31990R3943

Verordening (EEG) nr. 3943/90 van de Raad van 19 december 1990 betreffende de toepassing van de waarnemings- en inspectieregeling die is ingesteld op grond van artikel XXIV van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren

Publicatieblad Nr. L 379 van 31/12/1990 blz. 0045 - 0059
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 10 blz. 0031
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 10 blz. 0031


VERORDENING (EEG) Nr. 3943/90 VAN DE RAAD

van 19 december 1990

betreffende de toepassing van de waarnemings- en inspectieregeling die is ingesteld op grond van artikel XXIV van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad bij Besluit 81/691/EEG (2) het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren heeft goedgekeurd;

Overwegende dat in artikel XXIV van dat Verdrag is bepaald dat een waarnemings- en inspectieregeling moet worden ingesteld om de verwezenlijking van het bij dat Verdrag gestelde doel te bevorderen en ervoor te zorgen dat de bepalingen van dat Verdrag worden nageleefd;

Overwegende dat volgens genoemd artikel de regeling onder meer moet voorzien in procedures voor het aan boord gaan en het inspecteren van vaartuigen door waarnemers en inspecteurs die door de verdragsluitende partijen zijn aangewezen; dat de regeling voorts moet voorzien in procedures voor vervolging door de vlaggestaten en het opleggen van sancties op grond van bewijsmateriaal dat bij dergelijke bezoeken aan boord en bij inspecties is verzameld;

Overwegende dat de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR) op passende wijze een waarnemings- en inspectieregeling heeft goedgekeurd; dat de nodige bepalingen voor de toepassing van de regeling in de Gemeenschap moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat het dienstig is de inspectie van communautaire vaartuigen in het Verdragsgebied uit te breiden tot de naleving door deze vaartuigen van alle andere relevante communautaire maatregelen voor het beheer en de instandhouding van de visbestanden;

Overwegende dat het voor het toezicht op de visserijactiviteiten in het Verdragsgebied noodzakelijk is dat de Lid-Staten bij de toepassing van de regeling en van andere relevante communautaire maatregelen onderling en met de Commissie samenwerken;

Overwegende dat de waarnemings- en inspectieregeling niet van invloed is op de verplichting die krachtens artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2241/87 van de Raad van 23 juli 1987 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor

controle op de visserijactiviteiten (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3483/88 (4), op de Lid-Staten rust om communautaire vaartuigen die bij de uitoefening van de visserij en aanverwante activiteiten in het Verdragsgebied betrokken zijn geweest, te inspecteren en te controleren;

Overwegende dat de regeling vatbaar is voor herziening; dat daarom regels dienen te worden opgesteld voor de vaststelling van op multilateraal niveau door de CCAMLR overeengekomen wijzigingen in de regeling alsmede van nadere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van de regeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De waarnemings- en inspectieregeling die op grond van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren is ingesteld, hierna "regeling'` te noemen, is van toepassing in de Gemeenschap.

De bepalingen van de regeling zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 2

1. De Commissie wijst communautaire waarnemers of inspecteurs voor de regeling aan. De waarnemers of inspecteurs kunnen door de Commissie of door een Lid-Staat worden aangesteld en aan boord worden geplaatst van om het even welk vaartuig van een Lid-Staat of, op grond van met een andere verdragsluitende partij gemaakte afspraken, van een vaartuig van die partij, dat voor waarnemings- of inspectietaken of wetenschappelijk onderzoek in het Verdragsgebied is of op het punt staat te worden ingezet. De inspecteurs en waarnemers kunnen waarnemingen en inspecties verrichten aan boord van vaartuigen die in het Verdragsgebied met de exploitatie van levende rijkdommen of met wetenschappelijk onderzoek bezig zijn.

2. Naast de werkzaamheden die de communautaire inspecteurs in het kader van de regeling verrichten, inspecteren zij in het Verdragsgebied communautaire vaartuigen waarop de regeling van toepassing is om na te gaan of de andere, voor deze vaartuigen geldende communautaire instandhoudings- of controlemaatregelen op het gebied van de visbestanden worden nageleefd.

