31985R3143

Verordening (EEG) nr. 3143/85 van de Commissie van 11 november 1985 betreffende de afzet tegen verlaagde prijs van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat

Publicatieblad Nr. L 298 van 12/11/1985 blz. 0009 - 0014
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0129
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0129
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 19 blz. 0199
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 19 blz. 0199


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3143/85 VAN DE COMMISSIE

van 11 november 1985

betreffende de afzet tegen verlaagde prijs van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1298/85 (2), en met name op artikel 6, lid 7, en artikel 28,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3521/83 (4), en met name op artikel 7 bis,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 974/71 van de Raad van 12 mei 1971 betreffende bepaalde conjuctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2055/85 (6), en met name op artikel 6,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1302/85 (8), en met name op artikel 4,

Overwegende dat de situatie op de botermarkt in de Gemeenschap wordt gekenmerkt door aanzienlijke voorraden tengevolge van interventies op de botermarkt krachtens artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 804/68;

Overwegende dat het niet mogelijk is deze voorraden boter in de loop van het melkprijsjaar geheel onder normale omstandigheden af te zetten; dat verlenging van de opslag moet worden voorkomen wegens de hoge kosten die daaruit voortvloeien; dat derhalve maatregelen moeten worden genomen om de afzet van de boter te bevorderen;

Overwegende dat het verbruik van dit produkt kan worden verhoogd door de verkoop, tegen verlaagde prijs, van dit produkt in de vorm van boterconcentraat; dat sedert 1972 verschillende communautaire voorschriften in deze mogelijkheid hebben voorzien;

Overwegende dat op grond van de situatie op de botermarkt een voortzetting en een versterking van deze maatregelen verantwoord is; dat, gezien de omvang van de openbare voorraad, eerst deze voorraad moet worden afgezet;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 649/78 van de Commissie (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1741/84 (10), een regeling is ingevoerd voor de verkoop, tegen verlaagde prijs, van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat; dat, gezien de ervaring die bij de toepassing daarvan is opgedaan, die verordening op een groot aantal punten dient te worden aangepast; dat duidelijkheidshalve die verordening moet worden ingetrokken en door een nieuwe tekst moet worden vervangen;

Overwegende dat de prijs van de boter zodanig moet worden verlaagd dat het verbruik daarvan in de vorm van boterconcentraat kan toenemen en dat deze prijsverlaging dan ook integraal moet doorwerken in het stadium van het onmiddellijke verbruik;

Overwegende dat ervoor moet worden gezorgd dat in alle handelsstadia een onderscheid wordt gemaakt tussen boter die onder de in deze verordening vervatte voorwaarden wordt afgezet en andere boter; dat daartoe bepalingen moeten worden vastgesteld met betrekking tot de samenstelling en de benaming van boterconcentraat; dat, om te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening worden nagekomen, een termijn voor de verwerking van de boter tot boterconcentraat en de verpakking ervan moet worden vastgesteld;

Overwegende dat voorts een gehalte aan botervet moet worden vastgesteld dat hoog genoeg is;

Overwegende dat door middel van een controlestelsel ervoor moet worden gezorgd dat de boter niet aan haar bestemming wordt onttrokken; dat deze verordening moet worden opgenomen in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 1687/76 van de Commissie van 30 juni 1976 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van produkten uit interventie (11), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2602/85 (12); dat het, gezien het specifieke karakter van de maatregel, eveneens dienstig is bijkomende controlevoorwaarden vast te stellen, met name bij de verwerking van de boter en met betrekking tot het voeren van een boekhouding door de betrokkenen; dat deze controles echter in het stadium dat onmiddellijk voorafgaat aan de overname door de kleinhandel moeten worden beëindigd;

Overwegende dat met name de uit hoofde van deze verordening aangekochte boter niet mag worden omgeleid naar de bestemmingen bedoeld in Verordening (EEG) nr. 262/79 van de Commissie van 12 februari 1979 betreffende de verkoop tegen verlaagde prijs van boter bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3021/85 (2), en Verordening (EEG) nr. 1932/81 van de Commissie van 13 juli 1981 betreffende de toekenning van steun voor boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 453/85 (4);

