31994D0801

94/801/EG: Beschikking van de Raad van 23 november 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang (1994-1998)

Publicatieblad Nr. L 334 van 22/12/1994 blz. 0001 - 0023
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 29 blz. 0156
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 29 blz. 0156


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 23 november 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang (1994-1998) (94/801/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 I, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het Europees Parlement en de Raad bij Besluit nr. 1110/94/EG (4) een vierde kaderprogramma voor communautaire acties op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO) hebben vastgesteld voor de periode 1994-1998, waarin met name de activiteiten zijn omschreven die moeten worden uitgevoerd op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang; dat in deze beschikking rekening wordt gehouden met de in de preambule van dat besluit uiteengezette overwegingen;

Overwegende dat in artikel 130 I, lid 3, is bepaald dat het kaderprogramma moet worden uitgevoerd door middel van specifieke programma's die binnen elke activiteit van het kaderprogramma worden ontwikkeld; dat in elk specifiek programma de nadere bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de noodzakelijk geachte middelen worden vastgesteld;

Overwegende dat het voor de uitvoering van dit programma noodzakelijk geachte bedrag 843 miljoen ecu beloopt, dat de kredieten per begrotingsjaar worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit afhankelijk van de volgens de financiële vooruitzichten beschikbare middelen en de in artikel 1, lid 3, van Besluit nr. 1110/94/EG vastgestelde voorwaarden;

Overwegende dat dit programma een belangrijke bijdrage kan leveren tot de stimulering van de groei, de versterking van het concurrentievermogen en de ontwikkeling van werkgelegenheid in de Gemeenschap, zoals aangegeven in het Witboek "Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid"; dat de Europese Raad op 10 en 11 december 1993 in Brussel heeft besloten op basis van het Witboek een actieplan ten uitvoer te leggen dat steunt op concrete maatregelen op het niveau van de Europese Unie en de Lid-Staten, met name op het gebied van de infrastructuur voor informatica en nieuwe telematicatoepassingen;

Overwegende dat de ontwikkeling en invoering van nieuwe generaties telematicasystemen en -diensten essentieel is voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid, in het bijzonder voor de consolidatie van de interne markt, de doelmatigheid van de samenwerking tussen Europese onderzoekers en de verhoging van het concurrentievermogen van de Europese industrie;

Overwegende dat telematicatoepassingen bijdragen tot de verbetering van de kwaliteit en de economische doelmatigheid van de openbare dienstverlening, de toegang tot kennisbronnen en de levensomstandigheden van de burgers; dat zij de verzameling en uitwisseling van elektronische informatie in alle talen van de Europese Unie stimuleren;

Overwegende dat het essentieel is dat de gebruikers betrokken worden bij alle fasen van OTO-projecten teneinde hun behoeften kenbaar te kunnen maken, en dat zij de resultaten leren benutten;

Overwegende dat de inhoud van het vierde kaderprogramma voor communautaire OTO-acties is vastgesteld overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel; dat in dit specifieke programma de inhoud is omschreven van de overeenkomstig dit beginsel uit te voeren activiteiten op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang;

Overwegende dat in Besluit nr. 1110/94/EG is bepaald dat een communautaire actie onder meer is gerechtvaardigd als onderzoek bijdraagt tot de versterking van de economische en sociale samenhang van de Gemeenschap en de harmonieuze algemene ontwikkeling daarvan bevordert, met inachtneming van de wetenschappelijke en technische kwaliteit; dat dit programma beoogt bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen;

Overwegende dat de Gemeenschap enkel hoogwaardige OTO-activiteiten moet steunen;

Overwegende dat de regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra (waaronder het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO)) en universiteiten alsmede de regels voor de verspreiding van de onderzoekresultaten als vermeld bij de maatregelen van artikel 130 J op dit specifieke programma van toepassing zijn;

Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen ter bevordering van de deelneming van het midden- en kleinbedrijf (MKB), met name technologische stimuleringsmaatregelen;

Overwegende dat de Commissie haar inspanningen om de aanmeldings- en selectieprocedures te vereenvoudigen, te bespoedigen en doorzichtiger te maken, moet voortzetten zodat het programma effectief wordt uitgevoerd en het voor bedrijven, met name voor het MKB, onderzoekcentra en universiteiten gemakkelijker wordt gemaakt om aan een communautair OTO-project deel te nemen;

Overwegende dat dit programma zal bijdragen tot een grotere synergie tussen de OTO-activiteiten op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang door onderzoekcentra, universiteiten en bedrijven, met name het MKB, in de Lid-Staten en tussen deze activiteiten en overeenkomstige communautaire OTO-activiteiten;

Overwegende dat, gezien de toenemende convergentie tussen informatietechnologieën, telecommunicatietechnologieën en telematica, het onderhavige programma moet worden uitgevoerd in nauwe cooerdinatie met de onderzoekprogramma's voor de sectoren informatietechnologie en geavanceerde communicatietechnologieën en -diensten om de synergetische effecten daarvan te versterken;

Overwegende dat het passend kan zijn internationale samenwerking met internationale organisaties en derde landen op te zetten om dit programma uit te voeren;

Overwegende dat dit programma ook activiteiten moet omvatten voor de verspreiding en de exploitatie van de OTO-resultaten, met name ten behoeve van het MKB, in het bijzonder in de Lid-Staten of regio's die het minst bij het programma zijn betrokken, alsmede activiteiten ter stimulering van de mobiliteit en de opleiding van onderzoekers binnen dit programma en voor zover dit nodig is voor de goede uitvoering ervan;

Overwegende dat het mogelijke economisch en sociaal effect en de eventuele technologische risico's van dit programma moeten worden beoordeeld;

Overwegende dat daarnaast, in combinatie met het programma voor gericht sociaal-economisch onderzoek, ook onderzoek moet worden gedaan enerzijds naar het maatschappelijk effect van telematicatoepassingen op de organisatie van produktie en arbeid en anderzijds naar de interacties tussen de Europese burger en de informatievoorzieningen;

Overwegende dat de voortgang van dit programma voortdurend en systematisch moet worden bekeken teneinde het programma eventueel aan te passen aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen op dit gebied; dat te zijner tijd ook een onafhankelijke evaluatie van de voortgang van het programma moet worden verricht, waarmee alle nodige elementen moeten worden aangereikt om de doelstellingen van het vijfde OTO-kaderprogramma te kunnen bepalen; dat ten slotte na afloop van dit programma een eindevaluatie van de resultaten moet worden verricht in het licht van de in deze beschikking omschreven doelstellingen;

Overwegende dat het GCO kan deelnemen aan werkzaamheden onder contract in het kader van dit programma;

Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST) is geraadpleegd;

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode vanaf de datum van aanneming van deze beschikking tot en met 31 december 1998 wordt het in bijlage I nader omschreven specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang vastgesteld.

Artikel 2

1. Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het programma beloopt 843 miljoen ecu waarvan maximaal 9,8 % voor personeels- en huishoudelijke uitgaven van de Commissie.

2. Een indicatieve verdeling van de middelen is opgenomen in bijlage II.

3. De begrotingsautoriteit stelt voor elk begrotingsjaar de kredieten vast afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen binnen de financiële vooruitzichten en overeenkomstig de voorwaarden die zijn weergegeven in artikel 1, lid 3, van Besluit nr. 1110/94/EG, met inachtneming van de beginselen van goed beheer die worden genoemd in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

1. De algemene regels voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap zijn weergegeven in bijlage IV bij Besluit nr. 1110/94/EG.

2. De regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten en voor de verspreiding van de resultaten worden bepaald zoals bedoeld in artikel 130 J van het Verdrag.

3. Bijlage III bevat de specifieke regels voor de uitvoering van dit programma, naast die waarnaar wordt verwezen in de leden 1 en 2.

Artikel 4

1. Teneinde onder meer een kostenefficiënte uitvoering van dit programma te garanderen, bekijkt de Commissie voortdurend en systematisch, met passende hulp van onafhandelijke externe deskundigen, de voortgang van dit programma in het licht van de in bijlage I aangegeven doelstellingen, zoals deze zijn verruimd in het werkprogramma. In het bijzonder onderzoekt zij of de doelstellingen, prioriteiten en financiële middelen nog altijd aangepast zijn aan de ontwikkeling van de situatie. Indien nodig dient zij, met de resultaten van dit onderzoek als basis, voorstellen in ter aanpassing of aanvulling van dit programma.

2. Als bijdrage tot de algehele evaluatie van de communautaire werkzaamheden, die is vereist bij artikel 4, lid 2, van Besluit nr. 1110/94/EG en overeenkomstig het in dat lid bepaalde tijdschema, laat de Commissie door onafhankelijke deskundigen een externe evaluatie uitvoeren van de werkzaamheden die in de loop van de vijf aan deze evaluatie voorafgaande jaren op het rechtstreeks onder dit programma vallende gebied zijn uitgevoerd, en van het beheer van deze werkzaamheden in die periode.

3. Na afloop van dit programma laat de Commissie een onafhankelijke eindevaluatie van de verkregen resultaten uitvoeren in het licht van de doelstellingen als omschreven in bijlage III van het vierde kaderprogramma en bijlage I van deze beschikking. Het verslag van de eindevaluatie wordt ingediend bij de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité.

Artikel 5

1. Overeenkomstig de doelstellingen van bijlage I en de indicatieve financiële verdeling in bijlage II, wordt door de Commissie een werkprogramma opgesteld en zo nodig bijgewerkt. Hierin wordt het volgende nader omschreven:

- de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en onderzoektaken,

- het uitvoeringsschema, met inbegrip van data voor uitnodigingen tot het indienen van voorstellen,

- de voorgestelde financiële beheersregelingen, inclusief specifieke bepalingen ter uitvoering van technologiestimulerende maatregelen voor het MKB en de grote lijnen van andere maatregelen, met inbegrip van voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen,

- regelingen voor de cooerdinatie met andere OTO-werkzaamheden in deze sector, inzonderheid in het kader van andere specifieke programma's en, indien nodig, regelingen voor een betere wisselwerking met werkzaamheden binnen andere instanties zoals Eureka en COST,

- regelingen voor de verspreiding, bescherming en exploitatie van de resultaten van in het kader van dit programma uitgevoerde OTO-werkzaamheden.

2. De Commissie stelt op basis van het werkprogramma uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor projecten op.

Artikel 6

1. De Commissie wordt belast met de uitvoering van het programma.

2. In de gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 1, wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

4. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

5. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

6. Indien de Raad, na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Artikel 7

1. De procedure van artikel 6, leden 2 tot en met 6, geldt voor:

- de opstelling en bijwerking van het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1,

- de inhoud van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen,

- de evaluatie van de voor communautaire financiering voorgestelde OTO-activiteiten en van het geraamde bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap voor iedere activiteit afzonderlijk wanneer deze ten minste 1 miljoen ecu bedraagt,

- iedere aanpassing van de in bijlage II vermelde indicatieve verdeling van het bedrag,

- specifieke bepalingen voor de financiële deelneming van de Gemeenschap in de diverse overwogen activiteiten,

- de maatregelen en opdrachten voor de beoordeling van het programma,

- elke afwijking van de in bijlage III weergegeven regels,

- deelneming aan de acties door rechtspersonen uit derde landen en internationale organisaties.

2. Wanneer op grond van lid 1, derde streepje, het bedrag van de communautaire bijdrage lager is dan 1 miljoen ecu, stelt de Commissie het comité in kennis van de projecten alsmede van het resultaat van de evaluatie ervan.

3. De Commissie licht het comité op gezette tijden in over het verloop van de uitvoering van het gehele programma.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 23 november 1994.

Voor de Raad De Voorzitter J. BORCHERT

(1) PB nr. C 228 van 17. 8. 1994, blz. 1, en PB nr. C 262 van 20. 9. 1994, blz. 1.

(2) PB nr. C 205 van 25. 7. 1994.

(3) Advies uitgebracht op 2 juni 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(4) PB nr. L 126 van 18. 5. 1994, blz. 1.

