

Overwegende dat het, niettegenstaande het waarborgen van de vrijheid om produkten met verschillend vetgehalte te fabriceren, dienstig is om bij de consument verwarring te voorkomen en, gezien de voor melk opgedane ervaring, te bepalen dat de benamingen "boter" en "margarine" slechts voor bepaalde categorieën produkten waarvan het vetgehalte duidelijk is bepaald, mogen worden gebruikt;

Overwegende dat een dergelijk kader van communautaire regels voorts ertoe bijdraagt dat de handel onder de voorwaarden van een eerlijke mededinging verloopt;

Overwegende dat met het oog op de gewenste duidelijkheid benamingen voor alle betrokken produkten moeten worden vastgesteld; dat de verlaging van het vetgehalte in de benaming moet worden aangegeven;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de produkten slechts voor eindgebruik mogen worden geleverd indien zij aan de eisen van deze verordening voldoen; dat produkten die niet onder de werkingssfeer van deze verordening vallen aan de consument kunnen worden geleverd of afgestaan, voor zover geen in deze verordening gedefinieerde verkoopbenaming wordt gebruikt;

Overwegende dat deze verordening moet worden toegepast onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad van 2 juli 1987 betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelprodukten bij het in de handel brengen (6); dat dit eveneens het geval is voor de communautaire bepalingen die in de levensmiddelen- en in de veterinaire sector zijn vastgesteld om de inachtneming van de gezondheids- respectievelijk de etiketteringsvoorschriften te waarborgen;

Overwegende dat een aantal bepalingen dient te worden vastgesteld ter aanvulling van Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen, alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (7); dat die bepalingen met name betrekking moeten hebben op de vermelding van het totale vetgehalte en van sommige bestanddelen van uit verschillende plantaardige en dierlijke vetten samengestelde vetten;

Overwegende dat met het oog op een coherente regeling voor de uit derde landen ingevoerde produkten gelijkwaardige eisen moeten gelden;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de Lid-Staten voor inbreuken op deze verordening in passende controles en in passende sancties voorzien;

Overwegende dat de bepalingen van deze verordening niet afdoen aan de tariefindeling van de betrokken produkten;

Overwegende dat een voldoende lange termijn moet worden vastgesteld om enerzijds elk produkt dat in de handel is, aan de vastgestelde voorschriften te kunnen aanpassen en anderzijds de voorraden verpakkingen met een etikettering die volgens de vroeger geldende nationale wetgeving was toegestaan, te kunnen opgebruiken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In deze verordening worden normen vastgesteld voor

a) melkvetten van de GN-codes 0405 en ex 2106,

b) vetten van GN-code ex 1517 en

c) uit plantaardige en/of uit dierlijke produkten samengestelde vetten van de GN-codes ex 1517 en ex 2106,

met een vetgehalte van ten minste 10 en minder dan 90 gewichtspercenten, die voor menselijke consumptie bestemd zijn.

Het vetgehalte, exclusief het toegevoegde zout, moet ten minste twee derde van de droge stof uitmaken.

2. Deze verordening geldt voor produkten die bij een temperatuur van 20 °C vast blijven en die geschikt zijn om als smeerbare vetprodukten te worden gebruikt.

3. Deze verordening geldt onverminderd Verordening (EEG) nr. 1898/87 en de in de veterinaire en de levensmiddelensector vastgestelde bepalingen om de inachtneming van de voor de produkten geldende gezondheids- en hygiënenormen te garanderen en de gezondheid van mens en dier te beschermen.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde produkten mogen slechts dan zonder verwerking rechtstreeks of via restaurants, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke instellingen aan de eindverbruiker worden geleverd of afgestaan, indien zij aan de in de bijlage vastgestelde eisen voldoen.

2. Onverminderd artikel 3, lid 2, en artikel 5, zijn de verkoopbenamingen van deze produkten die welke in de bijlage zijn vermeld.

De verkoopbenamingen van de bijlage zijn uitsluitend bestemd voor de daar omschreven produkten.

