31991L0338

Richtlijn 91/338/EEG van de Raad van 18 juni 1991 houdende tiende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten

Publicatieblad Nr. L 186 van 12/07/1991 blz. 0059 - 0063
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 20 blz. 0198
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 20 blz. 0198


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 18 juni 1991 houdende tiende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten ( 91/338/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

In samenwerking met het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3 ),

Overwegende dat maatregelen dienen te worden vastgesteld om in de periode tot en met 31 december 1992 geleidelijk de interne markt tot stand te brengen; dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat, waarbinnen het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd;

Overwegende dat de Commissie in de resolutie van de Raad van 25 januari 1988 ( 4 ) wordt verzocht onverwijld over te gaan tot de uitwerking van specifieke maatregelen voor een communautair actieprogramma tegen de verontreiniging van het milieu door cadmium; dat tevens de gezondheid van de mens moet worden beschermd; dat bijgevolg een alomvattende strategie moet worden gebruikt, die vooral op beperking van het gebruik van cadmium en stimulering van het onderzoek naar vervangingsprodukten is gericht;

Overwegende dat kennis en techniek op het gebied van vervangingsprodukten evolueren en dat derhalve de situatie stelselmatig opnieuw dient te worden beoordeeld in het licht van de resultaten van de in bovenvermelde resolutie bedoelde wetenschappelijke en technische studies;

Overwegende dat polyvinylchloride ( PVC) niet mag worden gekleurd met pigmenten op basis van cadmium; dat het gebruik van een stabilisator op basis van cadmium voor sommige bijzondere toepassingen in de huidige stand van de technologie nog steeds noodzakelijk is;

Overwegende dat de door een aantal Lid-Staten reeds vastgestelde beperkingen ten aanzien van het gebruik of het op de markt brengen van de bovengenoemde stoffen of van de preparaten die deze bevatten, rechtstreekse gevolgen hebben voor de totstandkoming en de werking van de interne markt; dat derhalve tot een onderlinge aanpassing van de wettelijke bepalingen van de Lid-Staten op dit gebied dient te worden overgegaan en bijgevolg bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG ( 5 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/678/EEG ( 6 ), dient te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG wordt overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn gewijzigd. De nieuwe bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op cadmiumhoudende produkten die reeds onder andere communautaire voorschriften vallen .

Artikel 2

In verband met de ontwikkeling van kennis en techniek op het gebied van vervangingsprodukten die minder gevaarlijk zijn dan cadmium en cadmiumverbindingen, gaat de Commissie in overleg met de Lid-Staten voor de eerste keer binnen drie jaar na de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum en daarna met regelmatige tussenpozen over tot een nieuwe, systematische beoordeling van de situatie overeenkomstig de procedure van artikel 2 bis van Richtlijn 76/769/EEG .

Artikel 3

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

2 . Wanneer de Lid-Staten de in lid 1 bedoelde bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen . De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten .

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Luxemburg, 18 juni 1991 . Voor de Raad

De Voorzitter

G . WOHLFART

( 1 ) PB nr . C 8 van 13 . 1 . 1990, blz . 8, en wijziging toegezonden op 26 november 1990 . ( 2 ) PB nr . C 260 van 15 . 10 . 1990, blz. 92, en PB nr . C 129 van 20 . 5 . 1991 . ( 3 ) PB nr . C 112 van 7 . 5 . 1990, blz . 1 . ( 4 ) PB nr . C 30 van 4 . 2 . 1988, blz . 1 . ( 5 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976, blz . 201 . ( 6 ) PB nr . L 398 van 30 . 12 . 1989, blz . 24 .

BIJLAGE

Aan bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG wordt het volgende toegevoegd :

"24 . Cadmium ( CAS-nr . 7440-43-9 )

en cadmiumverbindingen 1.1 . Cadmium ( CAS-nr . 7740-43-9 ) en cadmiumverbindingen zijn niet toegestaan voor het kleuren van eindprodukten die uit de hierna genoemde stoffen en preparaten zijn vervaardigd : - polyvinylchloride ( PVC ) [3904 10] [3904 21] [3904 22] - polyurethaan ( PUR ) [3909 50] - polyethyleen met lage dichtheid met uitzondering van polyethyleen met lage dichtheid dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van gekleurde basispolymeren [3901 10] ( 1 ) - celluloseacetaat ( CA ) [3912 11] [3912 12] - celluloseacetobutyraat (CAB ) [3912 11] [3912 12] - epoxyharsen [3907 30] Ongeacht gebruik of eindbestemming is het in alle gevallen verboden eindprodukten of componenten die zijn vervaardigd uit de hierboven weergegeven met cadmium gekleurde stoffen en preparaten op de markt te brengen indien het cadmiumgehalte ( uitgedrukt in Cd metaal ) hoger is dan 0,01 massaprocent van de kunststof . 1.2 . Met ingang van 31 december 1995 vallen onder punt 1.1 eveneens : a ) eindprodukten die uit de volgende stoffen en preparaten vervaardigd zijn : - melamineformaldehydeharsen ( MF ) [3909 20] - ureumformaldehydeharsen ( UF ) [3909 10] - onverzadigde polyesters ( UP ) [3907 91] - polyethyleentereftalaat ( PET ) [3907 60] - polybutyleentereftalaat ( PBT ) - kristallijn/standaard polystyreen [3903 11] [3903 19] ( 1 ) - acrylonitril methylmethacrylaat ( AMMA ) - verknoopt polyethyleen ( VPE ) - slag-/schokvast polystyreen - polypropyleen ( PP ) [3902 10] b ) verf [3208] [3209] Indien de verf een hoog zinkgehalte heeft, moet de restconcentratie van cadmium echter zo laag mogelijk zijn en in ieder geval niet hoger dan 0,1 massaprocent . 1.3 . Het bepaalde in de punten 1.1 en 1.2 is evenwel niet van toepassing op produkten die om veiligheidsredenen dienen te worden gekleurd . 2.1 . Cadmium ( CAS-nr . 7440-43-9 ) en cadmiumverbindingen zijn niet toegestaan als stabilisator in de hierna genoemde eindprodukten die uit polyvinylchloride en copolymeren daarvan zijn vervaardigd : - verpakkingsmateriaal ( zakken, containers, flessen, deksels ) [3923 29 10]