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 23 november 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang (1994-1998) (94/801/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 I, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het Europees Parlement en de Raad bij Besluit nr. 1110/94/EG (4) een vierde kaderprogramma voor communautaire acties op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO) hebben vastgesteld voor de periode 1994-1998, waarin met name de activiteiten zijn omschreven die moeten worden uitgevoerd op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang; dat in deze beschikking rekening wordt gehouden met de in de preambule van dat besluit uiteengezette overwegingen;

Overwegende dat in artikel 130 I, lid 3, is bepaald dat het kaderprogramma moet worden uitgevoerd door middel van specifieke programma's die binnen elke activiteit van het kaderprogramma worden ontwikkeld; dat in elk specifiek programma de nadere bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de noodzakelijk geachte middelen worden vastgesteld;

Overwegende dat het voor de uitvoering van dit programma noodzakelijk geachte bedrag 843 miljoen ecu beloopt, dat de kredieten per begrotingsjaar worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit afhankelijk van de volgens de financiële vooruitzichten beschikbare middelen en de in artikel 1, lid 3, van Besluit nr. 1110/94/EG vastgestelde voorwaarden;

Overwegende dat dit programma een belangrijke bijdrage kan leveren tot de stimulering van de groei, de versterking van het concurrentievermogen en de ontwikkeling van werkgelegenheid in de Gemeenschap, zoals aangegeven in het Witboek "Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid"; dat de Europese Raad op 10 en 11 december 1993 in Brussel heeft besloten op basis van het Witboek een actieplan ten uitvoer te leggen dat steunt op concrete maatregelen op het niveau van de Europese Unie en de Lid-Staten, met name op het gebied van de infrastructuur voor informatica en nieuwe telematicatoepassingen;

Overwegende dat de ontwikkeling en invoering van nieuwe generaties telematicasystemen en -diensten essentieel is voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid, in het bijzonder voor de consolidatie van de interne markt, de doelmatigheid van de samenwerking tussen Europese onderzoekers en de verhoging van het concurrentievermogen van de Europese industrie;

Overwegende dat telematicatoepassingen bijdragen tot de verbetering van de kwaliteit en de economische doelmatigheid van de openbare dienstverlening, de toegang tot kennisbronnen en de levensomstandigheden van de burgers; dat zij de verzameling en uitwisseling van elektronische informatie in alle talen van de Europese Unie stimuleren;

Overwegende dat het essentieel is dat de gebruikers betrokken worden bij alle fasen van OTO-projecten teneinde hun behoeften kenbaar te kunnen maken, en dat zij de resultaten leren benutten;

Overwegende dat de inhoud van het vierde kaderprogramma voor communautaire OTO-acties is vastgesteld overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel; dat in dit specifieke programma de inhoud is omschreven van de overeenkomstig dit beginsel uit te voeren activiteiten op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang;

Overwegende dat in Besluit nr. 1110/94/EG is bepaald dat een communautaire actie onder meer is gerechtvaardigd als onderzoek bijdraagt tot de versterking van de economische en sociale samenhang van de Gemeenschap en de harmonieuze algemene ontwikkeling daarvan bevordert, met inachtneming van de wetenschappelijke en technische kwaliteit; dat dit programma beoogt bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen;

Overwegende dat de Gemeenschap enkel hoogwaardige OTO-activiteiten moet steunen;

Overwegende dat de regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra (waaronder het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO)) en universiteiten alsmede de regels voor de verspreiding van de onderzoekresultaten als vermeld bij de maatregelen van artikel 130 J op dit specifieke programma van toepassing zijn;

Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen ter bevordering van de deelneming van het midden- en kleinbedrijf (MKB), met name technologische stimuleringsmaatregelen;

Overwegende dat de Commissie haar inspanningen om de aanmeldings- en selectieprocedures te vereenvoudigen, te bespoedigen en doorzichtiger te maken, moet voortzetten zodat het programma effectief wordt uitgevoerd en het voor bedrijven, met name voor het MKB, onderzoekcentra en universiteiten gemakkelijker wordt gemaakt om aan een communautair OTO-project deel te nemen;

Overwegende dat dit programma zal bijdragen tot een grotere synergie tussen de OTO-activiteiten op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang door onderzoekcentra, universiteiten en bedrijven, met name het MKB, in de Lid-Staten en tussen deze activiteiten en overeenkomstige communautaire OTO-activiteiten;

Overwegende dat, gezien de toenemende convergentie tussen informatietechnologieën, telecommunicatietechnologieën en telematica, het onderhavige programma moet worden uitgevoerd in nauwe cooerdinatie met de onderzoekprogramma's voor de sectoren informatietechnologie en geavanceerde communicatietechnologieën en -diensten om de synergetische effecten daarvan te versterken;

Overwegende dat het passend kan zijn internationale samenwerking met internationale organisaties en derde landen op te zetten om dit programma uit te voeren;

Overwegende dat dit programma ook activiteiten moet omvatten voor de verspreiding en de exploitatie van de OTO-resultaten, met name ten behoeve van het MKB, in het bijzonder in de Lid-Staten of regio's die het minst bij het programma zijn betrokken, alsmede activiteiten ter stimulering van de mobiliteit en de opleiding van onderzoekers binnen dit programma en voor zover dit nodig is voor de goede uitvoering ervan;

Overwegende dat het mogelijke economisch en sociaal effect en de eventuele technologische risico's van dit programma moeten worden beoordeeld;

Overwegende dat daarnaast, in combinatie met het programma voor gericht sociaal-economisch onderzoek, ook onderzoek moet worden gedaan enerzijds naar het maatschappelijk effect van telematicatoepassingen op de organisatie van produktie en arbeid en anderzijds naar de interacties tussen de Europese burger en de informatievoorzieningen;

Overwegende dat de voortgang van dit programma voortdurend en systematisch moet worden bekeken teneinde het programma eventueel aan te passen aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen op dit gebied; dat te zijner tijd ook een onafhankelijke evaluatie van de voortgang van het programma moet worden verricht, waarmee alle nodige elementen moeten worden aangereikt om de doelstellingen van het vijfde OTO-kaderprogramma te kunnen bepalen; dat ten slotte na afloop van dit programma een eindevaluatie van de resultaten moet worden verricht in het licht van de in deze beschikking omschreven doelstellingen;

Overwegende dat het GCO kan deelnemen aan werkzaamheden onder contract in het kader van dit programma;

Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST) is geraadpleegd;

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode vanaf de datum van aanneming van deze beschikking tot en met 31 december 1998 wordt het in bijlage I nader omschreven specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang vastgesteld.

Artikel 2

1. Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het programma beloopt 843 miljoen ecu waarvan maximaal 9,8 % voor personeels- en huishoudelijke uitgaven van de Commissie.

2. Een indicatieve verdeling van de middelen is opgenomen in bijlage II.

3. De begrotingsautoriteit stelt voor elk begrotingsjaar de kredieten vast afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen binnen de financiële vooruitzichten en overeenkomstig de voorwaarden die zijn weergegeven in artikel 1, lid 3, van Besluit nr. 1110/94/EG, met inachtneming van de beginselen van goed beheer die worden genoemd in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

1. De algemene regels voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap zijn weergegeven in bijlage IV bij Besluit nr. 1110/94/EG.

2. De regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten en voor de verspreiding van de resultaten worden bepaald zoals bedoeld in artikel 130 J van het Verdrag.

3. Bijlage III bevat de specifieke regels voor de uitvoering van dit programma, naast die waarnaar wordt verwezen in de leden 1 en 2.

Artikel 4

1. Teneinde onder meer een kostenefficiënte uitvoering van dit programma te garanderen, bekijkt de Commissie voortdurend en systematisch, met passende hulp van onafhandelijke externe deskundigen, de voortgang van dit programma in het licht van de in bijlage I aangegeven doelstellingen, zoals deze zijn verruimd in het werkprogramma. In het bijzonder onderzoekt zij of de doelstellingen, prioriteiten en financiële middelen nog altijd aangepast zijn aan de ontwikkeling van de situatie. Indien nodig dient zij, met de resultaten van dit onderzoek als basis, voorstellen in ter aanpassing of aanvulling van dit programma.

2. Als bijdrage tot de algehele evaluatie van de communautaire werkzaamheden, die is vereist bij artikel 4, lid 2, van Besluit nr. 1110/94/EG en overeenkomstig het in dat lid bepaalde tijdschema, laat de Commissie door onafhankelijke deskundigen een externe evaluatie uitvoeren van de werkzaamheden die in de loop van de vijf aan deze evaluatie voorafgaande jaren op het rechtstreeks onder dit programma vallende gebied zijn uitgevoerd, en van het beheer van deze werkzaamheden in die periode.

3. Na afloop van dit programma laat de Commissie een onafhankelijke eindevaluatie van de verkregen resultaten uitvoeren in het licht van de doelstellingen als omschreven in bijlage III van het vierde kaderprogramma en bijlage I van deze beschikking. Het verslag van de eindevaluatie wordt ingediend bij de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité.

Artikel 5

1. Overeenkomstig de doelstellingen van bijlage I en de indicatieve financiële verdeling in bijlage II, wordt door de Commissie een werkprogramma opgesteld en zo nodig bijgewerkt. Hierin wordt het volgende nader omschreven:

- de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en onderzoektaken,

- het uitvoeringsschema, met inbegrip van data voor uitnodigingen tot het indienen van voorstellen,

- de voorgestelde financiële beheersregelingen, inclusief specifieke bepalingen ter uitvoering van technologiestimulerende maatregelen voor het MKB en de grote lijnen van andere maatregelen, met inbegrip van voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen,

- regelingen voor de cooerdinatie met andere OTO-werkzaamheden in deze sector, inzonderheid in het kader van andere specifieke programma's en, indien nodig, regelingen voor een betere wisselwerking met werkzaamheden binnen andere instanties zoals Eureka en COST,

- regelingen voor de verspreiding, bescherming en exploitatie van de resultaten van in het kader van dit programma uitgevoerde OTO-werkzaamheden.

2. De Commissie stelt op basis van het werkprogramma uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor projecten op.

Artikel 6

1. De Commissie wordt belast met de uitvoering van het programma.

2. In de gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 1, wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

4. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

5. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

6. Indien de Raad, na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Artikel 7

1. De procedure van artikel 6, leden 2 tot en met 6, geldt voor:

- de opstelling en bijwerking van het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1,

- de inhoud van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen,

- de evaluatie van de voor communautaire financiering voorgestelde OTO-activiteiten en van het geraamde bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap voor iedere activiteit afzonderlijk wanneer deze ten minste 1 miljoen ecu bedraagt,

- iedere aanpassing van de in bijlage II vermelde indicatieve verdeling van het bedrag,

- specifieke bepalingen voor de financiële deelneming van de Gemeenschap in de diverse overwogen activiteiten,

- de maatregelen en opdrachten voor de beoordeling van het programma,

- elke afwijking van de in bijlage III weergegeven regels,

- deelneming aan de acties door rechtspersonen uit derde landen en internationale organisaties.

2. Wanneer op grond van lid 1, derde streepje, het bedrag van de communautaire bijdrage lager is dan 1 miljoen ecu, stelt de Commissie het comité in kennis van de projecten alsmede van het resultaat van de evaluatie ervan.

3. De Commissie licht het comité op gezette tijden in over het verloop van de uitvoering van het gehele programma.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 23 november 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. BORCHERT

(1) PB nr. C 228 van 17. 8. 1994, blz. 1, en PB nr. C 262 van 20. 9. 1994, blz. 1.(2) PB nr. C 205 van 25. 7. 1994.(3) Advies uitgebracht op 2 juni 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(4) PB nr. L 126 van 18. 5. 1994, blz. 1.

BIJLAGE I

WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE DOELSTELLINGEN EN INHOUD Dit specifieke programma is volledig in overeenstemming met de oriëntaties van het vierde kaderprogramma, aangezien de daarin aangegeven selectiecriteria worden toegepast en de wetenschappelijke en technologische doelstellingen ervan nader worden omschreven.

Punt 1.A van bijlage III, eerste activiteit, van genoemd kaderprogramma vormt een integrerend deel van dit programma.

Inleiding

Het onderzoek en de technologische ontwikkeling (OTO) in het kader van het specifieke programma Telematicatoepassingen is vooral gericht op het gebruik van de ontluikende informatie- en communicatie-infrastructuur, die het zenuwstelsel zal vormen van de toekomstige informatiemaatschappij. De voorgestelde OTO-gebieden zullen van doorslaggevend belang zijn voor de ontwikkeling van de informatie- en communicatie-infrastructuur, gelet op de noodzaak van selectiviteit en concentratie van de inspanningen en op de beoogde versterking van de concurrentiepositie van de gehele industrie en verbetering van de situatie op het gebied van de werkegelegenheid binnen de Europese Unie en van de kwaliteit van het bestaan van de burgers, met name door hen de toegang tot de informatievoorzieningen te vergemakkelijken.

De zich snel en voortdurend ontwikkelende informatie- en communicatietechnologieën (ICT) kunnen, wanneer zij in vaak complexe gehelen worden gecombineerd, aan diverse categorieën gebruikers, met name overheidsdiensten en particulieren, nieuwe produkten en diensten aanbieden die voorzien in fundamentele economische en sociale behoeften. Onder de benaming "telematicatoepassingen" zijn alle systemen (apparatuur en programmatuur) en diensten (afstandsonderwijs, telewerken, telegezondheidszorg, televerkeers- en -luchtverkeersgeleiding, enz.) die uit deze integratie voortvloeien samengebracht.

Onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de telematicatoepassingen kan een brug slaan tussen de vooruitgang op ITC-gebied en de behoeften van de gebruikers. Onder andere daardoor kunnen telematicasystemen en -diensten mee evolueren met de technologische ontwikkeling terwijl het gebruiksgemak ervan wordt verbeterd. De gevolgen van dergelijk onderzoek kunnen aanzienlijk zijn, voor zover de ontwikkelde telematicaoplossingen goed zijn afgestemd op de behoeften van de gebruikers en rekening wordt gehouden met interoperabiliteit op Europees niveau.

Een geslaagde verspreiding van de telematica in Europa biedt inderdaad uitzicht op verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden van de Europeanen, betere organisatie van de activiteiten van ondernemingen en administraties, een nieuwe groeidynamiek bevorderlijk voor de werkgelegenheid - die immers afhankelijk is van nieuwe produkten en diensten - consolidering van de interne markt en versterking van de economische en sociale samenhang van de Europese Unie.

Voorts wordt door communautair OTO naar nieuwe telematicatoepassingen van algemeen belang (het programma "Telematica"), uitgaande van de resultaten van andere onderzoekprogramma's op ICT-gebied, ook de opbrengst vergroot van eerdere financiële inspanningen voor programma's als Esprit of RACE.

Tenslotte is op de Europese Raad van 10 en 11 december 1993 in Brussel op basis van het Witboek over de strategie op middellange termijn voor de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid nadrukkelijk gewezen op het belang van de nieuwe telematicatoepassingen voor de investeringen en de werkgelegenheid op gebieden als telewerken en telediensten ten behoeve van onderwijs en opleiding, gezondheidszorg en vervoer.

