31993R2595

VERORDENING (EEG) Nr. 2595/93 VAN DE COMMISSIE van 22 september 1993 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad wat betreft het gebruik van braakgelegde grond voor de produktie van door meerjarige teelt verkregen grondstoffen voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet voor voeding en/of vervoedering bestemde produkten

Publicatieblad Nr. L 238 van 23/09/1993 blz. 0021 - 0023
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 52 blz. 0151
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 52 blz. 0151


VERORDENING (EEG) Nr. 2595/93 VAN DE COMMISSIE van 22 september 1993 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad wat betreft het gebruik van braakgelegde grond voor de produktie van door meerjarige teelt verkregen grondstoffen voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet voor voeding en/of vervoedering bestemde produkten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1552/93 (2), en met name op artikel 12,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1541/93 van de Raad van 14 juni 1993 tot vaststelling van het in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde percentage braak te leggen landbouwgronden in geval van vaste braak (3), en met name op artikel 3,

Overwegende dat in artikel 7, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat braakgelegde grond mag worden gebruikt voor de produktie van grondstoffen voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van produkten die niet rechtstreeks voor voeding en/of vervoedering zijn bestemd, mits doeltreffende controlesystemen worden toegepast;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 334/93 van de Commissie van 15 februari 1993 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende het gebruik van uit produktie genomen grond voor de produktie van grondstoffen voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet specifiek voor voeding of vervoedering bestemde produkten (4) voorschriften zijn vastgesteld voor de produktie van grondstoffen met eenjarige gewassen op braakgelegde grond die al dan niet in een wisselbouwsysteem is opgenomen; dat het derhalve wenselijk is uitvoeringsbepalingen vast te stellen voor de produktie van grondstoffen via meerjarige teelt op braakgelegde grond die niet in een wisselbouwsysteem is opgenomen; dat deze uitvoeringsregeling moet stroken met het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2293/92 van de Commissie van 31 juli 1992 houdende toepassingsbepalingen inzake het uit produktie nemen van grond als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2594/93 (6);

Overwegende dat dient te worden bepaald welke door meerjarige teelt verkregen grondstoffen mogen worden geproduceerd op braakgelegde grond zonder wisselbouw en welke bestemmingen aan de betrokken gewassen mogen worden gegeven;

Overwegende dat moet worden verlangd dat de aanvrager van het jaarlijkse compensatiebedrag zich ertoe verbindt de door meerjarige teelt op braakgelegde grond verkregen grondstoffen uitsluitend voor andere doeleinden dan voeding en/of vervoedering te zullen gebruiken;

Overwegende dat bij de instelling van deze regeling rekening dient te worden gehouden met de wettelijke bepalingen van de Lid-Staten, met name de bepalingen inzake agronomische eisen, controle en volksgezondheid en de om milieu- of strafrechtelijke redenen vastgestelde bepalingen, waarbij er evenwel op moet worden toegezien dat in de Gemeenschap als geheel elk aan deze factoren toe te schrijven verschil in behandeling zo beperkt mogelijk blijft;

Overwegende dat voor de door meerjarige teelt op braakgelegde grond verkregen grondstoffen en voor alle daarvan afgeleide produkten moet worden voorkomen dat kan worden geprofiteerd van andere door de Gemeenschap verleende steun;

Overwegende dat de aanvrager, om in aanmerking te kunnen komen voor het compensatiebedrag dat hem schadeloos stelt voor de braakleggingsverplichting, zich dient te onderwerpen aan controlevoorschriften die met name zijn gebaseerd op een teeltaangifte;

Overwegende dat het wenselijk is voor deze regeling een controlesysteem en eventueel sancties toe te passen overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie (7); dat voorts specifieke bepalingen dienen te worden vastgesteld voor de contracten die zijn ondertekend vóór de inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 334/93;

Overwegende dat het Comité van beheer voor granen, oliën en vetten en gedroogde voedergewassen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt onder "aanvrager" verstaan degene die de steunaanvraag "oppervlakten" indient ter verkrijging van het jaarlijke compensatiebedrag in de zin van artikel 2, lid 5, en artikel 7, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1765/92, hierna "compensatie" genoemd.

Artikel 2

1. Meerjarige gewassen die worden verbouwd op grond waarop vaste braak wordt toegepast, mogen slechts grondstoffen opleveren die voor andere doeleinden dan voeding en/of vervoedering kunnen worden gebruikt.

2. Voor grond die is bestemd voor de teelt van de in bijlage I bedoelde grondstoffen, geldt het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2293/92.