[3920 41] [3920 42] - kantoor - en schoolbenodigdheden [3926 10] - bekleding voor meubelen, carrosserieën en dergelijke [3926 30] - kleding en kledingaccessoires ( met inbegrip van handschoenen ) [3926 20] - bekleding van vloeren en muren [3918 10] - weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen [5903 10] - synthetisch leder [4202] ( 1 ) - grammofoonplaten [8524 10] - buizen en verbindingsstukken [3917 23] - klapdeuren ( " saloon"-deuren ) - voertuigen voor wegtransport ( inwendig, uitwendig en carrosseriebodem ) - bekleding van in de bouw of in de industrie gebruikte staalplaat - isolatie van elektriciteitskabels

( 1 ) Verordening ( EEG ) nr . 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief - en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( PB nr . L 256 van 7. 9 . 1987 ).

Ongeacht gebruik of eindbestemming is het in alle gevallen verboden de hierboven genoemde eindprodukten of componenten die uit polyvinylchloride en copolymeren daarvan zijn vervaardigd op de markt te brengen indien zij zijn gestabiliseerd met cadmiumhoudende stoffen en hun cadmiumgehalte ( uitgedrukt in Cd metaal ) hoger is dan 0,01 massaprocent van het polymeer. Deze bepalingen treden in werking op 30 juni 1994 . 2.2 . Het bepaalde in punt 2.1 is echter niet van toepassing op eindprodukten waarin om veiligheidsredenen stabilisatoren op basis van cadmium worden gebruikt . 3 . In de zin van deze richtlijn wordt onder "oppervlaktebehandeling met cadmium" ( cadmeren ) verstaan het aanbrengen van lagen of bekledingen van metallisch cadmium op een metaaloppervlak . 3.1 . Cadmium ( CAS-nr . 7740-43 -9 ) en cadmiumverbindingen zijn niet toegestaan voor het cadmeren van metaalprodukten of onderdelen van produkten die in de hierna genoemde sectoren/toepassingen worden gebruikt : a ) apparatuur en machines voor - de voedingsindustrie [8210] [8417 20] [8419 81] [8421 11] [8421 22] [8422] [8435] [8437] [8438] [8476 11] - de landbouw [8419 31] ( 1 ) [8424 81] [8432] [8433] [8434] [8436] - koelen en invriezen [8418] - drukkerijen en de pers [8440] [8442] [8443] b ) apparatuur en machines voor de fabricage van : - huishoudapparaten [7321] [8421 12] [8450] [8509] [8516] - meubilair [8465] [8466] [9401] [9402] ( 1 ) [9403] [9404] - sanitaire installaties [7324] - centrale verwarming en klimaatregeling [7322] [8403] [8404] [8415] Ongeacht gebruik of eindbestemming is het in alle gevallen verboden met cadmium behandelde eindprodukten of met cadmium behandelde componenten die in de hierboven onder a ) en b ) genoemde sectoren/toepassingen worden gebruikt evenals de produkten die in de onder punt b ) genoemde sectoren worden vervaardigd op de markt te brengen .

( 1 ) Verordening ( EEG ) nr . 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief - en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( PB nr . L 256 van 7 . 9 . 1987 ).

3.2 . Met ingang van 30 juni 1995 vallen onder het bepaalde in punt 3.1 eveneens de produkten of componenten die in de hierna onder a ) en b ) genoemde sectoren/toepassingen worden gebruikt evenals de produkten die in de hierna onder b ) genoemde sectoren worden vervaardigd : a ) apparatuur en machines voor de fabricage van : - papier en karton [8419 32] [8439] [8441] - textiel en kleding [8444] ( 1 ) [8445] [8447] [8448] [8449] [8451] [8452] b ) apparatuur en machines voor de fabricage van : - verladingsmaterieel [8425] [8426] [8427] [8428] [8429] [8430] [8431] ( 1 ) - weg - en landbouwvoertuigen [hoofdstuk 87] - treinen [hoofdstuk 86] - schepen [hoofdstuk 89] 3.3 . Het bepaalde in de punten 3.1 en 3.2 is echter niet van toepassing op : - produkten en componenten die worden gebruikt in lucht - en ruimtevaart, mijnbouw, "offshore" en de nucleaire sector waarbij van de toepassingen een hoog veiligheidsniveau wordt geëist, en tevens op veiligheidsvoorzieningen in weg - en landbouwvoertuigen, treinen en schepen; - elektrische contacten, ongeacht de sector waarin zij worden toegepast, met het oog op de betrouwbaarheid van de toestellen waarin zij worden geïnstalleerd .".

( 1 ) Verordening ( EEG ) nr . 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief - en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( PB nr . l 256 van 7 . 9 . 1987 ).