I. ACHTERGROND Het programma "Telematica" heeft twee doelstellingen. Een eerste is het bevorderen van het concurrentievermogen van de Europese industrie en de doelmatigheid van de diensten van algemeen belang, en het stimuleren van het creëren van banen door de ontwikkeling van nieuwe telematicasystemen en -diensten op gebieden als telewerken en telediensten. Het tweede doel, nieuw in het Verdrag betreffende de Europese Unie, is het bevorderen van onderzoekactiviteiten die nodig zijn voor andere communautaire beleidsterreinen.

De OTO-werkzaamheden bouwen voort op de ervaring die is opgedaan met het derde kaderprogramma. Prioriteit wordt gegeven aan drie nieuwe beleidslijnen. Ten eerste wordt het accent verlegd van "gegevenstelematica" naar "multimediatelematica". In de tweede plaats wordt nog meer belang gehecht aan de afstemming op de behoeften van de gebruikers. Ten slotte zal speciale aandacht worden besteed aan het zoeken naar voordelige oplossingen.

Beleidslijnen inzake de uitvoering van projecten

In de regel zou ieder project in vijf fasen kunnen worden uitgevoerd, waarbij de gebruikers nauw worden betrokken bij alle stadia van het project.

In eerste instantie wordt de nadruk gelegd op de vaststelling van de latente of uitdrukkelijk geformuleerde specifieke behoeften van de gebruikers. Daartoe behoren allerlei organisaties zoals overheidsdiensten of bedrijven die een beroep moeten doen op telewerken, en allerlei personen, bij voorbeeld onderzoekers, bibliothecarissen, gezondheidswerkers, luchtverkeersleiders of gehandicapten die behoefte hebben aan in een netwerk geschakelde multimediastations.

In een tweede fase worden deze behoeften vertaald in een aantal functionele specificaties die moeten voldoen aan de gemeenschappelijke eisen van de betrokken gebruikers, waaronder die ten aanzien van de veiligheid en vertrouwelijkheid van gegevens en persoonlijke privacy. Daarbij moet er tevens voor worden gezorgd dat interoperabiliteit van de telematica-apparatuur en -programmatuur op Europees niveau mogelijk blijft.

Uitgaande hiervan worden in een derde stap in een precommercieel, prenormatief en prelegislatief verband demonstraties ontwikkeld als resultaat van een OTO-activiteit waarbij gepoogd wordt vier soorten elementen te integreren.

De eerste drie daarvan zijn generiek: het betreft generieke netwerken (bij voorbeeld snelle communcatienetten via glasvezel of satelliet), generieke apparatuur (multimediawerkstations, draagbare apparatuur voor gegevensopslag en verwerking, enz.) en generieke diensten (bij voorbeeld elektronische multimediapost, toegang tot gegevens of kennis op afstand, mogelijkheden voor interactieve simulatie en virtuele omgevingen).

De vierde groep van elementen omvat specifieke apparatuur en programmatuur, die binnen het beschouwde projekt in het kader van een specifieke OTO-activiteit aan bod komen, zodat de ontwikkelde toepassing goed beantwoordt aan de behoeften van de gebruikers. Om echter de economische rentabiliteit van deze geïntegreerde systemen te optimaliseren, moet zoveel mogelijk een beroep worden gedaan op de eerste drie soorten generieke elementen, die voortkomen uit andere onderzoekprogramma's zoals RACE en Esprit. Daarom moet worden gezorgd voor nauwe interactie tussen de eerste drie specifieke programma's van het kaderprogramma (1994-1998). Voorts moeten nauwe contacten worden onderhouden met de exploitanten van openbare en particuliere telecommunicatienetwerken, leveranciers van diensten en elektronica- en automatiseringsbedrijven.

In een vierde fase worden de aldus ontwikkelde demonstraties in praktijksituaties gevalideerd met hulp van gebruikersgroepen, waarbij nog meer dan vroeger de bevoegde openbare en particuliere instellingen worden betrokken, zodat nieuwe telematicatoepassingen later gemakkelijker kunnen worden verspreid. Het is niet uitgesloten dat bij deze valideringsproeven bepaalde acties of processen moeten worden herhaald om de eerder aangehouden functionele specificaties te herzien of om OTO-werk op het gebied van specifieke componenten aan te vullen, of zelfs om andere onderzoekprogramma's op ICT-gebied in een eerder stadium in te schakelen.

Ten slotte wordt, aan het eind van dit herhalingsproces aan de met succes gevalideerde toepassingen een plan toegevoegd inzake de exploitatie van de verkregen resultaten, alsmede aanbevelingen voor normalisatie-instellingen en wetgevers en een handleiding voor een geslaagde invoering van deze nieuwe telematicatoepassingen.

Bij de OTO-werkzaamheden in het kader van de projecten moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met gebruiksbeperkingen voor gehandicapten en ouderen, die samen ongeveer een kwart van de bevolking van de Europese Unie vormen. Daarom moet er bij deze OTO-werkzaamheden voor worden gezorgd dat de ontwikkelde toepassingen qua kosten en efficiency optimaal kunnen worden aangepast aan de behoeften van deze categorieën gebruikers.

Beleidslijnen inzake de uitvoering van het programma "Telematica" in zijn totaliteit

Het streven naar een betere verdiscontering van de gebruikersbehoeften en een grotere rentabiliteit wordt doorgetrokken naar het programma in zijn geheel. Zo moeten met name kostbare doublures tussen projecten worden voorkomen en moet ervoor worden gezorgd dat bij gelijksoortige toepassingen op verschillende OTO-gebieden zoveel mogelijk gemeenschappelijke elementen worden gebruikt. Een dergelijke samenhang en efficiency vormen de bestaansgrond van een multisectorieel specifiek programma voor telematicaonderzoek.

Bij het derde kaderprogramma is hoofdzakelijk empirisch te werk gegaan. Op ieder behandeld sectorieel gebied is door middel van voortdurend verticaal overleg tussen de projecten informatie-uitwisseling gestimuleerd, zodat onnodige doublures bij de ontwikkeling van demonstratiemodellen is voorkomen. Voorts konden dank zij de uitwisseling van ervaringen tussen de projecten bij de valideringsproeven met representatieve gebruikersgroepen gemakkelijker praktische aanbevelingen worden gedaan aan organisaties die de nieuwe telematicatoepassingen zouden gaan invoeren.

Deze pragmatische aanpak wordt voortgezet. Een verbetering daarbij is de organisatie van horizontaal overleg met projecten uit diverse sectoriële gebieden die vergelijkbare thema's behandelen zoals de ontwikkeling van telewerken (voor onderzoekers, artsen of ambtenaren, in stedelijke of landelijke gebieden), mens/machine-interfaces en ergonomische aspecten of verbetering van de transeuropese telematicanetwerken en -diensten (met als gebruikers onderzoekers, overheidsdiensten, orgaanbanken en luchtverkeersleiders).

Voorts zal deze empirische aanpak nog worden versterkt door onderzoek naar technische aspecten van de telematica, uitgevoerd in het kader van de horizontale OTO-activiteiten van het programma.

Ten slotte zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de cooerdinatie van deze communautaire onderzoekactiviteit met soortgelijke programma's die op nationaal of Europees niveau plaatsvinden (Eureka, ESA, Eurocontrol, enz.).

Samenvattend kan het programma "Telematica" door de uitbreiding te bevorderen van telematicasystemen en -diensten die goed zijn afgestemd op de behoeften van de gebruikers en krachtig zijn in technisch en economisch opzicht, bijdragen aan het versterken van het concurrentievermogen van de Europese economie en het stimuleren en benutten van de nodige investeringen om Europa een krachtige informatie- en communicatie-infrastructuur te geven.

De activiteiten zullen betrekking hebben op negen verticale toepassingssectoren die rond drie hoofdgebieden kunnen worden gegroepeerd:

- telematica voor diensten van algemeen belang: overheidsdiensten, vervoer;

- kennistelematica: onderzoekers, onderwijs en opleiding, bibliotheken;

- telematica voor de verbetering van de werkgelegenheid en de levensomstandigheden: stedelijke en landelijke gebieden, gezondheidszorg, ouderen en gehandicapten en milieubescherming.

Een vierde gebied zal horizontale OTO-activiteiten op het vlak van de telematicatechnologie, taaltechnologie en informatietechnologie omvatten ter ondersteuning van de sectoriële activiteiten.

Ter aanvulling hiervan bestaat een vijfde gebied uit een reeks horizontale activiteiten, zoals de verspreiding van resultaten en andere voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen, met inbegrip van internationale samenwerking en opleiding van onderzoekers en gebruikers.

Om de deelneming van het MKB te bevorderen, zullen, rekening houdend met de behoeften van het MKB in de minder ontwikkelde regio's, technologische stimuleringsmaatregelen op basis van haalbaarheidspremies worden getroffen.

II. VOORGESTELDE ONDERZOEKGEBIEDEN GEBIED A: TELEMATICA VOOR DIENSTEN VAN ALGEMEEN BELANG 1. Overheidsdiensten

Via het programma TNA/IDA (Telematics Network for Administration/Interchange of Data between Administrations) worden systemen voor gegevensverwerking en -uitwisseling tussen overheidsdiensten ingevoerd. Voor telematicanetwerken tussen overheidsdiensten (TNA) is een aantal richtplannen opgesteld. De vertaling daarvan in uitvoerbaarheidsstudies en proefprojecten vindt plaats in het kader van het communautaire meerjarenactieplan IDA. Vandaar dat voorafgaand onderzoek, ontwikkeling en demonstratie moeten worden ondernomen als ondersteuning van het TNA/IDA-programma, zodat de technologische vooruitgang inzake multimediatelematica later ter beschikking van overheidsdiensten kan worden gesteld.

Doel

Doel is de overheid de gelegenheid te geven de relevante resultaten van het telematica-onderzoek geleidelijk toe te passen naarmate deze beschikbaar komen, zodat de doeltreffendheid van de overheidsdiensten op Europese schaal snel en onder goede economische omstandigheden kan worden verbeterd. Dank zij de grotere doelmatigheid en efficiëntie kunnen de administratiekosten van het Europese bedrijfsleven aanzienlijk worden verminderd, waardoor wordt bijgedragen aan de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese industrie. Overheidsdiensten kunnen nieuwe telematicasystemen en -diensten invoeren en tegelijk de bestaande infrastructuren rationaliseren door gebruik te maken van investeringen die al gedaan zijn om de openbare dienstverlening te verbeteren. Dank zij deze OTO-activiteiten kunnen ook open normen worden vastgesteld en bevorderd, die dan gebruikt kunnen worden in specificaties voor overheidsopdrachten in verband met telematicatoepassingen.

Aard van de werkzaamheden

Er worden twee aspecten behandeld. Het eerste betreft de ontwikkeling van telematicatoepassingen die de uitwisseling van informatie tussen overheidsdiensten vergemakkelijken, alsmede de uitwisseling van informatie tussen overheidsdiensten en bedrijven die nodig is om de overheidsdiensten van informatie te voorzien. Dank zij deze werkzaamheden moeten nieuwe technologieën beschikbaar komen voor administratieve terreinen die van strategisch belang zijn geworden voor de werking van de interne markt en de tenuitvoerlegging van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Zij kunnen betrekking hebben op onderwerpen zoals beeldoverdracht (waarmee bij voorbeeld hydrografische of geografische kaarten voor de telegeleiding van scheepvaart- of wegverkeer snel kunnen worden bijgewerkt), het gebruik van multimediasystemen en videoconferentie tussen overheidsdiensten (bij voorbeeld om telewerken tussen nationale en communautaire diensten mogelijk te maken en zo de concentratie van vertaal- en tolkdiensten in Brussel te vermijden) of de ontwikkeling van servers voor multimediadocumentatie voor overheidsopdrachten en regelgeving. Validering en ontwikkeling op een transeuropees niveau zouden voor 1998 moeten zijn afgerond.

Groot belang wordt ook gehecht aan de gebruikte methodologie bij de invoering van telematicatoepassingen. Teneinde de verbindingen tussen overheidsdiensten zo doeltreffend en veilig mogelijk te maken, moet bij het onderzoek rekening worden gehouden met de reeds verrichte werkzaamheden op het gebied van de veiligheid van openbare telematicanetwerken - in het bijzonder met betrekking tot financiële, economische en sociale statistieken -, taalverschillen, het gebruik van elektronische handtekeningen en de juridische implicaties van de overdracht van gegevens tussen staten. De werkzaamheden behelzen ook de ontwikkeling van de nodige hulpmiddelen en methoden voor het analyseren van de prestaties en de kwaliteit van de aan de overheidsdiensten aangeboden diensten.

Valideringsproeven en proefprojecten

Om de overheidsdiensten te helpen de nieuwe telematicatoepassingen snel in te voeren en eventueel hun interne structuren daaraan aan te passen, richten de valideringsproeven zich op geavanceerde telematicadiensten, die naar gelang van de behoeften aan de overheidsdiensten ter beschikking kunnen worden gesteld. Bedrijven uit de informatica- en telecommunicatiesector en de desbetreffende overheidsdiensten worden nauw en actief bij deze werkzaamheden betrokken. Door rechtstreeks bij te dragen aan de validering van de met het programma beoogde oplossingen, kunnen deze laatste de weg vrijmaken voor een snelle verspreiding van de verkregen resultaten binnen hun diensten, en dus voor de integratie van technologische vooruitgang door deze overheidsdiensten.