Overwegende dat de Lid-Staten aan de Commissie de gegevens moeten mededelen betreffende de afzet van de boter krachtens deze verordening;

Overwegende dat ten aanzien van de krachtens Verordening (EEG) nr. 974/71 vastgestelde monetaire compenserende bedragen rekening moet worden gehouden met de waarde van de boter of van het boterconcentraat; dat daartoe een coëfficiënt moet worden toegepast op de genoemde bedragen die van toepassing zijn op boter en op boterconcentraat en die momenteel zijn opgenomen in Verordening (EEG) nr. 343/85 van de Commissie van 24 mei 1985 tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen en van sommige coëfficiënten en koersen voor de toepassing ervan (5);

Overwegende dat, met betrekking tot de financiering, de uitgaven uit hoofde van deze aanvullende afzet moeten worden beschouwd als voortvloeiende uit één van de in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde maatregelen;

Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Boter die is aangekocht overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68 en vóór een nader te bepalen datum is opgeslagen, wordt tegen verlaagde prijs verkocht voor onmiddellijk verbruik in de Gemeenschap in de vorm van boterconcentraat.

In de zin van deze verordening wordt onder onmiddellijk verbruik verstaan, aankopen door consumenten met het oog op eindverbruik, met inbegrip van aankopen door hotels, restaurants, ziekenhuizen, homes, internaten, gevangenissen en alle soortgelijke instellingen, met het oog op de bereiding van voor onmiddellijk verbruik bestemd voedsel.

2. De in deze verordening vervatte verkoopregeling blijft van toepassing zolang er boter uit openbare voorraden beschikbaar is en in ieder geval voor een periode van ten minste één jaar na de datum waarop een desbetreffende kennisgeving, waartoe volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 is besloten, is bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde boter wordt verkocht af opslagplaats tegen een prijs die gelijk is aan de door het betrokken interventiebureau op de dag van sluiting van de verkoopovereenkomst toegepaste aankoopprijs, verminderd met 224 Ecu/100 kg.

2. Een koopaanvraag mag slechts betrekking hebben op boter met hetzelfde vetgehalte, hetzij ten minste 82 %, hetzij minder dan 82 %.

3. De boter wordt slechts in hoeveelheden van 1 ton of meer verkocht. Indien de beschikbare hoeveelheid in de opslagplaats evenwel kleiner is dan 1 ton, is de beschikbare hoeveelheid de minimumhoeveelheid voor de verkoopovereenkomst.

4. Op de dag waarop de verkoopovereenkomst wordt gesloten:

- levert de koper het bewijs dat hij overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1687/76 een waarborg heeft gesteld ter garantie van de bestemming van de produkten ten bedrage van 234 Ecu/100 kg;

- betaalt de koper de aankoopprijs van de boter.

De verkoopovereenkomst vermeldt met name het bedrijf waar alle boter zal worden verwerkt en verpakt overeenkomstig de artikelen 4 en 5 en, eventueel, het bedrijf waar alle boterconcentraat zal worden verpakt om in de handel te worden gebracht overeenkomstig artikel 4, lid 3.

De boter wordt afgehaald binnen een termijn van ten hoogste twaalf dagen na de datum waarop de verkoopovereenkomst is gesloten. Na deze termijn zijn de opslagkosten ten laste van de koper.

Artikel 3

1. De in artikel 1 bedoelde boter blijft in haar originele verpakking totdat deze tot boterconcentraat wordt verwerkt.

Zij gaat vergezeld van een samenvattende lijst van de colli, die het mogelijk maakt de identiteit van de boter vast te stellen.