Artikel 3

Bij de toepassing van de regeling werken de Lid-Staten zowel onderling als met de Commissie samen.

Artikel 4

Nadere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening worden indien nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 170/83.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 19 december 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. VIZZINI

(1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. L 252 van 5. 9. 1981, blz. 26.

(3) PB nr. L 207 van 29. 7. 1987, blz. 1.

(4) PB nr. L 306 van 11. 11. 1988, blz. 2.

BIJLAGE

WAARNEMINGS- EN INSPECTIEREGELING VAN DE COMMISSIE VOOR DE INSTANDHOUDING VAN DE LEVENDE RIJKDOMMEN IN DE ANTARCTISCHE WATEREN

Opmerkingen

1. In de navolgende tekst van de waarnemings- en inspectieregeling zoals vastgesteld door de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR), is het woord "Commissie'` duidelijkheidshalve vervangen door "CCAMLR'`.

2. Aan de waarnemings- en inspectieregeling zijn de door de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren goedgekeurde modellen gehecht van de wimpel voor de inspectievaartuigen, van het formulier voor de inspectieverslagen en van het identiteitsbewijs van de inspecteurs.

WAARNEMINGS- EN INSPECTIEREGELING

VIII. Elk lid van de CCAMLR kan waarnemers en inspecteurs als bedoeld in artikel XXIV van het Verdrag aanwijzen:

a) De aangewezen waarnemers en inspecteurs moeten de nodige kennis bezitten van de waar te nemen en te inspecteren activiteiten op het gebied van de visserij en het wetenschappelijk onderzoek en moeten tevens goed op de hoogte zijn van de Verdragsbepalingen en van de maatregelen die op grond van het Verdrag zijn genomen.

b)

De leden moeten de bevoegdheid van elke door hen aangewezen waarnemer of inspecteur officieel bevestigen.

c)

Waarnemers en inspecteurs moeten onderdaan zijn van de verdragsluitende partij die hen aanwijst, en vallen bij de uitvoering van waarnemingen en inspecties uitsluitend onder de jurisdictie van de verdragsluitende partij.

d)

De waarnemers en inspecteurs moeten voldoende taalvaardigheid hebben in de taal van de vlaggestaat van de vaartuigen waarop zij hun activiteiten uitvoeren.

e)

Aan de waarnemers en inspecteurs moet, zolang zij zich aan boord van deze vaartuigen bevinden, de status van scheepsofficier worden toegekend.

f)

Tegen 1 mei van elk jaar moeten de namen van de aangewezen waarnemers en inspecteurs aan de CCAMLR worden medegedeeld. De aanwijzing van de betrokkenen geldt tot 1 juli van het volgende jaar.

VIII. De CCAMLR houdt een register bij van de bevoegde waarnemers en inspecteurs die door de leden zijn aangewezen.

De CCAMLR deelt het register van waarnemers en inspecteurs tegen 31 mei van elk jaar aan elke verdragsluitende partij mede.

VIII. Voor het toezicht op de naleving van de op grond van het Verdrag vastgestelde maatregelen mogen de door de leden aangewezen waarnemers en inspecteurs waarnemingen en inspecties verrichten aan boord van vaartuigen die betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek of de exploitatie van levende mariene rijkdommen in het gebied waarop het Verdrag van toepassing is:

a) Waarnemingen en inspecties kunnen door aangewezen waarnemers en inspecteurs worden uitgevoerd vanaf vaartuigen van de aanwijzende Staten.

b)

Schepen die waarnemers of inspecteurs aan boord hebben, moeten een door de CCAMLR goedgekeurde speciale vlag of wimpel voeren om aan te geven dat de waarnemers of inspecteurs die zich aan boord bevinden, waarnemings- en inspectietaken aan het uitvoeren zijn in overeenstemming met deze regeling.

c)

Deze waarnemers en inspecteurs kunnen ook aan boord van vaartuigen worden geplaatst, waarbij zij aan en van boord gaan volgens een tussen de aanwijzende Staat en de vlaggestaat overeen te komen schema.