2. Vervoer

Uit experimenten en proefprojecten is bij het derde kaderprogramma gebleken dat telematicasystemen en -diensten kunnen bijdragen aan het verminderen an verkeersopstoppingen, het verhogen van de mobiliteit van personen en goederen, het verbeteren van de verkeersveiligheid, het terugdringen van milieuhinder en een beter milieubehoud, met andere woorden aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk vervoerbeleid.

Doelstellingen

In het kader van het programma "Telematica" wordt het onderzoek inzake telematicatoepassingen voor het wegvervoer voortgezet en geconsolideerd, en wordt de communautaire OTO-inspanning uitgebreid tot andere vervoerswijzen, met name het vervoer door de lucht, zodat een grotere bijdrage kan worden geleverd aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk vervoerbeleid en de versterking van de concurrentiepositie van de Europese industrie, en zodat voor het jaar 2000 in belangrijke mate gebruik kan worden gemaakt van telematicasystemen en -diensten voor de vervoerssector. Er wordt gezorgd voor nauwe cooerdinatie met onderzoekactiviteiten op vervoersgebied die worden verricht in het kader van andere specifieke programma's: "Industrietechnologie", "Schone en efficiënte energietechnologieën" en "Vervoer", met inbegrip van de wettelijke en organisatorische problemen die nog moeten worden overwonnen voordat de telematicatoepassingen in het vervoer met succes in de gehele Gemeenschap ten uitvoer kunnen worden gelegd.

Aard van de werkzaamheden

De OTO-activiteiten zullen betrekking hebben op de gehele keten van de vervoerstelematica vanaf de invoer en verwerking van gegevens tot en met de verzending, overdracht en ontvangst ervan. Het is de bedoeling de algehele industriële samenhang tussen al deze verschillende onderdelen te verzekeren en coherente interfaces, alsmede gemeenschappelijke aanbevelingen voor het gebruik te ontwikkelen, zodat de onderlinge koppeling van netwerken en de interoperabiliteit van apparatuur en diensten gegarandeerd is. Ook zal met de praktische aspecten van deze telematicatoepassingen rekening worden gehouden.

Bij de OTO-werkzaamheden zal meer rekening worden gehouden met de wensen van de gebruikers. Bovendien zal bijzondere nadruk worden gelegd op het onderzoek naar voor diverse vervoerstaken gemeenschappelijke telematicagereedschappen en op de ontwikkeling van geavanceerde telematicatoepassingen die kunnen leiden tot significante vooruitgang op het gebied van de efficiency en veiligheid van het vervoer. Bij deze toepassingen kan zowel gebruik worden gemaakt van terrestrische telematicanetwerken als van communicatie- en navigatiesatellieten. Het effect van de telematicatoepassingen op het reizigersgedrag en op de mobiliteitsvraag zal eveneens worden onderzocht. Ten slotte zullen strategieën worden ontwikkeld om de overgang tussen de verschillende generaties telematicasystemen mogelijk te maken.

Wat het wegvervoer betreft, worden de ontwikkeling en integratie van krachtige telematicasystemen en -diensten voor de verkeersregeling en voor het beheer en de exploitatie van het stedelijk en interstedelijk personen- en goederenvervoer voortgezet. Proef- en demonstratieprojecten die voortbouwen op de resultaten van het derde kaderprogramma zijn noodzakelijk. Deze zullen in nauwe samenwerking met de overige relevante specifieke programma's en met nationale en Europese programma's plaatsvinden.

Andere activiteiten dienen ter aanvulling en verbetering van hulpmiddelen voor de bestuurders van motorvoertuigen: geavanceerde communicatie- en navigatie-inrichtingen en -diensten, zichtverbeterende systemen, gereedschappen voor het bewaken van het voertuiggedrag en middelen om de bestuurder te alarmeren en botsingen te helpen voorkomen. De integratie van al deze componenten moet telematicaoplossingen opleveren voor hulp bij de besturing van onder meer bedrijfs- en particuliere voertuigen op autowegen. Sommige van deze telematicatoepassingen kunnen worden aangepast voor stadsvervoer.

Bij deze onderzoekactiviteiten moet rekening worden gehouden met de economische beperkingen.

Het onderzoek heeft tevens betrekking op telematicatoepassingen ter ondersteuning van de gebruikers van het wegennet (verkeersinformatie die helpt bij de keuze van het vervoermiddel, de route, enz.), ter verhoging van de veiligheid van de gebruikers en ter verbetering van het beheer van de mobiliteitsvraag.

Deze onderzoekactiviteiten worden ook in de toekomst nauw gecooerdineerd met het specifieke programma "Vervoer", met Eureka en met aanverwante nationale onderzoekprogramma's.

Op het gebied van het luchtverkeer wordt het accent ter verhoging van de kwaliteit van de aan de eindgebruiker aangeboden dienst gelegd op de ontwikkeling van telematicatoepassingen die moeten leiden tot harmonisatie en uiteindelijk ook versmelting van de luchtverkeersleidingssystemen in Europa.

Eerst moeten daarvoor telematicatoepassingen met behulp van satellieten en geavanceerde communicatienetwerken worden ontwikkeld om de lokalisatie, de bewaking en de navigatie van luchtvaartuigen te verbeteren en om antibotsingsystemen in de lucht of op de grond en landingshulpmiddelen voor alle weersomstandigheden te perfectioneren.

Ten tweede moet worden bijgedragen aan de modernisering van de huidige luchtverkeersleidingssystemen door het transeuropese telematicanetwerk voor de luchtvaart te perfectioneren en de taak van luchtverkeersleiders en piloten te vergemakkelijken door middel van multimediatelematicagereedschappen met geïntegreerde hulpmiddelen voor besluitvorming. Ook moet de recente vooruitgang op het gebied van virtuele omgevingen worden benut.

Deze verschillende activiteiten worden gecooerdineerd met wat nu al wordt gedaan in het kader van de overige specifieke programma's waarin onderzoek op vervoersgebied plaatsvindt, alsmede door Europese organisaties zoals Eurocontrol of de ESA en door de nationale burgerluchtvaartinstanties.

Onderzoekactiviteiten op het gebied van zeevervoer spitsen zich toe op het gebruik van telematicatoepassingen om de communicatie tussen schepen onderling, tussen schip en haven en tussen schip en vasteland te verbeteren. Specifieke telematicatoepassingen worden ontwikkeld om veiligheid en verkeersbewaking en -beheer te verbeteren, met name bij het naderen van de haven, teneinde de verkeersstroom te verbeteren, het milieu te beschermen en de logistieke middelen in de transportketen te optimaliseren.

Teneinde het gebruik van gemeenschappelijke telematicagereedschappen voor de verschillende vervoerstakken uit te breiden en aldus de kosten ervan omlaag te brengen, wordt ook onderzoek verricht ten behoeve van het vervoer via de binnenwateren en de spoorwegen. Vooral wat het laatste betreft, hebben de werkzaamheden betrekking op een nieuwe generatie besturings- en communicatiesystemen met het oog op een verhoging van de capaciteit van de infrastructuur en de toegang van passagiers tot multimediadiensten.

Wat multimodaal personen- en goederenvervoer betreft, moeten nieuwe telematicasystemen en -diensten worden ontwikkeld om de integratie en exploitatie van het gehele transportstelsel te verbeteren, de reizigers te informeren en de keuze van de best mogelijke combinatie van vervoerswijzen te vergemakkelijken. Bij de werkzaamheden op het gebied van het personenvervoer wordt het accent gelegd op het gebruik van het openbaar vervoer. Ook moeten er telematicatoepassingen worden ontwikkeld om multimodaal vrachtvervoer en het beheer ervan te optimaliseren, hetgeen ook onderzoek vereist naar middelen voor directe communicatie met de betrokken overheidsdiensten.

Bijzondere aandacht wordt geschonken aan het beheersen van de milieu-effecten van het vervoer. Hierbij moeten telematicatoepassingen worden ontwikkeld met behulp waarvan strategieën ter beperking van emissies van de vervoermiddelen ten uitvoer kunnen worden gelegd en de risico's van het transport van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.

Ten slotte moeten deze werkzaamheden worden aangevuld door activiteiten op het gebied van de integratie van geografische informatiesystemen (GIS) die zijn afgestemd op de verschillende vervoerswijzen, in telematicatoepassingen. Hierbij kan worden voortgebouwd op de resultaten van het communautair programma voor de stimulering van de informatiemarkt (Impact) en zal cooerdinatie plaatsvinden met de werkzaamheden in het kader van het specifiek programma "Vervoer". Voorts zou het nuttig zijn om vóór de start van proefprojecten voor de validering in praktijksituaties laboratoriumsimulaties uit te voeren met behulp van modellen die in het kader van dit specifieke programma moeten worden ontwikkeld.

Valideringsproeven en proefprojecten

Deze activiteiten worden uitgevoerd met de actieve deelname van de ter zake bevoegde lokale of nationale autoriteiten, en in nauwe cooerdinatie met de valideringsactiviteiten in het kader van andere specifieke programma's waarin onderzoek op vervoersgebied plaatsvindt. Daarin moeten de technische prestaties, de werking en de aanvaardbaarheid door de gebruikers worden nagegaan van de telematicatoepassingen die zijn ontwikkeld ter optimalisering van de luchtverkeersleiding, de geïntegreerde geleiding van stads- en autowegverkeer, hulp bij de besturing op autowegen en automatische geleiding van treinverkeer, zeeverkeer en multimodaal vervoer.

GEBIED B: KENNISTELEMATICA 3. Telematica ten behoeve van het onderzoek

De Europese onderzoekers hebben steeds meer behoefte aan doelmatige kanalen voor de uitwisseling van informatie. Voorts moeten zij op afstand toegang kunnen krijgen tot experimentele installaties wetenschappelijke databanken of supercomputers die over de gehele Europese Unie en andere regio's in de wereld zijn verspreid.

Doel

Beoogd wordt geavanceerde telematicatoepassingen te ontwikkelen waarmee Europese onderzoekers overal in de Europese Unie met elkaar kunnen samenwerken en gebruikers gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot onderzoekresultaten. Weliswaar bestaan daarvoor al nationale of gespecialiseerde netwerken, maar die moeten nu gebruik kunnen maken van de laatste vooruitgang op het gebied van krachtige netwerken en moeten vooral onderling worden gekoppeld met behulp van snelle Europese verbindingen. Deze Europese onderzoekinfrastructuur zal ongetwijfeld het middel bij uitstek worden om de nationale OTO-inspanningen in de Europese Unie te cooerdineren. Bovendien zijn de resultaten tevens toepasbaar op gebieden die door andere telematicatoepassingen worden bestreken. Er zal worden gezorgd voor nauwe samenwerking met de betreffende verwante thema's van het programma IT (Informatietechnologie - krachtige computers in netwerken) en het programma ACTS (geavanceerde communicatietechnologieën en -diensten - hoge-snelheidsnetwerken).

Aard van de werkzaamheden

Er moet een oplossing worden gevonden voor de problemen in verband met complexe onderzoekexperimenten die eventueel op afstand worden uitgevoerd via grote computernetten, die in een open omgeving met heterogene systemen moeten werken en gebruik moeten kunnen maken van zeer snelle communicatiediensten. Te behandelen vraagstukken zijn met name de interoperabiliteit van deze systemen, de kwaliteit van de via deze netwerken aangeboden diensten, alsmede de betrouwbaarheid, de beschikbaarheid en de veiligheid ervan. Tot de onderzoekgebieden behoren architectuur en protocollen van computernetwerken, alsmede het beheer, de controle en de bescherming van deze netwerken. Er worden drie aspecten behandeld.

In de eerste plaats moet bijzondere aandacht worden geschonken aan de validering van de verbeteringen die moeten worden aangebracht in de koppelingen van de nationale en multinationale netwerken op Europese schaal, en in het bijzonder aan de verhoging van de snelheid tot waarden die nodig zijn voor de door de gebruikers van deze netwerken voorgestelde applicaties. In de loop van de periode 1994-1998 moet deze op 34 en daarna op 155 megabit per seconde kunnen worden gebracht. Een dergelijke verbinding is onontbeerlijk wil het Europese onderzoek zijn positie op wereldniveau kunnen handhaven en is ook in grote mate bepalend voor de toekomst van de Europese industrie.

In de tweede plaats hebben de werkzaamheden betrekking op de geavanceerde en gedecentraliseerde multimediadiensten ter ondersteuning van zowel academisch als industrieel onderzoek in samenwerkingsverband. Met name moeten er telematicagereedschappen worden ontwikkeld waarmee toegang kan worden verkregen tot de kennis in grote wetenschappelijke computernetwerken en waardoor werkzaamheden in samenwerkingsverband op afstand mogelijk worden, met name dank zij telecontrole van experimenten, telewerken en videoconferenties tussen wetenschappers.

Ten slotte moet onderzoek worden gedaan naar de wijze van selecteren, opzoeken en aanbieden van wetenschappelijke informatie of de resultaten van lopende onderzoekwerkzaamheden, zodat deze voor de geïnteresseerde gebruiker gemakkelijk toegankelijk worden, met inachtneming van de intellectuele eigendomsrechten.

