31992D0481

92/481/EEG: Beschikking van de Raad van 22 september 1992 betreffende een actieprogramma voor de uitwisseling tussen ambtelijke diensten van de Lid-Staten, van nationale ambtenaren die belast zijn met de tenuitvoerlegging van communautaire wet- en regelgeving inzake de interne markt

Publicatieblad Nr. L 286 van 01/10/1992 blz. 0065 - 0067
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 23 blz. 0184
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 23 blz. 0184


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 22 september 1992 betreffende een actieprogramma voor de uitwisseling tussen ambtelijke diensten van de Lid-Staten, van nationale ambtenaren die belast zijn met de tenuitvoerlegging van communautaire wet- en regelgeving inzake de interne markt (92/481/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

In samenwerking met het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat een uniforme toepassing van de communautaire voorschriften in de Lid-Staten noodzakelijk is voor de totstandkoming en de goede werking van de interne markt;

Overwegende dat de uniforme toepassing niet tot stand kan worden gebracht zonder nauwere samenwerking en wederzijds vertrouwen tussen de nationale overheidsdiensten;

Overwegende dat een actieprogramma voor de uitwisseling van nationale ambtenaren die belast zijn met de tenuitvoerlegging van communautaire wet- en regelgeving voor de interne markt, tot de verwezenlijking van deze doelstellingen zou bijdragen;

Overwegende dat het actieprogramma zal bestaan uit een uitwisseling tussen de overheidsdiensten van de Lid-Staten, waarbij de ambtenaren deelnemen aan de dagelijkse werkzaamheden van de ontvangende dienst;

Overwegende dat het actieprogramma eveneens de organisatie omvat van studiebijeenkomsten om de ambtenaren vertrouwd te maken met de grondslagen van de Gemeenschap, haar huidige beleid en doelstellingen;

Overwegende dat dit actieprogramma gelijktijdig met, maar onafhankelijk van andere uitwisselingsprogramma's voor nationale ambtenaren zal lopen;

Overwegende dat de aan de uitwisseling deelnemende ambtenaar zijn bezoldiging blijft ontvangen van zijn eigen dienst en in het genot blijft van de daaraan verbonden rechten;

Overwegende dat de aan de uitwisseling deelnemende ambtenaren dezelfde rechtspositie hebben als de ambtenaren van het gastland, voor het geval derden hen wettelijk aansprakelijk stellen terzake van de in de uitvoering van hun functie ambtelijk verrichte werkzaamheden en dat zij informatie krijgen over de voorschriften inzake wettelijke aansprakelijkheid die in het gastland op hen van toepassing zijn;

Overwegende dat voor de aan de uitwisseling deelnemende buitenlandse ambtenaren dezelfde geheimhoudingsplicht geldt als voor nationale ambtenaren aangezien zij deelnemen aan de dagelijkse werkzaamheden van de ontvangende dienst;

Overwegende dat de kosten van het actieprogramma verdeeld worden tussen de Gemeenschap en de Lid-Staten en dat de communautaire bijdrage in de begroting van de Commissie zal worden opgenomen;

Overwegende dat er een programma met een looptijd van vijf jaar dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat een bedrag van 17,3 miljoen ecu noodzakelijk wordt geacht voor de tenuitvoerlegging van dit vijfjarenprogramma;

Overwegende dat de bedragen die voor de financiering van het programma moeten worden vastgelegd, moeten passen in het geldende communautaire financiële kader;

Overwegende dat in 1992 de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan het actieplan 1993 een feit zal zijn;

Overwegende dat deze beschikking op uniforme wijze moet worden toegepast en dat er te dien einde moet worden voorzien in een communautaire procedure voor het vaststellen van uitvoeringsvoorschriften; dat een comité moet worden ingesteld dat in dezen zorg dient te dragen voor een nauwe en doeltreffende samenwerking op dit gebied tussen de Lid-Staten en de Commissie,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze beschikking wordt een communautair actieprogramma ingesteld voor de uitwisseling tussen ambtelijke diensten van de Lid-Staten, van ambtenaren van de Lid-Staten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van communautaire wet- en regelgeving inzake de interne markt.

Artikel 2

Dit actieprogramma laat de reeds door de Raad aangenomen uitwisselingsprogramma's op het gebied van douane en belastingen, zoals het Matthaeus-programma voor de uitwisseling van douanebeambten, onverlet.

Artikel 3

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a) "aan de uitwisseling deelnemende ambtenaar": een ambtenaar in overheidsdienst van een Lid-Staat die op nationaal, regionaal of lokaal niveau belast is met de tenuitvoerlegging van de communautaire wet- en regelgeving op het gebied van de interne markt. Ook personeelsleden van particuliere organisaties die door genoemde dienst met deze tenuitvoerlegging zijn belast, vallen onder deze definitie;

b) "ontvangende dienst": de overheidsdienst van de Lid-Staat waar de aan de uitwisseling deelnemende ambtenaar zijn werkzaamheden moet verrichten.