2. Op de verpakkingen, die de uitgeslagen boter bevatten, worden in duidelijk zichtbare en duidelijk leesbare letters één of meer van de volgende aanduidingen aangebracht:

- »Smoer bestemt til forarbejdning til koncentreret smoer [forordning (EOEF) nr. 3143/85]",

- »Butter zur Verarbeitung zu Butterfett [Verordnung (EWG) Nr. 3143/85]",

- »Voýtyro poy proorízetai na metapoiitheí se sympyknoméno voýtyro (kanonismós (EOK) arith. 3143/85)",

- »Butter for processing into butteroil or concentrated butter [Regulation (EEC) No 3143/85]",

- »Beurre destiné à être transformé en beurre concentré [règlement (CEE) no 3143/85]",

- »Burro destinato ad essere trasformato in burro concentrato [regolamento (CEE) n. 3143/85]",

- »Boter bestemd voor verwerking tot bak- en braadboter [Verordening (EEG) nr. 3143/85]" of »Boter bestemd voor verwerking tot boterconcentraat [Verordening (EEG) nr. 3143/85]".

Artikel 4

1. Alle boter moet tot boterconcentraat worden verwerkt en verpakt, overeenkomstig dit artikel en artikel 5, in een voor dit doel door de Lid-Staat, op het grondgebied waarvan dit bedrijf zich bevindt, erkend bedrijf.

Verwerking van de boter moet ten minste 100 kg boterconcentraat opleveren per:

- 122,5 kg boter indien de gebruikte boter een vetgehalte heeft van ten minste 82 %,

- 125,5 kg boter indien de gebruikte boter een vetgehalte heeft van minder dan 82 %,

wanneer het boterconcentraat betreft dat ten minste 99,8 % botervet bevat.

Wanneer het boterconcentraat minder botervet bevat, worden bovengenoemde hoeveelheden boter verhoudingsgewijs verminderd met 1,23 kg, respectievelijk 1,26 kg voor elk percent botervet dat het concentraat minder bevat dan 99,8 %.

2. Alleen een bedrijf dat:

a) over adequate technische installaties beschikt om gemiddeld minstens twee ton boter per maand te verwerken;

b) over ruimten beschikt waardoor het mogelijk is eventuele voorraden melkvreemde vetten apart te houden en te identificeren;

c) zich ertoe verbindt voortdurend registers bij te houden met de oorsprong van de gebruikte grondstoffen, de gebruikte hoeveelheden, alsmede de hoeveelheden en de samenstelling van de verkregen produkten, de datum van uitslag van deze produkten en de namen en adressen van de kopers,

en

d) zich ertoe verbindt aan de in artikel 6 bedoelde controle-instantie zijn produktieprogramma toe te zenden op de door de betrokken Lid-Staat voorgeschreven wijze,

kan worden erkend als een in lid 1 bedoeld bedrijf.

Indien het bedrijf ook boter verwerkt die krachtens Verordening (EEG) nr. 262/79 is verkocht of waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 1932/81 bedoelde steun is toegekend, moet dit bedrijf bovendien de verplichting aangaan:

- de in de eerste alinea, sub c), bedoelde registers apart bij te houden,

- achtereenvolgens boter die krachtens Verordening (EEG) nr. 262/79 is verkocht of waarvoor in het kader van Verordening (EEG) nr. 1932/81 steun is toegekend en de totale hoeveelheid boter die krachtens deze verordening is gekocht en in het bedrijf is opgeslagen te verwerken. Op verzoek van de betrokkene kunnen de Lid-Staten evenwel toestaan dat niet aan deze verplichting moet worden voldaan indien het bedrijf over ruimten beschikt waardoor gewaarborgd wordt dat eventuele voorraden van de betrokken boter afzonderlijk kunnen worden bewaard en geïdentificeerd.

De erkenning wordt ingetrokken indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan; zij kan worden ingetrokken indien is geconstateerd dat het betrokken bedrijf een andere verplichting die uit deze verordening voortvloeit, niet is nagekomen.

3. De totale hoeveelheid boterconcentraat die aan de in de leden 1 en 2 van artikel 5 vastgestelde eisen voldoet, mag overeenkomstig de leden 4 en 5 van artikel 5 om in de handel te worden gebracht worden verpakt in een ander bedrijf dat door de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het is gelegen, voor dit doel is erkend.