Dit lid is echter niet van toepassing

- op de aanduiding van produkten waarvan de exacte aard vanwege traditioneel gebruik duidelijk is bepaald en/of wanneer de aanduiding duidelijk gebruikt wordt om een kwaliteitskenmerk van het produkt te beschrijven;

- op geconcentreerde produkten (boter, margarine, melanges) met een vetgehalte van ten minste 90 %.

Artikel 3

1. Behalve de bepalingen van Richtlijn 79/112/EEG moeten de etikettering en de aanbiedingsvorm voor de in artikel 2, lid 1, bedoelde produkten de volgende vermeldingen bevatten:

a) de in de bijlage bepaalde verkoopbenaming;

b) het totale vetgehalte in gewichtspercenten op het moment van bereiding voor de in de bijlage bedoelde produkten;

c) het gehalte aan plantaardig vet, melkvet of ander dierlijk vet, in afnemende volgorde naar gewicht, als percentage van het totaalgewicht op het moment van bereiding voor de in de bijlage, deel C, bedoelde samengestelde vetten;

d) voor de in de bijlage bedoelde produkten het percentage zout, bijzonder goed leesbaar in de lijst van ingrediënten.

2. In afwijking van lid 1, onder a), mogen als verkoopbenaming voor de in de bijlage, deel B, punt 3, bedoelde produkten de termen "minarine" of "halvarine" worden gebruikt.

3. De in lid 1, onder a), bedoelde verkoopbenaming mag worden aangevuld met een of meer termen om de plante- en/of diersoort waarvan de produkten afkomstig zijn, of de beoogde gebruiksbestemming aan te geven; tevens mag de verkoopbenaming worden aangevuld met andere termen betreffende de produktiemethode, mits deze termen niet in strijd zijn met andere communautaire bepalingen, met name die van Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwprodukten en levensmiddelen (8). Ook mogen, onder voorbehoud van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwprodukten en levensmiddelen (9), aanduidingen betreffende de geografische oorsprong worden gebruikt.

4. De aanduiding "plantaardig" mag samen met de verkoopbenamingen in de bijlage, deel B, gebruikt worden, indien het produkt alleen vet van plantaardige oorsprong bevat, met een tolerantie van 2 % van het vetgehalte voor dierlijk vet. Deze tolerantie is ook van toepassing wanneer wordt verwezen naar een plantesoort.

5. De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde vermeldingen moeten gemakkelijk te begrijpen zijn en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters en cijfers op een duidelijk zichtbare plaats worden aangebracht.

6. Voor bepaalde vormen van reclame kunnen volgens de procedure van artikel 9 bijzondere maatregelen worden genomen voor de in lid 1, onder a) en b), bedoelde vermeldingen.

Artikel 4

De term "traditioneel" mag in combinatie met de in de bijlage, deel A, punt 1, neergelegde vermelding "boter" worden gebruikt, wanneer het produkt rechtstreeks verkregen wordt uit melk of room.

In dit artikel wordt verstaan onder room: het produkt dat wordt verkregen uit melk, in de vorm van een emulsie van het type olie in water, met een melkvetgehalte van ten minste 10 %.

Artikel 5

1. Voor in de bijlage bedoelde produkten zijn vermeldingen verboden waarbij een ander dan het daar vermelde vetgehalte wordt genoemd, geïmpliceerd of gesuggereerd.

2. In afwijking van lid 1 mogen de volgende vermeldingen worden toegevoegd:

a) "met verminderd vetgehalte", voor produkten die overeenkomstig de bijlage meer dan 41 % en ten hoogste 62 % vet bevatten;

b) "met laag vetgehalte" of "light", voor produkten die overeenkomstig de bijlage ten hoogste 41 % vet bevatten.

De vermelding "met verminderd vetgehalte" respectievelijk de vermeldingen "met laag vetgehalte" of "light" mogen echter in de plaats komen van de vermeldingen "3/4" respectievelijk "halfvolle" uit de bijlage.

Binnen vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening gaat de Raad aan de hand van een verslag van de Commissie na hoe het onderhavige lid is toegepast.