Valideringsproeven en proefprojecten

De gemeenschap van wetenschappers en technici vormt met haar 700 000 leden, waarvan een groot deel werkzaam is in de natuurwetenschappen, een ideale groep gebruikers voor de validering van gevanceerde telematicatoepassingen, waarvan later ook andere categorieën gebruikers zullen profiteren. Hierdoor worden de normalisatiewerkzaamheden gestimuleerd. Voor deze valideringsproeven zal een beroep worden gedaan op de experimentele breedbandnetten die op Europees niveau aan elkaar zijn gekoppeld. De proeven zullen vooral van nut zijn voor onderzoekgemeenschappen die deelnemen aan de eerste activiteit van het vierde kaderprogramma (OTO met betrekking tot industrietechnologie, milieu, biowetenschappen en biotechnologie, energie, informatie- en communicatietechnologie). Deze activiteiten worden verricht in nauwe samenwerking met initiatieven in andere regio's van de wereld, met name in Midden- en Oost-Europa, zodat de wetenschappelijke banden tussen de Europese Unie en de rest van de wereld worden versterkt.

4. Onderwijs en opleiding

In een wereld die diepgaande wijzigingen ondergaat, kunnen doeltreffende onderwijs- en opleidingssystemen een bijdrage leveren aan het concurrentievermogen van de Europese economie en aan de persoonlijke ontwikkeling van de burgers gedurende hun leven. Alle bedrijven, in het bijzonder het MKB, staan nu voor de uitdaging dat de kwalificaties van hun personeel voortdurend moeten worden aangepast. Parallel daarmee vraagt een stijgend aantal studenten en werkenden, met name de nieuwe generatie die vertrouwd is met computers, om nieuwe opleidingsvormen op beginners- en voortgezet niveau die zijn afgestemd op de individuele behoeften en beperkingen en aansluiten bij de ontwikkeling van kennis en know-how. De werkzaamheden onder het derde kaderprogramma hebben aangetoond dat de telematica van groot nut kan zijn voor onderwijsinstellingen, opleidingsinstanties, opleidingsdiensten van bedrijven en individuen bij het vervullen van deze taak.

Doel

Doel van deze activiteit is de genoemde onderzoekwerkzaamheden te vervolgen om gelijke tred te houden met de vooruitgang in andere ontwikkelde landen door gebruik te maken van de voortdurende verbetering van de multimediacommunicatie via breedbandnetten of satellieten en de vooruitgang op het gebied van interactieve simulatie of virtuele omgevingen, teneinde de interactiviteit van de geboden diensten te vergroten, de toegang tot multimediadocumenten en diensten op afstand te vergemakkelijken en onderwijs- en opleidingsprogramma's af te stemmen op persoonlijke behoeften. Er moet worden gezorgd voor nauwe cooerdinatie met het nieuwe specifieke programma "Gericht sociaal-economisch onderzoek" en de vierde activiteit van het kaderprogramma inzake de opleiding van onderzoekers, alsook met de andere communautaire activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding, met name die welke specifiek gericht zijn op het MKB.

Aard van de werkzaamheden

Twee onderwerpen worden behandeld. Bij alle drie zal het accent worden gelegd op het onderzoek naar voordelige telematicaoplossingen. In de eerste plaats zullen, in het verlengde van de werkzaamheden van het derde kaderprogramma, de ontwikkeling en validering van telematicadiensten waarvoor een beroep wordt gedaan op de meest geschikte combinatie van de bestaande communicatienetten (satellieten, ISDN, interactieve kabelnetten) worden voortgezet, na een diepgaande technisch-economische en pedagogische studie van iedere soort diensten en ieder soort gebruikers (universiteiten en middelbare scholen, grote bedrijven, het MKB, individuele gebruikers) in een praktijkomgeving. Hierbij moet erop worden toegezien dat de Europese netwerken van bibliotheken kunnen garanderen dat de deelnemers aan het afstandsonderwijs toegang krijgen tot een brede kennisbasis.

Ten tweede moet een nieuwe generatie telematicatoepassingen worden ontwikkeld waarmee lesgeven op afstand en opleiding in samenwerkingsverband mogelijk worden, dank zij het gebruik van videoconferentie, computergesteunde conferentienetwerken en elektronische multimediapost. Deze toepassingen steunen met name op teleschrijven, groepswerk in netwerken, toegang tot gedecentraliseerde cursusbanken en multimediabibliotheken, waarbij experimenten op afstand dank zij toegang tot "virtuele laboratoria" mogelijk worden. Een en ander vereist onderzoek naar de ontwikkeling van multimediale telematicatoepassingen voor het afstandsonderwijs waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande breedbanknetwerken en satellieten.

De uit te voeren werkzaamheden hebben eveneens betrekking op het afstemmen van opleiding en nieuwe leermethoden op persoonlijke behoeften. Met name moeten opleidingssystemen worden geïntegreerd in individuele, al dan niet in een netwerk geschakelde werkstations voor beroepsopleiding op de werkplek. Voorts moet ook onderzoek worden verricht naar ontwerp-methoden voor op persoonlijke behoeften afgestemde interactieve cursussen, bij voorbeeld met het oog op het maken van "elektronische leerboeken". Er wordt ook aandacht geschonken aan het zoeken naar op het individu afgestemde telematicamethoden voor de opleiding van onderzoekers in Europa. Veel belang wordt ook gehecht aan het talenonderwijs, en belangrijke kwestie voor Europa, waarbij bij voorbeeld een beroep kan worden gedaan op spraakherkenning en spraakpost. Ten slotte heeft het onderzoek ook betrekking op nieuwe onderwijs- en opleidingsvormen met gebruikmaking van de techniek van virtuele omgevingen.

Valideringsproeven en proefprojecten

De ontwikkelde toepassingen worden in reële situaties geëvalueerd. Bijzondere aandacht wordt daarbij geschonken aan de aspecten in verband met de technische uitvoerbaarheid en de toepassingsprocessen, met het accent op de reacties van de gebuikers, ergonomische aspecten, pedagogische doeltreffendheid, economische haalbaarheid en de implicaties voor de organisatie van het onderwijs of de opleiding. De bevoegde lokale, regionale en nationale overheden worden nauw bij deze activiteiten betrokken.

Voor deze valideringsproeven wordt gebruik gemaakt van universitaire of professionele opleidingsnetwerken bestemd voor gespecialiseerd personeel, met name onderzoekers en technici, die een individuele of collectieve opleiding krijgen, alsmede voor andere soorten potentiële gebruikers die bij het onderzoek in het kader van het programma "Telematica" zijn betrokken, zoals bibliothecarissen en artsen. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de validering van telematicatoepassingen die zijn afgestemd op de behoeften van het MKB. Bij de valideringsproeven kunnen ook onderwijsinstellingen en opleidingscentra in een netwerk worden geschakeld, zodat de beschikbare hulpbronnen kunnen worden gedeeld. Op grond van deze uiteenlopende experimenten kan dan een Europees aanbod van diensten op het gebied van afstandsonderwijs en -opleiding worden samengesteld.

5. Bibliotheken

De onschatbare rijkdom van de Europese bibliotheken wordt onvoldoende benut, terwijl de toekomst van de moderne maatschappij en economie steeds meer afhankelijk wordt van de beheersing van kennis en de verspreiding van informatie. Op dit gebied heeft de Europese Unie een achterstand, die grotendeels te wijten is aan het feit dat de meeste bibliotheken nog onvoldoende gebruik maken van de mogelijkheden die door de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën worden geboden en niet zijn aangesloten op telematicanetwerken. Weliswaar schaft een groeiend aantal ervan nu wel geavanceerde technieken aan voor intern beheer en exploitatie van hun documenten- en boekenbezit, maar het is nog niet mogelijk om daar gemakkelijk toegang toe te krijgen of om gelijktijdig de catalogi van verschillende bibliotheken te raadplegen. Slechts een kleine kern van bibliotheken beschikt momenteel over een degelijke ervaring inzake de ontwikkeling en de beheersing van telematicatoepassingen.

Door deze ongelijke situatie kunnen niet alle gebruikers van telematicanetwerken gemakkelijk toegang krijgen tot essentiële hulpbronnen, terwijl bibliotheken de draaischijf moeten zijn van de informatieverstrekking binnen de Europese infrastructuur. In dit opzicht zal het onderzoek bijdragen tot de verbetering en de ontwikkeling van telematicaverbindingen tussen bibliotheken, uitgeverijen, onderzoekers, universiteiten, scholen en opleidingscentra.

Doel

Doel van deze activiteit is bij te dragen aan de totstandkoming van een Europese ruimte van bibliotheken, door de weg te openen voor toepassingen waarmee de informatiebronnen van bibliotheken toegankelijker worden gemaakt en door de mogelijkheid te scheppen bibliotheken onderling te verbinden via de Europese informatie- en communicatie-infrastructuur.

Bijzondere aandacht wordt gewijd aan de telecommunicatiebehoeften van belangrijke bibliotheken. De werkzaamheden zijn er dus op gericht aan te tonen dat tegen 1998 geavanceerde onderlinge verbindingen op communautair niveau tot stand kunnen zijn gebracht tussen bibliotheken die als netwerkaansluitpunt op nationaal niveau kunnen fungeren, de invoering van telematicatoepassingen in minder geavanceerde bibliotheken te bevorderen en de opleiding en bewustmaking van bibliotheekpersoneel door uitwisseling van goede praktijken en ervaringen te ondersteunen.

Aard van de werkzaamheden

De OTO-werkzaamheden moeten steunen op de resultaten van de verkennende actie die is uitgevoerd onder het derde kaderprogramma, waarmee is nagegaan welke automatiseringsmethoden geschikt zijn voor bibliotheken en waarbij een reeks van eerste specificaties voor de onderlinge verbinding ervan is opgesteld. Er worden twee belangrijke sporen gevolgd.

Het eerste heeft betrekking op de ontwikkeling van geavanceerde systemen waarmee de toegang van de gebruikers tot de informatiebronnen van bibliotheken wordt vergemakkelijkt. Het gaat hierbij voornamelijk om het perfectioneren van de methoden voor de samenstelling en de uitwisseling van geautomatiseerde bibliografieën en het on-line beschikbaar stellen van de catalogi en andere informatiebronnen van bibliotheken via bestaande netwerken. Vervolgens moeten er elektronische middelen worden ontwikkeld voor het invoeren, opslaan en raadplegen van documenten die gekenmerkt worden door een enorme verscheidenheid aan formaten. Ten slotte moeten er elektronische archiveringstechnieken worden ontwikkeld waarmee zeldzame of kwetsbare werken kunnen worden geconserveerd.

Ten tweede heeft het OTO betrekking op de verbinding van bibliotheken, zowel onderling als met de Europese infrastructuur. Deze werkzaamheden hebben vooral tot doel te zorgen voor interoperabiliteit van toepassingen die op heterogene systemen zijn ontworpen. Zij beogen ook de vorming van "virtuele bibliotheken" waarmee de gebruiker op elke willekeurige plaats in de Europese Unie via het netwerk toegang kan krijgen tot een reeks van bibliotheekdiensten en andere informatiebronnen. Ten slotte moeten elektronische verbindingen tussen bibliotheken worden ontwikkeld waarmee documenten uit verschillende bronnen (gegevensbanken, bibliotheken, boekhandels, uitgevers, andere documentaire fondsen) snel kunnen worden geleverd.

Valideringsproeven en proefprojecten

Bij de validering van deze werkzaamheden worden uiteenlopende gebruikersgroepen betrokken, bij voorbeeld onderzoekers, studenten en bedrijven, afhankelijk van de verschillende soorten diensten die door de bibliotheken worden aangeboden. Ook bedrijven uit de informatica- en telecommunicatiesector, bibliotheken, uitgeverijen, boekhandels en gebruikers zullen worden ingeschakeld. Verder moeten er ook maatregelen komen om de normalisatie bij de uitwisseling van bibliotheekinformatie te bevorderen, teneinde te zorgen voor de grootst mogelijke verspreiding van de resultaten en de inspanningen te ondersteunen om bibliotheekpersoneel bewust te maken van de telematica en op te leiden in het gebruik ervan.

GEBIED C: TELEMATICA VOOR DE VERBETERING VAN DE WERKGELEGENHEID EN DE LEVENSOMSTANDIGHEDEN 6. Stedelijke en landelijke gebieden

Uit de verkennende actie ORA onder het derde kaderprogramma is gebleken dat landelijke gebieden voor het bedrijfsleven en de burgers aantrekkelijker konden worden gemaakt met behulp van telematicasystemen en -diensten waarmee de kwaliteit van de dienstverlening daadwerkelijk wordt verbeterd, een goed gebruik wordt gemaakt van de bedrijfsmogelijkheden, de levensomstandigheden voor de bevolking als geheel worden verbeterd en via telewerken banen worden geschapen. Ook tal van stedelijke gebieden die kampen met economische achteruitgang of vervallen wijken van grote steden hebben met soortgelijke handicaps te maken en moeten dus eveneens baat kunnen vinden bij het gebruik van telematicatoepassingen.

Doel

Doel van deze activiteit is de weg vrij te maken voor de vestiging van nieuwe economische activiteiten, de versterking van traditionele activiteiten en de verbetering van de levensomstandigheden ten gunste van landelijke en stedelijke gebieden met inadequate sociaal-economische en culturele infrastructuren. Dank zij telematicaoplossingen zouden door middel van telewerken nieuwe activiteiten zich kunnen vestigen, toegang op afstand tot basisdiensten voor bedrijven - databanken, onderhoud, bijstand, beroepsopleiding - kunnen worden verschaft, en de onmisbare diensten voor de mensen in deze gebieden kunnen worden geleverd, betreffende gezondheidszorg, opleiding, cultuur en sociale dienstverleningen. Dank zij deze OTO-activiteiten zouden telewerken en telediensten voor het jaar 2000 een grote vlucht moeten kunnen nemen.

