Verordening ( EEG ) nr. 3923/91 van de Raad van 23 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten en tariefplafonds en tot instelling van een communautair toezicht op bepaalde soorten vis en visserijprodukten van oorsprong uit de Faeröer ( 1992 )
Publicatieblad Nr. L 373 van 31/12/1991 blz. 0009 - 0020
VERORDENING (EEG) Nr. 3923/91 VAN DE RAAD van 23 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten en tariefplafonds en tot instelling van een communautair toezicht op bepaalde soorten vis en visserijprodukten van oorsprong uit de Faeroeer (1992) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113, Gelet op Besluit 91/668/EEG van de Raad van 2 december 1991 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeroeer, anderzijds (1), Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat, ingevolge de artikelen 3 en 8 van het vorengenoemde besluit, voor bepaalde soorten vis en visserijprodukten bedoeld in Protocol nr. 1, dat als bijlage aan het genoemde besluit is gehecht, de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van de Tien met ingang van 1 januari 1992 worden afgeschaft; dat deze afschaffing van de douanerechten plaatsvindt in het kader van communautaire tariefcontingenten en tariefplafonds evenals, voor bepaalde van deze produkten, in het kader van een communautair statistisch toezicht; dat het derhalve dienstig is de betreffende communautaire tariefcontingenten en tariefplafonds voor de genoemde produkten van oorsprong uit de Faeroeer met ingang van 1 januari 1992 te openen voor de respectievelijk in de bijlagen I en II vermelde hoeveelheden en een communautair statistisch toezicht in te stellen voor de in bijlage III genoemde produkten; Overwegende dat, in het kader van deze tariefmaatregelen, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek douanerechten toepassen die worden berekend overeenkomstig, respectievelijk, de bepalingen van artikel 173, leden 1 en 2, en artikel 360, lid 1, onder b), en lid 2 van de Toetredingsakte; Overwegende dat de in de bijlagen I, II en III vermelde preferentiële tarieven slechts gelden indien de prijs franco grens die door de Lid-Staten wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (2), ten minste gelijk is aan de door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijs voor de betrokken produkten of categorieën van produkten; Overwegende dat, wat de aan communautaire tariefcontingenten onderworpen produkten bedoeld in bijlage I betreft, dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate van genoemde contingenten gebruik kunnen maken en dat de aan deze contingenten verbonden rechten in alle Lid-Staten zonder onderbreking op alle invoer van de betrokken produkten worden toegepast totdat de contingenten geheel zijn uitgeput; dat het dienstig is de nodige maatregelen te treffen ter verzekering van een communautair en doeltreffend beheer van deze tariefcontingenten, waarbij de Lid-Staten de mogelijkheid wordt geboden de met de werkelijk geconstateerde invoer overeenkomende hoeveelheden uit de contingenten op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie vereist; Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de contingenten kan worden verricht door één van haar leden; Overwegende dat voor de aan communautaire tariefplafonds onderworpen produkten van bijlage II het communautaire toezicht kan worden uitgeoefend door de toepassing van een wijze van beheer waarbij, op het niveau van de Gemeenschap, de invoer van de betreffende produkten op de plafonds wordt afgeboekt naarmate de betrokken produkten onder geleide van aangiften tot in het vrije verkeer brengen bij de douane worden aangebracht; dat deze wijze van beheer het mogelijk dient te maken de douanerechten opnieuw in te stellen zodra de genoemde plafonds op het niveau van de Gemeenschap bereikt zijn; Overwegende dat deze wijze van beheer een nauwe en zeer doeltreffende samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie vereist, waarbij laatstgenoemde in de gelegenheid dient te zijn de afboekingen op de plafonds te volgen en de Lid-Staten daarvan in kennis te stellen; dat zulks des te meer noodzakelijk is omdat de Commissie in staat moet zijn de douanerechten opnieuw in te stellen indien één van de plafonds wordt bereikt; Overwegende dat het dienstig lijkt voor de produkten van bijlage III het statistische toezicht van de Commissie overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 2658/87 (1) en (EEG) nr. 1736/75 (2) toe te passen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Van 1 januari tot en met 31 december 1992 worden de douanerechten bij de invoer in de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1985 van de in bijlage I vermelde produkten van oorsprong uit de Faeroeer geschorst op het niveau en binnen de grenzen van de daarin genoemde tariefcontingenten. 2. Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten passen het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek douanerechten toe die worden berekend overeenkomstig het bepaalde in, respectievelijk, artikel 173, leden 1 en 2, en artikel 360, lid 1, onder b), en lid 2 van de Toetredingsakte. Artikel 2 De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden beheerd door de Commissie die alle nodige administratieve maatregelen kan nemen voor een doeltreffend beheer ervan. Artikel 3 Indien een importeur in een Lid-Staat een van een certificaat inzake goederenverkeer vergezelde aangifte tot het in het vrije verkeer brengen van een in deze verordening genoemd produkt indient die een aanvraag tot gebruikmaking van de preferentiële regeling bevat, en indien deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, gaat de betrokken Lid-Staat door kennisgeving aan de Commissie over tot de opneming van een met zijn behoeften overeenstemmende hoeveelheid uit het overeenkomstige contingent. De verzoeken tot opneming, met opgave van de datum van aanvaarding van de betrokken aangiften, worden onverwijld aan de Commissie medegedeeld. De opnemingen worden door de Commissie toegestaan met inachtneming van de datum waarop de aangiften tot in het vrije verkeer brengen door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staat zijn aanvaard en voor zover het beschikbare saldo het toelaat. Indien een Lid-Staat de opgenomen hoeveelheden niet benut, stort hij deze zo spoedig mogelijk in het overeenkomstige contingent terug. Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt de toewijzing pro rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden door de Commissie op de hoogte gehouden van de verrichte opnemingen. Artikel 4 1. Van 1 januari tot en met 31 december 1992 wordt de invoer in de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1985 van bepaalde produkten van oorsprong uit de Faeroeer, bedoeld in de bijlagen II en III, aan plafonds respectievelijk communautair toezicht onderworpen. De omschrijvingen van de in de eerste alinea bedoelde produkten, de hoogte van de plafonds en de geldende douanerechten zijn in de vorengenoemde bijlagen vermeld. 2. In het kader van deze tariefmaatregelen passen het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek douanerechten toe die worden berekend overeenkomstig respectievelijk het bepaalde in artikel 173, leden 1 en 2, en artikel 360, lid 1, onder b), en lid 2 van de Toetredingsakte. 3. De afboekingen op de plafonds vinden plaats naarmate de produkten bij de douane worden aangebracht onder geleide van aangiften tot in het vrije verkeer brengen en vergezeld van een certificaat inzake goederenverkeer overeenkomstig de bepalingen die hieromtrent zijn neergelegd in het Protocol betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking, dat als bijlage is gehecht aan Besluit 91/668/EEG. De goederen kunnen slechts op het plafond worden afgeboekt indien het desbetreffende certificaat inzake goederenverkeer wordt overgelegd vóór de datum waarop de douanerechten opnieuw worden ingesteld. De benuttingsgraad van de plafonds wordt op het niveau van de Gemeenschap vastgesteld aan de hand van de invoer die onder de in de eerste en tweede alinea vastgestelde voorwaarden is afgeboekt. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de invoer die op de bovengenoemde wijze heeft plaatsgevonden, met de frequentie en binnen de termijnen die zijn vermeld in lid 5. 4. Zodra de plafonds zijn bereikt, kan de Commissie bij verordening de ten aanzien van derde landen geldende douanerechten tot het einde van het kalenderjaar opnieuw instellen. 5. De Lid-Staten doen de Commissie uiterlijk op de vijftiende dag van elke maand de overzichten van de in de loop van de voorafgaande maand verrichte afboekingen toekomen. 6. Het statistische toezicht waarin is voorzien voor de produkten van bijlage III bij deze verordening, vindt op het niveau van de Gemeenschap plaats aan de hand van de invoer die is afgeboekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 3, eerste alinea, en die overeenkomstig het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 2658/87 en (EEG) nr. 1736/75 aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen is medegedeeld. Artikel 5 De in de bijlagen I, II en III vermelde rechten zijn slechts van toepassing indien de prijs franco grens die door de Lid-Staten wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 3796/81 en (EEG) nr. 3468/88 ten minste gelijk is aan de door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijs voor de betrokken produkten of categorieën van produkten. Artikel 6 De Commissie neemt in nauwe samenwerking met de Lid-Staten alle maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening. Artikel 7 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 23 december 1991. Voor de RaadDe VoorzitterY. VAN ROOY (1) PB nr. L 371 van 31. 12. 1991, blz. 1. (2) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3468/88 (PB nr. L 305 van 10. 11. 1988, blz. 1). (1) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1. (2) PB nr. L 183 van 14. 7. 1975, blz. 3. BIJLAGE I >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE II >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE III >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE IV >RUIMTE VOOR DE TABEL>