31994D0354

94/354/EG: Besluit van het Europees Parlement van 21 april 1994 waarbij de Raad van Beheer van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Berlijn) kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 1992

Publicatieblad Nr. L 156 van 23/06/1994 blz. 0046 - 0047


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT van 21 april 1994 waarbij de Raad van Beheer van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Berlijn) kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 1992 (94/354/EG)

HET EUROPEES PARLEMENT,

- Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 206,

- Gezien de verslaglegging van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, alsmede het desbetreffende verslag van de Rekenkamer (C3-0489/93),

- Gezien het besluit van de Raad van 21 maart 1994 (C3-0148/94),

- Gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A3-0180/94),

1. Neemt kennis van de volgende cijfers in verband met de rekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding:

Begrotingsjaar 1992 "(in ecu)"" ID="1">Inkomsten> ID="2">10 623 587,86 "> ID="1">1. Subsidies van de Commissie> ID="2">10 491 722,30 "> ID="1">2. Rente op banktegoeden> ID="2">126 302,67 "> ID="1">3. Overige> ID="2">5 562,89 "> ID="1">Uitgaven"> ID="1">1. Kredieten definitieve begroting> ID="2">10 838 000,00 "> ID="1">2. Vastleggingen> ID="2">10 623 587,86 "> ID="1">3. Ongebruikte kredieten> ID="2">214 412,14 "> ID="1">4. Betalingen> ID="2">8 953 347,35 "> ID="1">5. Uit 1991 naar 1992 overgedragen kredieten> ID="2">2 070 750,67 "> ID="1">6. Betalingen uit overgedragen kredieten> ID="2">1 816 883,28 "> ID="1">7. Overgedragen en geannuleerde kredieten (5 6)> ID="2">253 867,39 "> ID="1">8. Uit 1992 naar 1993 overgedragen kredieten> ID="2">1 670 240,51 "> ID="1">9. Annuleringen (1 4 8)> ID="2">214 412,14;">

2. Stelt vast dat de Raad op 30 juni 1993 een nieuw financieel reglement voor het Centrum heeft vastgesteld; verzoekt het Centrum te blijven trachten zijn administratieve procedures in overeenstemming te brengen met dit reglement;

3. Wijst er met nadruk op dat de subsidie uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen in termijnen uitgekeerd dient te worden uiterlijk op de vijftiende dag van ieder kwartaal en overeenkomstig de werkelijke behoefte; verzoekt het Centrum te zorgen voor zo nauwkeurig mogelijke prognoses van de bedragen die voor ieder kwartaal werkelijk nodig zijn;

4. Verzoekt het Centrum in het kader van de kwijtingsprocedure 1993 verslag te doen van zijn pogingen zoveel mogelijk geschikte kandidaten op te sporen voor zijn studieopdrachten;

5. Verzoekt het Centrum voortaan ieder jaar aan het Parlement verslag te doen van de wijze waarop het zijn studieopdrachten beheert; verzoekt de Rekenkamer deze sector mede te betrekken in haar controle;

6. Stelt vast dat het Centrum een openbare aanbesteding heeft uitgeschreven voor het onderzoek waarop het Parlement in 1993 aandrong om na te gaan in hoeverre het Centrum aan zijn statutaire doelstellingen voldoet en om eventuele verbeteringen aan te bevelen; verwacht te zijner tijd de voltooide studie te ontvangen;

7. Stelt vast dat een relatief groot aantal kredieten wordt overgedragen en dat dergelijke overdrachten vervolgens worden geannuleerd; stelt voor in het kader van bovenbedoeld verslag te onderzoeken hoeveel kredieten het Centrum kan opnemen;

8. Stelt met verontrusting vast dat een personeelslid van het Centrum van 1990 tot 1992 tijdelijk bij de Commissie gedetacheerd was om werkzaamheden in het kader van het Phare-programma te verrichten; wijst er nogmaals op dat het de taak van het Centrum is de Commissie bij te staan op het gebied van de beroepsopleiding in de Europese Gemeenschap; verzoekt het Centrum en de Commissie dan ook in de toekomst niet toe te staan dat personeel taken verricht die niet aan deze omschrijving voldoen;

9. Wijst erop dat het Parlement overeenkomstig het nieuwe financieel reglement van het Centrum in zijn kwijtingsbesluit een evaluatie moet opnemen van de verantwoordelijkheid waarmee de Raad van Beheer in het desbetreffende jaar de begroting heeft uitgevoerd; verzoekt de Rekenkamer dan ook ervoor te zorgen dat haar jaarlijkse controle de gegevens bevat die het Parlement in staat stellen aan deze verplichting te voldoen;

10. Verleent de Raad van Beheer van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding op basis van het verslag van de Rekenkamer kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 1992;

11. Verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad van Beheer van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en te zorgen voor publikatie ervan in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (serie L).

Gedaan te Straatsburg, 21 april 1994.

De Secretaris-generaal

Enrico VINCI De Voorzitter

Egon KLEPSCH