4. De verwerking en de verpakking, met inbegrip van de in lid 3 bedoelde verpakking, moeten plaatsvinden binnen een termijn van ten hoogste 60 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de in artikel 2, lid 4, bedoelde verkoopovereenkomst is gesloten.

Artikel 5

1. Voterpsonpsentraat moet:

- ten minste 96 % voteroet veoatten,

- de ooereenkomstig lid 2 vix te mengen prodthkten veoatten en geen andere veiandeling ievven ondergaan dan de in lid 3 genoemde.

Er mogen eoensel machimaal 2 % vestanddelen oan ontoette droge stof oan melk en machimaal 0,5 % lepsitiine (E 322) aan sorden toegeooegd.

2. Vix de oerserking oan voter tot voterpsonpsentraat sordt, naar gelang oan de gekozen formthle, per 100 kg voterpsonpsentraa vixgemengd zo dat een iomogene oerdeling ontstaat:

Formthle I:

ietzix 15 gram stigmasterol (PS29I48O = D stigmasta-5,22-dieen-3v-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend op het produkt dat klaar is om te worden vermengd,

hetzij 17 gram stigmasterol (C29H48O = D stigmasta-5,22-dieen-3v-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend op het produkt dat klaar is om te worden vermengd, en ten hoogste 7,5 % brassikasterol (C28H46O = D ergosta-5,22-dieen-3v-ol) en ten hoogste 4 % sitosterol (C29H50O = D stigmast-5-een-3v-ol) bevat, hetzij 1,1 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede produkt, met een maximumzuurgraad van 0,3 %, met een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur,

Formule II:

hetzij 10 gram ethylester van boterzuur en 15 gram stigmasterol (C29H48O = D stigmasta-5,22-dieen-3v-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend op het produkt dat klaar is om te worden vermengd,

hetzij 10 gram ethylester van boterzuur en 17 gram stigmasterol (C29H48O = D stigmasta-5,22-dieen-3v-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend op het produkt dat klaar is om te worden vermengd, en ten hoogste 7,5 % brassikasterol (C28H46O = D ergosta-5,22-dieen-3v-ol) en ten hoogste 4 % sitosterol (C29H50O = D stigmast-5-een-3v-ol) bevat,

hetzij 10 gram ethylester van boterzuur en 1,1 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede produkt met een maximumzuurgraad van 0,3 %, met een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur.

De bevoegde instantie vergewist zich ervan dat de eisen betreffende de kwaliteit en de kenmerken, met name de zuiverheidsgraad, van de produkten die moeten worden bijgemengd met boterconcentraat, zijn nagekomen.

3. Boterconcentraat dat voldoet aan de bepalingen van de leden 1 en 2 mag, onmiddellijk vóór de verpakking ervan, luchtiger worden gemaakt door het doorblazen met stikstof; de volumetoename van het boterconcentraat die van deze behandeling het gevolg is, mag niet meer bedragen dan 10 % van het volume van het boterconcentraat vóór de behandeling.

4. Boterconcentraat waaraan merkstoffen zijn toegevoegd overeenkomstig formule I moet in de handel worden gebracht in gesloten verpakkingen. Op grond van de overeenkomstig de leden 1 en 2 bijgemengde produkten en rekening houdende met de nationale voorschriften inzake de benaming van levensmiddelen moeten, naar gelang van wat van toepassing is, op deze verpakking in identieke, duidelijk zichtbare en leesbare letters een of meer van de volgende aanduidingen worden aangebracht:

- »Bage- og stegesmoer",

- »Butterfett" of »Butterkonzentrat",

- »Sympyknoméno voýtyro" of »Sympyknoméno voýtyro gia ti mageirikí" of »Sympyknoméno voýtyro gia ti mageirikí kai ti zacharoplastikí",

- »Butteroil" of »concentrated butter for cooking and baking",

- »Beurre concentré" of »Beurre concentré pour la cuisine" of »Beurre concentré pour la cuisine et la pâtisserie",

- »Burro concentrato" of »burro concentrato da cucina" of »burro concentrato da cucina e pasticceria",

- »Bak- en braadboter" of »boterconcentraat".