IIIV. Elke verdragsluitende partij moet tegen 1 mei van elk jaar aan de CCAMLR een lijst verstrekken van alle onder haar vlag varende vaartuigen die van plan zijn om gedurende het jaar dat op 1 juli begint, in het Verdragsgebied levende mariene rijkdommen te exploiteren. Deze lijst moet de volgende gegevens bevatten:

- naam van het vaartuig;

- door de bevoegde instanties van de vlaggestaat geregistreerde roepnaam van het vaartuig;

- thuishaven en nationaliteit van het vaartuig;

- eigenaar of bevrachter van het vaartuig;

- verklaring dat de kapitein van het vaartuig in kennis is gesteld van de maatregelen die gelden voor de tot het Verdragsgebied behorende zone of zones waar het vaartuig levende mariene rijkdommen zal exploiteren.

a) De CCAMLR doet tegen 31 mei van elk jaar aan alle partijen een verzamellijst van al deze vaartuigen toekomen. In deze lijst worden ook de namen opgenomen van de onderzoekschepen die voorkomen in het register van permanente onderzoekschepen dat overeenkomstig punt 60 van het verslag van de vijfde vergadering van de CCAMLR wordt samengesteld.

b)

Elke verdragsluitende partij moet de CCAMLR ook zo spoedig mogelijk in kennis stellen van elk onder haar vlag varend vaartuig dat in de loop van het visseizoen aan de lijst wordt toegevoegd of van de lijst wordt geschrapt. De CCAMLR zal deze informatie onverwijld doorgeven aan de andere verdragsluitende partijen.

IIIV. a) Elk vaartuig dat zich in het Verdragsgebied bevindt om levende mariene rijkdommen te exploiteren of wetenschappelijk onderzoek ter zake te verrichten moet, wanneer aan dit vaartuig het passende sein uit het internationale seinboek wordt gegeven door een schip dat een waarnemer of inspecteur vervoert (en daarvan blijk geeft door het voeren van de bovenbedoelde vlag of wimpel), stoppen of alle andere vereiste maatregelen nemen om een veilige en snelle overbrenging van de waarnemer of inspecteur naar het vaartuig te vergemakkelijken, tenzij het vaartuig op dat moment aan het vissen is, in welk geval het een en ander moet doen zodra dit mogelijk is.

b)

De kapitein van het vaartuig moet de waarnemer of inspecteur, die mag zijn vergezeld van assistenten, toestemming geven om aan boord van het vaartuig te komen.

IIVI. De waarnemers en inspecteurs zijn gemachtigd om de vangsten, de netten en het andere vistuig en de activiteiten op het gebied van visserij en wetenschappelijk onderzoek waar te nemen en te inspecteren en mogen, voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is, inzage verlangen van de aantekeningen en verslagen die gegevens bevatten over de vangsten en de plaatsen waar is gevist:

a) Elke waarnemer en inspecteur moet een door de aanwijzende Staat verstrekt identiteitsbewijs van een door de CCAMLR goedgekeurd of voorgeschreven model bij zich hebben waarin wordt bevestigd dat de waarnemer of inspecteur is aangewezen om overeenkomstig deze regeling waarnemingen en inspecties uit te voeren.

b)

Een waarnemer of inspecteur moet bij het aan boord gaan van een vaartuig het onder a) bedoelde identiteitsbewijs laten zien.

c)

De waarnemingen en inspecties moeten zo worden uitgevoerd dat het vaartuig zo weinig mogelijk hinder en overlast ondervindt. Het onderzoek dient beperkt te blijven tot de vaststelling van feiten die betrekking hebben op de naleving van de CCAMLR-maatregelen die voor de betrokken vlaggestaat gelden.

d)

De waarnemers en inspecteurs mogen de nodige foto's maken om elke vermoedelijke overtreding van de geldende CCAMLR-maatregelen te staven. Er moeten telkens twee foto's worden gemaakt, waarvan er één wordt gevoegd bij de kennisgeving van vermoedelijke overtredingen die overeenkomstig punt VIII aan de kapitein van het vaartuig wordt overhandigd.

e)

De waarnemers en inspecteurs brengen een door de CCAMLR goedgekeurd identificatiemerk aan op elk net of ander vistuig dat in strijd met de geldende instandhoudingsmaatregelen lijkt te zijn gebruikt, en maken melding van dit feit in de verslagen en de kennisgeving als bedoeld in punt VIII.

f)

De kapitein van het vaartuig moet de waarnemers en inspecteurs passende bijstand verlenen bij de uitvoering van hun taken en moet hen indien nodig gebruik laten maken van de communicatieapparatuur.

