31986L0594

Richtlijn 86/594/EEG van de Raad van 1 december 1986 betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid

Publicatieblad Nr. L 344 van 06/12/1986 blz. 0024 - 0027
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0153
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0153


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 1 december 1986

betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid

(86/594/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de actieprogramma's van de Europese Gemeenschappen op het gebied van het milieu van 1973 (4) en 1977 (5) de nadruk leggen op de problemen inzake geluidshinder en in het bijzonder op de noodzaak invloed uit te oefenen inzake geluidsbronnen;

Overwegende dat het publiek door zo begrijpelijk en uniform mogelijke middelen moet worden voorgelicht aangaande het geluidsniveau van huishoudelijke apparaten; dat exacte, doeltreffende en vergelijkbare informatie de keuze van het publiek kan beïnvloeden ten gunste van huishoudelijke apparaten die minder geluid voortbrengen; dat de fabrikanten derhalve ertoe worden gebracht maatregelen te nemen ten einde de geluidsemissie van de huishoudelijke apparaten die zij vervaardigen, te beperken;

Overwegende dat het, om praktische redenen en om een veelvoud van etiketten op huishoudelijke apparaten te voorkomen, gewenst is in gevallen waar een zelfde familie van huishoudelijke apparaten is betroffen, de informatie met betrekking tot het geluidsniveau op het etiket te vermelden, dat is voorzien in de toepassingsrichtlijnen die zijn vastgesteld krachtens Richtlijn 79/530/EEG van de Raad van 14 mei 1979 betreffende de informatie, door middel van etikettering, over het energieverbruik van in de huishouding gebruikte apparaten (6);

Overwegende dat in het onderhavige geval de harmonisatie van wetgevingen beperkt dient te blijven tot enkel die vereisten die nodig zijn om het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid te meten en het opgegeven niveau te controleren; dat deze vereisten de nationale voorschriften ter zake dienen te vervangen;

Overwegende dat deze richtlijn slechts de nodige vereisten omschrijft; dat ervan uitgegaan wordt dat aan deze vereisten is voldaan, wanneer de geharmoniseerde normen worden toegepast; dat het derhalve beslist nodig is te beschikken over deze normen betreffende de meting en de controle van het opgegeven niveau van het door huishoudelijke apparaten tijdens het gebruik ervan voortgebrachte luchtgeluid;

Overwegende dat de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektronische normalisatie (CENELEC) zijn erkend als instanties die bevoegd zijn om geharmoniseerde normen uit te werken en vast te stellen (Europese normen of harmonisatiedocumenten), in opdracht van de Commissie overeenkomstig Richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (7) en de algemene richtsnoeren voor de samenwerking tussen de Commissie en deze beide instanties, welke op 13 november 1984 zijn ondertekend;

Overwegende dat in afwachting van de vaststelling van de geharmoniseerde normen het vrije verkeer van goederen wordt verzekerd door die goederen te aanvaarden die beantwoorden aan nationale technische normen en voorschriften waarvan middels een controleprocedure wordt erkend dat zij voldoen aan de vereisten van de onderhavige richtlijn;

Overwegende dat het Permanent Comité, opgericht bij artikel 5 van Richtlijn 83/189/EEG bij uitstek het aangewezen orgaan is om de overeenstemming van de geharmoniseerde normen alsmede van de nationale normen en technische voorschriften te controleren,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Deze richtlijn heeft betrekking op de bepalingen inzake:

- de algemene beginselen voor de publikatie van de informatie over het luchtgeluid dat door huishoudelijke apparaten wordt voortgebracht;

- de meetmethoden voor de bepaling van het luchtgeluid dat door huishoudelijke apparaten wordt voortgebracht;

- de nadere regels voor de controle van het luchtgeluid dat door huishoudelijke apparaten wordt voortgebracht.

2. Deze richtlijn is niet van toepassing op:

- apparaten, uitrustingen of machines die uitsluitend voor industriële of professionele doeleinden zijn ontworpen;

- apparaten die een wezenlijk onderdeel vormen van een gebouw of de installaties van een gebouw, zoals installaties voor klimaatregeling, verwarming of ventilatie (met uitzondering van huishoudventilatoren, afzuigkappen voor fornuizen en losse verwarmingsapparaten), oliebranders voor centrale verwarming, pompen voor watervoorziening en voor afvoersystemen;

- onderdelen van uitrustingen, zoals motoren;

- elektro-akoestische apparaten.

