Richtlijn 81/187/EEG van de Raad van 26 maart 1981 houdende wijziging van Richtlijn 78/631/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke bepalingen in de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (bestrijdingsmiddelen)
Publicatieblad Nr. L 088 van 02/04/1981 blz. 0029 - 0030
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0167
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0167
RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 maart 1981 houdende wijziging van Richtlijn 78/631/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke bepalingen in de Lid-Staten inzake de indeling , de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten ( bestrijdingsmiddelen ) ( 81/187/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Overwegende dat in artikel 12 van Richtlijn 78/631/EEG van de Raad van 26 juni 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke bepalingen in de Lid-Staten inzake de indeling , de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten ( bestrijdingsmiddelen ) ( 1 ) wordt bepaald dat de Lid-Staten op 1 januari 1981 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan die richtlijn te voldoen ; Overwegende dat in artikel 11 , lid 1 , van genoemde richtlijn wordt bepaald dat de lijst van de werkzame stoffen , met vermelding van de conventionele LD50 - en LC50-waarden ( bijlage III ) en een bijgewerkte lijst van werkzame stoffen volgens bijlage II worden vastgesteld volgens de zogenaamde Comité-procedure van artikel 21 van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling , de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 79/831/EEG ( 3 ) ; Overwegende dat tijdens de bijwerking van bijlage II en de uitwerking van bijlage III is geconstateerd dat het aantal in aanmerking komende chemische stoffen aanzienlijk groter is dan verwacht , en dat voor het onderzoek van de diverse gevaarlijke eigenschappen van deze stoffen meer tijd nodig is dan aanvankelijk werd aangenomen ; Overwegende dat , hoewel de werkzaamheden voorspoedig verlopen , het niet mogelijk was deze vóór 1 januari 1981 af te ronden ; Overwegende dat de Lid-Staten , zolang bijlage III van Richtlijn 78/631/EEG ontbreekt , geen bepalingen kunnen aannemen om de richtlijn in haar geheel in werking te doen treden en dat het , zolang de in de bijlage II opgenomen lijst van werkzame stoffen niet is bijgewerkt , evenmin gewenst is de Lid-Staten te verplichten de nodige bepalingen aan te nemen om aan de richtlijn te voldoen ; Overwegende dat dientengevolge de datum waarop de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking moeten doen treden om aan Richtlijn 78/631/EEG te voldoen , moet worden verschoven , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 Artikel 12 , lid 1 , van Richtlijn 78/631/EEG wordt als volgt gelezen : " 1 . De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om aan deze richtlijn te voldoen , in werking treden op de datum die zal worden vastgesteld voor de inwerkingtreding van de overeenkomstig artikel 11 , lid 1 , vast te stellen bepalingen . Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis . " . Artikel 2 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 26 maart 1981 . Voor de Raad De Voorzitter D. S . TUIJNMAN ( 1 ) PB nr . L 206 van 29 . 7 . 1978 , blz . 13 . ( 2 ) PB nr . 196 van 16 . 8 . 1967 , blz . 1 . ( 3 ) PB nr. L 259 van 15 . 10 . 1979 , blz . 10 .