31988L0331

Richtlijn 88/331/EEG van de Raad van 13 juni 1988 houdende wijziging van Richtlijn 83/181/EEG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen

Publicatieblad Nr. L 151 van 17/06/1988 blz. 0079 - 0081
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0003


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 13 juni 1988

houdende wijziging van Richtlijn 83/181/EEG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen

(88/331/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat het stelsel van vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de invoer van bepaalde goederen, ingesteld bij Richtlijn 83/181/EEG (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 85/346/EEG (4), ten doel heeft de douaneregeling en de regeling die van toepassing is op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde zo nauw mogelijk bij elkaar te doen aansluiten; dat de Raad bij Verordening (EEG) nr. 1315/88 (5) wijzigingen in de douaneregeling heeft vastgesteld; dat sommige van deze wijzigingen dienen te worden overgenomen in Richtlijn 83/181/EEG voor zover zij beantwoorden aan de doelstellingen van de fiscale harmonisatie;

Overwegende dat Richtlijn 83/181/EEG niet alleen de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/388/EEG (6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 84/386/EEG (7), bepaalt, maar tevens tot doel heeft communautaire fiscale regels op te stellen op het gebied van de vrijstelling van de BTW voor de definitieve invoer van goederen die niet onder de werkingssfeer van genoemd artikel vallen; dat deze regels dienen te worden gewijzigd of aangevuld om tot een uniformere toepassing op communautair niveau te komen;

Overwegende dat ter wille van de juridische duidelijkheid de tekst van artikel 11, lid 2, van Richtlijn 83/181/EEG dient te worden gepreciseerd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 83/181/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 11, lid 2, wordt als volgt gelezen:

»2. Er wordt eveneens vrijstelling verleend voor geschenken die gewoonlijk ter gelegenheid van een huwelijk door personen die hun normale verblijfplaats in een land buiten de Gemeenschap hebben, worden aangeboden en die worden ontvangen door een persoon die voldoet aan de in lid 1 genoemde voorwaarden. De vrijstelling is van toepassing op geschenken waarvan de waarde per eenheid niet meer bedraagt dan 200 Ecu. De Lid-Staten kunnen evenwel een vrijstelling van meer dan 200 Ecu verlenen, mits de waarde van elk geschenk dat met vrijstelling mag worden ingevoerd, niet meer bedraagt dan 1 000 Ecu.";

2. artikel 22 wordt als volgt gelezen:

»Artikel 22

Voor de invoer van goederen waarvan de totale waarde niet meer dan 10 Ecu bedraagt wordt vrijstelling verleend. De Lid-Staten kunnen vrijstelling verlenen voor de invoer van goederen waarvan de totale waarde meer dan 10 Ecu doch niet meer dan 22 Ecu bedraagt.

De Lid-Staten kunnen goederen die in het kader van postorderverkoop zijn ingevoerd, echter uitsluiten van de in de eerste alinea, eerste zin, bedoelde vrijstelling.";

3. in artikel 35, lid 1, onder b), tweede streepje, wordt in plaats van »artikel 60, lid 1, onder b)," gelezen »artikel 60";

4. na artikel 38 wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd:

»Hoofdstuk II bis

Referentiestoffen voor de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen

Artikel 38 bis

Met vrijstelling mogen zendingen worden ingevoerd bestaande uit monsters van referentiestoffen die worden gebruikt voor de kwaliteitscontrole van bij de vervaardiging van geneesmiddelen gebezigde stoffen en die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn goedgekeurd, waarbij die zendingen worden gericht aan geadresseerden die door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten gemachtigd zijn om dergelijke zendingen met vrijstelling van rechten in ontvangst te nemen.";

5. aan artikel 56 wordt de volgende letter toegevoegd:

»d) prijzen, trofeeën, souvenirs met een symbolisch karakter en van geringe waarde die bestemd zijn voor gratis uitdeling aan personen die hun normale woonplaats in een ander land dan het land van invoer hebben, ter gelegenheid van zakencongressen en dergelijke evenementen met een internationaal karakter, en die wegens hun aard, waarde per eenheid en andere kenmerken geenszins op commerciële bijbedoelingen duiden.";

6. de artikelen 62 en 63 worden als volgt gelezen:

»Artikel 62

Behoudens het bepaalde in artikel 63 wordt vrijstelling verleend voor drukwerk voor reclamedoeleinden zoals catalogussen, prijscouranten, gebruiksaanwijzingen of commerciële aankondigingen mits zij betrekking hebben op:

a) door een persoon die buiten de Lid-Staat van invoer is gevestigd, te koop of te huur aangeboden goederen, of

b) door een persoon die in een andere Lid-Staat is gevestigd, aangeboden diensten, of

c) door een in een derde land gevestigde persoon aangeboden diensten op het gebied van vervoer, de verzekering van handelsactiviteiten of bankzaken.

