31984L0386

Tiende Richtlijn 84/386/EEG van de Raad van 31 juli 1984 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid- Staten inzake omzetbelasting, tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG - Toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de verhuur van roerende lichamelijke zaken

Publicatieblad Nr. L 208 van 03/08/1984 blz. 0058 - 0058
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0122
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0170
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0122
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0170


*****

TIENDE RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 31 juli 1984

betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting, tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG - Toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de verhuur van roerende lichamelijke zaken

(84/386/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 99 en 100,

Gelet op de zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1),

Gezien het voorstel van de Commissie (2),

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (4),

Overwegende dat de verhuur van een roerende lichamelijke zaak uit hoofde van artikel 4, lid 2, van bovenvermelde richtlijn een economische activiteit vormt die aan de belasting over de toegevoegde waarde is onderworpen;

Overwegende dat de toepassing van artikel 9, lid 1, van bovenvermelde richtlijn op de verhuur van roerende lichamelijke zaken tot aanzienlijke concurrentievervalsing kan leiden wanneer de verhuurder en de huurder gevestigd zijn in verschillende Lid-Staten en de belastingtarieven in die Lid-Staten verschillen;

Overwegende dat derhalve moet worden vastgesteld dat de plaats van dienstverlening de plaats is waar de huurder de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de dienst is verricht, of bij gebreke daarvan, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats;

Overwegende evenwel dat, voor wat de verhuur van vervoermiddelen betreft, artikel 9, lid 1, om redenen van controletechnische aard strikt dient te worden toegepast door als plaats van deze dienstverrichtingen de plaats van de dienstverrichter aan te merken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 77/388/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 9, lid 2, sub d), vervalt;

2. in artikel 9, lid 2, sub e), wordt het volgende streepje toegevoegd:

»- de verhuur van roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van alle vervoermiddelen.";

3. in artikel 9, lid 3, wordt de zinsnede »alsmede de verhuur van roerende lichamelijke zaken" vervangen door »alsmede de verhuur van vervoermiddelen".

Artikel 2

1. De Lid-Staten doen de nodige maatregelen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1985 aan deze richtlijn te voldoen.

2. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de bepalingen die zij voor de toepassing van deze richtlijn aannemen. De Commissie stelt de andere Lid-Staten daarvan in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 31 juli 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. O'KEEFFE

(1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

(2) PB nr. C 116 van 9. 5. 1979, blz. 4.

(3) PB nr. C 4 van 7. 1. 1980, blz. 63.

(4) PB nr. C 297 van 28. 11. 1979, blz. 16.