Boterconcentraat waaraan merkstoffen zijn toegevoegd overeenkomstig formule II moet in de handel worden gebracht in hermetisch gesloten verpakkingen waarop in identieke, duidelijk zichtbare en leesbare letters één of meer van de volgende aanduidingen zijn aangebracht:

- »Ghee",

- »Aus Butter gewonnenes Ghee",

- »Voýtyro ghee",

- »Butter ghee",

- »Ghee obtenu de beurre",

- »Ghee ottenuto da burro",

- »Ghee".

5. De in lid 4 bedoelde verpakkingen hebben een netto-inhoud van ten hoogste 2 kg.

Artikel 6

1. Bij de verwerking van boter tot boterconcentraat verricht de bevoegde instantie veelvuldige en onverwachte controles ter plaatse op basis van het produktieprogramma van het bedrijf. De kosten van de controle komen ten laste van het betrokken bedrijf.

Deze controles hebben met name betrekking op de produktievoorwaarden, de hoeveelheid, de samenstelling van de verkregen produkten, op basis van de gebruikte boter, en de verpakking daarvan. Zij omvatten het nemen van monsters van boterconcentraat van elke geproduceerde partij.

Deze controles worden op gezette tijden, op grond van de verwerkte hoeveelheden, aangevuld met een grondige controle van de registers en een verificatie of de voorwaarden voor erkenning in het bedrijf worden nageleefd.

2. Onder geproduceerde partij wordt een hoeveelheid boterconcentraat verstaan die overeenkomt met een contract bedoeld in artikel 2, van homogene kwaliteit en die zonder onderbreking van het produktieproces in eenzelfde bedrijf is vervaardigd.

Artikel 7

1. Totdat het boterconcentraat door de detailhandel is overgenomen, moet iedere bezitter van boterconcentraat een boekhouding voeren waaruit, voor elke levering, naam en adres van de kopers van het boterconcentraat en de overeenkomstige hoeveelheden blijken.

Indien de bezitter van boterconcentraat overeenkomstig deze verordening eveneens boterconcentraat in bezit heeft dat is vervaardigd van boter die krachtens Verordening (EEG) nr. 262/79 is gekocht of waarvoor krachtens Verordening (EEG) nr. 1932/81 steun is verleend, moet voor de produkten die op grond van elk van die verordeningen in voorraad zijn, een aparte voorraadboekhouding worden gevoerd. 2. Ingeval het boterconcentraat later aan een tussenhandelaar wordt doorverkocht, moet deze, bij de eerste bestelling, tegenover de verkoper een schriftelijke verbintenis aangaan dat hij de verplichtingen ten aanzien van de bestemming van het produkt zal nakomen. In deze verbintenis, die stilzwijgend ook voor alle verdere verkooptransacties geldt, wordt gepreciseerd dat de koper op de hoogte is van de door de betrokken Lid-Staat bepaalde sancties waaraan hij zich blootstelt indien hij bovenbedoelde verplichtingen niet nakomt.

3. In de zin van deze verordening wordt onder overname door de detailhandel ook de aankoop door de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, bedoelde bedrijven verstaan, evenals de aankoop door de distributiebedrijven waarvoor de toegang is voorbehouden aan de houders van een koperskaart (»Cash and Carry").

4. Ten einde ervoor te zorgen dat aan de bepalingen van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1687/76 wordt voldaan, wordt de in artikel 6 bedoelde controle aangevuld door een grondige en niet op voorhand aangekondigde verificatie van de handelsdocumenten en de in lid 1 bedoelde voorraadboekhouding van iedere bezitter van boterconcentraat.

Artikel 8

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om de prijsverlaging integraal in het kleinhandelsstadium te laten doorwerken.