Artikel 3

Een aanvrager die braakgelegde grond wil gebruiken voor de teelt van in bijlage I bedoelde grondstoffen, moet zich er, om recht op de compensatie te hebben, bij de indiening van de eerste steunaanvraag "oppervlakten" schriftelijk tegenover de bevoegde autoriteit van zijn Lid-Staat toe verbinden dat de betrokken grondstoffen bij gebruik of verkoop zullen worden bestemd voor doeleinden die in overeenstemming zijn met bijlage II.

De aanvrager verklaart in zijn verbintenis er kennis van te hebben genomen dat hij bij niet-naleving van zijn verbintenis blootstaat aan de sancties als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3887/92.

Artikel 4

De Lid-Staten kunnen een in bijlage I genoemde grondstof slechts van deze regeling uitsluiten indien de betrokken grondstof op agronomisch gebied of met betrekking tot de controle, de volksgezondheid, het milieu of het strafrecht van de Lid-Staten problemen oplevert. In dit geval stelt de betrokken Lid-Staat de Commissie in kennis van de grondstof of grondstoffen waarvoor hij tot uitsluiting wil overgaan. Indien de Commissie niet binnen twintig werkdagen na de ontvangst van deze mededeling erop reageert, kan de betrokken Lid-Staat de overwogen uitsluiting uitvoeren.

Artikel 5

De grondstoffen die worden verbouwd op braakgelegde grond waarvoor de compensatie wordt betaald, en de uit dergelijke grondstoffen verkregen produkten komen niet in aanmerking voor de maatregelen die worden gefinancierd door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, en evenmin voor de communautaire steun als bedoeld in de Verordeningen (EEG) nr. 2078/92 van de Raad (8) en (EEG) nr. 2080/92 van de Raad (9).

Artikel 6

De aanvrager doet elk jaar in zijn steunaanvraag "oppervlakten" bij de bevoegde autoriteit aangifte van de percelen waarop vaste braak wordt toegepast, en van de betrokken meerjarige gewassen alsmede van de duur van de teeltcyclus en van de vermoedelijke periodiciteit van de oogst ervan.

Artikel 7

1. De bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat houdt in de databank als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad (10) een lijst bij van de steunaanvragen "oppervlakten" die elk jaar door elke aanvrager worden ingediend, ten einde zich ervan te vergewissen dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de compensatie, en met name dat de in artikel 6 bedoelde verplichtingen worden nagekomen.

2. Elke controlemaatregel die nodig is om zich ervan te vergewissen dat de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende verplichtingen worden nagekomen, wordt uitgevoerd overeenkomstig de in Verordening (EEG) nr. 3887/92 bedoelde procedures.

3. Bij niet-naleving van de in lid 2 bedoelde verplichtingen zijn de op de aanvrager toe te passen sancties die welke zijn vastgesteld in diezelfde Verordening (EEG) nr. 3887/92.

Artikel 8

De Lid-Staten kunnen de voor de toepassing van deze verordening benodigde aanvullende maatregelen nemen en stellen de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 9

De Lid-Staten verstrekken de Commissie binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf het einde van elk verkoopseizoen alle gegevens die voor de evaluatie van deze actie nodig zijn, en met name de aan vaste braak onderworpen oppervlakten voor elke daarop verbouwde meerjarige gewassoort.

Artikel 10

Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 334/93 worden de vóór de inwerkingtreding van die verordening ondertekende contracten uitgevoerd in het kader van de onderhavige verordening.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 september 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 12.

(2) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 19.

(3) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 1.

(4) PB nr. L 38 van 16. 2. 1993, blz. 12.

(5) PB nr. L 221 van 6. 8. 1992, blz. 19.

(6) Zie bladzijde 19 van dit Publikatieblad.

(7) PB nr. L 391 van 31. 12. 1992, blz. 36.

(8) PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 85.

(9) PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 96.

(10) PB nr. L 355 van 5. 12. 1992, blz. 1.

BIJLAGE I

Door meerjarige teelt verkregen grondstoffen die op grond met vaste braak mogen worden geproduceerd mits zij bestemd zijn voor de vervaardiging van de in bijlage II vermelde produkten of voor rechtstreeks gebruik door de aanvrager

/* Tabellen: zie PB */

BIJLAGE II

Produkten die moeten worden beschouwd als toegestane niet in voeding en/of vervoedering bestaande bestemmingen van de in bijlage I vermelde grondstoffen Alle produkten van de gecombineerde nomenclatuur:

a) met uitzondering van alle produkten van de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van:

- alle produkten van hoofdstuk 15 van de gecombineerde nomenclatuur die bestemd zijn voor andere doeleinden dan voeding en/of vervoedering,

- de produkten van GN-code 2207 20 00, voor gebruik in motorbrandstof, rechtstreeks of na verwerking;

b) inclusief alle in bijlage I bedoelde produkten alsmede de via een bewerkingsproces daarvan afgeleide produkten die bestemd zijn voor energiedoeleinden.