IVII. Indien een vaartuig weigert om te stoppen of om de overbrenging van een waarnemer of inspecteur op een andere wijze te vergemakkelijken, of indien de kapitein of de bemanning van een vaartuig de toegestane activiteiten van een waarnemer of inspecteur hindert, stelt de betrokken waarnemer of inspecteur hiervan een uitvoerig verslag op, waarin hij een volledige beschrijving geeft van alle omstandigheden, en stuurt hij dit verslag naar de aanwijzende Staat voor doorzending overeenkomstig de relevante bepalingen van de punten VIII en IX:

a) Het hinderen van een waarnemer of inspecteur of het geen gevolg geven aan redelijke verzoeken die een waarnemer of inspecteur bij de uitvoering van zijn taken doet, moet door de vlaggestaat worden behandeld alsof het een waarnemer of inspecteur van die Staat betreft.

b)

De vlaggestaat brengt overeenkomstig het bepaalde in punt X verslag uit over de maatregelen die op grond van punt VII worden genomen.

VIII. De waarnemers en inspecteurs moeten uitvoerige verslagen opstellen over hun waarnemingen en inspecties. Deze verslagen moeten worden ingediend bij het aanwijzende lid, dat op zijn beurt rapporteert aan de CCAMLR:

a)

Alvorens een aan waarnemingen en inspecties onderworpen vaartuig te verlaten, overhandigt de waarnemer of inspecteur aan de kapitein van het vaartuig een inspectieverklaring en een schriftelijke kennisgeving van alle vermoedelijke overtredingen van de geldende CCAMLR-maatregelen en geeft hij de kapitein de gelegenheid om schriftelijk zijn opmerkingen over een dergelijke kennisgeving te maken.

b)

De scheepskapitein moet de kennisgeving ondertekenen om te bevestigen dat hij deze heeft ontvangen en in de gelegenheid is gesteld om er zijn opmerkingen over te maken.

IIIX.

De in punt VIII bedoelde verslagen moeten worden voorgelegd aan de vlaggestaat, die in de gelegenheid moet worden gesteld er opmerkingen over te maken voordat deze verslagen door de CCAMLR worden behandeld.

IIIX.

Indien er als gevolg van waarnemingen en inspecties die overeenkomstig deze bepalingen zijn uitgevoerd, aanwijzingen zijn dat in het kader van het Verdrag genomen maatregelen zijn overtreden, moet de vlaggestaat het nodige doen om vervolging in te stellen en moet hij zo nodig sancties opleggen. De vlaggestaat moet over de ingestelde vervolging en de opgelegde sancties verslag uitbrengen aan de CCAMLR.

Aanhangsel 1

WAARNEMINGS- EN INSPECTIEREGELING VAN DE CCAMLR

WIMPEL

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

200 cm<?aeQS>90 cm

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

COMMISSIE VOOR DE INSTANDHOUDING VAN DE LEVENDE RIJKDOMMEN IN DE

ANTARCTISCHE WATEREN

INSPECTIEVERSLAG

(Inspecteur: dit formulier in hoofdletters invullen a.u.b.)

Mededeling aan de kapitein van het te inspecteren vaartuig

Bij het aan boord komen toont de CCAMLR-inspecteur zijn CCAMLR-identiteitsbewijs. Vanaf dat ogenblik mag hij inspecteren c.q. meten: al het vistuig op of in de nabijheid van het werkdek dat snel gereed kan zijn voor gebruik, de vangst aan dek en/of benedendeks en alle relevante documenten. Deze inspectie heeft tot doel na te gaan of u zich houdt aan de CCAMLR-maatregelen waartegen uw land geen bezwaar heeft gemaakt en, ook al zou een dergelijk bezwaar zijn gemaakt, de in het logboek en de visserijadministratie opgetekende gegevens betreffende het Verdragsgebied te controleren en de vangsten aan boord te inspecteren. De inspecteur is gemachtigd om het vistuig, de vangsten, het logboek en andere relevante documenten van het vaartuig te onderzoeken en te fotograferen. De inspecteur zal u niet vragen uw netten binnen te halen. Hij mag echter aan boord blijven totdat de netten zijn binnengehaald.