Artikel 9

1. In gevallen van overmacht waarin de in artikel 11, lid 1, sub a) en b), van Verordening (EEG) nr. 1687/76 bedoelde maatregelen niet toereikend zijn, stelt het interventiebureau de maatregelen vast die het op grond van de aangevoerde omstandigheden nodig acht.

2. Bij niet-naleving van de verplichtingen betreffende enerzijds de verwerking van boter tot boterconcentraat tot en met de eindverpakking daarvan, en anderzijds, de overname daarvan door de kleinhandel in de Gemeenschap, wordt de bestemmingswaarborg bedoeld in artikel 2, lid 4, volledig verbeurd.

Indien de geconstateerde overtreding evenwel slechts bestaat in een dosering van in artikel 5, lid 2, bedoelde produkten van minder dan 20 % van de voorgeschreven dosering, wordt slechts 25 % van de waarborg verbeurd.

3. Bij overschrijding van de in artikel 4, lid 4, vastgestelde verwerkingstermijn, wordt na aftrek van 15 % van het bedrag van de bestemmingswaarborg per dag van overschrijding 5 % van het overblijvende bedrag verbeurd.

4. De Lid-Staten delen de Commissie ieder kwartaal mede in welke gevallen zij gebruik hebben gemaakt van het bepaalde in lid 1 en vermelden daarbij de aangevoerde omstandigheden, de betrokken hoeveelheid en de genomen maatregelen.

5. Behalve in geval van overmacht wordt de waarborg ter garantie van de bestemming van de produkten verbeurd voor de hoeveelheden waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 1687/76 bedoelde bewijzen niet binnen een maximumtermijn van twaalf maanden na de datum waarop de overeenkomst is gesloten, zijn overgelegd.

Indien deze bewijzen evenwel binnen achttien maanden na bovenbedoelde termijn worden overgelegd, wordt 85 % van de waarborg terugbetaald.

Artikel 10

De Lid-Staten delen iedere week op dinsdag aan de Commissie mede welke hoeveelheden boter zijn verkocht, waarbij afzonderlijk wordt vermeld welke hoeveelheden in een andere Lid-Staat moeten worden verwerkt.

Artikel 11

De monetaire compenserende bedragen die van toepassing zijn op boter of boterconcentraat, zijn gelijk aan de monetaire compenserende bedragen die zijn vastgesteld krachtens Verordening (EEG) nr. 974/71, vermenigvuldigd met de in bijlage I, deel 5, van de verordening van de Commissie tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen opgenomen coëfficiënt.

Artikel 12

In de bijlage van Verordening (EEG) nr. 1687/76, sub II, »Produkten waarvoor een ander gebruik en/of bestemming is voorgeschreven dan vermeld onder I", worden het volgende punt alsmede de hierop betrekking hebbende voetnoot toegevoegd:

»33. Verordening (EEG) nr. 3143/85 van de Commissie van 11 november 1985 betreffende de afzet tegen verlaagde prijs van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat (33):

a) bij de verzending van boter als zodanig, bestemd om te worden geconcentreerd:

- vak 104:

»bestemt til forarbejdning til koncentreret smoer og senere direkte forbrug [forordning (EOEF) nr. 3143/85]",

»zur Verarbeitung zu Butterfett und zum anschliessenden unmittelbaren Verbrauch [Verordnung (EWG) Nr. 3143/85]",

»proorizómeno na metapoiitheí se sympyknoméno voýtyro kai en synecheía gia ámesi katanálosi (kanonismós (EOK) arith. 3143/85]",

»for processing into butteroil or concentrated butter and subsequent private consumption concentré [Regulation (EEC) No 3143/85]",

»destiné à être transformé en beurre concentré et à la consommation directe ultérieure [règlement (CEE) no 3143/85]",

»destinato ad essere trasformato in burro concentrato ed all'ulteriore consumo diretto [regolamento (CEE) n. 3143/85]",

