31984R1873

Verordening (EEG) nr. 1873/84 van de Raad van 28 juni 1984 houdende machtiging tot aanbieding of levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EEG) nr. 337/79

Publicatieblad Nr. L 176 van 03/07/1984 blz. 0006 - 0009
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0107
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0107


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1873/84 VAN DE RAAD

van 28 juni 1984

houdende machtiging tot aanbieding of levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EEG) nr. 337/79

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1208/84 (2), inzonderheid op artikel 51, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in artikel 50, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat de in artikel 1, lid 2, sub a) en b), van die verordening bedoelde produkten slechts mogen worden ingevoerd indien zij vergezeld gaan van een attest waarin wordt bevestigd dat de produkten voldoen aan de bepalingen die in het derde land van oorsprong gelden voor de produktie, het in het verkeer brengen en in voorkomend geval de levering voor rechtstreekse menselijke consumptie;

Overwegende dat in artikel 51, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat uit derde landen ingevoerde produkten van post 22.05 van het gemeenschappelijk douanetarief, waarop oenologische procédés zijn toegepast welke volgens de communautaire voorschriften niet geoorloofd zijn, dan wel niet in overeenstemming zijn met het bepaalde in die verordening of met de ter toepassing van die verordening vastgestelde bepalingen, behoudens afwijkingen, niet voor rechtstreekse menselijke consumptie mogen worden aangeboden of geleverd;

Overwegende dat bij artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 354/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de invoer van wijn, druivesap en druivemost (3), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979, de invoer van wijn van oorsprong en van herkomst uit derde landen waarvan de uitvoer naar de Gemeenschap minder dan 1 000 hectoliter per jaar bedraagt, is vrijgesteld van de overlegging van het vorenbedoelde attest; dat, gezien de huidige omvang van de uitvoer van Amerikaanse wijn naar de Gemeenschap, een meer aan de situatie aangepaste regeling moet worden ingesteld;

Overwegende dat, om de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer in wijnbouwprodukten tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika te bevorderen en gelet op de doeltreffendheid van de in de Verenigde Staten van Amerika ingestelde controleregeling en op de bijzondere garanties die deze regeling biedt voor de naleving van de voorschriften voor de produktie, het in het verkeer brengen en de levering van wijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, de invoer in de Gemeenschap toegestaan dient te worden van Amerikaanse wijn waarop bepaalde oenologische procédés zijn toegepast waarin niet door de communautaire voorschriften is voorzien en waarvan, bij de huidige stand van de wetenschap, is aangetoond dat zij gelijk of vrijwel gelijkwaardig zijn aan de in de Gemeenschap toegestane oenologische procédés; dat daarentegen voor andere oenologische procédés die in de Verenigde Staten van Amerika gebruikelijk zijn maar in de Gemeenschap niet zijn geoorloofd, aanvullend wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk is en dat de machtiging om Amerikaanse wijn waarop laatstbedoelde procédés zijn toegepast, in te voeren in de Gemeenschap, derhalve moet worden beperkt tot een zekere periode; dat evenwel dient te worden bepaald dat deze machtiging te allen tijde kan worden herzien na overleg met de Amerikaanse autoriteiten, met name wanneer mocht blijken dat toepassing van bepaalde oenologische procédés gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid;

Overwegende dat de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, in een aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika gericht schrijven van 6 juli 1983 het voornemen te kennen heeft gegeven om de voorschriften van de Gemeenschap inzake oenologische procédés aan te passen ten einde het handelsverkeer in de wijnsector te bevorderen; dat in de voorschriften van de Gemeenschap derhalve de nodige bepalingen moeten worden opgenomen om deze aanpassingen ten uitvoer te leggen;

Overwegende dat de Regering van de Verenigde Staten van Amerika middels een schrijven van 26 juli 1983 heeft toegezegd in de Amerikaanse voorschriften een groot aantal stoffen te schrappen waarvan het gebruik voor de wijnbereiding tot dusver was geoorloofd, en in deze voorschriften weinig betekenisvolle uitdrukkingen door wetenschappelijke termen te vervangen zodat de identificatie wordt vergemakkelijkt; dat de Regering van de Verenigde Staten van Amerika bovendien heeft toegezegd erop toe te zien dat geografische benamingen refererend aan wijnbouwgebieden van de Gemeenschap niet meer als soortnaam worden gebruikt, voor zover dit gebruik niet traditiegebonden is; dat de Regering van de Verenigde Staten van Amerika eveneens heeft toegezegd zich in voortdurende samenwerking met de Gemeenschap te