GEMACHTIGDE INSPECTEUR(S)

1. Naam (namen): .

Aanwijzend land: .

.

2. Naam en identificatieletters en/of nummer van het vaartuig waarmee de inspecteur zich verplaatst: .

.

GEGEVENS OVER HET GEÏNSPECTEERDE VAARTUIG

3. Land en haven van registratie: .

4. Naam en registratienummer van het vaartuig: .

5. Vaartuigtype (vissersvaartuig, onderzoekschip): .

6. Naam van de kapitein: .

7. Naam en adres van de eigenaar: .

.

8. Door de kapitein van het inspectievaartuig vastgestelde positie om . GMT:

breedtegraad: ........................................................................... lengtegraad: .

a) Voor het bepalen van de positie gebruikte apparatuur: .

.

.

9. Door de kapitein van het geïnspecteerde vaartuig vastgestelde positie om . GMT:

breedtegraad: ........................................................................... lengtegraad: .

a) Voor het bepalen van de positie gebruikte apparatuur: .

.

.

DATUM EN TIJDSTIP WAAROP DE INSPECTIE IS BEGONNEN, RESPECTIEVELIJK BEËINDIGD

10. Datum: .Aan boord gegaan om: ................. GMT;van boord gegaan om: ................. GMT.

VISTUIG OP OF IN DE NABIJHEID VAN HET GEÏNSPECTEERDE WERKDEK

11.

11. >RUIMTE VOOR DE TABEL>

METING VAN DE MAZEN (IN MILLIMETER)

12.

Net nr. ................................Plaats waar het te meten net zich bevindt (in het water) .

(op het werkdek) .

Staat van het net (optuiging): .

(nat/droog): .

Eerste bepaling overeenkomstig instandhoudingsmaatregel 4/V (artikel 6):

12.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

12. gemiddelde maaswijdte

totaal in mm voor 20 mazen 20 metingen =

gemiddelde maaswijdte

40 extra metingen overeenkomstig instandhoudingsmaatregel 4/V (artikel 6):

12.

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

12.

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

12. gemiddelde maaswijdte

totaal in mm voor 60 mazen 60 metingen =

gemiddelde maaswijdte

.

Indien de eerste 60 maasmetingen door de kapitein worden aangevochten, worden nog eens 20 mazen gemeten met behulp van een gewicht of een dynamometer overeenkomstig instandhoudingsmaatregel 4/V (artikel 6, lid 2). Deze bepaling is beslissend.

Definitieve bepaling in geval van betwisting, instandhoudingsmaatregel 4/V (artikel 6, lid 2):

12.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

12. gemiddelde maaswijdte

totaal in mm voor 20 mazen 20 metingen =

gemiddelde maaswijdte

GEGEVENS OVER DE GEÏNSPECTEERDE VIS AAN BOORD

13. Gegevens over de geïnspecteerde vis in de laatste trek (indien van toepassing)>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Noteer de vangst op basis van het gewicht in onbewerkte staat.

14. Gegevens over de geïnspecteerde vangsten aan boord

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

15. Zijn de volgende gegevens genoteerd in het logboek of in een ander tot de administratie van het vaartuig behorend document?

Beschrijving van het vaartuig

.