3. Bij wijze van afwijking mogen de in lid 1 bedoelde vermeldingen voor een overgangsperiode van vijf jaar na de datum van bekendmaking van deze verordening nog worden aangebracht op produkten waarvoor deze vermeldingen op 31 december 1993 reeds werden gebruikt en die in een Lid-Staat rechtmatig in de handel worden gebracht.

Artikel 6

1. Met inachtneming van de bepalingen van deze verordening mogen de Lid-Staten nationale bepalingen inzake andere kwaliteitsniveaus vaststellen of handhaven. Zij moeten de mogelijkheid bieden om deze verschillende kwaliteitsniveaus te beoordelen aan de hand van criteria inzake met name de verwerkte grondstoffen, de organoleptische kenmerken van de produkten en hun fysische en microbiologische stabiliteit.

De Lid-Staten die van deze mogelijkheid gebruik maken, dragen er zorg voor dat de produkten van de andere Lid-Staten die aan de in deze bepalingen vastgestelde criteria voldoen, onder niet-discriminerende voorwaarden toegang krijgen tot het gebruik van vermeldingen die uit hoofde van deze bepalingen aangeven dat aan deze criteria wordt voldaan.

2. De in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde verkoopbenamingen mogen worden aangevuld met een verwijzing naar het specifieke kwaliteitsniveau van het betrokken produkt.

3. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de controle op de toepassing van alle in lid 1, eerste alinea, bedoelde criteria voor de bepaling van de kwaliteitsniveaus te waarborgen. De controle bestrijkt ook het eindprodukt en wordt door een of meer door de Lid-Staat aangewezen publiekrechtelijke instanties of door een door de Lid-Staat erkende en gecontroleerde instantie geregeld en frequent uitgevoerd. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de lijst van de door hen aangewezen instanties.

Artikel 7

In de Gemeenschap ingevoerde produkten moeten in de in artikel 2, lid 1, bedoelde gevallen aan de bepalingen van deze verordening voldoen.

Artikel 8

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden volgens de procedure van artikel 9 vastgesteld; dit geldt met name voor:

- de lijst van de in artikel 2, lid 2, derde alinea, eerste streepje, bedoelde produkten, op grond van de door de Lid-Staten aan de Commissie toegezonden lijsten;

- de analysemethoden voor de controle op de samenstelling en de bereidingskenmerken van de in artikel 1 bedoelde produkten;

- de voorschriften inzake monsterneming;

- de voorschriften voor het verzamelen van statistische gegevens over de markten voor de in artikel 1 bedoelde produkten.

Artikel 9

Ingeval naar dit artikel wordt verwezen, worden de betrokken maatregelen volgens artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 en artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG vastgesteld.

Artikel 10

Elke Lid-Staat stelt de daadwerkelijk toe te passen sancties in geval van inbreuk op deze verordening en, in voorkomend geval, de voor de uitvoering van deze verordening dienstige maatregelen vast. De Lid-Staten stellen de Commissie vóór 1 januari 1997 in kennis van de betrokken sancties en maatregelen.

Artikel 11

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1996.

2. In afwijking van artikel 2, lid 1, mogen produkten die zich op 31 december 1995 in een Lid-Staat in de handel bevinden en die niet aan de in de bijlage genoemde eisen voldoen, tot en met 31 december 1997 worden geleverd of afgestaan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 5 december 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

Th. WAIGEL

(1) PB nr. C 36 van 14. 2. 1992, blz. 12, en PB nr. C 62 van 4. 3. 1993, blz. 10

(2) PB nr. C 337 van 21. 12. 1992, blz. 236.

(3) PB nr. C 223 van 31. 8. 1992, blz. 64.

(4) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2807/94 (PB nr. L 298 van 19. 11. 1994, blz. 1).

(5) PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3179/93 (PB nr. L 285 van 20. 11. 1993, blz. 9).

(6) PB nr. L 182 van 3. 7. 1987, blz. 36. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 222/88 (PB nr. L 28 van 1. 2. 1988, blz. 1).

(7) PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/72/EEG van de Commissie (PB nr. L 42 van 15. 2. 1991, blz. 27).

(8) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 9.

(9) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 1.

