31993Y0617(01)

Resolutie van de Raad van 8 juni 1993 betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving

Publicatieblad Nr. C 166 van 17/06/1993 blz. 0001 - 0001


RESOLUTIE VAN DE RAAD van 8 juni 1993 betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving

(93/C 166/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien de conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh van 11 en 12 december 1992, waarin wordt gepleit voor praktische maatregelen om de communautaire wetgeving duidelijker en eenvoudiger te maken,

Overwegende dat er richtsnoeren moeten worden vastgesteld waarin criteria voor de beoordeling van de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving worden bepaald;

Overwegende dat deze richtsnoeren bindend noch volledig zijn en ten doel hebben de communautaire wetgeving zo duidelijk, eenvoudig, beknopt en bevattelijk mogelijk te maken;

Overwegende dat deze richtsnoeren als leidraad moeten dienen voor alle instanties die betrokken zijn bij de opstelling van teksten in het kader van de Raad, zowel in de Raad zelf als in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers en vooral in de werkgroepen; dat de Juridische Dienst van de Raad wordt verzocht, van deze richtsnoeren gebruik te maken om de Raad en diens organen redactionele suggesties te doen,

NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN:

De algemene doelstelling, namelijk de communautaire wetgeving toegankelijker te maken, moet niet alleen worden bereikt door systematisch tot codificatie over te gaan, maar ook door bij de opstelling van Raadsbesluiten de onderstaande richtsnoeren als toets te hanteren:

1. Het besluit moet duidelijk, eenvoudig, beknopt en ondubbelzinnig worden geformuleerd; overmatig gebruik van afkortingen, "communautair jargon" of te lange zinnen moet worden vermeden.

2. Onduidelijke verwijzingen naar andere teksten, alsmede te veel verwijzingen over en weer die de tekst moeilijk te begrijpen maken, moeten worden vermeden.

3. De bepalingen van het besluit moeten samenhangend zijn; een zelfde term moet een zelfde begrip uitdrukken.

4. De rechten en verplichtingen van degenen op wie het besluit van toepassing is, moeten duidelijk worden omschreven.

5. Het besluit moet een standaardstructuur hebben (hoofdstukken, afdelingen, artikelen, leden).

6. In de overwegingen moet het beschikkend gedeelte in eenvoudige bewoordingen worden gemotiveerd.

7. Niet regelgevende bepalingen (wensen, politieke verklaringen) moeten worden vermeden.

8. Inconsequenties ten opzichte van bestaande besluiten zijn uit den boze, evenals overbodige herhalingen van deze besluiten. Elke wijziging, verlenging of intrekking van een besluit moet duidelijk worden aangegeven.

9. Een besluit waarmee een vorig besluit wordt gewijzigd, mag geen autonome inhoudelijke bepalingen bevatten, maar uitsluitend bepalingen die rechtstreeks in het te wijzigen besluit worden opgenomen.

10. De datum van inwerkingtreding van het besluit, alsmede de eventueel noodzakelijke overgangsbepalingen, moeten duidelijk zijn.