Artikel 63

De in artikel 62 bedoelde vrijstelling is beperkt tot drukwerk voor reclamedoeleinden dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

a) op het drukwerk moet duidelijk zichtbaar de naam van het bedrijf zijn aangebracht dat de goederen vervaardigt, verkoopt of verhuurt, of dat diensten verleent waarop het drukwerk betrekking heeft;

b) elke zending mag slechts één bescheid bevatten of, indien zij uit meerdere bescheiden bestaat, slechts één exemplaar van elk bescheid. Zendingen, die verscheidene exemplaren van een zelfde bescheid bevatten, komen niettemin voor vrijstelling in aanmerking, indien het totale brutogewicht niet meer dan 1 kilogram bedraagt;

c) het drukwerk mag niet bij wijze van groepagezending door een zelfde afzender naar een zelfde geadresseerde worden gezonden.

Het onder b) en c) bepaalde is echter niet van toepassing op drukwerk dat betrekking heeft op door een persoon die in een andere Lid-Staat is gevestigd, te koop of te huur aangeboden goederen of aangeboden diensten, indien het drukwerk werd ingevoerd om kosteloos te worden verspreid.";

7. aan artikel 79 wordt de volgende letter toegevoegd:

»s) de invoer van officiële publikaties die het uitdrukkingsmiddel vormen van de overheid van het land van uitvoer, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen en instellingen, opgesteld in het land van uitvoer, alsmede drukwerk dat wordt verspreid ter gelegenheid van de verkiezingen van het Europese Parlement of ter gelegenheid van nationale verkiezingen die worden georganiseerd vanuit het land van oorsprong door als zodanig in de Lid-Staten officieel erkende buitenlandse politieke organisaties, voor zover over die publikaties en dat drukwerk in het land van uitvoer belasting is geheven en ze niet bij uitvoer ontlast zijn.";

8. de titel van hoofdstuk VI wordt als volgt gelezen:

»Brandstoffen en smeermiddelen in motorvoertuigen te land en in containers voor speciale doeleinden":

9. artikel 82 wordt als volgt gelezen:

»Artikel 82

1. Behoudens het bepaalde in de artikelen 83, 84 en 85 wordt vrijstelling verleend voor:

a) de brandstof welke zich in de normale reservoirs bevindt van:

- personenwagens, bedrijfsvoertuigen en motorrijwielen;

- containers voor speciale doeleinden;

b) de brandstof welke zich in draagbare reservoirs in personenauto's en motorrijwielen bevindt, tot een maximum van 10 liter per voertuig en onverminderd de nationale voorschriften inzake bezit en vervoer van brandstoffen.

2. In de zin van lid 1 wordt verstaan onder:

a) »bedrijfsvoertuig": elk motorvoertuig (trekkers met of zonder aanhangwagens daaronder begrepen) dat op grond van constructietype en uitrusting geschikt en bestemd is voor het vervoer, al dan niet tegen betaling: - van meer dan negen personen, met inbegrip van de bestuurder,

- van goederen,

alsmede ieder wegvoertuig bestemd voor een ander gebruik dan vervoer in eigenlijke zin;

b) »personenwagen": ieder motorvoertuig dat niet aan de onder a) omschreven maatstaven beantwoordt;

c) »normale reservoirs":

- de door de fabrikant blijvend in of aan alle motorvoertuigen van hetzelfde type als het betrokken voertuig aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreekse verbruik van brandstof mogelijk maakt, zowel voor de voortbeweging van de voertuigen als, in voorkomend geval, voor de werking, tijdens het vervoer, van koel- en andere systemen.

Als normale reservoirs gelden ook gasreservoirs die zijn aangebracht in motorvoertuigen en die het rechtstreekse verbruik van gas als brandstof mogelijk maken, alsmede de op andere systemen waarmee die voertuigen eventueel zijn uitgerust, aangesloten reservoirs;

- de door de fabrikant blijvend in of aan alle containers van hetzelfde type als de betrokken container aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt voor de werking, gedurende het vervoer, van koel- en andere systemen waarmee de containers voor speciale doeleinden zijn uitgerust;

d) »container voor speciale doeleinden": alle containers die zijn uitgerust met inrichtingen die speciaal zijn aangepast voor koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen.";

10. artikel 83, eerste alinea, wordt als volgt gewijzigd:

- in de aanhef worden na het woord »bedrijfsvoertuigen" de woorden »en containers voor speciale doeleinden" ingevoegd;

- na b) wordt de volgende letter toegevoegd:

»c) tot 200 liter per container voor speciale doeleinden en per reis.";

11. aan artikel 90, lid 3, in fine, wordt de volgende tekst toegevoegd:

». . . of tot een verlaging van deze vrijstelling.";

12. aan artikel 91 wordt de volgende letter toegevoegd:

»c) vrijstellingen in het kader van overeenkomsten op basis van wederkerigheid met derde landen die partij zijn bij het Verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart (Chicago, 1944) voor de toepassing van de aanbevolen werkwijzen 4.42 en 4.44 van bijlage 9 bij dat Verdrag (achtste uitgave, juli 1980).".

Artikel 2

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om uiterlijk op 1 januari 1989 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. STOLTENBERG

(1) PB nr. C 318 van 30. 11. 1987, blz. 21.

(2) PB nr. C 180 van 8. 7. 1987, blz. 14.

(3) PB nr. L 105 van 23. 4. 1983, blz. 38.

(4) PB nr. L 183 van 16. 7. 1985, blz. 21.

(5) PB nr. L 123 van 17. 5. 1988, blz. 2.

(6) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

(7) PB nr. L 208 van 3. 8. 1984, blz. 58.