JA

NEEN

Naam van het schip

Vaartuigtype

Registratienummer en haven van registratie

Nationaliteit van het vaartuig

Brutoregistertonnage

Lengte over alles (m)

Maximaal schroefasvermogen (kW bij ........ toeren/minuut) of vermogen in paardekracht

Beschrijving van het vistuig

JA

NEEN

Trawltype (volgens de FAO-nomenclatuur)

Codenummer van het trawltype

Maaswijdte netopening (mm)

Maaswijdte kuil (mm gestrekt)

Maaswijdte "liner'' (mm)

Tekening van het net (waarop onder meer striplengten, draaddikten en maaswijdten zijn aangegeven)

Tekening van het vistuig (visborden, breidels, enz. naar gelang van het geval)

Akoestische onderwaterapparatuur, echolood (type en frequentie), sonar (type en frequentie), netsonde (ja/neen)

Informatie over de trekken

JA

NEEN

Datum

Positie bij het begin van het vissen (in graden en minuten)

Tijdstip waarop met het vissen wordt begonnen (in uren en minuten GMT, dan wel plaatselijke tijd met vermelding van het verschil ten opzichte van GMT)

Tijdstip waarop het vissen wordt beëindigd (vóór het binnenhalen)

Diepte van de bodem (m)

Diepte waarop wordt gevist (alleen voor een pelagische trawl)

Richting waarin wordt gesleept (in geval van een koerswijziging tijdens het slepen, richting van het langste deel van de gevolgde route)

Snelheid bij het trekken

. Omgeving

.

JA

NEEN

Aan- of afwezigheid van ijs in het water

Wolkendek of weertype

Windsnelheid (knopen) of windkracht (beaufortschaal) en windrichting

Temperatuur aan het zeeoppervlak

Luchttemperatuur

Vangstgegevens voor elke trek

JA

NEEN

Geraamde totale vangst (kg)

Bij benadering bepaalde samenstelling naar soort (in percenten van het totaal)

Hoeveelheid overboord gezette vis en samenstelling daarvan

Per soort, aantal bakken vis van elke grootteklasse (indien van toepassing)

Aanwezigheid van zeer jonge vis

Dagelijks opgetekende algemene gegevens

JA

NEEN

Tijdstip waarop met het zoeken wordt begonnen

Tijdstip waarop het zoeken wordt beëindigd en met de trek wordt begonnen

Tijdstip waarop het zoeken wordt hervat na een trek

Tijdstip waarop het zoeken wordt beëindigd

16. Zijn er aan boord van het vaartuig op zichtbare plaatsen exemplaren van het CCAMLR-aanplakbiljet over zwerfafval van de scheepvaart aangebracht?

JA

NEEN

17. Is de internationale radioroepnaam op een opvallende wijze aangebracht op een open dek, zowel aan bak- als aan stuurboord?

JA

NEEN

18. Is aantekening gehouden van het volgende:

a) De data waarop en de plaatsen waar het vaartuig in het gebied vistuig is kwijtgeraakt, alsmede de betrokken typen en hoeveelheden?

. a)

JA

NEEN

b)

De verloren of overboord gezette netten, stukken net, kabels of andere mogelijk gevaarlijke afvallen van de scheepvaart die tijdens de activiteiten van het vaartuig in het gebied bij toeval zijn gevonden, alsmede de toestand van een en ander en de betrokken hoeveelheden?

JA

NEEN

c)

De aantallen vissen, vogels, zeezoogdieren of andere organismen die in het afval verstrikt zaten toen dit werd gevonden, alsmede hun conditie?

JA

NEEN

d)

Wat er met het afval is gedaan?

JA

NEEN

e)

De nettypen die zich aan boord bevinden, en de betrokken hoeveelheden?

JA

NEEN

f)

De eventuele identificatie van elk net?

JA

NEEN

g)

Aantal, soort, leeftijd, grootte, geslacht en kenmerken uit voortplantingsoogpunt van de vogels en zeezoogdieren die bij het vissen per ongeluk zijn gevangen?

JA

NEEN

19. Bevinden er zich aan boord dode of levende vogels of zeezoogdieren?

.

JA

NEEN

Mededeling aan de kapitein van het geïnspecteerde vaartuig

Hier eindigt de inspectie, tenzij er een vermoedelijke overtreding is geconstateerd. Indien er geen vermoedelijke overtreding is geconstateerd, mag u verder lezen vanaf punt 27. Bij een vermoedelijke overtreding vermeldt de inspecteur hieronder de aard daarvan en plaatst hij zijn handtekening. U moet medeondertekenen om aan te geven dat deze overtreding aan u is medegedeeld. Uw handtekening betekent niet dat de vermoedelijke overtreding door u wordt erkend.