Op lange termijn zou het toenemende gebruik van telematica kunnen bijdragen tot een ommekeer in de trek van de bevolking van het platteland naar de stad. Deze activiteit wordt nauw gecooerdineerd met de andere communautaire activiteiten en programma's met betrekking tot het structuurbeleid, met name op het gebied van de beroepsopleiding, alsmede met het specifiek programma inzake gericht sociaal-economisch onderzoek voor zover het de aspecten van sociale uitsluiting betreft.

Aard van de werkzaamheden

De OTO-werkzaamheden hebben betrekking op de ontwikkeling en aanpassing van telematicatoepassingen voor twee grote gebruikstypes.

Het eerste is telewerken, dat kan worden uitgevoerd door thuiswerkers, leveranciers van telediensten, via onderaanneming of via cooeperatieve bedrijfsnetwerken. De werkzaamheden worden toegespitst op het gebruik van generieke technologieën zoals multimediawerkstations, hulpmiddelen voor het beheer van cooeperatieve werkzaamheden via netwerken, audio- en videoconferenties, en het gebruik van enkele of alle beschikbare netwerken - openbaar geschakeld net, ISDN en de toekomstige breedbandnetwerken. Het doel is vooral het concurrentievermogen en de produktiviteit van plaatselijke bedrijven, vooral in het MKB, te vergroten, omdat de economische efficiëntie van dergelijke bedrijven bepalend is voor de werkgelegenheid.

Het tweede activiteitengebied wordt gevormd door openbare telediensten. Nieuwe technologieën - zoals mobiele digitale telefoons, interactieve compact-disks, satellietontvangers met kleine apertuur (VSAT), interactieve televisie - worden hierbij de instrumenten om toegang te krijgen tot spraak-, data- en video-informatie. Via deze netwerken kunnen particulieren, bedrijven, lokale overheden en overheidsdiensten op afstand gegevensbanken ondervragen en gespecialiseerde bibliotheken raadplegen, spraakberichtendiensten consulteren en toegang krijgen tot diensten als telegezondheidszorg, audio-visuele diensten, teleopleiding, toerisme en sociale diensten.

In verband met het probleem van de gebieden die onvoldoende zijn voorzien van kabelnetwerken of radiorelaisnetwerken, wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van systemen voor draadloze communicatie die zullen zorgen voor algemene toegang tot informatie en diensten. Speciale aandacht moet worden besteed aan de onderlinge verbinding en de interoperabiliteit tussen lokale netwerken en nationale of internationale netwerken, met name de opkomende Europese infrastructuur.

Valideringsproeven en proefprojecten

De valideringsproeven worden bij voorkeur uitgevoerd in partnernetwerken die zijn opgezet in het kader van het ORA-project en in andere reeds bestaande netwerken voor samenwerking tussen Europese steden (Eurocities, Telecities, enz.). Deze activiteiten worden gecooerdineerd met de proefprojecten die zijn opgezet in het kader van de plannen voor ruimtelijke ordening van bepaalde Lid-Staten of communautaire programma's van regionale aard. Er moet meer aandacht worden besteed aan valideringsprojecten waarbij verschillende telematicatoepassingen in één enkel plattelands- of stadsgebied worden geïntegreerd. Uitwisseling van ervaringen tussen de verschillende gebieden - op nationaal en op Europees niveau - wordt gestimuleerd en bijzondere nadruk wordt gelegd op het gebruiksgemak en de aanvaardbaarheid voor de gebruikers van de telematicatoepassingen.

7. Gezondheidszorg

Bij de activiteiten van het derde kaderprogramma is gebleken dat telematicatoepassingen de volksgezondheidsstelsels in Europa kunnen helpen om de uitdagingen te aanvaarden waarvoor zij komen te staan bij hun streven al hun burgers kosteneffectieve diensten van hoge kwaliteit te verlenen. De ontwikkeling van telematica, met inbegrip van toepassingen op het gebied van de mobiele communicatie zou ook de medische beroepen kunnen helpen om de snelle vorderingen van de kennis en de groeiende complexiteit van haar taken bij te houden.

Doel

Doel van deze activiteit is dit onderzoek voort te zetten door iedereen die bij de gezondheidszorg betrokken is toegang te bieden tot telematicadiensten op Europees niveau en Europa in staat te stellen de capaciteiten van andere belangrijke concurrerende landen te evenaren. De introductie van nieuwe toepassingen moet worden aangemoedigd door het spectrum van beschikbare en nieuwe technologieën zo goed mogelijk te benutten, waarbij de nadruk op multimediahulpmiddelen moet komen te liggen.

Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de relevantie en de kwaliteit van medische gegevens, alsmede aan de vertrouwelijkheid, samenhang en veiligheid ervan. Er wordt gezorgd voor nauwe cooerdinatie met het specifieke programma voor onderzoek op het gebied van medische biologie en gezondheid en met de communautaire activiteiten op het gebied van de volksgezondheid, met name de programma's "Europa tegen kanker" en "Europa tegen AIDS".

Aard van de werkzaamheden

Er worden vier gebieden behandeld. Het eerste heeft betrekking op het medisch multimediadossier van patiënten, met name de component "medische beelden" en de automatisering en verzending daarvan in gestructureerde en genormaliseerde vorm tussen de verschillende betrokken gezondheidsinstellingen en -centra (ziekenhuizen, specialisten, huisartsen, analyselaboratoria, sociale-zekerheidsdiensten, enz.). De definitie, op Europese schaal, van een gestandaardiseerd overdraagbaar medisch dossier waarin zowel gegevens als beelden kunnen worden bewaard, zal eveneens aan de orde worden gesteld in het kader van de samenwerking tussen alle instanties en de toekomstige gebruikers. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van een homogene en veilige gezondheidszorg voor alle burgers, op zowel lokaal en regionaal als op nationaal en Europees niveau.

Ten tweede moeten de diagnostische en therapeutische hulpmiddelen waarover gezondheidswerkers kunnen beschikken, worden verruimd en moet het beheer over de gezondheidszorg worden verbeterd door de ontwikkeling van telematicatoepassingen. Daarmee kunnen gezondheidswerkers onderling communiceren en gegevens uitwisselen over een patiënt, dan wel advies inwinnen bij collega's. De OTO-werkzaamheden moeten gericht zijn op de automatisering en doorlichting van bepaalde diagnose- en opsporingsprocedures, waarvan de resultaten rechtstreeks via telematicanetwerken kunnen worden medegedeeld en besproken, en op de integratie van informatiesystmen van ziekenhuizen, diagnoseapparatuur, expertsystemen en gespecialiseerde systemen voor het verzenden van medische beelden. De interoperabiliteit, compatibiliteit en modulariteit van de apparatuur worden gegarandeerd door het accent te leggen op een open-systeemarchitectuur, overdraagbaarheid van gegevens en geharmoniseerde aansluitingen op telematicanetwerken.

Voorts moet snelle vooruitgang worden geboekt op het gebied van interactieve simulatie en virtuele omgevingen, teneinde "virtuele" organen te ontwikkelen voor opleidingsdoeleinden of ter voorbereiding van chirurgische ingrepen. Het onderzoek zal tevens betrekking hebben op medische assistentie op afstand, door de ontwikkeling van virtuele omgevingen ( "teleaanwezigheid").

Ten slotte worden ook telematicatoepassingen ontwikkeld ter bevordering van het beheer over medische hulpbronnen, de kwaliteitscontrole op de verleende zorg, de verwerking en verzending van epidemiologische gegevens en de tenuitvoerlegging van bewakings- en alarmproramma's.

Ten derde richt het OTO-onderzoek zich tevens op telegezondheidszorg, waarmee geïsoleerde patiënten een adequaat verzorgingsniveau kunnen krijgen en in moelijke gevallen artsen op afstand kunnen worden geraadpleegd. Dank zij nieuwe telematicadiensten op basis van interactieve multimediacommunicatie kunnen de diagnostische en therapeutische capaciteiten van gezondheidscentra rechtstreeks ten dienste worden gesteld van patiënten in afgelegen gebieden of op zee. Daartoe moeten telematicatoepassingen worden ontwikkeld waarmee biologische signalen en bewegende beelden veilig kunnen worden verzonden via terrestrische breedbandnetten of satellietverbindingen. Ook moet het mogelijk zijn om diagnoses op afstand te stellen, bij voorbeeld door interpretatie van geneeskundige onderzoeken, of om behandelingen zoals nierdialyse op afstand te bewaken, zonder dat de veiligheid in het geding komt. Deze telematicatoepassingen worden ook uitgebreid en aangepast voor het volgen van patiënten thuis of van slachtoffers van ernstige ongevallen op de plaats van de ramp zelf.

Ten slotte moeten ook telematicatoepassingen worden ontwikkeld ter ondersteuning van de communautaire activiteiten inzake ziektepreventie, waarmee gezondheidswerkers en burgers aangepaste informatie kunnen krijgen over beproefde preventie- en opsporingsvoorschriften met betrekking tot ernstige ziekten.

Valideringsproeven en proefprojecten

De valideringsproeven worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met allen die bij de gezondheidszorg zijn betrokken. Het accent zal daarbij vooral worden gelegd op de integratie van lokale gezondheidspartners in regionale, nationale en transeuropese telematicasystemen. Een dergelijk netwerk wordt in de eerste plaats tot stand gebracht door onderlinge verbinding van Europese verwijzings- en speerpuntcentra.

8. Ouderen en gehandicapten

De verkennende actie TIDE heeft aangetoond dat met informatie- en communicatietechnologie op passende wijze in de specifieke behoeften van deze categorieën kan worden voorzien.

Doel

Doel van deze OTO-activiteit is informatie- en communicatietechnologie ten dienste te stellen van ouderen en gehandicapten om hun zelfstandigheid te vergroten, hun levensomstandigheden te verbeteren en hun integratie in de maatschappij te vergemakkelijken, en de capaciteiten van andere belangrijke concurrerende landen op dit gebied te evenaren. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan het vaststellen van de behoeften van deze categorieën en aan de validering van de ontwikkelde toepassingen door de gebruikers. Ten slotte moet voor nauwe cooerdinatie worden gezorgd met de andere specifieke onderzoekprogramma's op dit gebied, zoals "Medische biologie en gezondheid" en "Industrie- en materiaaltechnologie", waarbij ook generieke technologieën zoals biotechnologie of nieuwe materialen ten dienste van ouderen en gehandicapten worden gesteld, alsmede met het specifiek programma "Gericht sociaal-economisch onderzoek".

Ook met het communautair sociaal programma ten behoeve van gehandicapten (Helios) moet een nauw verband worden gelegd.

Aard van de werkzaamheden

De werkzaamheden verlopen langs twee grote lijnen: toegang tot telematicadiensten en functionele compensatie. In het eerste geval moeten ouderen en gehandicapten, met name mensen met verstandelijke en zintuiglijke handicaps, de kans krijgen om volwaardig aan het economisch en sociaal leven deel te nemen. Daarom moeten er apparaten - in het bijzonder audiovisuele hulpmiddelen - en interfaces worden ontwikkeld waarmee zij via bestaande of nog in ontwikkeling zijnde multimediatelematicasystemen en -diensten toegang kunnen krijgen tot telewerken, informatie en opleiding op afstand of culturele programma's. Ook moeten er "intelligente" systemen worden ontwikkeld voor het beheer van de beroeps- of privé-omgeving van deze mensen, zoals afstandsbedieningen, alarmsystemen of oriëntatie/navigatiesystemen buiten de woning. Ten slotte moeten ook aangepaste systemen worden ontwikkeld voor de opleiding van de betrokkenen in het gebruik van de ontwikkelde hulpmiddelen.

Wat functionele compensatie betreft, moeten er toepassingen worden ontwikkeld waarin informatie- en communicatietechnologieën zijn geïntegreerd en waarmee de functionele capaciteiten van ouderen en gehandicapten geheel of gedeeltelijk kunnen worden hersteld. Het betreft met name systemen ter verbetering van de mobiliteit van deze mensen, hun mogelijkheden tot interpersoonlijke communicatie en hun vermogen om hun onmiddellijke omgeving aan te kunnen. Daarbij kan ook worden gesteund op de recente vooruitgang op het gebied van virtuele omgevingen en de afstandsbediening ( "teleaanwezigheid").

Valideringsproeven en proefprojecten

De technische uitvoerbaarheid en de functionele adequaatheid van de in het kader van deze activiteit ontwikkelde systemen en diensten moeten in reële situaties worden gedemonstreerd. Voor de validering van de resultaten wordt een beroep gedaan op netwerken van centra voor revalidatietechnologie.

9. Verkennende actie "Telematica voor het milieu"

Er worden ook verkennende acties uitgevoerd waarin de mogelijkheden van telematicatoepassingen op andere gebieden worden onderzocht. Milieu is daarvan het eerste.

Doel

Doel van deze activiteit is na te gaan of telematicatoepassingen kunnen bijdragen tot milieubehoud en -verbetering, in nauwe samenhang met het betreffende communautaire beleid en het specifiek OTO-programma voor het milieu en teneinde te bevorderen dat de verspreiding van telematicaoplossingen even snel verloopt als in andere ontwikkelde landen.

Aard van de werkzaamheden

Het onderzoek zal zich in eerste instantie toespitsen op communautaire milieuacties waarmee reeds in het kader van andere specifieke onderzoekprogramma's een begin is gemaakt en waarbij men van telematicaoplossingen kan profiteren. Dit geldt in het bijzonder voor het Europees Milieuagentschap en het nog op te richten Centrum voor Aardobservatie.