Artikel 4

De doelstellingen van het actieprogramma zijn:

a) de methoden waarmee de Lid-Staten de communautaire wet- en regelgeving inzake de interne markt ten uitvoer leggen, meer op elkaar afstemmen;

b) de nationale ambtenaren bewust maken van de Europese dimensie van hun taak en bouwen aan het wederzijdse vertrouwen tussen de nationale overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wet- en regelgeving;

c) een vruchtbare wisselwerking van ideeën over de wijze waarop de communautaire voorschriften het best ten uitvoer kunnen worden gelegd tussen de overheidsdiensten van de Lid-Staten en tussen het personeel van die diensten tot stand brengen.

Artikel 5

Het actieprogramma verloopt als volgt:

- om te komen tot een optimaal nuttig effect van het programma wordt de uitwisseling van de met de tenuitvoerlegging van de communautaire wet- en regelgeving belaste ambtenaren georganiseerd door de overeenkomstig artikel 7 aangewezen dienst van de overheid van oorsprong en is de uitwisseling bestemd voor ambtenaren uit het middenkader;

- voor de ambtenaren die voor het actieprogramma geselecteerd zijn of die er op een later tijdstip aan wensen deel te nemen, wordt een studiebijeenkomst georganiseerd waarbij zij fundamentele informatie ontvangen over de werking van de Gemeenschap, haar huidige beleid en doelstellingen;

- de minimumduur van de uitwisseling tussen de overheidsdiensten van de Lid-Staten bedraagt in beginsel twee maanden;

- de ambtenaren doen de Commissie een verslag toekomen van de uitwisseling waaraan zij deelgenomen hebben zodat het actieprogramma voortdurend geëvalueerd kan worden;

- na toezending van het verslag worden de uitgewisselde ambtenaren uitgenodigd voor een studiebijeenkomst om hen de gelegenheid te geven het actieprogramma te evalueren en de zwakke plekken te signaleren;

- de Commissie stelt jaarlijks in overleg met het in artikel 10 bedoelde Comité de prioritaire werkterreinen van het programma vast.

Artikel 6

1. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om de buitenlandse ambtenaren te doen deelnemen aan de werkzaamheden van de ontvangende dienst; daartoe worden genoemde ambtenaren gemachtigd de werkzaamheden te verrichten die verband houden met de hen door de ontvangende dienst toevertrouwde taken, overeenkomstig diens rechtsorde.

2. Voor de duur van de uitwisseling zijn de buitenlandse ambtenaren in de uitvoering van hun taken onderworpen aan dezelfde wettelijke aansprakelijkheid als de ambtenaren van het ontvangende land.

3. De aan de uitwisseling deelnemende ambtenaren hebben dezelfde geheimhoudingsplicht als de nationale ambtenaren.

Artikel 7

Om de organisatie van de uitwisselingen uit te voeren belasten de Lid-Staten één van hun overheidsdiensten met de leiding ervan. Deze dienst heeft met name als taak:

- de kandidaten te selecteren en de kandidatenlijsten aan de Commissie toe te zenden;

- de door een andere Lid-Staat voorgedragen kandidaten goed te keuren.

Artikel 8

De Lid-Staten organiseren de taalcursussen die noodzakelijk zijn voor hun ambtenaren die voor deelname aan de uitwisseling in aanmerking komen.

Artikel 9

De communautaire bijdrage

- dekt 100 % van de reiskosten en 50 % van de verblijfkosten van de uitgewisselde ambtenaren;

- dekt integraal de kosten van het beheer van het actieprogramma en de studiebijeenkomsten.

De Lid-Staat van oorsprong neemt de andere helft van de verblijfkosten en de bezoldiging van de aan de uitwisseling deelnemende ambtenaren, alsmede hun taalcursus voor zijn rekening.

Artikel 10

Bij het vervullen van de haar opgelegde taken wordt de Commissie bijgestaan door een Comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval

- kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten voor ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen;

- kan de Raad binnen de in het eerste streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 11

1. Het programma heeft een looptijd van vijf jaar. De uitvoering ervan begint met het begrotingsjaar 1993.

2. Het voor de tenuitvoerlegging van dit programma noodzakelijk geachte bedrag aan communautaire financiële middelen beloopt 17,3 miljoen ecu, welk bedrag overeenkomt met een totaal aantal van 1900 ambtenaren. Dit bedrag moet passen in het geldende communautaire financiële kader.

3. De begrotingsautoriteit stelt de voor elk begrotingsjaar beschikbare kredieten vast, rekening houdend met de beginselen van goed beheer als bedoeld in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 12

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.

Artikel 13

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 22 september 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

R. NEEDHAM

(1) PB nr. C 299 van 20. 11. 1991, blz. 25. (2) PB nr. C 94 van 13. 4. 1992, blz. 164, en PB nr. C 241 van 21. 9. 1992. (3) PB nr. C 98 van 21. 4. 1992, blz. 1.