31985R1874

Verordening (EEG) nr. 1874/85 van de Commissie van 4 juli 1985 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 262/79 wat de produkten betreft toe te voegen aan boterconcentraat, bestemd om tot produkten van de formule B te worden verwerkt

Publicatieblad Nr. L 175 van 05/07/1985 blz. 0027 - 0029
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0048
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0048


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1874/85 VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 1985

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 262/79 wat de produkten betreft toe te voegen aan boterconcentraat, bestemd om tot produkten van de formule B te worden verwerkt

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1298/85 (2), en met name op artikel 6, lid 7,

Overwegende dat in bijlage II van Verordening (EEG) nr. 262/79 van de Commissie van 12 februari 1979 betreffende de verkoop tegen verlaagde prijs van boter bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 698/85 (4), de produkten zijn aangegeven om bij te mengen in het boterconcentraat dat bestemd is om tot produkten van de formule B te worden verwerkt; dat uit ervaring is gebleken dat aan consumptie-ijs andere produkten kunnen worden toegevoegd; dat het bijgevolg nuttig is de bedoelde bijlage aan te vullen;

Overwegende dat in verband met de stijging van de energiekosten het in artikel 18, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 262/79 bedoelde bedrag van de vermindering moet worden verhoogd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 262/79 wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 5, lid 3, tweede alinea, eerste streepje, wordt »I, II, III of IV" vervangen door »I, II, III, IV of V";

2. in artikel 5, lid 3, tweede alinea, tweede streepje, wordt »I, II of III" vervangen door »I, II, III, IV of V";

3. in artikel 18, lid 2, tweede alinea, wordt in plaats van het bedrag van »14 Ecu" gelezen: »16 Ecu";

4. bijlage II wordt als volgt aangevuld:

»hetzij IV:

a) 250 kg van een mengsel van:

- een of meer bestanddelen van de ontvette droge stof van melk,

hetzij als zodanig,

hetzij in de vorm van magere-melkpoeder en/of karnemelkpoeder, eventueel afkomstig van de vervaardiging van boterconcentraat met een overeenkomstig de norm FIL 9B: 1984 te bepalen vetgehalte. De hoeveelheid vetten boven een gehalte van 1 % wordt in mindering gebracht op de hoeveelheid melkvet die voor de steun in aanmerking komt

en/of

- tarwemeel

en/of

- zetmeel of hiervan afgeleide produkten zoals dextrine, maltodextrine, maltose of andere stoffen

en/of

- suiker (saccharose),

evenals

- een volume stikstof in de vorm van gas, waardoor het eindprodukt een schuimachtige textuur krijgt, met een watergehalte van ten hoogste 3 gewichtspercenten, en

b) 600 g van een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % beta-sitosterol (C29H50O = D 5-stigmasteen-3-beta-ol) bevat, alsmede maximaal 9 % campesterol (C28H48O = D 5-ergosteen-3-beta-ol) en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol (C29H48O = D 5,22-stigmasteen-3-beta-ol).

hetzij V:

a) 310 kg van een mengsel van:

- een of meer bestanddelen van de ontvette droge stof van melk,

hetzij als zodanig,

hetzij in de vorm van magere-melkpoeder en/of karnemelkpoeder, eventueel afkomstig van de vervaardiging van boterconcentraat met een overeenkomstig de norm FIL 9B: 1984 te bepalen vetgehalte. De hoeveelheid vetten boven een gehalte van 1 % wordt in mindering gebracht op de hoeveelheid melkvet die in aanmerking komt voor de prijsvermindering

en/of

- tarwemeel

en/of

- zetmeel of hiervan afgeleide produkten zoals dextrine, maltodextrine, maltose of andere stoffen.

Dit mengsel wordt in water opgelost en/of gedispergeerd om een waterige oplossing te verkrijgen waarmee met de van melk afkomstige vetstof een emulsie wordt gemaakt, waarin door oplossing de produkten worden bijgemengd die sub aa), bb) en een van de streepjes sub cc) van de onderstaande alinea b) zijn vermeld.

Deze emulsie wordt vervolgens gedroogd door middel van het »spray"-proces of een ander proces met gelijke werking, ten einde een poeder te verkrijgen met een gehalte aan van melk afkomstige vetstof van ten minste 75 gewichtspercenten, met een watergehalte van ten hoogste 2 gewichtspercenten, waarvan de natuurlijke structuur het onmogelijk maakt het vet door warmtebehandeling tot een temperatuur van ten minste 80 °C af te scheiden, en

b) aa) 10,0 kg monoglyceriden van in spijsvetten voorkomende vetzuren C18 en/of C16 (E 471) met een zuiverheidsgraad van ten minste 90 %, berekend in monoglyceriden over het voor bijmenging gerede produkt, die aan de voorschriften van Richtlijn 78/663/EEG van de Raad beantwoorden

en

bb) 100 g 6-palmitaat-L-ascorbinezuur (ascorbylpalmitaat) (E 304) of sterk tocoterolhoudende extracten van natuurlijke oorsprong (E 306) of alfa-tocoterol (E 307), alleen of als mengsel, die aan de voorschriften van Richtlijn 78/664/EEG van de Raad beantwoorden

en

cc) 600 g van een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % beta-sitosterol (C29H50O = D 5-stigmasteen-3-beta-ol) bevat, alsmede maximaal 9 % campesterol (C28H48O = D 5-ergosteen-3-beta-ol) en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol (C29H48O = D 5,22-stigmasteen-3beta-ol).". Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 juli 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 5.

(3) PB nr. L 41 van 16. 2. 1979, blz. 1.

(4) PB nr. L 76 van 19. 3. 1985, blz. 5.