31989Y0720(01)

Resolutie van de Raad van 21 juni 1989 inzake het broeikaseffect en de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. C 183 van 20/07/1989 blz. 0004 - 0005


RESOLUTIE VAN DE RAAD van 21 juni 1989 inzake het broeikaseffect en de Gemeenschap (89/C 183/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gezien de ontwerp-resolutie ingediend door de Commissie,

Overwegende dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voorziet in de ontwikkeling en tenuitvoerlegging door de Gemeenschap van acties op milieugebied;

Overwegende dat uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens, met name de resultaten van communautaire onderzoekprogramma's op milieugebied, blijkt dat de samenstelling van de atmosfeer ingrijpend wordt gewijzigd door menselijke activiteiten en dat dit volgens de bestaande klimatologische modellen uiteindelijk kan leiden, door het zogenaamde "broeikaseffect", tot klimaatveranderingen met aanzienlijke gevolgen voor het milieu, de mensheid en haar activiteiten;

Overwegende dat derhalve dringend de mogelijkheden voor maatregelen ter voorkoming of beperking van de aan het broeikaseffect verbonden risico's moeten worden onderzocht;

Overwegende dat de Europese Raad te Rhodos in december 1988 de noodzaak heeft beklemtoond van een doeltreffend international antwoord op wereldomspannende problemen zoals het broeikaseffect;

Overwegende dat in het kader van recente internationale conferenties, met name die van Toronto in juni 1988, Londen en Den Haag in maart 1989, en Nairobi in mei 1989 een zeer ruime consensus is bereikt over de noodzaak, dringend maatregelen te overwegen om de emissies van broeikasgassen te beperken;

Overwegende dat, gezien de complexiteit van het broeikaseffect en de vele en verreikende implicaties van dit effect en van de eventuele maatregelen ter voorkoming of verzachting van de consequenties daarvan, eerst de mogelijke beleidsvarianten zorgvuldig moeten worden onderzocht;

Overwegende dat het van belang is dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten een doeltreffende bijdrage leveren aan de uitwerking van de beleidsbeslissingen in de bevoegde internationale instanties, 1. WIJST OP de mondiale dimensie van het broeikaseffect en beklemtoont dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten zich ten volle dienen in te zetten voor de vaststelling en de uitvoering van wereldomvattende maatregelen op het stuk van deze problematiek. Zulke maatregelen dienen zonder verder uitstel te worden vastgesteld, los van de resterende onzekerheden met betrekking tot bepaalde wetenschappelijke aspecten van het broeikaseffect;

2. ACHT een internationale overeenkomst over klimaatveranderingen noodzakelijk ; SPREEKT ZICH GUNSTIG UIT over het voorbereidende werk dat reeds in het kader van de UNEP en de WMO gaande is ; BEVESTIGT dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten een belangrijke bijdrage moeten leveren aan de voorbereiding van een dergelijke overeenkomst;

3. BEVESTIGT dat de Gemeenschap, in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 2 maart 1989, een actieve bijdrage zal leveren aan de herziening, tegen 1990, van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, ten einde produktie en het verbruik van CFK's die onder dit protocol vallen tegen het einde van de eeuw te beëindigen ; VERKLAART tevens dat de huidige verbruiks- en produktieniveaus van deze CFK's zowel in de Gemeenschap als over de hele wereld, zo spoedig mogelijk met ten minste 85 % verminderd dienen te worden ; MERKT OP dat er eveneens stappen dienen te worden ondernomen met betrekking tot andere stoffen die een rol spelen bij het broeikaseffect, waaronder CFK's die thans niet onder het Protocol van Montreal vallen;

4. VERKLAART dat bebossing en maatregelen om het vegetatiedek binnen de Gemeenschap te verbeteren moeten worden geïntensiveerd en dat de Gemeenschap ten volle dient deel te nemen aan inspanningen om de vernietiging van de tropische regenwouden en woestijnvorming een halt toe te roepen;