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) huishoudelijke apparaten: alle machines, onderdelen van machines of installaties, die zijn gefabriceerd om voornamelijk te worden gebruikt binnen de woning met inbegrip van kelders, garages en andere bijgebouwen, en met name huishoudelijke apparaten voor onderhoud, schoonmaak, bereiding en conservering van levensmiddelen, produktie en verspreiding van calorieën en frigorieën, klimaatregeling en andere apparaten die voor niet-professionele doeleinden worden gebruikt;

b) familie van huishoudelijke apparaten: alle modellen (of typen) van verschillende huishoudelijke apparaten die zijn ontworpen om dezelfde functie te vervullen en door een identieke hoofdenergiebron worden gevoed. Een familie omvat in het algemeen verschillende modellen (of typen);

c) serie van huishoudelijke apparaten: alle huishoudelijke apparaten van een zelfde model (of type) met bepaalde kenmerken, die door een zelfde fabrikant zijn geproduceerd;

d) partij van huishoudelijke apparaten: bepaalde hoeveelheid van een bepaalde serie die is gefabriceerd of geproduceerd onder uniforme voorwaarden;

e) voortgebracht luchtgeluid: het A-gewogen geluidsvermogensniveau, LWA, van het huishoudelijke apparaat, in decibel (dB) ten opzichte van het geluidsvermogen van een picowatt (1 pW), overgebracht door de lucht.

Artikel 3

1. De Lid-Staten kunnen voor bepaalde families van apparaten het publiceren van informatie over het door deze apparaten voortgebrachte luchtgeluid verplicht stellen.

Deze informatie wordt verstrekt door de fabrikant van de apparaten, of, indien de fabrikant buiten de Gemeenschap is gevestigd, door de in de Gemeenschap gevestigde importeur.

In dat geval:

a) wordt het voor de informatie bestemde geluidsniveau vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, lid 1, omschreven voorschriften;

b) kan de informatie worden gecontroleerd door middel van steekproeven op basis van de in artikel 6, lid 2, genoemde beginselen. De betrokken Lid-Staat kan alle ter zake dienende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de verschafte informatie strookt met de voorschriften van deze richtlijn;

c) is de fabrikant of de importeur verantwoordelijk voor de juistheid van de verschafte informatie.

2. Wanneer een Lid-Staat de publikatie van de informatie over het voortgebrachte luchtgeluid niet vereist, kan de fabrikant of de importeur deze informatie toch publiceren, maar lid 1, derde alinea, onder a), b) en c), blijft van toepassing.

Artikel 4

Wanneer voor een familie van huishoudelijke apparaten een etiket betreffende andere informaties is voorgeschreven, zoals die welke krachtens een bijzondere, in het kader van Richtlijn 79/530/EEG aangenomen richtlijn zijn voorgeschreven, wordt de informatie over het voortgebrachte luchtgeluid op dat etiket verstrekt.

Artikel 5

1. De Lid-Staten mogen het in de handel brengen van huishoudelijke apparaten niet weigeren, verbieden of beperken om redenen in verband met de informatie over het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid, wanneer de informatie over deze apparaten overeenkomstig de voorschriften van deze richtlijn wordt gegeven.

2. Onverminderd de resultaten van de steekproefcontroles die kunnen worden verricht zodra de huishoudelijke apparaten ten behoeve van potentiële kopers worden tentoongesteld, gaan de Lid-Staten ervan uit dat de publikatie van de informatie betreffende het voortgebrachte luchtgeluid voldoet aan de bepalingen van deze richtlijn. Artikel 6

1. a) De algemene testmethode om het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid te bepalen moet zo precies zijn dat de onzekerheid van de uitgevoerde metingen voor de A-gewogen geluidsvermogensniveaus normale afwijkingen geeft van maximaal 2 dB.

De in de eerste alinea genoemde normale afwijkingen geven het cumulatieve effect weer van alle oorzaken van onzekerheid van de metingen, met uitzondering van het van proef tot proef variëren van het geluidsniveau van het apparaat.

b) De onder a) bedoelde algemene methode wordt voor iedere familie van apparaten aangevuld met een beschrijving van plaatsing, montage, belasting en werking van de huishoudelijke apparaten in proefomstandigheden om het normale gebruik na te bootsen en ervoor te zorgen dat de proeven voldoende herhaalbaar en reproduceerbaar zijn. De standaardafwijking van de reproduceerbaarheid moet voor iedere familie van apparaten worden opgegeven.

2. De statistische methode ter controle van het opgegeven geluidsniveau van de apparaten van een partij is een controle door meting van een steekproef uit afzonderlijke partijen van apparaten via eenzijdige toetsen.