Bij de onderzoekactiviteiten op dit gebied wordt eveneens bijzondere aandacht besteed aan telematicasystemen voor automatische alarmering bij lucht-, oppervlaktewater- of zeeverontreiniging en de bewaking daarvan. Ook worden toepassingen ontwikkeld voor toezicht op kerncentrales en industriële installaties, alsmede voor beheersing van de risico's van natuurrampen, waaronder verwoestijning, aardbevingen, hydrogeologische noodsituaties en bosbranden. Het onderzoekwerk heeft ook betrekking op de ontwikkeling en de onderlinge verbinding van op deze risico's gerichte informatienetwerken en preventiecentra, waarbij deze laatste op afstand toegang kunnen krijgen tot dagelijks bijgewerkte gegevensbanken en hulpmiddelen voor besluitvorming. De eventuele uitbreiding van deze netwerken naar landen van Midden- en Oost-Europa en naar het gehele Middellandse-Zeegebied wordt eveneens overwogen.

Valideringsproeven en proefprojecten

De valideringsproeven worden uitgevoerd in stedelijke gebieden, industrie- en havengebieden, kustzones en rivierbekkens die het grootste gevaar van verontreiniging lopen, in nauwe samenwerking met de bevoegde lokale of nationale overheden.

10. Andere verkennende acties

Voorstellen voor andere verkennende acties om de mogelijkheden te beoordelen van telematicaoplossingen op gebieden die niet onder het programma vallen, alsmede andere behoeften aan telematicadiensten die tijdens de looptijd van het programma gevoeglijk ontwikkeld zouden kunnen worden, kunnen worden ingediend in het kader van de ondersteunende maatregelen. Indien zulks toepasselijk wordt geacht, kunnen deze andere verkennende acties vanaf 1996 van start gaan in het kader van een eventuele aanpassing van het programma als bedoeld in dit artikel 4, lid 1.

GEBIED D: HORIZONTALE OTO-ACTIVITEITEN Het algemene doel van deze activiteiten is niet alleen toepassingen te ontwikkelen en te valideren die de verticale activiteiten ondersteunen en versterken, maar ook om Europa in staat te stellen gelijke tred te houden met de belangrijkste concurrenten op deze gebieden.

11. Telematicatechnologie

Doel

Het doel van de studies en het onderzoek die in het kader van deze activiteit worden verricht is drieledig. In de eerste plaats moeten er hulpmiddelen en methoden worden ontwikkeld waarmee wetenschappers en technici zo efficiënt mogelijk telematicatoepassingen kunnen ontwikkelen waarin apparatuur, netwerken en generieke diensten optimaal worden geïntegreerd in specifieke apparatuur of programmatuur (toepassingstechnologie). Vervolgens moet worden nagegaan welke wijzigingen in de gebruikersomgeving moeten worden ingevoerd opdat een nieuwe telematicatoepassing met succes kan worden ingevoerd (procestechnologie). Ten slotte dienen ook kwesties met een horizontaal karakter aan de orde te komen, zoals de bescherming van gegevens en de intellectuele eigendom. De werkzaamheden zullen plaatsvinden in nauwe samenhang met de specifieke programma's "Informatietechnologie" en "Geavanceerde communicatie".

Aard van de werkzaamheden

Wat de technologie van processen en procedures betreft, moet in de onder dit programma vallende sectoren (ziekenhuizen, universiteiten, overheidsdiensten, enz.) een evaluatie worden gemaakt van de effecten en de aanvaardbaarheid van oude of nieuwe telematicatoepassingen, zoals telewerken, telegezondheidszorg of afstandsopleiding, voor de gebruikers. In sectoren die onder het programma "Telematica" vallen (overheidsdiensten, ziekenhuizen, onderzoekcentra, bedrijven die het telewerken introduceren, enz.), dienen vergelijkende studies en onderzoek plaats te vinden. Aan de hand daarvan moet een balans worden gemaakt van de doeltreffendheid van administratieve procedures, beheerspraktijken en werkorganisatie in deze verschillende categorieën van particulieren of openbare organisaties, voor en na de invoering van telematicatoepassingen, zodat daaruit zo algemeen mogelijke operationele aanbevelingen kunnen worden afgeleid waarbij het subsidiariteitsbeginsel in acht wordt genomen. Er moeten dan ook algemene methoden worden aangegeven voor de reorganisatie van de betrokken gebruikerssectoren bij een maximale efficiency en sociale aanvaardbaarheid en er moet worden geanalyseerd welke voordelen en besparingen de nieuwe telematicasystemen opleveren. Bijzondere aandacht wordt daarbij besteed aan de ergonomische aspecten, in de zin dat deze systemen moeten bijdragen aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden.

De OTO-werkzaamheden op het gebied van de toepassingstechnologie worden geconcentreerd op methoden voor de integratie van generieke en specifieke componenten, zowel apparatuur als programmatuur, zodat telematicatoepassingen die op de verschillende werkgebieden van het programma zijn ontwikkeld, fundamentele eigenschappen kunnen krijgen zoals adequate functies en betrouwbaarheid, gebruiksgemak, gemak van exploitatie en beheer, alsmede de mogelijkheid om latere technische vooruitgang te integreren. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan het zoeken naar modulaire en generieke oplossingen, alsmede aan interoperabiliteitskwesties (protocollen, interfaces enz.). Daarbij kan worden gesteund op de resultaten en lopende activiteiten van programma's zoals die op het gebied van informatietechnologie en telecommunicatie of andere soortgelijke initiatieven, alsmede op de ervaring die in het kader van het vorige programma "Telematica" is opgedaan.

Ten slotte zullen studies plaatsvinden over projecten, zodat kwesties met betrekking tot de veiligheid en vertrouwelijkheid van gegevens, de persoonlijke privacy, de intellectuele-eigendomsrechten en de normalisatieaspecten zo efficiënt mogelijk kunnen worden behandeld.

Deze werkzaamheden op het gebied van telematicatechnologie moeten geleidelijk uitmonden in een zo samenhangend en eenvormig mogelijk geheel van methoden, technieken, hulpmiddelen en aanbevelingen, dat ruime verspreiding zal vinden onder de deelnemers aan het programma "Telematica" en, op nog grotere schaal, onder alle onderzoekers en gebruikers van telematicatoepassingen door middel van specifieke verspreidingsacties.

12. Taaltechnologie

Taal is het middel waarmee wetenschappelijke en technische kennis wordt overgebracht, de kurk waarop cultuur drijft, een essentieel instrument van administratieve en commerciële communicatie. In telematicasystemen wordt vaak een verarmde taal gebruikt die ver af staat van de gewone taal van de gebruikers. De integratie van taaltechnologie in informatie- en communicatiesystemem wordt dan ook een cruciale factor om het gebruik en de brede verspreiding van deze systemen te bevorderen. Voorts kunnen moderne gereedschappen voor het verwerken van gesproken en geschreven taal bijdragen tot het opheffen van taalbarrières, die het gebruik van telematicasystemen op Europees niveau afremmen. Met deze activiteit wordt het onderzoekterrein van het derde kaderprogramma verruimd door het accent te leggen op de integratie van taaltechnologie in concrete toepassingen (bij voorbeeld op het gebied van overheidsdiensten, gezondheid en opleiding) en de evaluatiemethoden voortdurend te verbeteren. Deze activiteit, die met het taalkundig onderzoek in de Lid-Staten en in het kader van Eureka wordt gecooerdineerd, steunt ook op de overige communautaire OTO-acties.

Doel

Beoogd wordt het gebruik van telematicatoepassingen in Europa te vergemakkelijken en de communicatiemogelijkheden in Europese talen te ontwikkelen, door er nieuwe methoden voor de verwerking van spraak en schrift in te integreren.

Bij voorrang wordt steun gegeven voor researchwerkzaamheden die gericht zijn op de mogelijkheid om resultaten op korte termijn om te zetten in industriële of commerciële toepassingen. Daartoe moeten de onderzoek- en ontwikkelingsinspanningen betrekking hebben op ruime telematicatoepassingen zoals documentaire informatiediensten met inbegrip van systemen voor het verwerken en beheren van documenten, transactionele telediensten (telebankdiensten of elektronische repertoria bij voorbeeld) en interpersoonlijke communicatie waaronder elektronische postdiensten en teleconferentie.

Aard van de werkzaamheden

De OTO-werkzaamheden verlopen langs drie hoofdlijnen.

Ten eerste moeten de resultaten van vroeger onderzoek - met inbegrip van het onderzoek dat in het kader van Esprit is uitgevoerd - worden benut om systemen te ontwikkelen waarmee de integratie van taaltechnologie kan worden bevorderd op multisectoriële gebieden waar taalverwerking een belangrijke rol speelt.

Deze werkzaamheden hebben in de eerste plaats betrekking op de ontwikkeling van met taal verband houdende middelen waarmee de produktie en het beheer van meertalige elektronische documenten kunnen worden verbeterd. Het betreft met name geavanceerde meertalige hulpmiddelen voor schrijvers, verbeterde technieken voor indexering en het opzoeken van in vrije stijl geschreven documenten en automatische methoden voor het opzoeken en combineren van informatie-elementen uit verschillende documentenarchieven en databanken. Voorts moeten de werkzaamheden betrekking hebben op interfaces op basis van spraak en schrift, waarmee voor vakspecialisten en voor het publiek bestemde transactionele diensten kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruikers in de verschillende Lid-Staten. Ook moeten, om de taalkwaliteit bij telewerken en elektronische post te verbeteren, technieken worden ontwikkeld voor de omzetting van spraak in schrift en omgekeerd, automatisch berichtenverkeer en real-time toegang tot automatische vertaling en andere taalhulpmiddelen.

De werkzaamheden hebben ook betrekking op het verbeteren van de gereedschappen, methoden en systemen voor automatische en computergesteunde vertaling met het oog op de integratie daarvan in de werkomgeving van de eindgebruiker.

Ten slotte moeten taalkundige middelen en methoden worden ontwikkeld om het talenonderwijs te vergemakkelijken.

Ten tweede moeten herbruikbare taalhulpmiddelen zoals elektronische grammatica's, corpora en woordenboeken worden ontwikkeld en geharmoniseerd. Deze activiteit heeft tot doel de overdraagbaarheid van deze hulpmiddelen van het ene computersysteem naar het andere te vergemakkelijken, teneinde het gebruik ervan te verruimen.

Ten slotte moeten de onderzoekinspanningen gericht worden op gebieden van de taalkunde waaruit toepassingen op middellange en op lange termijn kunnen voortkomen. Dergelijke inspanningen zijn inderdaad nodig om vooruitgang te boeken in de beheersing van de taalkundige complexiteit en om de automatische taalanalysemethoden te verbeteren. Met name de volgende drie sectoren worden hierbij beoogd: de weergave van concepten in verschillende talen om de automatische analyse van teksten en de mens/machine-dialoog te vergemakkelijken, de toepassing van vooruitgang op automatiseringsgebied bij de verwerking van natuurlijke taal, geavanceerde methoden die kunnen worden toegepast bij de verwerking van geschreven of gesproken taal zoals verwerking van vrije tekst, geavanceerde stemherkenningssystemen en automatisch simultaantolken.

Valideringsproeven en proefprojecten

Er worden proefprojecten opgezet met betrekking tot telematicatoepassingen die op andere werkgebieden van het programma zijn ontwikkeld om de technische uitvoerbaarheid, de werking en de toepasbaarheid van de ontwikkelde taaltoepassingen te verifiëren. Voorts moeten vergelijkende testmethoden en objectieve evaluatiecriteria voor taalhulpmiddelen worden opgesteld. Ten slottte moeten er procédés voor de kwaliteitscontrole van taalsystemen en -diensten worden ontwikkeld en moeten er aanbevelingen worden gedaan aan normalisatie-instanties.

13. Informatietechnologie

De hoeveelheid gegevens die in elektronische vorm is opgeslagen en via telematicasystemen wordt verspreid, neemt hand over hand toe. Toch blijft de toegang daartoe moeilijk, vanwege het aantal, de verspreiding en de heterogeniteit van de informatiediensten, hetgeen leidt tot onvoldoende gebruik van telematicasystemen en verlies van gegevensselectiviteit voor verschillende gebruikerscategorieën. Om dit te verhelpen moet er intensiever gebruik worden gemaakt van informatiediensten door geavanceerde-telematicatoepassingen op het gebied van elektronisch publiceren en de toegang tot informatie te integreren. Bij de werkzaamheden zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de resultaten van andere programma's van de Gemeenschap - bij voorbeeld op het gebied van de informatietechnologie - en van bestaande of nog in het ontwikkelingsstadium verkerende geavanceerde technologieën.

Doel

Doel van deze activiteit is de toegang tot elektronische gegevens in alle vormen selectiever en gemakkelijker te maken en het gebruik ervan te vereenvoudigen, met behulp van methoden en systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie- en communicatietechnologie.

Aaard van de werkzaamheden

De OTO-werkzaamheden hebben betrekking op de belangrijkste schakels van de keten waarin elektronische gegevens toegevoegde waarde krijgen (produktie, verspreiding en raadpleging).