5. VERZOEKT de Commissie de bestaande communautaire beleidsmaatregelen en richtsnoeren die in het licht van de noodzakelijke bestrijding van het broeikaseffect niet langer adequaat zijn opnieuw te bezien ; VERKLAART dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten bij toekomstige politieke beslissingen op passende wijze rekening dienen te houden met het probleem van mogelijke klimaatveranderingen in verband met het broeikaseffect ; VERZOEKT de Commissie en de Lid-Staten dringend stappen te ondernemen ter bevordering van energiebesparing, van een doelmatiger gebruik van energie, en van de ontwikkeling en toepassing van energiebronnen, zoals nietfossiele brandstoffen, die niet tot het broeikaseffect bijdragen, en een hoge prioriteit toe te kennen aan de ontwikkeling en de invoering in de Lid-Staten van innoverende en commercieel levensvatbare technologieën op dit gebied. Hierbij dient ter dege rekening te worden gehouden met veiligheidsaspecten, de continuïteit van de voorziening, milieu-effecten, volksgezondheid en economische overwegingen;

6. VERZOEKT de Commissie dringend om in het kader van communautaire hulpprogramma's voor ontwikkelingslanden maatregelen te overwegen waardoor de ontwikkelingsbehoeften van deze landen verzoend kunnen worden met restricties vanwege het broeikaseffect en deze landen, waar nodig, kunnen worden geholpen zich aan te passen aan de wellicht onvermijdelijke gevolgen van het broeikaseffect.

7. BENADRUKT dat het belangrijk en dringend noodzakelijk is dat de nationale en communautaire onderzoekinspanningen worden opgevoerd om de potentiële gevolgen van het broeikaseffect beter te kunnen begrijpen en een beter inzicht te krijgen in de milieu-effecten en de sociaal-economische gevolgen;

8. JUICHT het initiatief van de Commissie TOE om een degelijk programma te lanceren voor het bestuderen van beleidsopties ; IS VAN OORDEEL dat dit programma in hoofdzaak de volgende terreinen dient te beslaan: - vaststelling en technische beoordeling van de verschillende maatregelen en technologieën die de uitstoot van broeikasgassen, in het bijzonder CO2, kunnen verminderen of andere maatregelen, met inbegrip van bebossing en bosbrandpreventie, die het broeikaseffect anderszins kunnen bestrijden;

- analyse van de implicaties op economisch, industrieel, energetisch, maatschappelijk, landbouwkundig en institutioneel vlak van mogelijke maatregelen en technologieën;

- evaluatie van de vermoedelijke voordelen van verschillende beleidsscenario's door middel van een kader voor besluitvormingsanalyse;

- vaststelling van maatregelen, zoals een verdere bescherming van de kusten, die noodzakelijk zijn voor de aanpassing aan die nieuwe situaties welke, blijkens de besluitvormingsanalyses, waarschijnlijk zullen ontstaan als onvermijdelijk resultaat van het broeikaseffect, en, waar nodig, het uitwerken van een communautair beleid ter uitvoering van dergelijke maatregelen;

9. VERZOEKT de Commissie bij de uitvoering van het werkprogramma volledig rekening te houden met andere relevante activiteiten op het stuk van onderwerpen die daarmee verband houden, zowel binnen de Gemeenschap als op wereldniveau, in het bijzonder het werk van het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering ; VERZOEKT de Lid-Staten DRINGEND actief met de Commissie samen te werken bij de uitvoering van het programme en de activiteiten met betrekking tot het broeikaseffect binnen dit kader te coördineren;

10. VERZOEKT de Commissie en de Lid-Staten ervoor te zorgen dat de publieke opinie ter dege wordt voorgelicht over het broeikaseffect, en over ter bestrijding daarvan vereiste maatregelen, in het bijzonder de noodzaak van inspanningen overal ter wereld waarbij alle burgers dienen te worden betrokken;

11. VERZOEKT de Commissie uiterlijk tegen eind 1990 een verslag in te dienen met voorstellen voor concrete actie op bovengenoemde terreinen en in het bijzonder voor maatregelen met betrekking tot het CO2-vraagstuk, zulks om een doeltreffende bijdrage te leveren aan het bredere debat in international verband.