20. Aard van de vermoedelijke overtreding: .

.

.

.

Handtekening van de inspecteur: .

Handtekening van de kapitein: .

Indien een vermoedelijke overtreding is geconstateerd, mag de inspecteur:

1. het vistuig, de vangst, de logboeken en andere relevante documenten van het geïnspecteerde vaartuig opnieuw onderzoeken en fotograferen;

2.

u verzoeken met vissen te stoppen indien de vermoedelijke overtreding beheilt:

a) vissen in een gesloten gebied of met vistuig dat in een specifiek gebied is verboden;

b)

vissen op bestanden of soorten na de datum waarop de uitvoerend secretaris de leden ervan in kennis heeft gesteld dat gerichte visserij op die bestanden of soorten is verboden.

OPMERKINGEN EN CONSTATERINGEN

21. Document dat in verband met een vermoedelijke overtreding is gecontroleerd: .

.

.

.

22.

Opmerkingen (In geval van een verschil tussen de door de inspecteur gemaakte ramingen van de vangsten aan boord en de desbetreffende vangstoverzichten uit de logboeken, moet dit verschil - ook als percentage - hier worden vermeld):

.

.

.

.

23. Objecten op de foto's die in verband met een vermoedelijke overtreding zijn gemaakt:.

.

.

24. Andere opmerkingen, verklaringen en/of constateringen van de inspecteur(s) (In geval van een vermoedelijke overtreding met betrekking tot de maaswijdte, hier het identificatienummer vermelden van het merkteken dat door de inspecteur aan het net is bevestigd):.

.

.

.

.

25. Verklaring van een tweede inspecteur of een getuige:.

.

.

.

26. Naam en handtekening van de tweede inspecteur of de getuige:.

.

27. Handtekening van de met de leiding van de inspectie belaste inspecteur:.

28. Verklaring van een getuige van de kapitein: .

.

.

.

.

29. Naam en handtekening van de getuige(n) van de kapitein:.

.

.

30. Ontvangst van en aantekening bij dit verslag:

Ik, ondergetekende, kapitein van het vaartuig ................................................, bevestig hierbij dat heden een afschrift van dit verslag en een tweede set foto's aan mij zijn overhandigd. Mijn handtekening betekent niet dat ik instem met welk deel van de inhoud van dit verslag dan ook.

Datum .

Handtekening .

31. Opmerkingen en handtekening van de kapitein van het vaartuig:.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.EEN AFSCHRIFT IS BESTEMD VOOR DE KAPITEIN, HET ORIGINEEL EN HET TWEEDE AFSCHRIFT WORDEN DOOR DE INSPECTEUR TE BESTEMDER PLAATSE INGELEVERD.

Notities:

De inspecteurs kunnen deze pagina's benutten om hun opmerkingen te noteren over elk aspect van de inspectie dat naar hun oordeel dient te worden gemeld.

Aanhangsel 3

FRONT OF IDENTITY CARD

COMMISSION FOR THE

CONSERVATION OF ANTARCTIC

MARINE LIVING RESOURCES

The Bearer of this Document .

(Name in Capitals)

.(Signature)

is a CCAMLR inspector and has the authority to act under the arrangement approved

by the Commission until 1 July 1990

Issued by: .

Signature: .

Date: .

.

(Name of issuing country in capitals, and inspector's identity number)

Photograph

Seal or Official Stamp

BACK OF IDENTITY CARD

The bearer of this card is an authorised inspector under the

CCAMLR System of Observation & Inspection

Le porteur de cette carte est un inspecteur autorisé à agir

selon le Système d'observation et d'inspection de la CCAMLR

Der Traeger dieses Ausweises ist ein im Rahmen des CCAMLR

Inspektions- und Beobachtungssystems autorisierter Inspektor

Japanese translation

to be

inserted here

Korean translation

to be

inserted here

Okaziciel tego dokumentu jest upowaznionym inspektorem

dzialajacym w ramach Systemu Obserwacji i Kontroli Konwencji

o Ochronie Zywych Zasobow Morskich Antarktyki (CCAMLR)

El portador de esta tarjeta es un inspector autorizado

según el Sistema de Observación e Inspección de la CCRVMA