De statistische basisparameters van de in de eerste alinea bedoelde statistische methode worden zo gekozen, dat de goedkeurkans 95 % bedraagt wanneer 6,5 % van de geluidsemissiewaarden van een partij de opgegeven waarde overschrijdt. De omvang van een enkelvoudige of gelijkwaardige steekproef is gelijk aan 3. Bij de gekozen statistische methode moet een totale referentie-standaardafwijking worden gehanteerd die gelijk is aan 3,5 dB.

Vóór 1 januari 1991 stelt de Raad op voorstel van de Commissie voor iedere familie van huishoudelijke apparaten nieuwe waarden voor de omvang en de referentie-standaardafwijking vast.

Artikel 7

De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de fabrikant of de importeur, indien hij de gebreken vertonende partij niet uit de markt neemt, de informatie onverwijld corrigeert wanneer na controle overeenkomstig artikel 6, lid 2, blijkt dat het niveau van het door een partij apparaten voortgebrachte luchtgeluid hoger ligt dan het opgegeven niveau.

Artikel 8

1. De Lid-Staten gaan ervan uit dat de opgave van het door een huishoudelijk apparaat voortgebrachte luchtgeluid aan de voorschriften van deze richtlijn voldoet en dat de controles door de Lid-Staten op passende wijze zijn uitgevoerd, indien de metingen voor het vaststellen van het nominale niveau van het voortgebrachte luchtgeluid en de controles zijn uitgevoerd overeenkomstig:

a) de nationale normen die zijn opgesteld aan de hand van de Europese normen waarvan de referenties in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt. De Lid-Staten maken de referenties van deze nationale normen bekend; of

b) de in lid 2 bedoelde nationale technische normen en voorschriften voor zover op de gebieden die door deze normen en voorschriften worden bestreken, geen geharmoniseerde normen bestaan.

2. De Lid-Staten doen de Commissie mededeling van de tekst van hun nationale technische normen en voorschriften als bedoeld in lid 1, onder b), die volgens hen voldoen aan de voorschriften van artikel 6. De Commissie deelt deze tekst onverwijld mee aan de andere Lid-Staten. Overeenkomstig de procedure van artikel 9, lid 2, stelt zij de Lid-Staten in kennis van deze technische normen en voorschriften waarvoor het vermoeden van overeenstemming met de voorschriften van artikel 6 geldt.

De Lid-Staten dienen ervoor te zorgen dat de referenties van deze nationale technische normen en voorschriften worden bekendgemaakt. De Commissie zorgt ervoor dat deze referenties ook in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt.

Artikel 9

1. Wanneer een Lid-Staat of de Commissie van mening is dat de in artikel 8, lid 1, onder a), bedoelde geharmoniseerde normen niet geheel aan de voorschriften van artikel 6 voldoen, legt de Commissie of de Lid-Staat de kwestie met redenen omkleed voor aan het bij Richtlijn 83/189/EEG ingestelde Permanent Comité, hierna te noemen »het Comité". Het Comité brengt met spoed advies uit.

Uitgaande van het advies van het Comité stelt de Commissie de Lid-Staten ervan in kennis of de in artikel 8, lid 1, onder a), bedoelde bekendmakingen van de betrokken normen al dan niet moeten worden ingetrokken.

2. Voor wat de nationale technische normen en voorschriften van artikel 8, lid 2, betreft, volgt het Comité de onderstaande procedure:

a) De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het vraagstuk. Het spreekt zich uit met een meerderheid van vierenvijftig stemmen, waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig artikel 148, lid 2, van het Verdrag. De voorzitter neemt geen deel aan de stemming.

b) De Commissie stelt de overwogen maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité. c) Wanneer de overwogen maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of wanneer er geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in inzake de te nemen maatregelen. De Raad neemt een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

d) Indien de Raad bij het verstrijken van een termijn van drie maanden nadat de kwestie hem is voorgelegd, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Artikel 10

1. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om binnen 36 maanden na kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen (1). Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle belangrijke bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 11

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 1 december 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

A. CLARK

(1) PB nr. C 181 van 19. 7. 1982, blz. 1;

PB nr. C 334 van 10. 12. 1983, blz. 15.

(2) PB nr. C 277 van 17. 10. 1983, blz. 166.

(3) PB nr. C 205 van 9. 8. 1982, blz. 13.

(4) PB nr. C 112 van 20. 12. 1973, blz. 3.

(5) PB nr. C 139 van 13. 6. 1977, blz. 3.

(6) PB nr. L 145 van 13. 6. 1979, blz. 1.

(7) PB nr. L 109 van 26. 4. 1983, blz. 8.

(1) Deze richtlijn is op 4 december 1986 ter kennis van de Lid-Staten gebracht.