beijveren voor het verwerven van meer wetenschappelijk inzicht in bepaalde oenologische procédés als genoemd in punt 1, sub b), van de bijlage bij deze verordening; dat de Regering van de Verenigde Staten van Amerika de noodzaak heeft erkend van samenwerking tussen de bevoegde diensten van de Lid-Staten, in voorkomend geval met cooerdinatie door de Commissie, en de bevoegde Amerikaanse diensten ten einde het tegengaan van fraude te vergemakkelijken; dat het derhalve zaak is deze toezeggingen te honoreren en te voorzien in bepaalde afwijkingen van artikel 51, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Produkten van post 22.05 van het gemeenschappelijk douanetarief die zijn verkregen uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en tot wijn verwerkte druiven en waarvoor tijdens de bereiding of de opslag, in overeenstemming met de in de Verenigde Staten van Amerika geldende voorschriften, een of meer van de in punt 1, sub a) en b), van de bijlage bij deze verordening genoemde oenologische procédés kunnen zijn gebruikt, mogen in afwijking van artikel 51, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 voor rechtstreekse menselijke consumptie in de Gemeenschap worden aangeboden of geleverd.

Voor het gebruik van de in punt 1, sub b), van de bijlage genoemde oenologische procédés, geldt deze toestemming echter slechts uiterlijk tot en met 26 juli 1988.

2. De Lid-Staten mogen de aanbieding en de levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van wijn verkregen uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en overeenkomstig de in dit land geldende voorschriften tot wijn verwerkte druiven niet verbieden op grond van het feit dat een of meer van de in punt 2, sub a) en b), van de bijlage genoemde oenologische procédés kunnen zijn gebruikt.

3. Wijn verkregen uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en tot wijn verwerkte druiven, waaraan suiker in waterige oplossing is toegevoegd, mag in de Gemeenschap niet voor rechtstreekse menselijke consumptie worden aangeboden of geleverd.

Artikel 2

De producerende Lid-Staten delen aan de Regering van de Verenigde Staten de lijst mede van hun in de Europese Economische Gemeenschap beschermde geografische benamingen van wijnen, die zij door de Verenigde Staten van Amerika beschermd wensen te zien overeenkomstig de door dat land aangegane verbintenis.

Artikel 3

De Commissie zorgt voor de bekendmaking in het C-gedeelte van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van de in de voorschriften van de Verenigde Staten van Amerika vastgestelde grenswaarden voor het gebruik van de in de bijlage van deze verordening genoemde stoffen. Zij werkt deze bekendmaking bij indien de Amerikaanse voorschriften worden gewijzigd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

H. BOUCHARDEAU

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 115 van 1. 5. 1984, blz. 77.

(3) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 97.

BIJLAGE

1. Toegestane oenologische procédés:

a) zonder tijdsbeperking:

- katalase, afgeleid van Aspergillus niger,

- glucoseoxidase, afgeleid van Aspergillus niger,

- ferrosulfaat,

- zuurstof,

- sojameel;

b) uiterlijk tot en met 26 juli 1988:

- dimethylpolysiloxaan,

- polyoxyethyleenmonostearaat (40),

- natriumcarboxymethylcellulose,

- sorbitanmonostearaat,

- calciumsulfaat,

- samenstellingen verkregen door menging van kaliumferrocyanide en ferrosulfaat in waterige oplossing, eventueel in combinatie met kopersulfaat en actieve kool,

- fumaarzuur,

- ionenwisselaars,

- melkzuur,

- appelzuur,

- polyvinylpolypyrrolidon (PVPP),

- polyvinylpyrrolidon (PVP).

2. Oenologische procédés die gelijk zijn aan of vergelijkbaar met die welke in de Gemeenschap zijn toegestaan:

a) gelijke oenologische procédés:

- Arabische gom,

- actieve kool,

- dierlijk albumine (inclusief ovalbumine in poedervorm of in oplossing),

- dibasisch ammoniumfosfaat,

- ascorbinezuur,

- bentoniet (Wyoming),

- suspensie van bentoniet,

- kooldioxide,

- caseïne,

- citroenzuur,

- gecomprimeerde lucht (beluchting),

- kopersulfaat,

- infusoriënaarde,

- pectine-enzym, afgeleid van Aspergillus niger,

- voedselgelatine,

- vloeibare gelatine,

- vislijm,

- stikstof,

- kaliumbitartraat,

- kaliumcaseïnaat,

- kaliumdisulfiet,

- kaliumsorbaat,

- kiezeldioxide (gel of colloïdale oplossing 30 %),

- sorbinezuur,

- tannine,

- wijnsteenzuur,

- calciumcarbonaat, eventueel kleine hoeveelheden calciumdubbelzout van L (+)- wijnsteenzuur en L (-)-appelzuur bevattend; b) vergelijkbare oenologische procédés:

- agar-agar,

- ammoniumcarbonaat,

- monobasisch ammoniumfosfaat,

- kurkkorrels,

- melkpoeder,

- niet-gecalcineerde en niet-behandelde gemalen eikespaanders,

- kaliumcarbonaat,

- carrageen,

- cellulose, afgeleid van Aspergillus niger,

- cellulose,

- geautolyseerde gist.