BIJLAGE

"" ID="1">A. Melkvetten> ID="2">1. Boter> ID="3">Het produkt met een melkvetgehalte van ten minste 80 % en minder dan 90 % en een gehalte aan water van ten hoogste 16 % en aan droge en vetvrije, van melk afkomstige stof van ten hoogste 2 %."> ID="1">De produkten in de vorm van een vaste en kneedbare emulsie, voornamelijk van het type water in olie, die uitsluitend van melk en/of van bepaalde zuivelprodukten zijn afgeleid en van welke produkten het vet het essentiële valoriserende bestanddeel is; andere bij de bereiding benodigde stoffen mogen evenwel worden toegevoegd, mits deze stoffen niet gebruikt worden voor volledige of gedeeltelijke vervanging van een van de melkbestanddelen.> ID="3">Het produkt met een melkvetgehalte van ten minste 60 % en ten hoogste 62 %."> ID="3">Het produkt met een melkvetgehalte van ten minste 39 % en ten hoogste 41 %."> ID="3">Het produkt met de volgende melkvetgehalten:"> ID="2">2. 3/4 boter (1)()> ID="3">- minder dan 39 %"> ID="3">- meer dan 41 % en minder dan 60 %"> ID="2">3. Halfvolle boter (2)()> ID="3">- meer dan 62 % en minder dan 80 %."> ID="2">4. Melkvetprodukt X %""

>

"" ID="1">B. Vetten> ID="2">1. Margarine> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit plantaardige en/of uit dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 80 % en minder dan 90 %."> ID="1">De produkten in de vorm van een vaste en kneedbare emulsie, voornamelijk van het type water in olie, die van vaste en/of vloeibare plantaardige en/of dierlijke vetten zijn afgeleid, voor menselijke consumptie geschikt zijn en een melkvetgehalte hebben van niet meer dan 3 % van het totale vetgehalte.> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit plantaardige en/of uit dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 60 % en ten hoogste 62 %."> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit plantaardige en/of uit dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 39 % en ten hoogste 41 %."> ID="2">2. 3/4 margarine (3)()> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit plantaardige en/of uit dierlijke vetten, met de volgende vetgehalten:"> ID="3">- minder dan 39 %"> ID="3">- meer dan 41 % en minder dan 60 %"> ID="2">3. Halfvolle margarine (4)()> ID="3">- meer dan 62 % en minder dan 80 %."> ID="2">4. Produkt met X % vet""

>

"" ID="1">C. Uit plantaardige en/of uit dierlijke produkten samengestelde vetten:> ID="2">1. Melange> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit een melange van plantaardige en/of van dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 80 % en minder dan 90 %."> ID="1">De produkten in de vorm van een vaste of kneedbare emulsie, voornamelijk van het type water in olie, die van vaste en/of vloeibare plantaardige en/of dierlijke vetten zijn afgeleid, voor menselijke consumptie geschikt zijn en een melkvetgehalte hebben van ten minste 10 % en ten hoogste 80 % van het totale vetgehalte.> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit een melange van plantaardige en/of van dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 60 % en ten hoogste 62 %."> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit een melange van plantaardige en/of van dierlijke vetten, met een vetgehalte van ten minste 39 % en ten hoogste 41 %."> ID="2">2. 3/4 melange (5)()> ID="3">Het produkt dat wordt verkregen uit een melange van plantaardige en/of van dierlijke vetten, met de volgende vetgehalten:"> ID="3">- minder dan 39 %"> ID="3">- meer dan 41 % en minder dan 60 %"> ID="2">3. Halfvolle melange (6)()> ID="3">- meer dan 62 % en minder dan 80 %."> ID="2">4. Melangeprodukt X %""

>

NB: Het melkvetbestanddeel van de in de bijlage genoemde produkten mag alleen via fysische processen gewijzigd worden.

(1)() Stemt in het Deens overeen met "smoer 60".

(2)() Stemt in het Deens overeen met "smoer 40". (3)() Stemt in het Deens overeen met "margarine 60".

(4)() Stemt in het Deens overeen met "margarine 40". (5)() Stemt in het Deens overeen met "blandingsprodukt 60".

(6)() Stemt in het Deens overeen met "blandingsprodukt 40".