Wat elektronisch publiceren betreft, heeft het onderzoek betrekking op toepassingen waarmee "informatieprodukten" kunnen worden gecreëerd (bij voorbeeld databanken en elektronische manuscripten) die gebruikt kunnen worden ongeacht de gebruikte apparatuur, programmatuur of publikatiewijze, zodat zonder moeite kan worden voorzien in de behoeften van de verschillende gebruikerscategorieën. Daartoe moeten geavanceerde toepassingen worden ontwikkeld waarmee schrijvers en uitgevers de structuur en het formaat van de gegevens op generieke wijze kunnen beschrijven, onafhankelijk van het gebruikte technologische platform. Deze toepassingen moeten naadloos in de huidige omgeving van "informatieleveranciers" kunnen worden geïntegreerd.

Wat de verspreiding van digitale informatie betreft, moeten nieuwe presentatievormen voor informatie worden ontwikkeld, waarmee de gebruiker de gewenste gegevens zonder voorkennis van de structuur of de inhoud van deze databanken kan terugvinden. Het onderzoek heeft tevens betrekking op de integratie van heterogene informatie (tekst, beeld, geluid) die over verschillende bronnen is verdeeld, in een en dezelfde dienst. Het is er ook op gericht de modulariteit van de gegevensblokken binnen lange teksten te verhogen, door gebruik te maken van de meest recente methodologieën voor de ontwikkeling van databases, teneinde het transactionele en economische karakter van de informatieverspreiding te verbeteren.

Er moeten geavanceerde methoden voor het opzoeken van digitale gegevens worden ontwikkeld om de toegang van de gebruikers tot de steeds talrijker, meer verspreide en heterogene bronnen te verbeteren. Dank zij deze methoden kan de gebruiker de gezochte informatiebronnen lokaliseren door middel van on line-navigatiehulpmiddelen, een zelfde zoekprocedure zonder doublures in verschillende databanken uitvoeren, op intuïtieve wijze in de informatie grasduinen, bepaalde gegevens opzoeken en zonder problemen in zijn eigen toepassingen binnenhalen.

Valideringsproeven en proefprojecten

Bij de validering wordt door middel van proefprojecten rekening gehouden met de behoeften van iedereen die bij de produktie van informatie is betrokken, zowel nieuwe als ervaren gebruikers. Daartoe behoort ook de ontwikkeling van kwaliteitscontrole en metingen van de prestaties van informatiesystemen. De validering moet leiden tot de bevordering van normen voor formaten voor gegevensuitwisseling.

GEBIED E: ONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN Deze activiteiten hebben betrekking op kwesties die verscheidene gebieden van het programma gemeen hebben. Teneinde de strategische samenhang van het telematicaprogramma te behouden en de coherentie en cooerdinatie te vergroten, worden de voorgestelde activiteiten - inclusief MKB-gerichte activiteiten - zoals die uit de verschillende gebieden of op het algemeen programmaniveau naar voren komen, op het niveau van het programma besproken, maar ten uitvoer gelegd op de betrokken gebieden. Deze activiteiten op programmaniveau zijn ondergeschikt aan die welke op het niveau van de afzonderlijke gebieden worden ondernomen en zijn goed toegesneden op de specifieke behoefte aan een derglijke actie op elk gebied afzonderlijk.

Zij hebben betrekking op:

Volgen van de telematica en consensusvorming

Een speciale actie voor het volgen van de telematica wordt opgezet om de gebruikersbehoeften te evalueren, de technologie- alsook de markttendensen te beoordelen en de mechanismen die de innovatie voor gebruikers versnellen te identificeren. Horizontale geconcerteerde activiteiten waarover consensus bestaat intensiveren de uitwisseling van ervaringen over de gebieden van het programma.

Consensusvorming over de gebieden en projecten behelzen standaarden en gemeenschappelijke telematica-infrastructuren, die het aanwenden van telematicadiensten helpen versnellen.

In deze context wordt cooerdinatie ontwikkeld tussen de Commissiediensten en met andere communautaire activiteiten, zoals die welke door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) gefinancierd worden.

Verspreiding van de resultaten en bevordering van de telematica

Verspreiding en exploitatie van onderzoekresultaten is zeer belangrijk bij dit op de gebruikers gerichte programma waarbij door middel van proefprojecten en valideringsproeven getracht wordt de gebruikers een aantal innovatieve telematicatoepassingen te bieden die gunstig zijn voor de werkgelegenheid, in het bijzonder die waarop in het Witboek de aandacht werd gevestigd (telewerken en telediensten in het onderwijs bij de opleiding, de gezondheidszorg en het vervoer). De samenwerking in het kader van het programma dient vooral ter stimulering van de investeringen die nodig zijn voor een grootschalige verspreiding en benutting van die nieuwe toepassingen. Daarom wordt in het kader van het programma steun verleend voor demonstratieprojecten, vooral wanneer deze verschillende telematische toepassingen omhelzen, alsook voor de uitwisseling van ervaringen tussen de verschillende demonstratieplaatsen. Verder wordt steun verleend voor de organisatie van workshops, seminars, conferenties en tentoonstellingen in de Lid-Staten, met de hulp van het communautaire netwerk van Relay Centers voor de exploitatie en de verspreiding van onderzoek. De bij de verschillende projecten betrokken onderzoekteams worden ertoe aangezet om vanaf de aanvang van hun werkzaamheden rekening te houden met deelneming aan acties ter verspreiding en exploitatie van de resultaten van hun onderzoek in de gehele Europese Unie.

Internationale samenwerking

Internationale activiteiten (conferenties, studiereizen, demonstraties van te exploiteren resultaten) worden ondernomen op de meeste onderzoekgebieden, telkens wanneer is aangetoond dat er een wederzijds en evenwichtig belang mee gemoeid is voor de gehele Europese Unie, in het bijzonder op de in het Witboek genoemde gebieden. Grote waarde wordt gehecht aan de samenwerking met Latijns-Amerika, Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten van de voormalige Sowjetunie: in het kader van bepaalde projecten kan worden gedacht aan de uitwisseling van onderzoekers en er worden betrekkingen onderhouden met de telematica-activiteiten in het kader van de programma's PHARE en TACIS of met initiatieven die door de EBRD worden gefinancierd.

Ook wordt op het gehele gebied van de telematica gezorgd voor cooerdinatie en eventueel ook voor samenwerking met COST en Eureka-activiteiten en andere soortgelijke OTO-programma's uit hoofde van andere of Europese kaders (met name ESA, CERN en Eurocontrol).

Opleiding

In het programma wordt de uitwisseling van onderzoekers die werkzaam zijn op het gebied van telematicatoepassingen aangemoedigd, alsmede de opneming van bestaande onderzoekcentra in een netwerk. Bovendien kan ook communautaire steun worden verleend voor de opleiding van gebruikers en de uitwisseling van ervaring op dit gebied.

BIJLAGE II

INDICATIEVE VERDELING VAN HET NOODZAKELIJK GEACHTE BEDRAG

"" ID="1">A. Telematica voor diensten van algemeen belang> ID="2">255"> ID="1"> 1. Overheidsdiensten> ID="3">50"> ID="1"> 2. Vervoer> ID="3">205"> ID="1">B. Kennistelematica> ID="2">146"> ID="1"> 3. Telematica ten behoeve van het onderzoek> ID="3">50"> ID="1"> 4. Onderwijs en opleiding> ID="3">66"> ID="1"> 5. Bibliotheken> ID="3">30"> ID="1">C. Telematica voor de verbetering van de werkgelegenheid en de levensomstandigheden> ID="2">268"> ID="1"> 6. Stedelijke en landelijke gebieden> ID="3">48"> ID="1"> 7. Gezondheidszorg> ID="3">135"> ID="1"> 8. Ouderen en gehandicapten> ID="3">65"> ID="1"> 9. Verkennende actie "Telematica voor het milieu"> ID="3">20"> ID="1">10. Andere verkennende acties> ID="3">p.m."> ID="1">D. Horizontale OTO-acitviteiten> ID="2">133"> ID="1">11. Telematicatechnologie> ID="3">15"> ID="1">12. Taaltechnolgie> ID="3">81"> ID="1">13. Informatietechnologie> ID="3">37"> ID="1">E. Ondersteunende activiteiten> ID="2"> 41 (1)"> ID="1">Totaal> ID="2">843 (1)""De verdeling over verschillende gebieden sluit niet uit dat een project betrekking kan hebben op meer dan een gebied.

>

(1) Waarvan:

- 18 miljoen ecu voor de verspreiding en exploitatie van de resultaten;

- 23 miljoen ecu voor andere voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen.(1) Waarvan:

- maximal 6,1 % voor personeelskosten en 3,7 % voor huishoudelijke uitgaven;

- ten hoogste 5 % voor specifieke activiteiten in verband met het MKB.

BIJLAGE III

SPECIFIEKE REGELS VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA 1. Het programma zal worden uitgevoerd in het kader van de validering en demonstratie van telematicatoepassingen die optimaal bijdragen tot de versterking van het concurrentievermogen, tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Gemeenschap en tot de doelmatigheid van diensten van openbaar belang. Het werkprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling zal worden aangepast in het licht van de specifieke eisen van de validerings- en demonstratieactiviteiten.

2. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van werkzaamheden onder contract, waarbij de Gemeenschap een financiële bijdrage levert aan door derde partijen of door met derde partijen geassocieerde GCO-instanties uitgevoerde OTO-activiteiten:

a) Werkzaamheden voor gezamenlijke rekening:

OTO-projecten uitgevoerd door ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten; stimulering van de oprichting van consortia voor geïntegreerde projecten met een gemeenschappelijk doel.

Normaliter zal de Gemeenschap niet meer dan 50 % van de kosten van het project financieren; naarmate het project marktgerichter is, daalt het percentage van de bijdrage. De universiteiten en andere instellingen die geen analytische begrotingsboekhouding voeren ontvangen een vergoeding op basis van 100 % van de bijkomende kosten.

b) Passende maatregelen voor dit specifieke programma:

- maatregelen ter stimulering van technologiegebruik, om de deelname van het MKB aan OTO-activiteiten aan te moedigen en te vergemakkelijken door middel van het toekennen van premies voor het uitvoeren van de verkennende fase van een OTO-activiteit met samenwerking - inclusief het zoeken van partners - gedurende een periode van maximaal twaalf maanden. De premies worden toegekend aan geselecteerde projectvoorstellen die normaliter moeten zijn ingediend door ten minste twee niet gelieerde MKB's uit twee verschillende Lid-Staten. De premie dekt maximaal 75 % van de kosten van de verkennende fase, met dien verstande dat aan elk MKB waarvan de aanvrage gehonoreerd wordt ten hoogste 22 500 ecu wordt toegekend.

Na de initiële uitnodiging kunnen gedurende de periode waarvoor het uitgevoerde werkprogramma geldt te allen tijde voorstellen worden ingediend;

- maatregelen ter bevordering van de normalisatie, alsmede maatregelen voor de totstandbrenging van gebruiksprotocollen, met algemene gelding, voor de doelstellingen van het programma;

- financiële ondersteuning voor de koppeling van infrastructuren en installaties welke nodig zijn voor demonstraties en gecooerdineerde acties (versterkte cooerdinatie), alsmede overeenkomstig de opgave van de deelnemers aan de projecten.

De communautaire bijdrage kan tot 100 % van de kosten van deze maatregelen belopen.

c) Voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen, zoals:

- studies ter ondersteuning van dit programma en ter voorbereiding van latere werkzaamheden;

- maatregelen die erop gericht zijn de deelname van ondernemingen, onderzoek- en consumentenorganisaties aan het programma en hun toegang tot de onderzoeksresultaten betreffende telematicatoepassingen te vergemakkelijken;

- publikaties en activiteiten op het gebied van de verspreiding, bekendmaking en exploitatie van resultaten, in cooerdinatie met de werkzaamheden verricht onder de 3e actie; vanaf het begin en gedurende de gehele looptijd van de OTO-projecten - waarvan de partners een belangrijk netwerk zullen vormen voor de verspreiding en exploitatie van de resultaten - zal rekening worden gehouden met de factoren die de benutting van de resultaten kunnen bevorderen;

- analyse van de eventuele sociaal-economische gevolgen in verband met het programma, mede als bijdrage tot het programma betreffende gericht sociaal-economisch onderzoek;

- opleidingsactiviteiten op het gebied van telematicatoepassingen voor onderzoekers en gebruikers teneinde de overdracht van technologie aan te moedigen en beroepsvaardigheden te vergroten;

- maatregelen ter ondersteuning van de werking van netwerken voor een groeiend bewustzijn en voor gedecentraliseerde hulp ten behoeve van het MKB in cooerdinatie met Euromanagement-audits van OTO.

De communautaire bijdrage kan gaan tot 100 % van de kosten van deze maatregelen.

d) Gecooerdineerde werkzaamheden

die bestaan in de cooerdinatie, vooral in de vorm van "overlegnetwerken", van OTO-projecten, die deel uitmaken van het programma en van OTO-projecten die door de overheid of door particuliere instanties worden gefinancierd. Gecooerdineerde werkzaamheden kunnen ook dienen voor de cooerdinatie die nodig is voor de werking van de themanetwerken waarin, via OTO-projecten voor werkzaamheden voor gezamenlijke rekening (zie punt 2, onder a), fabrikanten, netwerkexploitanten, softwareondernemingen, dienstverrichters, gebruikers, universiteiten en onderzoekcentra rond één technologische of industriële doelstelling worden samengebracht.

De communautaire bijdrage kan gaan tot 100 % van de kosten van deze maatregelen.

3. In uitzonderlijke gevallen kan de deelname van internationale organisaties aan dit programma gefinancierd worden op dezelfde basis als voor in de Gemeenschap gevestigde rechtspersonen.