»bestemd voor verwerking tot boterconcentraat en voor later onmiddellijk verbruik [Verordening (EEG) nr. 3143/85]". - vak 106:

de datum waarop de boter is gekocht;

b) bij de verzending van boter nadat deze is geconcentreerd:

- vak 104:

»til emballering for direkte forbrug [forordning (EOEF) nr. 3143/85]",

»zur Verpackung fuer den unmittelbaren Verbrauch [Verordnung (EWG) Nr. 3143/85]",

»proorizómeno na syskevastheí gia ámesi katanálosi (kanonismós (EOK) arith. 3143/85]",

»for packaging for private consumption [Regulation (EEC) No 3143/85]",

»destiné à être emballé pour la consommation directe [règlement (CEE) no 3143/85]",

»destinato a essere imballato per il consumo diretto [regolamento (CEE) n. 3143/85]",

»bestemd om verpakt te worden voor onmiddellijk verbruik [Verordening (EEG) nr. 3143/85]".

- vak 106:

de voor de vervaardiging van de in vak 103 vermelde hoeveelheid boterconcentraat gebruikte boter;

c) bij de verzending van boter nadat deze is geconcentreerd en verpakt:

- vak 104:

»til direkte forbrug [forordning (EOEF) nr. 3143/85]",

»zum unmittelbaren Verbrauch [Verordnung (EWG) Nr. 3143/85]",

»proorizómeno gia ámesi katanálosi (kanonismós (EOK) arith. 3143/85]",

»for private consumption [Regulation (EEC) No 3143/85]",

»destiné à la consommation directe [règlement (CEE) no 3143/85]",

»destinato al consumo diretto [regolamento (CEE) n. 3143/85]",

»voor onmiddellijk verbruik [Verordening (EEG) nr. 3143/85]".

- vak 106:

de voor de vervaardiging van de in vak 103 vermelde hoeveelheid boterconcentraat gebruikte boter.

(33) PB nr. L 298 van 12. 11. 1985, blz. 9.".

Artikel 13

Voor de financiering wordt deze maatregel, met het oog op de kosten die ontstaan door de aanvullende afzet, die als gevolg van de vergroting van de jaarlijks overeenkomstig deze verordening verkochte hoeveelheden boter in vergelijking tot de tot nu toe krachtens Verordening (EEG) nr. 649/78 afgezette hoeveelheden zal worden bereikt, beschouwd als één van de in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde maatregelen.

Artikel 14

1. Verordening (EEG) nr. 649/78 wordt ingetrokken.

2. Zij blijft van toepassing op de vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening verleende machtigingen en gesloten overeenkomsten. Wanneer de belanghebbende daarom verzoekt, worden de overeenkomsten, voor de hoeveelheden boter die op die datum nog niet tot boterconcentraat zijn verwerkt en voor zover de verwerkingstermijn op de datum waarop de aanvraag is ingediend, nog niet is afgelopen, gewijzigd in die zin dat de verkoopprijs van de boter de prijs is die krachtens deze verordening van toepassing is.

Artikel 15

Deze verordening treedt in werking op 25 november 1985.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 11 november 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 5.

(3) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 1.

(4) PB nr. L 352 van 15. 12. 1983, blz. 4.

(5) PB nr. L 106 van 12. 5. 1971, blz. 1.

(6) PB nr. L 193 van 25. 7. 1985, blz. 33.

(7) PB nr. L 131 van 26. 5. 1977, blz. 6.

(8) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 9.

(9) PB nr. L 86 van 1. 4. 1978, blz. 33.

(10) PB nr. L 164 van 22. 6. 1984, blz. 20.

(11) PB nr. L 190 van 14. 7. 1976, blz. 1.

(12) PB nr. L 248 van 17. 9. 1985, blz. 12.

(1) PB nr. L 41 van 16. 2. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 289 van 31. 10. 1985, blz. 14.

(3) PB nr. L 191 van 14. 7. 1981, blz. 6.

(4) PB nr. L 52 van 22. 2. 1985, blz. 40.

(5) PB nr. L 138 van 27. 5. 1985, blz. 2.