31992L0108

Richtlijn 92/108/EEG van de Raad van 14 december 1992 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop en tot wijziging van Richtlijn 92/81/EEG

Publicatieblad Nr. L 390 van 31/12/1992 blz. 0124 - 0126
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0129
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0129


RICHTLIJN 92/108/EEG VAN DE RAAD van 14 december 1992 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop en tot wijziging van Richtlijn 92/81/EEG

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het, ten einde ten volle uitvoering te geven aan de regels van Richtlijn 92/12/EEG (4), noodzakelijk is aan te geven welke gebieden van de Lid-Staten voor belastingdoeleinden behandeld moeten worden als derde landen;

Overwegende dat, wanneer accijnsprodukten via EVA-landen van de ene Lid-Staat naar de andere worden verzonden, specifieke voorwaarden dienen te worden vastgesteld betreffende de aangifte tot plaatsing onder de regeling intern communautair douanevervoer door middel van het enig document;

Overwegende dat nader bepaald dient te worden dat ook het intracommunautaire verkeer van produkten waarvoor het accijnstarief nul geldt en die niet in het vrije verkeer zijn gebracht, moet plaatsvinden tussen belastingentrepots;

Overwegende dat in de mogelijkheid tot wijziging van de leveringsplaats dient te worden voorzien via een wijziging in het administratieve geleidedocument;

Overwegende dat de autoriteiten van elke Lid-Staat uiterlijk op 1 april 1993 dienen te beschikken over een elektronische databank met een register van erkende entrepothouders en een register van belastingentrepots;

Overwegende dat, ter vereenvoudiging van de administratieve procedures, geen geleidedocument gebruikt dient te worden wanneer geautomatiseerde procedures worden toegepast;

Overwegende dat onder een schorsingsregeling in het rechtstreekse verkeer over zee of door de lucht van de ene communautaire haven of luchthaven naar de andere een geleidedocument dient te worden gebruikt;

Overwegende dat voor accijnsprodukten die zich in 1992 onder een schorsingsregeling bevinden, bepaald dient te worden dat de accijnzen voor deze produkten daarna geschorst blijven indien de schorsingsregeling niet werd aangezuiverd;

Overwegende ten slotte dat om ervoor te zorgen dat de communautaire bepalingen inzake accijns per 1 januari 1993 goed kunnen functioneren Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten (5) en Richtlijn 92/81/EEG (6) dienen te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 92/12/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Onverminderd de nationale en communautaire bepalingen inzake douaneregelingen worden accijnsprodukten:

- van herkomst uit of met als bestemming derde landen of de in artikel 2, leden 1, 2 en 3, bedoelde gebieden of de Kanaaleilanden, wanneer zij zich in het verkeer bevinden onder een andere communautaire douaneregeling dan het in het vrije verkeer brengen, of wanneer zij worden binnengebracht in een vrije zone of in een vrij entrepot

of

- wanneer zij via EVA-landen tussen de Lid-Staten worden verzonden overeenkomstig de regeling voor intern communautair douanevervoer, met behulp van het enig document,

geacht zich onder schorsing van accijns te bevinden.

In de in het tweede streepje bedoelde gevallen:

- dient in vak 33 van het enig document de passende GN-code te worden ingevuld;

- dient in vak 44 van het enig document duidelijk te worden vermeld dat het gaat om een verzending van accijnsprodukten;

- moet een afschrift van een exemplaar "nr. 1" van het enig document door de afzender worden bewaard;

- moet een naar behoren van aantekeningen voorzien exemplaar "nr. 5" van het enig document door de geadresseerde aan de afzender worden teruggezonden.";

2. in artikel 7, lid 2, worden de woorden "daarna worden geleverd of bestemd zijn om te worden geleverd in een andere Lid-Staat" vervangen door "daarna in een andere Lid-Staat worden geleverd of bestemd zijn om in een andere Lid-Staat te worden geleverd";

3. artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"De eerste alinea is van toepassing op het intracommunautaire verkeer van niet tot verbruik uitgeslagen produkten waarvoor een accijnstarief nul geldt.";

b) het volgende lid wordt toegevoegd:

"5. Een erkend entrepothouder van verzending of diens vertegenwoordiger kan het administratief geleidedocument wijzigen om een andere plaats van levering aan te geven. De bevoegde autoriteit van verzending moet hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld en de nieuwe plaats van levering moet onmiddellijk worden vermeld op de achterzijde van het administratief geleidedocument.";

4. in titel III wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 15 bis

1. Uiterlijk op 1 april 1993 beschikt de bevoegde autoriteit van elke Lid-Staat over een elektronische databank die een register bevat van erkende entrepothouders of voor accijnsdoeleinden geregistreerde bedrijven alsmede van de als belastingentrepot erkende plaatsen.

2. Het register bevat de volgende gegevens:

a) het door de bevoegde autoriteiten aan de personen of plaatsen toegekende registratienummer,

b) naam en adres van de personen of plaatsen,

c) de categorie produkten die de personen voorhanden mogen hebben of mogen ontvangen of die op de plaatsen voorhanden mogen zijn of mogen worden ontvangen,

d) het adres van de bevoegde autoriteiten die voor verdere inlichtingen kunnen worden gecontacteerd,

e) de datum waarop het registratienummer is toegekend en, indien van toepassing, de datum waarop de geldigheid van het registratienummer eindigt.

