31987R0945

Verordening (EEG) nr. 945/87 van de Raad van 30 maart 1987 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1468/81 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften

Publicatieblad Nr. L 090 van 02/04/1987 blz. 0003 - 0004
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0243
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0243


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 945/87 VAN DE RAAD

van 30 maart 1987

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1468/81 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1468/81 (3) de voorschriften zijn vastgesteld volgens welke de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten elkaar wederzijds bijstand dienen te verlenen en met de Commissie dienen samen te werken, zowel met het oog op het voorkomen en opsporen van inbreuken op de douane- en landbouwvoorschriften als met het oog op het ontdekken van handelingen die tegen deze voorschriften indruisen of lijken in te druisen;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat de bestrijding van fraude met vertakkingen in verscheidene Lid-Staten zo belangrijk is dat de Commissie en de Lid-Staten meer mogelijkheden tot optreden op dit gebied moeten krijgen;

Overwegende dat voor fraudes met bepaalde in de Gemeenschap ingevoerde textielprodukten een gedeeltelijke oplossing is gevonden bij Verordening (EEG) nr. 616/78 (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3626/83 (5); dat het dienstig is gebleken voor het gehele door Verordening (EEG) nr. 1468/81 bestreken douane- en landbouwgebied in dergelijke maatregelen met betrekking tot wederzijdse samenwerking te voorzien; dat die verordening derhalve moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1468/81 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

»Artikel 14 bis

1. Wanneer door de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat vastgestelde handelingen die strijdig zijn of lijken te zijn met de douane- of landbouwvoorschriften, op communautair niveau van bijzonder belang zijn, met name:

- wanneer zij in andere Lid-Staten vertakkingen hebben of zouden kunnen hebben, of

- wanneer soortgelijke handelingen volgens die autoriteiten ook in andere Lid-Staten zouden kunnen zijn verricht,

delen de bevoegde autoriteiten aan de Commissie zo spoedig mogelijk op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van de Commissie alle ter zake dienende gegevens mede, in voorkomend geval in de vorm van documenten of van kopieën of uittreksels van documenten die voor de kennis van de feiten noodzakelijk zijn, met het oog op de cooerdinatie door de Commissie van de door de Lid-Staten genomen maatregelen.

De Commissie deelt deze gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de overige Lid-Staten mede.

2. Gegevens over natuurlijke of rechtspersonen worden in de in lid 1 bedoelde mededelingen slechts gegeven voor zover dit strikt noodzakelijk is om te kunnen vaststellen of handelingen strijdig zijn met de douane- of landbouwvoorschriften.

3. Wanneer de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat lid 1 toepassen, kunnen zij de in artikel 12, onder b), en in artikel 13 bedoelde mededeling aan de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken Lid-Staten achterwege laten.".

2. Artikel 15 wordt vervangen door:

»Artikel 15

De Commissie belegt vergaderingen met de vertegenwoordigers van de Lid-Staten tijdens welke:

- in het algemeen de werking van de bij deze verordening ingevoerde wederzijdse bijstand wordt bestudeerd,

- wordt vastgesteld op welke wijze de toezending van de in de artikelen 14 en 14 bis bedoelde gegevens in de praktijk dient te geschieden,

- de krachtens de artikelen 14 en 14 bis aan de Commissie medegedeelde gegevens worden besproken, ten einde er lering uit te trekken, de maatregelen vast te stellen die nodig zijn om een einde te maken aan de geconstateerde met de douane- of landbouwvoorschriften strijdige handelingen en, in voorkomend geval, voor te stellen de bestaande communautaire voorschriften te wijzigen of aan te vullen.".

3. De volgende artikelen worden ingevoegd:

»Artikel 15 bis

Mits het betrokken derde land zich er juridisch toe heeft verbonden de nodige bijstand te verlenen voor het verzamelen van bewijsmateriaal inzake het onregelmatige karakter van handelingen die strijdig lijken te zijn met de douane- of landbouwvoorschriften dan wel voor het vaststellen van de omvang van de handelingen waarvan is vastgesteld dat ze strijdig zijn met deze voorschriften, kunnen de op grond van artikel 14 bis verkregen gegevens aan het derde land worden medegedeeld, met toestemming van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten die deze hebben verstrekt en, indien nodig, met toestemming van de betrokken persoon voor zover dat het welslagen van het onderzoek niet in gevaar dreigt te brengen.

De mededeling kan geschieden door de Commissie; in dat geval waarborgt de Commissie met passende middelen een bescherming die gelijkwaardig is aan die van artikel 19, lid 1.

Artikel 15 ter

1. Ten einde de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, kan de Commissie op de voet van artikel 15 bis communautaire missies voor administratieve samenwerking organiseren en overgaan tot onderzoek in derde landen in cooerdinatie en nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten.

2. De in lid 1 bedoelde communautaire missies in derde landen vinden plaats onder de volgende voorwaarden:

a) de missie kan worden ondernomen op initiatief van de Commissie of op verzoek van een of meer Lid-Staten;

b) aan de missie wordt deelgenomen door daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de Commissie en door daartoe door de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten aangewezen functionarissen;

c) indien het communautaire belang daarmee gediend is, kan de missie, met toestemming van de Commissie en de betrokken Lid-Staten, eveneens uitgevoerd worden door functionarissen van een Lid-Staat, met name op grond van een bilaterale bijstandsovereenkomst met een derde land; in dat geval wordt de Commissie op de hoogte gesteld van de resultaten van de missie;

d) de kosten van missies zijn ten laste van de Commissie.

3. De Commissie deelt de Lid-Staten de resultaten mee van de op grond van dit artikel verrichte missies.

Artikel 15 quater

De bevindingen en gegevens die voortvloeien uit de in artikel 15 ter bedoelde communautaire missies, met name in de vorm van door de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen ter beschikking gestelde documenten, worden overeenkomstig artikel 19 behandeld.

Voor gebruik bij vorderingen in rechte of vervolgingen wegens niet-naleving van de douane- of landbouwvoorschriften worden door de Commissie aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten, op hun verzoek, verkregen originele documenten of gewaarmerkte afschriften daarvan afgegeven.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1987.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 1987.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. DE KEERSMAEKER

(1) PB nr. C 267 van 18. 10. 1985, blz. 6.

(2) PB nr. C 120 van 20. 5. 1986, blz. 152.

(3) PB nr. L 144 van 2. 6. 1981, blz. 1.

(4) PB nr. L 84 van 31. 3. 1978, blz. 1.

(5) PB nr. L 360 van 23. 12. 1983, blz. 5.