31981D0675

81/675/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1981 houdende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen zijn "sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt" in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad

Publicatieblad Nr. L 246 van 29/08/1981 blz. 0026 - 0027
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0223
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0055
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0223
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0055


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 28 juli 1981 houdende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen zijn "sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt" in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (81/675/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966, betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/692/EEG (2), en met name op artikel 10, lid 1,

Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966, betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/126/EEG (4), en met name op artikel 9, lid 1,

Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966, betreffende het in de handel brengen van zaaizaden (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/126/EEG, en met name op artikel 9, lid 1,

Gelet op Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/126/EEG, en met name op artikel 9, lid 1,

Gelet op Richtlijn 70/458/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/114/EEG (8), en met name op artikel 25, lid 1,

Overwegende dat op grond van de bovengenoemde bepalingen de zaaizaadverpakkingen normaal op zodanige wijze moeten worden gesloten dat ofwel een officieel etiket ofwel een officieel loodje deel uitmaakt van de sluiting;

Overwegende dat deze voorzieningen overbodig zijn wanneer een sluitingssysteem wordt toegepast dat niet opnieuw kan worden gebruikt;

Overwegende dat met het oog op een uniforme toepassing van de communautaire bepalingen ter zake moet worden vastgesteld dat bepaalde courant gebruikte sluitingssystemen zijn "sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt";

Overwegende dat dit systeem slechts bestaat voor zaad van granen en dat te verwachten valt dat het in de toekomst minder zal worden gebruikt tegenover een groeiend gebruik van nieuwe systemen die extra-waarborgen bieden, zodat de toepassing ervan na vijf jaar opnieuw moet worden bezien;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Vastgesteld wordt dat de volgende sluitingssystemen voor verpakking "sluitingssystemen die niet meer opnieuw kunnen worden gebruikt" zijn in de zin van artikel 10, lid 1, van Richtlijn 66/400/EEG, artikel 9, lid 1, van Richtlijn 66/401/EEG, artikel 9, lid 1, van Richtlijn 66/402/EEG, artikel 9, lid 1, van Richtlijn 69/208/EEG en artikel 25, lid 1, van Richtlijn 70/458/EEG: a) de sluiting van papieren of plastic zakken die geen andere opening hebben dan de vulopening, welke voorzien is van een zelfklevende of zelflassende sluiting die na het vullen zodanig wordt gesloten dat zij niet kan worden geopend zonder te worden beschadigd;

b) de sluiting van zakken van een niet-geweven stof die met een naad wordt gesloten, op voorwaarde dat op ten minste één kant van de opening een onuitwisbare opdruk voorkomt met een schaal van nummers beginnende met het nummer 1 aan de bovenkant, of een soortgelijke opdruk (letters, tekening) die dient om aan te tonen dat de zakken nog hun oorspronkelijke afmetingen hebben.

(1) PB nr. 125 van 11.7.1966, blz. 2290/66. (2) PB nr. L 236 van 26.8.1978, blz. 13. (3) PB nr. 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. (4) PB nr. L 67 van 12.3.1981, blz. 36. (5) PB nr. 125 van 11.7.1966, blz. 2035/66. (6) PB nr. L 169 van 10.7.1969, blz. 3. (7) PB nr. L 225 van 12.10.1970, blz. 7. (8) PB nr. L 341 van 16.12.1980, blz. 27. 2. Vastgesteld wordt dat naast de in punt 1 bedoelde sluitingssystemen, ook de volgende systemen nog als "sluitingssystemen die niet meer opnieuw kunnen worden gebruikt" in de zin van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 66/402/EEG worden beschouwd:

De sluitingen van papieren of plastic zakken die geen andere opening dan de vulopening hebben, op voorwaarde dat de zak wordt gesloten door de druk van het gewicht van de inhoud en dat de lengte van de sluiting ten minste 22 % van de breedte van de zak bedraagt.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 28 juli 1981.

Voor de Commissie

De Voorzitter

Gaston THORN