3. De in de leden 1 en 2, onder a), b), c) en d), bedoelde gegevens worden aan de bevoegde autoriteit van elke Lid-Staat meegedeeld. Wanneer de in lid 2, onder e), beschreven gegevens niet automatisch worden meegedeeld, dienen zij te worden verstrekt op specifiek verzoek van de Lid-Staten. Alle gegevens worden uitsluitend gebruikt om na te gaan of personen en plaatsen erkend of geregistreerd zijn.

4. De bevoegde autoriteit van elke Lid-Staat zorgt ervoor dat de bij het intracommunautaire verkeer van accijnsprodukten betrokken personen bevestiging kunnen krijgen van de overeenkomstig dit artikel vastgelegde informatie.

5. De in welke vorm dan ook krachtens dit artikel meegedeelde informatie is van vertrouwelijke aard. Zij valt onder het beroepsgeheim en geniet de bescherming die overeenkomstig het nationale recht van de ontvangende Lid-Staat voor soortgelijke informatie geldt.

6. In afwijking van lid 5 staat de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die de informatie verstrekt toe dat deze in de Lid-Staat van de verzoekende autoriteit voor andere doeleinden wordt gebruikt, indien, overeenkomstig de wetgeving van de Lid-Staat van de aangezochte autoriteit, die informatie in laatstgenoemde Lid-Staat voor soortgelijke doeleinden gebruikt kan worden.";

5. artikel 18, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Niettegenstaande het eventuele gebruik van geautomatiseerde procedures gaat elk accijnsprodukt dat zich onder de schorsingsregeling in het verkeer tussen de Lid-Staten, met inbegrip van het rechtstreekse verkeer over zee of door de lucht van een communautaire haven of luchthaven naar een andere communautaire haven of luchthaven, bevindt, vergezeld van een door de afzender opgesteld document. Dit document kan een administratief of een commercieel document zijn. Vorm en inhoud daarvan, alsmede de procedure die gevolgd moet worden als het gebruik van het document feitelijk niet passend is, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 24.";

6. aan artikel 20, lid 3, wordt in fine de volgende zin toegevoegd:

"De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om op te treden tegen overtredingen of onregelmatigheden en doeltreffende straffen op te leggen.";

7. in artikel 22, lid 2, onder b), wordt de zinsnede "door middel van het in artikel 18, lid 1, bedoelde document" vervangen door "overeenkomstig titel III";

8. in titel VII wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 26 bis

De accijnsprodukten die zich vóór 1 januari 1993 onder een andere schorsingsregeling dan die welke is omschreven in de artikelen 5, lid 2, en 18, lid 1, bevinden en waarvoor deze regeling niet is gezuiverd, worden vanaf deze datum beschouwd als produkten waarvoor de accijnzen zijn geschorst.

In het geval van de schorsingsregeling voor intern communautair douanevervoer blijven de bepalingen die van kracht waren op het tijdstip dat de produkten onder deze regeling werden geplaatst van toepassing zolang deze produkten overeenkomstig de bedoelde bepalingen onder deze regeling geplaatst blijven.

In het geval van een nationale schorsingsregeling bepalen de Lid-Staten de voorwaarden en formaliteiten die vanaf 1 januari 1993 gelden voor de zuivering van deze schorsingsregeling.";

9. in titel III wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 30 bis

Richtlijn 76/308/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. de titel wordt vervangen door:

"Richtlijn van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten, evenals van schuldvorderingen uit hoofde van de belasting over de toegevoegde waarde en van bepaalde accijnzen";

2. in artikel 2:

a) wordt "e)" vervangen door "f)";

b) wordt na punt d) het volgende punt ingevoegd:

"e) de volgende accijnzen:

- accijns op tabaksfabrikaten,

- accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken,

- accijns op minerale oliën.".".

Artikel 2

Richtlijn 92/81/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 2, lid 1:

- wordt punt b) vervangen door:

"b) produkten van de GN-codes 2707 10, 2707 20, 2707 30, 2707 50, 2707 91 00, 2707 99 11 en 2707 99 19",

- wordt punt g) geschrapt;

2. artikel 8, lid 8, wordt vervangen door:

"8. De Lid-Staten kunnen de in dit artikel bedoelde vrijstellingen of verlagingen van de accijns ten uitvoer leggen door middel van teruggaaf van betaalde accijns.".

Artikel 3

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 14 december 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

N. LAMONT

(1) PB nr. C 283 van 31. 10. 1992, blz. 8. (2) Advies uitgebracht op 20 november 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad). (3) Advies uitgebracht op 24 november 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad). (4) PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1. (5) PB nr. L 73 van 19. 3. 1976, blz. 18. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 79/1071/EEG (PB nr. L 331 van 27. 12. 1979, blz. 10). (6) PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 12.